Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een verzoek tot bijstelling van bijzondere milieuvoorwaarden ingediend. Het verzoek wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2019041088 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
ANTWERP BULK TERMINAL met als adres Nieuwe Westweg 14 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Emdenweg 223 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 14 sectie A nrs. 269A9, 269B9 en sectie B nrs. 41G9 |
Inrichtingsnummer: |
20170227-0012 (Antwerp Bulk Terminal NV K209) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van het verzoek: |
Op- en overslagbedrijf. Verzoek tot bijstelling van milieuvoorwaarden. |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
- Op 2 juli 2010 verleende het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20101703) voor het bouwen van een loods voor opslag van bulkgoederen met bijhorende omgevingswerken, gelegen Emdenweg 219 te Antwerpen.
- Een vergunningsaanvraag d.d. 14 maart 2013 voor de regularisatie van 2 loodsen (HVN/B/20131405) werd ingetrokken.
- Op 30 januari 2015 verleende het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20142763) voor de bouw van een sociaal gebouw, het plaatsen van containers en de regularisatie van 2 labo’s, gelegen Emdenweg zn te Antwerpen.
- Op 13 september 2018 verleende de deputatie een omgevingsvergunning (OMV_2018023339) voor de uitbreiding van de exploitatie met een wasinstallatie voor de inwendige reiniging van geloste containers, gelegen Emdenweg 223 te Antwerpen;
- Op 13 december 2018 verleende de deputatie een omgevingsvergunning 5OMV_2018099241) voor de regularisatie van een bestaande loods gelegen aan Emdenweg.
Voorgeschiedenis milieu
Op 7 april 2011 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor het verder exploiteren van een ingedeelde inrichting of activiteit voor de op- en overslag van bulkgoederen, voor een termijn verstrijkend op 7 april 2031. Er werden sindsdien nog diverse vergunningen voor veranderingen verleend door de deputatie.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft een verzoek tot bijstelling van de bijzondere lozingsnormen en van een schrapping van een bijzondere milieuvoorwaarde.
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden uit vergunning of meldingsakte
1. |
Bij te stellen voorwaarde: Het bedrijf Antwerp Bulk Terminal heeft op 13 september 2018 een wijziging van de bijzondere voorwaarden van haar exploitatievergunning verkregen voor de site aan het Leopolddok, kaai 209 (besluit OMGP 2018-0209/CLKA/meki, OMVloket 2018023339), waarin volgende tijdelijke lozingsnormen tot 30 september 2019 opgenomen zijn voor volgende parameters (Cd, Zn, Pb en Tl):
Antwerp Bulk Terminal (K206) vraagt een wijziging van de bijzondere voorwaarden aan voor de onderstaande lozingsnormen die gelden vanaf 1 oktober 2019.
Verder wordt er ook een wijziging aangevraagd voor de volgende bijzondere voorwaarde: Voorgesteld alternatief/aanvulling: Hoewel ABT reeds een verwijderingsrendement realiseert van meer dan 99% voor de meeste zware metalen, zijn de lozingsnormen die zouden ingaan vanaf 1 oktober 2019 niet haalbaar. Dat blijkt uit de zeer vele analyseresultaten die in de confidentiële toelichtingsnota Q1bis en de bijhorende bijlagen (1-6) terug te vinden zijn. Een bijstelling van de lozingsnormen is echter wel noodzakelijk en daarom stelt ABT volgende lozingsnormen voor vanaf 1 oktober 2019 tot het einde van de looptijd van de vergunning:
|
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Havenbedrijf Antwerpen - milieu |
4 november 2019 |
/ |
geen advies ontvangen |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond het goed is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het 4e Havendok, het Leopolddok, het Albertdok en de Verbindingsgeul tussen het Albertdok en Leopolddok – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Wilmarsdonksteenweg en Oosterweelsteenweg in het noordoosten van de aanvraag hebben als bestemming
Gebied voor Verkeers- en vervoersinfrastructuur. Op circa 320 meter ten oosten loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.
Ten oosten van de aanvraag geldt voor enkele spoorwegen de bestemming Gebied voor spoorinfrastructuur.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag aangezien deze enkel IIOA betreft.
Toegankelijkheid: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag aangezien deze enkel IIOA betreft.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft een bijstelling van de in de lopende vergunning opgelegde lozingsvoorwaarden. De aanvraag heeft dan ook geen invloed op stedenbouwkundige voorschriften.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Antwerp Bulk Terminal (ABT) is vergund voor de opslag van diverse stoffen in bulk. Deze stoffen bestaan hoofdzakelijk uit lood- en zinkconcentraten (zinkconcentraat, zinkoxide, zinksulfide, loodsulfaat, loodsulfide) en worden opgeslagen in loodsen.
Hoewel de opslag in overdekte loodsen plaatsvindt, zorgen de tijdelijke opslag van ertsen op de voorkaai en de voertuigbewegingen op het terrein voor de aanwezigheid van ertsen op niet-overdekte plaatsen waardoor verontreinigd hemelwater ontstaat, dat voor de lozing dient gezuiverd te worden.
Met onderhavig verzoek tot bijstelling wenst ABT een bijstelling van de lozingsnormen te verkrijgen, meer bepaald voor de parameters cadmium, zink en thallium. Met het besluit van 13 september 2018 werd een bijzondere lozingsnorm voor deze parameters verleend voor een termijn verstrijkend op 30 september 2019. In het kader van lopende onderzoeken was een verstrenging van deze lozingsnormen vanaf 1 oktober 2019 voorzien.
