Terug
Gepubliceerd op 15/04/2019

2019_CBS_03098 - Omgevingsvergunning - OMV_2018072132. Kempischdok-Westkaai zonder nummer (zn), Genuastraat zn, Cadixstraat zn, Rigastraat zn, Houtdok-Zuidkaai zn, Madrasstraat zn. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 12/04/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_03098 - Omgevingsvergunning - OMV_2018072132. Kempischdok-Westkaai zonder nummer (zn), Genuastraat zn, Cadixstraat zn, Rigastraat zn, Houtdok-Zuidkaai zn, Madrasstraat zn. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_03098 - Omgevingsvergunning - OMV_2018072132. Kempischdok-Westkaai zonder nummer (zn), Genuastraat zn, Cadixstraat zn, Rigastraat zn, Houtdok-Zuidkaai zn, Madrasstraat zn. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018072132

Gegevens van de aanvrager:

AUTOGEMB AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VOOR VASTGOEDBEHEER EN STADSPROJECTEN - VESPA met als adres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

de heer Hardwin De Wever met als contactadres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Kempischdok-Westkaai zn, Genuastraat zn, Cadixstraat zn, Rigastraat zn, Houtdok-Zuidkaai zn, Madrasstraat zn te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

Antwerpen afdeling 7 sectie G nrs. 1490Z, 1490A2 en 1490Y

Inrichtingsnummer:

20181010-0098 (Cadix)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

heraanleggen en rioleringswerken van de binnenstraten van de Cadixwijk en de exploitatie van werfzones

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Bestaande toestand

-          Kempischdok-Westkaai:

  • enkele rijrichting in kasseien;
  • rijwegbreedte van 16,80 meter;
  • langsparkeren aan de westzijde en dwarsparkeren aan de oostzijde;
  • voetpad langs westelijke zijde.

-          Genuastraat:

  • enkele rijrichting vanaf Napelsstraat richting Kempischdok-Westkaai in kasseien;
  • rijwegbreedte van 11,75 meter;
  • langsparkeren aan beide zijden van de woonstraat;
  • voetpaden langs beide zijden.

-          Cadixstraat:

  • dubbele rijrichting in kasseien;
  • rijwegbreedte van 20 meter;
  • voorzien van langsparkeren aan de noordzijde en dwarsparkeren aan de zuidzijde;
  • voetpaden langs beide zijden.

-          Rigastraat:

  • enkele rijrichting in kasseien;
  • rijwegbreedte van 15 meter;
  • langsparkeren aan beide zijden van de woonstraat;
  • voetpaden langs beide zijden.

 

Inhoud van de aanvraag

-        optimaliseren van de rioleringsinfrastructuur en het heraanleggen van de binnenstraten Kempischdok-Westkaai, Genuastraat, Cadixstraat en de Rigastraat;

-        voorzien van de rijweg en parkeerplaatsen in ongezaagde herbruikkasseien met uitzondering van de Genuastraat (gezaagde herbruikkasseien);

-        uitvoeren van de fietssuggestiestrook in gezaagde herbruikkasseien en platines voor het voetpad;

-        voorzien van 157 bomen verspreid over de verschillende straten;

-        voorzien straatmeubilair met sorteerstraatje ter hoogte van het kruispunt Kempischdok-Westkaai en de genuastraat.

-        Kempischdok-Westkaai:

  • enkele rijrichting wordt ingericht als dubbele rijrichting binnen het bestaande profiel;
  • rijwegbreedte van 16,80 meter;
  • voorzien van langsparkeren aan de westzijde en dwarsparkeren aan de oostzijde;
  • inrichten van een oversteekzone centraal in de straat die beide ingangen van de school verbind;
  • inrichten van een sorteerstraat ter hoogte van het kruispunt Genuastraat;
  • voorzien van een fietscomfortstrook in beide rijrichtingen.

