Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019125504 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Bart Peeters met als adres Van Geertstraat 20 te 2140 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Karel Meyvisstraat 35 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 38sectie B nr. 571P7 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, wijzigingen op vergunning OMV_2018076451 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 17/08/2019: vergunning (20181756) verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning bestaande uit 3 bouwlagen onder een plat dak;
- het gelijkvloers heeft een bouwdiepte van ca.14,80m;
- achteraan het gelijkvloers is een luifel geplaatst die gelijk komt met de bouwdiepte van huisnummer 37;
- de voorgevel van het nieuwe volume (2de verdieping) is afgewerkt met antraciet kunstleien gevelbekleding;
- de achtergevel van de woning is afgewerkt met witte gevelbepleistering;
- buitenschrijnwerk, kleur zwart;
- terrasverharding voorzien in de tuin van ca. 27,70m²;
- septische put van 2000l;
- alle daken voorzien als groendak.
Huidige toestand
- vergunning (20181756) nog niet uitgevoerd;
- eengezinswoning bestaande uit 2 bouwlagen onder een hellend dak;
- achteraan het hoofdgebouw bevindt zich op het gelijkvloers een uitbouw.
Gewenste toestand
- idem laatste vergunde toestand behalve de volgende punten :
Inhoud van de aanvraag
- het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning: beperkte wijzigingen op vergunning OMV_2018076451
- het uitvoeren van de verleende vergunning OMV_2018076451 met de volgende wijzigingen:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
nieuwe daken zijn niet voorzien als groendaken.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de BGO Wonen.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- artikel 34 stabiliteit en scheidingsmuren: het gedeelte van de scheidingsmuren ter hoogte van de nieuwe daken is niet voorzien van een dakopstand van minimaal 30cm. Gezien voor de verhoging van de scheidingsmuren een openbaar onderzoek nodig is, zal in de vergunning als voorwaarde worden opgelegd dat, omwille van veiligheidsredenen, de dakbekleding aan bepaalde voorwaarden dient te voldoen (zie voorwaarden).
- artikel 38 m.b.t. groendaken: de nieuwe platte daken worden niet aangelegd als groendak. Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Het zorgt voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperkt gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook vermindert het het “urban heat island” effect en werkt het als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Het capteert fijn stof en zorgt voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het verplicht om alle nieuwe platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen. Dit zal eveneens als voorwaarde in de vergunning worden opgelegd.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden is de aanvraag verenigbaar met de geldende voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag heeft betrekking op een eengezinswoning in gesloten bebouwing. De omgeving van de Karel Meyvisstraat wordt gekenmerkt door een mix van zowel een- als meergezinswoningen. De functie van eengezinswoning wijzigt niet. Bijgevolg blijft de functie inpasbaar in de omgeving.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvrager wenst de interne indeling te veranderen en de zolderverdieping uit te bouwen tot een volwaardige bijkomende derde verdieping. In het straatbeeld komen nog woningen met drie bouwlagen voor. Bijgevolg is het bijkomend dakvolume in harmonie met de bebouwde omgeving. Op het gelijkvloers wordt meer open ruimte gecreëerd, wat positief wordt beoordeeld. Op het gelijkvloers wordt de bouwdiepte van de uitbouw teruggetrokken tot een diepte van ongeveer 15,50m. Daarnaast wordt de bebouwing achteraan in de tuin gesloopt en wordt de verharding in de tuin beperkt tot een terras aansluitend bij de woning en een terras achter in de tuin. De bouwdiepte op de eerste verdieping bedraagt de diepte van het bestaande hoofdvolume (8,21m) en blijft behouden. De nieuwe verdieping bedraagt eveneens de diepte van het bestaande hoofdvolume (8,21m). Het dak van het gelijkvloerse niveau wordt vervangen door een nieuw plat dak met koepels. Zowel voor de vernieuwing van de gelijkvloerse uitbouw als voor de nieuwe 3de bouwlaag worden de scheidingsmuren opgetrokken. De voorgestelde bouwdieptes en –hoogtes zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Visueel-vormelijke elementen
Het buitenschrijnwerk van de bestaande voorgevel, opgetrokken in rode baksteen en aluminium buitenschrijnwerk, wordt vervangen door nieuw zwartkleurig buitenschrijnwerk in aluminium of pvc. Aan de bestaande raamopeningen wordt niets gewijzigd. Het nieuwe volume wordt langs voorgevelzijde afgewerkt met een antraciet kunstleien gevelbekleding. Dit gevelmateriaal is aanvaardbaar. De kroonlijst in wit pvc blijft behouden. Langs voorgevelzijde worden twee nieuwe ramen voorzien ter hoogte van het nieuwe dakvolume. De achtergevel wordt aangepast aan de nieuwe interne indeling en wordt over de volledige hoogte afgewerkt met een witte crepi bepleisteringslaag. De achtergevel wordt meer uniform en leesbaar. Zowel het bestaande schrijnwerk als het nieuwe schrijnwerk worden langs achtergevelzijde eveneens voorzien in zwart aluminium of pvc. De uitvoering en gebruikte materialen zijn in harmonie met de gebouwde omgeving en stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Langs de achtergevelzijde wordt een groot raampartij tot op vloerniveau voorzien die uitgeeft op de tuin. Hierdoor wordt het contact tussen de verblijfsruimte en de buitenruimte versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt. Het nieuwe platte dak, dat voorzien wordt van dakkoepels, zorgt bovendien voor meer licht in de nieuwe leefkeuken.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de nieuwe platte daken aan te leggen als een groendak
2. ter hoogte van de dakopstand van de scheidingsmuur een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) te voorzien van minstens 30cm breed tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
8 oktober 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
24 oktober 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
23 december 2019 |
Verslag GOA |
5 december 2019 |
naam GOA |
Christel Bogaerts |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de nieuwe platte daken aan te leggen als een groendak
2. ter hoogte van de dakopstand van de scheidingsmuur een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) te voorzien van minstens 30cm breed tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.