De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
28 mei 2019 |
26 juni 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019056486 |
Gegevens van de aanvrager: |
Gerard en Christiane Wyckmans - Geens met als contactadres Pastoor Campensstraat 31 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Weerstandersstraat ZN te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
|
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een halfopen eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01/09/2011: vergunning (200510) voor het verkavelen van gronden in 39 loten voor woningbouw met aanleg van nieuwe wegen.
Vergunde/vergund geachte toestand - Huidige toestand
- braakliggend terrein.
Gewenste toestand
- eengezinswoning met 2 slaapkamers en bureel van meer dan 8 m² met een NVO van 165 m²;
- 2 bouwlagen onder een zadeldak en een achterbouw met 1 bouwlaag onder plat dak;
- de gelijkvloerse bouwdiepte bedraagt 17 meter, dit is 9 meter op de verdieping;
- de kroonlijsthoogte voor het hoofdgebouw bedraagt 6 meter met een nokhoogte van 10,40 meter.
Inhoud van de aanvraag
- het bouwen van een eengezinswoning in grijsbruin genuanceerde gevelsteen en donkergrijs pvc buitenschrijnwerk in halfopen bebouwing;
- het voorzien van een losstaande fietsenberging in de achtertuin;
- het aanleggen van een oprit in de voortuinstrook.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
INFRABEL |
21 mei 2019 |
27 mei 2019 |
Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
21 mei 2019 |
21 mei 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen (wo1).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt in de verkaveling EK/2005/V/0001, goedgekeurd op 1 september 2011, meer bepaald in lot(en) 39.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgend(e) punt(en):
- 2.01 Strook voor hoofdgebouwen: de afmetingen voldoen niet zoals aangeduid op plan. De maximale breedte ter hoogte van het hoofdgebouw bedraagt 6,40 meter hetgeen meer is dan het opgelegde maximum van 6,20 meter;
- 2.03 Bouwvrije voortuinstrook: behoudens de uitsprongen en afsluitmuurtjes zijn alle constructies verboden met inbegrip van hellende op- en afritten. Er is een oprit voorzien in de voortuinstrook.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag vertoont afwijkingen ten opzichte van een aantal geldende voorschriften. Voor een deel hiervan geldt dat geen gefundeerde afwijking zal worden toegestaan en aanpassingen ter naleving zullen worden opgenomen in de voorwaarden van een eventuele vergunning.
Er wordt echter specifieke afgeweken van de op plan opgelegde bouwbreedte, waarbij een maatvoering van 6,40 m wordt gehanteerd, in tegenstelling tot het maximum van 6,20 m; hierdoor is er in feite een inname van het voorste deel van de voortuinstrook van 20 cm. Gelet echter op de zeer beperkte afwijking (minder dan 4%), op het feit dat voldoende onbebouwde zijtuinstrook behouden blijft en op het gunstig advies van de dienst Infrabel (gelet op de nabijheid van de spoorwegbedding), kan gefundeerd worden afgeweken en geadviseerd worden dit aldus te bekrachtigen.
Hetzelfde geldt voor de afwijking inzake het voorzien van een verharde parkeerplaats in de voortuin; dit aangezien het maximale bouwvolume van de woning volgens de voorschriften voldoende ruimte voorziet om dit inpandig te voorzien. Door de parkeerplaats echter te plannen in de minst diepe zone van de voortuin, wordt geen nadelige invloed uitgeoefend op de leefbaarheid van de woning op zich en blijft de verharding van de voortuin tot een minimum beperkt. Ook hier wordt bijgevolg geadviseerd de afwijking als dusdanig te bekrachtigen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt het optrekken van een eengezinswoning en gelet op de overeenstemming van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van de van kracht zijnde verkaveling is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
Voor projecten tot en met 5 wooneenheden bedraagt de parkeerbehoefte 1 plaats per eenheid en aangezien het hier de bouw van 1 eengezinswoning betreft, is de werkelijke parkeerbehoefte hier 1.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De volumetrie van de nieuw te bouwen woning voldoet nagenoeg geheel aan de voorschriften dienaangaande van de van kracht zijnde verkaveling, uitgezonderd de bouwbreedte van het hoofdgebouw. Deze bedraagt 6,40 m in plaats van het opgelegde maximum van 6,20 m. Aangezien echter deze afwijking zeer beperkt is, er voldoende open zijtuinstrook resteert en het advies van de dienst Infrabel gunstig is, kan gefundeerd worden afgeweken van vermeld artikel. Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is bijgevolg eenduidig gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De te hanteren materialen, grijsbruine gevelsteen, donker schrijnwerk in P.V.C. en zwarte dakpannen, zijn geheel in overeenstemming met de voorschriften dienaangaande van de van kracht zijnde verkaveling. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is dan ook zonder meer gunstig.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de voortuin dient afgesloten te worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter;
2. op het platte dak dient er een strook van minimaal 30 cm breed voorzien te worden, aansluitend aan de scheidingsmuur, in brandwerend materiaal met een Rf van minimaal 1 u;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
30 april 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
20 mei 2019 |
Start openbaar onderzoek |
28 mei 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
26 juni 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
2 september 2019 |
Verslag GOA |
14 augustus 2019 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de voortuin dient afgesloten te worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter;
2. op het platte dak dient er een strook van minimaal 30 cm breed voorzien te worden, aansluitend aan de scheidingsmuur, in brandwerend materiaal met een Rf van minimaal 1 u;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.