-        Genuastraat:

  • enkele rijrichting vanaf Napelsstraat richting Kempischdok-Westkaai blijft behouden;
  • rijwegbreedte van 11,75 meter;
  • voorzien van langsparkeren aan beide zijden van de woonstraat;
  • toegang gemeenschappelijke ondergrondse parking als voetpad uitgevoerd i.p.v. parkeerstrook;
  • gezien de beperkte breedte van de rijweg wordt deze volledig in gezaagde kasseien uitgevoerd i.p.v. afzonderlijke fietscomfortstroken.

-        Cadixstraat:

  • dubbele rijrichting blijft behouden;
  • rijwegbreedte van 20 meter;
  • voorzien van langsparkeren aan de zuidzijde en dwarsparkeren aan de noordzijde;
  • inritten gemeenschappelijke ondergrondse parking als voetpad uitgevoerd i.p.v. parkeerstrook;
  • integreren van de brandweg van de school in de nieuwe structuur voor het dwarsparkeren;
  • voorzien van fietscomfortstroken in beide rijrichtingen.

-        Rigastraat:

  • enkele rijrichting wordt ingericht als dubbele rijrichting binnen het bestaande profiel;
  • rijwegbreedte van 15 meter;
  • voorzien van langsparkeren aan beide zijden van de woonstraat;
  • aan de noordzijde wordt de brandweg van de school geïntegreerd in de nieuwe structuur voor het langsparkeren ;
  • ter hoogte van de nieuwbouwprojecten langsheen de Binnenvaartstraat worden de voorziene inritten naar de gemeenschappelijke ondergrondse parkings uitgevoerd als voetpad in plaats van parkeerstrook;
  • voorzien van fietscomfortstroken in beide rijrichtingen.

-        voorzien van twee opslag terreinen voor stockage van de grondwerken gelegen ten oosten van Houtdok-Zuidkaai en de Madrasstraat.

-        het tweede terrein wordt voorzien tussen de Portostraat en de Piraeusstraat en Houtdok-Zuidkaai en de Madrasstraat.

  

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag behelst de exploitatie van werfzones (inclusief TOP en bemalingswerken).

 

Aangevraagde rubrieken

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

10 m³/uur

16.3.1.1°

inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

5 kW

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

18.865 m³/jaar

61.2.2°

tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het VLAREBO met een capaciteit van meer dan 10.000 m³.

20.000 m³

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Van af te wijken voorwaarde:

Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit of dit besluit is de installatie en het gebruik van een geijkte weegbrug met automatische registratie verplicht. De ijking gebeurt overeenkomstig de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen. De toegang van de aanvoerende vrachtwagens is slechts toegelaten over de in werking zijnde weegbrug.

 

Voorgestelde afwijking:

Er dient geen weegbrug aanwezig te zijn op de site.

2.

Van af te wijken voorwaarde:

Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, houdt de exploitant een register bij waarin ten minste de volgende gegevens zijn genoteerd:

1.      voor wat betreft de aanvoer:

a.       het volgnummer, de datum en het uur van de aanvoer van de uitgegraven bodem;

b.      de herkomst en oorsprong van de uitgegraven bodem;

c.       de vervoerder van de uitgegraven bodem;

d.      de hoeveelheid aangevoerde uitgegraven bodem;

e.       opmerkingen omtrent de uitgegraven bodem en aanvoer, met inbegrip van de geweigerde aangevoerde uitgegraven bodem.

2.      voor wat betreft de opslag: de plaats waar de geleverde partij opgeslagen ligt.

3.      voor wat betreft de afvoer:

a.       de bestemming van de uitgegraven bodem;

b.      de vervoerder van de uitgegraven bodem;

c.       de hoeveelheid aangevoerde uitgegraven bodem.

 

Voorgestelde afwijking:

Er dient geen register bijgehouden te worden m.b.t. de aanvoer, opslag en afvoer van de uitgegraven bodem.