Parameter |
Indelings-criterium |
Norm tot 30/09/2019 |
Norm vanaf 1/10/2019 |
Gevraagde norm |
Cd (µg/l) |
0,8 |
25 |
8 |
16 |
Zn (µg/l) |
200 |
7.500 |
1.000 |
2.000 |
Tl (µg/l) |
0,2 |
50 |
2 |
20 |
Hoewel ABT reeds een verwijderingsrendement realiseert van meer dan 99% voor de meeste zware metalen, zijn de lozingsnormen die zouden ingaan vanaf 1 oktober 2019 niet haalbaar voor de parameters cadmium, zink en thallium. Dit wordt in het dossier gestaafd met analyseresultaten.
ABT heeft in de afgelopen jaren de waterzuiveringsinstallatie door een aantal investeringen en operationele bijsturingen geoptimaliseerd:
- plaatsen van de ‘roerfloctank’;
- vervangen van de waaierpomp naar de bezinker door een slangenpomp;
- frequentere kalibratie van de vaste pH-meters van de installatie;
- duidelijk uitgeschreven instructies over het beheer van de waterzuiveringsinstallatie;
- bijkomende opleiding van de waterzuiveringsoperatoren.
Het bedrijf heeft VITO de economische haalbaarheid laten onderzoeken van adsorptie en het ontdubbelen van de fysicochemie in functie van het halen van de normen voor cadmium, lood en zink. Uit het onderzoek van VITO is gebleken dat geen van beide technieken voldoet aan het criterium kosteneffectiviteit. Geen van beide technieken bleek in staat om een verwijdering van thallium te kunnen realiseren.
Verder is uit co-precipitatietesten gebleken dat deze techniek werkbaar is voor de verwijdering is van thallium, maar ook zeer duur is en daarom moeilijk te verantwoorden valt.
Men voorziet volgende optimalisaties in 2020:
- plaatsen van een turbiditeitsmeter bovenaan in de bezinker zodat de installatie automatisch stilvalt bij overloop van vlokken;
- aankopen draagbare conductiviteitsmeter om de kwaliteit van het aangemaakte flocculant periodiek te kunnen testen.
Recent werden er tevens microfiltratietesten opgestart om de efficiënte van de metaalverwijdering nog verder te verbeteren. Uit de eerste testresultaten blijkt dat voor de parameters cadmium, kobalt, zink en zwevende delen een significante bijkomende verbetering wordt gerealiseerd door de bijkomende filtratie. Voor lood en nikkel zijn de resultaten niet éénduidig.
Voor zink bedraagt de gevraagde lozingsnorm 10 maal het indelingscriterium. Zink is geen prioritair (gevaarlijke) stof. Cadmium is wel een prioritair gevaarlijke stof. De gevraagde lozingsnorm bedraagt 20 maal het indelingscriterium. Mogelijk kan microfiltratie een uitkomst bieden om de concentraties zink en cadmium in het effluent verder te verminderen. Het is alleszins aangewezen om dit onderzoek verder te zetten. Voor thallium bedraagt de gevraagde lozingsnorm 100 maal het indelingscriterium. Thallium is geen prioritair (gevaarlijke) stof. De in het Leopolddok aanwezige thalliumconcentratie bedraagt minder dan de rapportagegrens. Gelet op de uitgebreide inspanningen om de concentraties van zware metalen in het effluent te verminderen en het engagement om het onderzoek nog verder te zetten, kunnen de gevraagde lozingsnormen verleend worden.
Met onderhavig verzoek tot bijstelling wenst men tevens de eerder opgelegde bijzondere voorwaarde te schrappen die stelt dat de aanmaak van polymeeroplossing op basis van een poeder of op basis van een vloeibaar concentraat vanaf 1 oktober 2018 uitsluitend mag gebeuren met hemelwater of gezuiverd effluent.
Gelet op het werkingsprincipe van een polymeer, waarbij ladingsgroepen van het polymeer aangetrokken worden door de geladen deeltjes of kleinere vlokken in het afvalwater, is de chemische en fysische kwaliteit van het aanmaakwater van groot belang. De aanwezigheid van anionen, kationen en zwevende delen in het aanmaakwater leidt immers in veel gevallen tot een lagere viscositeit van de polymeeroplossing, een verminderde flocculatiecapaciteit en een hogere consumptie. Dit leidt ertoe dat de operationele kost sterk toeneemt en dat er chemicaliën verspild worden.
Momenteel wordt er ongeveer 525 m³ leidingwater per jaar verbruikt voor de aanmaak van polymeer.
Het gebruik van gezuiverd effluent voor de aanmaak van polymeer is volgens de exploitant niet mogelijk omwille van de negatieve impact van de aanwezigheid van chloriden in het effluent op de vlokvorming en rijping van het polymeer.
Voor het gebruik van hemelwater voor de aanmaak van polymeer zou er gebruik kunnen gemaakt worden van de bestaande hemelwatertank van 2.000 m³. Deze tank wordt echter bij tekorten bijgevuld met gecapteerd dokwater zodat er niet gegarandeerd kan worden dat het gehalte aan chloriden voldoende laag blijft om de kwaliteit van het polymeer niet negatief te beïnvloeden. Een nieuwe hemelwaterput, inclusief aankoppeling, aanpassing afwatering dak, pompen, leidingwerk en filterinstallatie worden door de exploitant geraamd op circa 20.000 EUR. ABT stelt dat het overdreven is om een dergelijke investering uit te voeren voor de besparing van 500 m³ leidingwater per jaar.
De gevraagde bijstelling kan verleend worden.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de gevraagde bijstelling.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
30 oktober 2019 |
Start openbaar onderzoek |
6 november 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
5 december 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
19 december 2019 |
Het verzoek werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
6 november 2019 |
5 december 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op het verzoek.
Het college geeft opdracht aan:
dienst | taak |
SW/V | het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |