Terug
Gepubliceerd op 15/04/2019

2019_CBS_02877 - Omgevingsvergunning - OMV_2019007239. Auwersstraat 50. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 12/04/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_02877 - Omgevingsvergunning - OMV_2019007239. Auwersstraat 50. District Berchem - Goedkeuring 2019_CBS_02877 - Omgevingsvergunning - OMV_2019007239. Auwersstraat 50. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019007239

Gegevens van de aanvrager:

de heer Michael Lazic met als adres Auwersstraat 50 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Auwersstraat 50 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 21sectie A nr. 116Z17

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van een bijgebouw in de tuin, een uitbreiding achter de woning en het bouwen van een extra verdieping op de hoofdbouw

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          19/11/1920: vergunning (961#6355) voor het plaatsen van een afdak;

-          20/05/1953: vergunning (957#3130) voor veranderingen;

-          15/04/1964: vergunning (957#1257) voor gevelveranderingswerken. 

Laatst vergunde toestand

-          eengezinswoning in gesloten bebouwing bestaande uit twee bouwlagen onder plat dak;

-          het hoofdvolume heeft een bouwdiepte van 8,35m, met gelijkvloerse uitbouw van ca. 5,30 m;

-          gevelafwerking:

  • crèmekleurige strips met donkergrijze voeg op een arduinen plint;
  • houten buitenschrijnwerk;

-          er zijn geen gegevens beschikbaar met betrekking tot het bijgebouw achteraan het perceel.

Bestaande toestand

-          de vergunde uitbouw werd gesloopt en vervangen door een kleinere van 3,24 m;

-          er werden interne constructieve werken uitgevoerd op de benedenverdieping;

-          tegen de achterste perceelsgrens staat een volume van twee bouwlagen onder plat dak over de volledige breedte van het perceel. In dit gebouw werd een woonentiteit ingericht;

-          het hoofdvolume heeft links een doorgang naar het gebouw in de tuin;

-          de indeling van de voorgevel wijkt af van de laatst vergunde toestand.

Inhoud van de aanvraag

-          het hoofdvolume wordt voorzien van een extra volume op het dak:

  • de nieuwe kroonlijsthoogte is: 11,85m;
  • het platte dak van het hoofdvolume wordt ingericht met dakterras, toegankelijk via dakkoepel met uitschuifbare ladder.  Het terras ligt teruggetrokken vanaf de voorgevel op 1,54m en vanaf de achtergevel op 2,55m);
  • op het platte dak worden tegen de voorgevel PV-panelen voorzien;  

-          regulariseren van de uitbouw op het gelijkvloers, waarvan het platte dak wordt voorzien van groendak;

-          regulariseren van het volume in de tuinzone:

  • de zelfstandige wooneenheid verdwijnt;
  • inrichting met fietsenstalling;
  • werkplek met kitchenette en badkamer;
  • het dak wordt voorzien van groendak; 

-          de voorgevel wordt geïsoleerd en voorzien van witte bepleistering. Het nieuwe buitenschrijnwerk wordt voorzien in wit aluminium, de deur wordt voorzien in rood aluminium.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund

15 februari 2019

22 februari 2019

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. 

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag. 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

Verschillende ruimtes voldoen niet aan de minimale vereiste binnenhoogte voor verblijfsruimtes, nl. 2,6m.  Dit zijn onder andere de keuken in de uitbouw op het gelijkvloers, deze is 2,55m hoog.  In het volume in de tuin zijn de binnenhoogtes 2,41m op het gelijkvloers en ca. 2,30m op de verdieping.  Deze ruimtes worden ingericht als werk- en bureauruimte. 

  • artikel 25 Toegankelijkheid van de functie:

Het dakterras is niet toegankelijk via een volwaardige toegang, maar slechts door een openklappende koepel en een uitrekbare trap. Dit kan bezwaarlijk als volwaardig worden genoemd.

  • artikel 43 Septische putten:

De septische put werd verwijderd.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening


Beoordeling afwijking van de voorschriften 

Bouwcode:

artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
bij de gelijkvloerse aanbouw is de afwijking op de vrije hoogte in de keuken slechts zeer beperkt, bovendien bevindt zich hier een zeer grote gevelopening die voldoende licht en lucht garandeert. Gelet op de specifieke context wordt de vrije hoogte van 2m55 in gelijkvloerse achterbouw positief beoordeeld.
De vrije hoogte van de volume grenzend aan de achterste perceelsgrens is echter te beperkt om deze ruimte in de richten als leefruimte .Op de gelijkvloerse verdieping van deze volume wordt naast een fietsenberging een werkruimte met keuken voorzien. Op de eerste verdieping wordt een bureauruimte en een badkamer voorzien. Gezien de beperkte vrije hoogte van deze ruimtes wordt het gebruik van de volume grenzend aan de achterste perceelsgrens als leefruimtes uitgesloten van vergunning.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het toevoegen van een bijkomende bouwlaag is gelet op de kenmerkende configuratie van de gebouwen in de omgeving aanvaardbaar.

Het gebruiken van dit nieuwe platte dak als terras is ook aanvaardbaar op voorwaarde dat de borstweringen, die hiervoor noodzakelijk zijn, de kenmerkende gevelopbouw niet verstoort en de kenmerkende kroonlijsthoogte niet overschrijdt. Dit is wel in voorliggend ontwerp.

Door de toevoeging van de bijkomende bouwlaag, inclusief de borstwering als verlengde van het bestaande gevelvlak, wordt het ‘hoofd’ te ‘zwaar’ in verhouding met het ‘lichaam’.

Een kroonlijsthoogte van bijna 12m voor 3 bouwlagen is niet kenmerkend. Deze is circa 10m hoog.

De kroonlijsthoogte wordt beperkt tot de bestaande hoogte en de borstwering dient hierboven onder een hoek van 45° naar achter te springen.

 

Visueel-vormelijke elementen

De arrière corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te behouden.

Het toepassen van buitengevelisolatie leidt tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat bestaande elementen in natuursteen (raamdorpel, plint, …) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen in natuursteen.

De uitstekende delen van een gevel (plint, raamdorpel, kroonlijst, …) zorgen voor een detaillering van de gevel. Daarnaast hebben deze details ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen, vervuiling, ...

Indien er voor het uitvoeren van de werken een plint aanwezig is, moet deze behouden blijven. Dit kan door de bestaande plint naar voren te plaatsen (en er achter isolatie aan te brengen) of de bestaande plint te vervangen door een nieuwe plint.

Bij materialen die schadegevoelig zijn zoals bijvoorbeeld pleisterwerk of sommige plaatmaterialen, kan het aan te bevelen zijn om een plint te plaatsen, ook al is deze niet aanwezig in de bestaande toestand.

Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie).

Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein.

Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Hinderaspecten in functie van buitengevelisolatie:

Zoals reeds werd vermeld bij de conclusies van de energetische performantie van buitengevelisolatie, moeten de werken altijd over de volledige14cm worden uitgevoerd. Wanneer er een aanvraag wordt ingediend voor minder dan 14cm en deze is voor vergunning vatbaar moet dit als voorwaarde worden opgenomen bij het gunstig advies. Waarbij het duidelijk moet zijn dat de extra opgelegde centimeters moeten bekomen worden door middel van een dikker isolatiepakket om op die manier maximaal bij te dragen aan de energiebesparing.

 

Dakterras
Het dakterras bevindt zich op minder dan 1m90 van de linkerbuur, hierdoor is een rechtstreekse inkijk mogelijk in het schuine dakraam van de linkerbuur. Dit is niet aanvaardbaar. Bovendien is dit strijdig met art 678 van het burgerlijk wetboek, waardoor zonder contractuele verbintenis voor het bouwrecht de vergunning onwerkzaam zou zijn. Om hinder te beperken, dient de zone die op het dakenplan in rood werd aangeduid, ingericht te worden als groendak.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie;

2.      een uitstekende kroonlijst te voorzien op 10m70 hoogte, met eenzelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in bestaande toestand;

3. de borstwering van het dakterras moet aan de voorgevel naar achter inspringen, onder een hoek van 45° ten opzichte van het gevelvlak;

4. de zone van 1m90 ten opzichte van de linkerperceelgrens die in de aanvraag werd voorzien als dakterras, moet als groendak aangelegd worden;

5.      de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren;

6.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Uitsluitingen

1. verblijfsruimten te voorzien in de achterbouw

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

28 januari 2019

Volledig- en ontvankelijk

15 februari 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

16 april 2019

Verslag GOA

25 maart 2019

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie;

2.      een uitstekende kroonlijst te voorzien op 10m70 hoogte, met eenzelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in bestaande toestand;

3. de borstwering van het dakterras moet aan de voorgevel naar achter inspringen, onder een hoek van 45° ten opzichte van het gevelvlak;

4. de zone van 1m90 ten opzichte van de linkerperceelgrens die in de aanvraag werd voorzien als dakterras, moet als groendak aangelegd worden;


5.      de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren;

6.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Uitsluitingen

1.      verblijfsruimten te voorzien in de achterbouw


Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.