Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019104412 |
Gegevens van de aanvrager: |
AV GO! SCHOLENGROEP ANTWERPEN met als adres Thonetlaan 106 bus A te 2050 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Ruggeveldlaan 496 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 31sectie B nr. 123P3 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
plaatsen van tijdelijke containers |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01/12/1977: vergunning (19774134) voor het bouwen van een kostschool;
- 14/04/2004: vergunning (20034314) voor het slopen en herbouwen van paviljoenen;
- 11/09/2008: vergunning (20082461) voor het slopen van vijf vervallen paviljoens;
- 07/06/2010: vergunning (20103403) voor het plaatsen van 14 tijdelijke containerklassen;
- 23/09/2011: vergunning (20113799) voor het plaatsen van tijdelijke kinderdagverblijven;
- 23/09/2011: vergunning (20114205) voor het plaatsen van modulaire schoolunits;
- 28/03/2014: vergunning (2014346) voor het bouwen van een nieuw schoolgebouw en slopen van schoolpaviljoenen;
- 17/07/2015: vergunning (20151186) voor het bouwen van tijdelijke containerklassen;
- 23/05/2016: vergunning (20151867) voor de regularisatie voor tijdelijk inplanten van lescontainers;
- 12/08/2016: vergunning (20161156) voor het slopen van bestaande schoolpaviljoenen;
- 07/10/2016: vergunning (20161513) voor het uitbreiden van het leerlingensecretariaat;
- 20/07/2018: vergunning (20181296) voor het slopen van bestaande schoolpaviljoenen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- braakliggend stuk terrein binnen scholencomplex.
Huidige en gewenste toestand (regularisatie)
- drie tijdelijke containerunits;
- een bouwlaag met kroonlijsthoogte van 3,20 m;
- voetafdruk: 36,70 op 6,12 m;
- gevelafwerking in licht grijze panelen (staal).
Inhoud van de aanvraag
- plaatsen van drie containerunits voor een periode van twee jaar.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer |
23 oktober 2019 |
19 november 2019 |
Gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
23 oktober 2019 |
15 november 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen/ luchtkwaliteit en geluid |
23 oktober 2019 |
29 oktober 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
23 oktober 2019 |
24 oktober 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Ruggeveld-Silsburg, goedgekeurd op 26 maart 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone voor maatschappelijke functies-art. 3.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening. (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgende punten:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De gebouwen op betreffend perceel zijn in gebruik als school. Voorliggende aanvraag betreft het plaatsen van tijdelijke klasunits op het terrein, voor een termijn van 2 jaar, in afwachting van de realisatie van een nieuwbouw basisschool aan de overkant van de Ruggeveldlaan. De beoogde containerklassen zijn tijdelijk en inherent aan het gebruik van de school tijdens de uitvoering van het nieuwbouwproject, waarbij kan geoordeeld worden dat de aanvraag functioneel aanvaardbaar is.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.
De aanvraag betreft het bouwen van 3 containerklassen als tijdelijke oplossing voor het capaciteitsprobleem van de school, en dit in afwachting van de definitieve verbouwing. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Er komen tijdelijk 3 klassen bij op het terrein van de school. In dossier 20191167 werd de definitieve verbouwing van de school aangevraagd en vergund. In dit dossier werd aan de volledige parkeerbehoefte voldaan. De parkeerbehoefte voor de 3 klassen is 2 (0,75 x 3 = 2,25).
|
De plannen voorzien in ruim voldoende autostal- en autoparkeerplaatsen op de bestaande grote parking aan de school om deze bijkomende parkeerbehoefte op de vangen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2. Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 2 = 0. (Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Ook voor de fietsvoorzieningen moeten er geen tijdelijke extra stalplaatsen voorzien worden. Deze worden ruimschoots voorzien in de definitieve toestand die werd aangevraagd en vergund in dossier 20191167.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Gelet op het tijdelijk karakter en de inplanting van de containerklassen, die geen negatieve impact hebben op de aanpalende percelen, is de inrichting aanvaardbaar. Als voorwaarde zal worden opgelegd om de zone, na het verwijderen van de klascontainers, opnieuw bouwvrij en groen aan te leggen.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De containers bestaan uit lichtgrijze sandwichpanelen wat kenmerkend is voor deze constructies. De materialisatie benadrukt de tijdelijkheid van de constructie waardoor deze aanvaard kan worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Hemelwaterverordening
De aanvraag wijkt af van artikel 9 en artikel 10 van de verordening hemelwater. Gelet op de tijdelijkheid van de constructie en het afleiden van het hemelwater naar de naastliggende groenzone, met als doel een natuurlijke infiltratie in de bodem, kan een afwijking worden toegestaan.