 

Argumentatie

De gemeenteraad besliste in zitting van 25 maart 2019 (jaarnummer 153) om zijn goedkeuring te hechten aan de uitrusting en de inrichting van Kempischdok-Westkaai, Genuastraat, Cadixstraat en Rigastraat onder volgende voorwaarden:

  1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen dienen strikt te worden nageleefd;
  2. er dient voorafgaand aan de gunning van de werken een plan besproken te worden met de dienst SW/O&U voor de inplanting van antiparkeervoorzieningen en fietsbeugels;
  3. er dient voorafgaand aan de gunning van de werken een voorstel voor het ontwerp en de inplanting van speelaanleidingen besproken te worden met de dienst SW/O&U;
  4. de bouwheer laat werfcontroles toe door de archeologen van de dienst archeologie van de stad Antwerpen;
  5. de bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4);
  6. minimaal 4% van het totaal aantal parkeerplaatsen moet, conform de verordening toegankelijkheid, aangepast en voorbehouden zijn voor personen met en handicap. De overige 2% (van 6%) van de te voorzien plaatsen dienen, conform de aanbevelingen door “Inter” aangepast, maar niet voorbehouden te zijn.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

14 november 2018

7 december 2018

Voorwaardelijk gunstig

Departement Omgeving - natuurlijke rijkdommen

14 november 2018

20 december 2018

Gunstig

lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE)

14 november 2018

23 november 2018

Gunstig

OVAM - Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij

14 november 2018

10 december 2018

Geen advies

Vlaamse Milieumaatschappij, afvalwater en lucht

14 november 2018

3 januari 2019

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ mobiliteit

14 november 2018

29 november 2018

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

14 november 2018

14 november 2018

stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers

14 november 2018

21 november 2018

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Eilandje, goedgekeurd op 1 september 2011. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone voor publiek domein-art. 7.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: Zie advies milieu.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden toegevoegd
De archeologienota werd bekrachtigd door het agentschap Onroerend Erfgoed op 19/07/2018.
De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft de heraanleg van de binnestraten van de Cadixwijk. Het gaat om volgende straten: Kempischdok-Westkaai, de Genuastraat, de Cadixstraat en de Rigastraat.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De bestaande situatie betreft voornamelijk éénrichtingstraten voor plaatselijk verkeer. De omgeving wordt gekenmerkt door pakhuizen, administratieve gebouwen en een mix van één- en meergezinswoningen van drie à vijf bouwlagen met veelal commercieel gelijkvloers.

Het voormalige industriële karakter van de wijk is intussen geleidelijk omgevormd naar een woonwijk. Verder is er ook een school aanwezig, Stedelijk Lyceum Cadix, dat zich situeert in het bouwblok Napelsstraat – Rigastraat – Cadixstraat – Kempischdok-Westkaai.

De straten zijn aangelegd in kasseien en hebben , met uitzondering van de Cadixstraat en de Napelsstraat, enkel langsparkeren aan weerszijden van de straat. Er is in de bestaande straten weinig groen aanwezig, er bevinden zich geen bomen in de straat.

 

De heraanleg en materialisatie van de straten wordt voorzien volgens het principe van de ‘Woonstraten’ in het beeldkwaliteitsplan Eilandje met een gelijkvloerse aanleg van gevel tot gevel met herbruik van materialen voor de rijweg en parkeerplaatsen.

De rijwegen zullen op die van de Genuastraat na, evenals de parkeerplaatsen worden uitgevoerd in ongezaagde herbruikkasseien. De Genuastraat en de fietssuggestiestroken worden uitgevoerd in gezaagde herbruikkasseien. De voetpaden zullen worden uitgevoerd in platines.

Verder worden de straten door het voorzien van plantvakken met bomen maximaal vergroend, wat de straten zal opfleuren en verfraaien.

 

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stadsontwikkeling – Ontwerp en uitvoering. Zij SW/O&U melden zich aan te sluiten bij het advies van het COD dd 23/04/2018. Zij merken echter op dat er nog niet aan alle voorwaarden van dit advies werd voldaan. Zo werd het volgende opgemerkt:

- Er zijn niet overal verticale elementen geplaatst om het foutparkeren tegen te gaan.

- Het aantal fietsbeugels is nog steeds zeer beperkt.

- Er zijn geen speelaanleidingen voorzien, noch is er gemotiveerd waarom deze niet voorzien zijn.

Zij gaven hierom een voorwaardelijk gunstig advies.

