Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019107986 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
REMASTUCK BOUWMATERIALEN met als adres Boterlaarbaan 108 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Boterlaarbaan 108-118 te 2100 Deurne |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 31 sectie B nr. 205G6 |
Inrichtingsnummer: |
20190829-0075 (Remastuck) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
Exploiteren van een bouwmarkt |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
17.3.4.2°b) |
opslagplaatsen voor bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS05) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
95,00 ton |
17.3.6.2°b) |
opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, wanneer de inrichting gedeeltelijk of volledig gelegen is in gebied ander dan een industriegebied; |
95,00 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. |
3.500,00 liter |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
25 september 2019 |
18 oktober 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen |
25 september 2019 |
30 september 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een gebouw voor de opslag van cement en lijmen.
De aanvraag is gesitueerd in het gewestplan Antwerpen.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het gewestplan Antwerpen.
De aanvraag is conform de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 18/12/2002. Het betreffende gebouw is namelijk vergund als magazijn. Voor het opslaan van materiaal in dit gebouw is dan ook geen functiewijziging nodig.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Het voorwerp van huidige aanvraag betreft de exploitatie van een groothandel in bouwmaterialen en bouwgrondstoffen, aan de Boterlaarbaan 108 te Deurne-Antwerpen. Het overdekte magazijn is uitgerust met een betonvloer en beschikt over een eigen parking.
In het magazijn wordt er opslag voorzien voor maximaal 95 ton cement, 25 ton tegels, 4 ton mortel, 2 ton blokkenlijm en 650 kg epoxylijm. De goederen worden in zakken of verpakking opgeslagen. Er wordt geen overslag of herverpakking voorzien. Verder is er nog een kleine opslag van vloeibare lijm, primer, waterdichting,... in bussen op een inkuiping in het afgesloten en overdekt magazijn, zodat er ook geen bron van emissie naar de bodem is.
Milieutechnisch zijn calciumwaterstofsilicaten vergunningsplichtig onder de rubrieken 17.3.4 en 17.3.6. Het stof wordt conform de REACH-wetgeving zowel bijtend als schadelijk aangemerkt.
De wijze waarop de handel wordt bevoorraad wordt niet vermeld in het aanvraagdossier. De parking op het terrein is vermoedelijk niet ruim genoeg om bevoorraad te worden met grote vrachtwagens.
Om te beletten dat er zich mobiliteitsproblemen voordoen op het openbaar domein, dient de exploitant een circulatieplan op te stellen in samenspraak met de leveranciers. Het plan beoogt leveringen met geschikte vervoersmodi zodat er steeds geladen en gelost wordt op het eigen terrein. Ook dient de exploitant wachtende vrachtwagens op de openbare weg te vermijden.
De omgevingsvergunning heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III, II of I van het mer-besluit van 2013. Bijgevolg zijn er geen aanzienlijke effecten ten gevolge van het project te verwachten.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale voorwaarden, wordt vanuit milieutechnisch oogpunt voorwaardelijk positief advies gegeven de omgevingsvergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
17.3.4.2°b) |
opslagplaatsen voor bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS05) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
95,00 ton |
17.3.6.2°b) |
opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, wanneer de inrichting gedeeltelijk of volledig gelegen is in gebied ander dan een industriegebied; |
95,00 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. |
3.500,00 liter |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
er mag geen wachtrij gevormd worden op de rijbaan ten gevolge van de inrichting van de concessie. Indien het aanbod van het wegvervoer dermate hoog is, moet de interne circulatie op het terrein herbekeken worden of de aanvoer anders gestructureerd worden; |
2. |
laden en lossen dient steeds op het eigen terrein te gebeuren via het principe voorwaarts in - voorwaarts uit; |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
4 september 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
24 september 2019 |
Start openbaar onderzoek |
4 oktober 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
2 november 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
7 januari 2020 |
Verslag GOA |
5 december 2019 |
naam GOA |
Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
4 oktober 2019 |
2 november 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
er mag geen wachtrij gevormd worden op de rijbaan ten gevolge van de inrichting van de concessie. Indien het aanbod van het wegvervoer dermate hoog is, moet de interne circulatie op het terrein herbekeken worden of de aanvoer anders gestructureerd worden; |
2. |
laden en lossen dient steeds op het eigen terrein te gebeuren via het principe voorwaarts in - voorwaarts uit. |
Brandweervoorwaarden
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
17.3.4.2°b) |
opslagplaatsen voor bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS05) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
95,00 ton |
17.3.6.2°b) |
opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, wanneer de inrichting gedeeltelijk of volledig gelegen is in gebied ander dan een industriegebied; |
95,00 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. |
3.500,00 liter |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 13 december 2019 voor onbepaalde duur.