Toegankelijkheid
Voorliggend aanvraag wijkt af van artikel 13-18, 19-21, 24 en 25 van de verordening toegankelijkheid. Gezien het feit dat de aanvraag de plaatsing van tijdelijke prefab klascontainers betreft, dient aan deze bepalingen te worden voldaan. Daarom wordt als voorwaarde opgelegd om een looppad van 1,50m breed te voorzien naar de klascontainers en het niveauverschil tussen de buitenruimte enerzijds en de binnenruimte van de klaslokalen te overbruggen met een helling gecombineerd met een trap. Verder dient een vrije en vlakke draaicirkel van 1,50m te worden voorzien voor iedere toegangsdeur van de klaslokalen en een vrije en vlakke opstelruimte van 0,50m te voorzien naast de krukzijde van de deur.
Bouwcode
Bijkomend wordt opgemerkt dat de klaslokalen in een vrije hoogte voorzien van 2,50m in plaats van de vereiste minimale hoogte van 2,60m conform artikel 21 van de bouwcode. Gezien het beperkte tekort (10cm) en het feit dat de klaslokalen slechts tijdelijk gebruikt worden, kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de verblijfskwaliteit niet in het gedrang komt en kan hiervoor een afwijking toegestaan worden.
Milieu
Tijdens de procedure werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst energie en milieu Antwerpen – luchtkwaliteit en geluid. Deze dienst adviseert gunstig voor het voorzien van de klascontainers.
De inrichting voldoet verder aan de hedendaagse eisen inzake gebruiksgenot en veiligheid. Het advies van de brandweer dient stipt nageleefd te worden.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is de aanvraag mits voorwaarden dan ook aanvaardbaar en verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. een looppad van 1,50m breed voorzien naar de klaslokalen, conform artikel 13-18 van de verordening toegankelijkheid;
3. het niveauverschil tussen de buitenruimte en de binnenruimte van de klaslokalen dient overbrugd te worden met een helling gecombineerd met een trap, conform artikel 19-21 van de verordening toegankelijkheid;
4. een vrije en vlakke draaicirkel van 1,50m voorzien voor iedere toegangsdeur van de klaslokalen en een vrije en vlakke opstelruimte van 0,50m naast de krukzijde van de deur, conform artikel 24 en 25 van de verordening toegankelijkheid;
5. de zone dient, na het verwijderen van de klascontainers, hersteld en terug groen aangelegd te worden.
Geldigheidsduur
6. de handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 2 jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
23 september 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
23 oktober 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
21 december 2019 |
Verslag GOA |
28 november 2019 |
naam GOA |
Katrine Leemans |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. een looppad van 1,50m breed voorzien naar de klaslokalen, conform artikel 13-18 van de verordening toegankelijkheid;
3. het niveauverschil tussen de buitenruimte en de binnenruimte van de klaslokalen dient overbrugd te worden met een helling gecombineerd met een trap, conform artikel 19-21 van de verordening toegankelijkheid;
4. een vrije en vlakke draaicirkel van 1,50m voorzien voor iedere toegangsdeur van de klaslokalen en een vrije en vlakke opstelruimte van 0,50m naast de krukzijde van de deur, conform artikel 24 en 25 van de verordening toegankelijkheid;
5. de zone dient, na het verwijderen van de klascontainers, hersteld en terug groen aangelegd te worden.
Geldigheidsduur
6. de handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 2 jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.