 

Bodemreliëf

Met uitzondering van rioleringswerken worden geen wijzigingen aan de bodem voorzien.

 

Aspecten m.b.t. archeologie

De archeologienota werd ingediend door de Abo op 16/07/2018 en door het agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd op 19/07/2018. De archeologienota geeft het terrein vrij voor verder onderzoek (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/8144).

De dienst onroerend erfgoed / archeologie geeft een voorwaardelijk gunstig advies.

 

Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)

In de aanvraag wordt door het voorzien van zo veel mogelijk dwarsparkeerplaatsen ingezet op een optimalisatie van het aantal parkeerplaatsen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De verblijfskwaliteit van de straat wordt verhoogd door de aanplanting van groen. De aanvraag werd ter advies eveneens voorgelegd aan de lokale politie/ verkeerspolitie. Zij brachten een gunstig advies uit, melden geen bezwaar te hebben tegen de aanvraag. De adviesinstantie Inter merkt op dat er te weinig parkeerplaatsen zijn voor personen met een handicap. In voorwaarde wordt opgelegd dat minimaal 4% van het totaal aantal plaatsen aangepast en voorbehouden moet zijn voor personen met een handicap. De overige 2% van de te voorziene plaatsen dienen, conform de aanbevelingen door Inter aangepast, maar niet voorbehouden te zijn.

    

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

In opdracht van Vespa worden de binnenstraten van de Cadixwijk voorzien van een gescheiden rioleringsstelsel en heringericht, het gaat om Kempischdok-Westkaai, de Genuastraat, de Cadixstraat en de Rigastraat. Ter hoogte van de Madrasstraat worden tijdens de werken twee tijdelijke opslagplaatsen voor uitgegraven grond voorzien. Om de riolering in droge omstandigheden te kunnen aanleggen is een tijdelijkegrondwaterbemaling noodzakelijk. Als de planning wordt gevolgd zullen de werken worden uitgevoerd in 2019.


Aangezien de aanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening werd het aanvraagdossier tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid. Hierbij werd geoordeeld dat het project niet MER-plichtig is.

De twee tijdelijke opslagplaatsen voor uitgegraven bodem ter hoogte van de Madrasstraat hebben elk een capaciteit van 10.000 m³, de stapelhoogte blijft beperkt tot 5 m. Risicogronden worden niet opgeslagen maar afgevoerd naar een erkend verwerker. De aanvrager wenst in afwijking van de sectorale voorwaarden opgenomen in hoofdstuk 5.61 van Vlarem titel II geen geijkte weegbrug te voorzien en geen register bij te houden, de afwijkingsmogelijkheid is voorzien in het Vlarem. De aanvrager motiveert deze vragen door te stellen dat er geen aanvoer van uitgegraven bodem zal gebeuren, alle uitgegraven bodem is afkomstig van de werfzone zelf en zal voor het overgrote deel terug in de wegeniswerken in situ worden gebruikt. Er is dus niet echt sprake van aanvoer van uitgegraven bodem, enkel van grond afkomstig van de werfzone zelf, in die zin kan de motivering van de aanvrager worden gevolgd en dient er geen geijkte weegbrug voorzien te worden. Ook het bijhouden van een register over de aanvoer van gronden is hier irrelevant. De aanvrager geeft in het dossier (zie bijlage R61.2.2bis “werkplan”) echter aan dat wanneer er plaatsgebrek zou zijn op de tijdelijke opslagplaatsen, de uitgegraven bodem zal worden afgevoerd naar externe opslagplaatsen. Ook partijen grond die als risico-houdend worden aanzien zullen wegens de kans op uitloging niet worden opgeslagen maar eveneens worden afgevoerd. De aanvrager geeft hiermee aan dat de mogelijkheid tot externe afvoer reëel is. Daarom kan op de vraag tot afwijking van het bijhouden van een register worden ingegaan voor zover het aanvoer betreft, er is immers strikt genomen geen aanvoer. Daarentegen is er mogelijk wel sprake van afvoer (gebrek aan opslagruimte, risico-grond). De exploitant dient bijgevolg wel een register bij te houden van de afgevoerde gronden conform artikel 5.61.2§4,3°.

Op de meeste plaatsen blijft de grondwaterverlaging beperkt tot 2 m onder het bestaande grondwaterpeil. Op één plaats moet het water tot 2,8 meter worden verlaagd. Uit de berekening van de bemalingsdebieten volgt dat het totale volume opgepompte water circa 18.865 m³ per jaar zal bedragen. Er worden vijf strengen voorzien, de werken worden uiteraard in fasen uitgevoerd, het debiet van de bemaling is berekend op 2 strengen (aangenomen wordt dat er nooit meer dan twee strengen tegelijkertijd zullen worden bemaald). De aanvrager gaat uit van een piekdebiet van 20 m³/uur en een stationair debiet van 10 m³/uur. Zettingsberekening werden door de aanvrager niet noodzakelijk geacht. In bijlage R53 zijn de gegevens met betrekking tot de debietmeter, het aantal putten en de vermoedelijke startdatum niet ingevuld. De aanvrager dient deze gegevens voor de aanvang van de werken door te geven aan de dienst omgevingsvergunning/milieu.

 

De aanvrager stelt in bijlage C1 dat het bemalingswater zal geloosd worden in de bestaande riolering, in het rapport waterzuivering (bijlage R3Bbis) heet het dat er zal geloosd worden in oppervlaktewater, met name het Kempisch Dok. Dit moet ook blijken uit de voorgestelde locatie van de waterzuivering tussen het Kempisch Dok en de Binnenvaartstraat zoals weergegeven in het dossier (rapport waterzuivering). Wanneer retourbemaling niet mogelijk is, wat hier het geval is, is het lozen in oppervlaktewater te verkiezen boven lozen op riolering. De aanvrager dient de werf bijgevolg zodanig in te richten dat een lozing in het Kempisch Dok wordt gerealiseerd. Vandaag is er overigens nog een lozingspunt  geïnstalleerd en actief in de zuidwestelijke hoek van het Kempisch Dok. De aanvrager dient na te gaan of hier een synergie mogelijk is. Voorafgaand is een toelating van de Stadshavenkapitein noodzakelijk.

 

Omdat er in de omgeving verschillende historische bodem- en grondwaterverontreinigingen gekend zijn wordt een waterzuiveringsinstallatie voorzien. Het indelingscriterium gevaarlijke stoffen (IC-GS) zou mogelijk kunnen overschreden worden voor koper, lood, zink, ammonium, dichlooretheen, trichlooretheen, arseen, benzeen, xyleen en minerale oliën. Voor deze parameters worden lozingsnormen aangevraagd, op basis van de gekende gegevens uit uitgevoerde bodemonderzoeken verwacht de aanvrager actief te moeten zuiveren op de parameters benzeen, minerale olie en arseen. De waterzuiveringsinstallatie zal bestaan uit een influentbuffer met beluchting en KWS-afscheider, zandfilter en bayoxidefilter, spoelwaterbuffer, actief koolfilter en een effluentbuffer. Volgende lozingsnormen worden voorgesteld:

 

Component

Voorgestelde lozingsnorm (µg/l)

beoordeling

Arseen

50

10x IC

Lood

500

10x IC

Zink

2.000

10x IC

Koper

100

2x IC

Benzeen

10

= IC

Xyleen

10

2,2x IC

Ammonium

18 (mg N/liter)

10x IC

Minerale olie

500

standaardnorm

Dichlooretheen

100

10x IC

Trichlooretheen/trichloorethyleen

100

10x IC

 

De voorgestelde lozingsnormen blijven binnen de aanvaardbare grenzen van 10x het indelingscriterium, de lozingsnorm voor minerale olie (500 µg/liter) is eveneens aanvaardbaar.

 

Voorstel bijzondere voorwaarden

1)     De exploitant dient geen weegbrug te installeren zoals voorzien in artikel 5.61.2 van Vlarem titel  II;

2)     De exploitant dient enkel een register bij te houden zoals voorzien in artikel 5.61.2 van Vlarem titel II voor afgevoerde vrachten;

3)     De exploitant bezorgt voor de aanvang van de werken voor akkoord de gegevens over de debietmeter, het aantal bemalingsputten, de vermoedelijke startdatum van de bemaling, de exacte plaatsing van de waterzuiveringsinstallatie en de locatie van het lozings- en staalnamepunt.

4)     De exploitant dient zich te houden aan volgende lozingsnormen:

Component

Voorgestelde lozingsnorm (µg/liter)

Arseen

50

Lood

500

Zink

2.000

Koper

100

Benzeen

10

Xyleen

10

Ammonium

18 mg N/liter

Minerale olie

500

Dichlooretheen

100

Trichlooretheen/trichloorethyleen

100

 














Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen dienen strikt te worden nageleefd.

2.      Er dient voorafgaand aan de gunning van de werken een plan besproken te worden met de dienst SW/O&U voor de inplanting van antiparkeervoorzieningen en fietsbeugels.

3.      Er dient voorafgaand aan de gunning van de werken een voorstel voor het ontwerp en de inplanting van speelaanleidingen besproken te worden met de dienst SW/O&U.

4.      De bouwheer laat werfcontroles toe door de archeologen van de dienst archeologie van de stad Antwerpen.

5.      De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4).

6.      Minimaal 4% van het totaal aantal parkeerplaatsen moet, conform de verordening toegankelijkheid, aangepast en voorbehouden zijn voor personen met en handicap. De overige 2% (van 6%) van de te voorzien plaatsen dienen, conform de aanbevelingen door “Inter” aangepast, maar niet voorbehouden te zijn.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits in acht name van de toepasselijke algemene en sectorale voorwaarden en de voorgestelde bijzondere voorwaarden wordt de aanvraag vanuit milieutechnisch oogpunt positief geadviseerd.

 

Geadviseerde rubrieken

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

10 m³/uur

16.3.1.1°

inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

5 kW

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

18.865 m³/jaar

61.2.2°

tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het VLAREBO met een capaciteit van meer dan 10.000 m³.

20.000 m³

 

Geadviseerde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Van af te wijken voorwaarde:

De aanvrager wenst in afwijking van de sectorale voorwaarden opgenomen in hoofdstuk 5.61 van Vlarem titel II geen geijkte weegbrug te voorzien en geen register bij te houden, de afwijkingsmogelijkheid is voorzien in het Vlarem

 

Geadviseerde afwijking:

Daarom kan op de vraag tot afwijking van het bijhouden van een register worden ingegaan voor zover het aanvoer betreft, er is immers strikt genomen geen aanvoer. Daarentegen is er mogelijk wel sprake van afvoer (gebrek aan opslagruimte, risico-grond, de exploitant dient bijgevolg wel een register bij te houden van de afgevoerde gronden conform artikel 5.61.2§4,3°.

2.

Van af te wijken voorwaarde:

 

Geadviseerde afwijking:

Daarom kan op de vraag tot afwijking van het bijhouden van een register worden ingegaan voor zover het aanvoer betreft, er is immers strikt genomen geen aanvoer. Daarentegen is er mogelijk wel sprake van afvoer (gebrek aan opslagruimte, risico-grond, de exploitant dient bijgevolg wel een register bij te houden van de afgevoerde gronden conform artikel 5.61.2§4,3°.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

De exploitant dient geen weegbrug te installeren zoals voorzien in artikel 5.61.2 van Vlarem titel  II;

2.

De exploitant dient enkel een register bij te houden zoals voorzien in artikel 5.61.2 van Vlarem titel II voor afgevoerde vrachten;

3.

De exploitant bezorgt voor de aanvang van de werken voor akkoord de gegevens over de debietmeter, het aantal bemalingsputten, de vermoedelijke startdatum van de bemaling, de exacte plaatsing van de waterzuiveringsinstallatie en de locatie van het lozings- en staalnamepunt.

4.

De exploitant dient zich te houden aan volgende lozingsnormen:

Component

Voorgestelde lozingsnorm (µg/liter)

Arseen

50

Lood

500

Zink

2.000

Koper

100

Benzeen

10

Xyleen

10

Ammonium

18 mg N/liter

Minerale olie

500

Dichlooretheen

100

Trichlooretheen/trichloorethyleen

100

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

25 oktober 2018

Volledig- en ontvankelijk

14 november 2018

Start openbaar onderzoek

24 november 2018

Einde openbaar onderzoek

23 december 2018

Gemeenteraad voor wegenwerken

25 maart 2019

Uiterste beslissingsdatum

28 april 2019

Verslag GOA

 6 februari 2019

naam GOA

Bieke Geypens en Brenda Dierckx

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

24 november 2018

23 december 2018

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen dienen strikt te worden nageleefd.

2.   Er dient voorafgaand aan de gunning van de werken een plan besproken te worden met de dienst SW/0&U voor de inplanting van antiparkeervoorzieningen en fietsbeugels;

3.   Er dient voorafgaand aan de gunning van de werken een voorstel voor het ontwerp en de inplanting van speelaanleidingen besproken te worden met de dienst SW/O&U;

4.      De bouwheer laat werfcontroles toe door de archeologen van de dienst archeologie van de stad Antwerpen.

5.      De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4).

6.      Minimaal 4% van het totaal aantal parkeerplaatsen moet, conform de verordening toegankelijkheid, aangepast en voorbehouden zijn voor personen met en handicap. De overige 2% (van 6%) van de te voorzien plaatsen dienen, conform de aanbevelingen door “Inter” aangepast, maar niet voorbehouden te zijn.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1.

De exploitant dient geen weegbrug te installeren zoals voorzien in artikel 5.61.2 van Vlarem titel  II;

2.

De exploitant dient enkel een register bij te houden zoals voorzien in artikel 5.61.2 van Vlarem titel II voor afgevoerde vrachten;

3.

De exploitant bezorgt voor de aanvang van de werken voor akkoord de gegevens over de debietmeter, het aantal bemalingsputten, de vermoedelijke startdatum van de bemaling, de exacte plaatsing van de waterzuiveringsinstallatie en de locatie van het lozings- en staalnamepunt.

4.

De exploitant dient zich te houden aan volgende lozingsnormen:

Component

Voorgestelde lozingsnorm (µg/liter)

Arseen

50

Lood

500

Zink

2.000

Koper

100

Benzeen

10

Xyleen

10

Ammonium

18 mg N/liter

Minerale olie

500

Dichlooretheen

100

Trichlooretheen/trichloorethyleen

100

 

 

er dient voorafgaand aan de gunning een plan besproken te worden met de dienst SW/O&U voor de inplanting van antiparkeervoorzieningen en fietsbeugels;

·        er dient voorafgaand aan de gunning een voorstel voor het ontwerp en de inplanting van speelaanleidingen ter goedkeuring besproken te worden met de dienst SW/O&U;

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubrieken:

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

10 m³/uur

16.3.1.1°

inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

5 kW

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

18.865 m³/jaar

61.2.2°

tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het VLAREBO met een capaciteit van meer dan 10.000 m³.

20.000 m³

 

De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

1.

De exploitant dient geen weegbrug te installeren zoals voorzien in artikel 5.61.2 van Vlarem titel  II;

2.

De exploitant dient enkel een register bij te houden zoals voorzien in artikel 5.61.2 van Vlarem titel II voor afgevoerde vrachten;

3.

De exploitant bezorgt voor de aanvang van de werken voor akkoord de gegevens over de debietmeter, het aantal bemalingsputten, de vermoedelijke startdatum van de bemaling, de exacte plaatsing van de waterzuiveringsinstallatie en de locatie van het lozings- en staalnamepunt.

4.

De exploitant dient zich te houden aan volgende lozingsnormen:

Component

Voorgestelde lozingsnorm (µg/liter)

Arseen

50

Lood

500

Zink

2.000

Koper

100

Benzeen

10

Xyleen

10

Ammonium

18 mg N/liter

Minerale olie

500

Dichlooretheen

100

Trichlooretheen/trichloorethyleen

100

 

 

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.