Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019117353 |
Gegevens van de aanvrager: |
Karisia en stijn Wuyts - van stevoort met als contactadres Nassaustraat 21 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Nassaustraat 21-23 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 2sectie B nr. 3X |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
regulariseren van aanpassingen in de kelderverdieping van een meergezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 10/03/2016: vergunning (20152911) voor verbouwen appartementen en winkel;
- 30/09/2016: vergunning (20161506) voor uitbreiden van het penthouse;
- 23/08/2019: vergunning (20191902) voor het wijzigen van de hoofdfunctie van de gelijkvloerse verdieping.
Vergunde/vergund geachte toestand
- appartementsgebouw in gesloten bebouwing van 4 bouwlagen en teruggetrokken daklaag onder plat dak;
- diensten op het gelijkvloers, 9 appartementen op bovenverdiepingen;
- als voorwaarde werd in de vergunning d.d. 30/09/2016 (20161506) opgelegd om de lift tot de kelder te voorzien.
Huidige toestand
- appartementsgebouw in gesloten bebouwing van 4 bouwlagen en teruggetrokken daklaag onder plat dak;
- diensten op het gelijkvloers, 9 appartementen op bovenverdiepingen;
- de lift tot de kelder wordt niet voorzien.
Gewenste toestand
- appartementsgebouw in gesloten bebouwing van 4 bouwlagen en teruggetrokken daklaag onder plat dak;
- diensten op het gelijkvloers, 9 appartementen op bovenverdiepingen;
- de lift tot de kelder wordt niet voorzien.
Inhoud van de aanvraag
- voorzien van een trapplateaulift in functie van de bereikbaarheid van de kelderverdieping;
- wijziging uitvoering afvallokaal;
- de gevels en overige verdiepingen maken geen deel uit van de aanvraag.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
24 oktober 2019 |
6 november 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen |
24 oktober 2019 |
28 oktober 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
24 oktober 2019 |
25 oktober 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
24 oktober 2019 |
25 oktober 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Eilandje, goedgekeurd op 1 september 2011. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone voor wonen-art. 1-bestaand weefsel.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt op een aantal punten af van de verordening toegankelijkheid. Zoals blijkt uit het bijgevoegde advies werd er gezien de bestaande context en beperkte ruimte door Inter op basis van art 33 een afwijking toegestaan. Door Inter werden hierbij wel enkele voorwaarden opgelegd. Zo moet de deur naar het afvallokaal breed genoeg zijn (db: 0,98 meter). Verder moet het plateau van de lift, afhankelijk van de beschikbare ruimte, zo groot mogelijk worden voorzien (voorkeur B:1.00 meter, D:1,40 meter).
M.b.t. het ontbreken van een vlakke wand en vloerbreedte aan krukzijde van de deur naar trap niv.-1. Kan er een afwijking worden toegestaan indien het snelblustoestel hoger wordt geplaatst in functie van een minimale vrije hoogte onder het toestel > 0,70 meter. De motivatie van Inter kan worden gevolgd waardoor, mits tegemoetgekomen wordt aan de voorwaarden, een afwijking kan worden toegestaan.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Cultuurhistorische aspecten
Vanuit oogpunt monumentenzorg geen bezwaar. Het pand heeft geen erfgoedwaarde en er wordt geen afbreuk gedaan aan de omringende bebouwing met culturele, historische en esthetische waarde.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Strijdig met de verordening toegankelijkheid is er voor en achter de deur naar de afvalberging geen vrije en vlakke opstelruimte aanwezig. Hier kan geen afwijking op worden toegestaan. Mindervaliden moeten immers ook de mogelijkheden krijgen hun huisvuil zelf naar de afvalberging te brengen.
In voorwaarde wordt opgelegd om de afvalberging te voorzien in de berging vlak naast de ruimte “fietsenberging, penthouse” gelegen, de doorgang tussen de gang voor de bergingen en de doorgang naar de trappenhal te verbreden tot minimaal 150 cm. De deur naar de berging moet verplaats worden zodat er aan weerszijden van het deurblad aan krukzijde een vrije en vlakke wand en vloerbreedte aanwezig is, conform de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen moeten strikt worden nageleefd;
2. het afvallokaal te voorzien in de berging gelegen vlak naast de ruimte “fietsenberging, penthouse”, de doorgang tussen gang voor de bergingen en de doorgang naar de trappenhal te verbreden tot minimaal 150 cm en de deur naar de berging te verplaatsen zodat er aan weerszijden van het deurblad aan krukzijde een vrije en vlakke wand en vloerbreedte aanwezig is, conform de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
3. i.f.v. toegankelijkheid moeten volgende voorwaarden worden nagekomen:
- de deur naar het afvallokaal moet 98 cm breed worden voorzien;
- het plateau van de lift moet zo groot mogelijk worden voorzien (voorkeur B:1.00 meter, D:1,40 meter) afhankelijk van de beschikbare ruimte. De trap zelf moet voldoen aan artikel 20. De trap voldoet aan de traoformule (2x0+1Xa=57-63). Tussen de leuningen moet de trap min. 1 meter zijn. Waar de leuning niet kan hinderen moet deze aan begin en einde 0,40 meter horizontaal doorlopen;
- in functie van een vrije en vlakke wand en vloerbreedte aan krukzijde van de deur tussen traphal en garage moet het snelblustoestel hoger worden gehangen zodat de minimale vrije hoogte onder het toestel > 0,70 meter bedraagt.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
25 september 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
24 oktober 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
23 december 2019 |
Verslag GOA |
3 december 2019 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen moeten strikt worden nageleefd;
2. het afvallokaal te voorzien in de berging gelegen vlak naast de ruimte “fietsenberging, penthouse”, de doorgang tussen gang voor de bergingen en de doorgang naar de trappenhal te verbreden tot minimaal 150 cm en de deur naar de berging te verplaatsen zodat er aan weerszijden van het deurblad aan krukzijde een vrije en vlakke wand en vloerbreedte aanwezig is, conform de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
3. i.f.v. toegankelijkheid moeten volgende voorwaarden worden nagekomen:
- de deur naar het afvallokaal moet 98 cm breed worden voorzien;
- het plateau van de lift moet zo groot mogelijk worden voorzien (voorkeur B:1.00 meter, D:1,40 meter) afhankelijk van de beschikbare ruimte. De trap zelf moet voldoen aan artikel 20. De trap voldoet aan de traoformule (2x0+1Xa=57-63). Tussen de leuningen moet de trap min. 1 meter zijn. Waar de leuning niet kan hinderen moet deze aan begin en einde 0,40 meter horizontaal doorlopen;
- in functie van een vrije en vlakke wand en vloerbreedte aan krukzijde van de deur tussen traphal en garage moet het snelblustoestel hoger worden gehangen zodat de minimale vrije hoogte onder het toestel > 0,70 meter bedraagt.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.