Art. 2.3.2. §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zegt dat het college is belast met het opmaken van gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen.
Als voorafname op een ruimere herziening van de bouwcode wordt er een beleidsmatige gewenste ontwikkeling over wonen vastgesteld zodat hier reeds rekening mee kan gehouden worden in de vergunningverlening. De procedure tot herziening van de bouwcode neemt immers enige tijd in beslag. Met de omzendbrief “gemeentelijke beleidsmatig gewenste ontwikkelingen in de beoordeling van stedenbouwkundige en verkavelingsaanvragen in graad van beroep” geeft de deputatie aan onder welke voorwaarden zij als beroepsinstantie rekening kan houden met beleidsmatig gewenste ontwikkelingen bij de beoordeling van stedenbouwkundige en verkavelingsaanvragen in graad van beroep. Zo moet deze beleidsmatig gewenste ontwikkeling (BGO) o.a. goedgekeurd worden door de gemeenteraad, moet er een initiatief volgen om de beleidsmatig gewenste ontwikkelingen juridisch te verankeren (bvb. in de bouwcode) en mag de BGO niet in strijd zijn met bestaande juridische voorschriften.
Het college neemt daarom het initiatief om hiernavolgende artikel 22 (minimale oppervlakte van een zelfstandige woning) en artikel 23 (opdelen van een woning) van de bouwcode op te heffen:
Artikel 22 Minimale oppervlakte van een zelfstandige woning
Een zelfstandige woning dient een netto-vloeroppervlakte te hebben van minimaal 35 vierkante meter.
De netto-vloeroppervlakte wordt gemeten in de zone met een plafondhoogte van minstens 2,60 meter of conform de bepalingen van Artikel 21 “Minimale hoogte van ruimten” Bijkomend wordt bij hellende plafonds de netto-vloeroppervlakte meegerekend met een vrije hoogte groter dan 1,80 meter.
Enkel de artikelen 22 en 23 zijn het voorwerp van het openbaar onderzoek dat zal worden georganiseerd. De ongewijzigde tekst maakt hier geen deel van uit.
Stap |
Datum |
collegebeslissing: opheffing artikel 22 en 23 Bouwcode |
21 juni 2019 |
|
|
MER-screening opheffing artikel 22 en 23 |
|
aanvraag adressen adviesinstanties |
|
aanvraag advies adviesinstanties |
|
rappelbrief raadpleging adviesinstanties |
|
verzending screeningsdossier naar dienst MER |
|
beslissing Team MER |
|
|
|
collegebeslissing voorontwerp aangepaste Bouwcode |
|
advies Departement Omgeving |
|
advies deputatie |
|
advies GECORO |
3 juli 2019 |
collegebeslissing: goedkeuring ontwerp aangepaste Bouwcode |
|
openbaar onderzoek ontwerp (30 d) |
|
college definitieve vaststelling aangepaste Bouwcode |
|
gemeenteraad definitieve vaststelling aangepaste Bouwcode |
|
schorsingstermijn deputatie - Departement Omgeving (45 d) |
|
Belgisch Staatsblad |
|
inwerkingtreding aangepaste Bouwcode |
|
Data in vet cursief zijn raming
Artikel 4.3.1 §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) voorziet dat het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van het aangevraagde rekening kan houden met beleidsmatig gewenste ontwikkelingen.
In de omzendbrief “gemeentelijke beleidsmatig gewenste ontwikkelingen in de beoordeling van stedenbouwkundige en verkavelingsaanvragen in graad van beroep” van de provincie Antwerpen, departement ruimte, erfgoed en mobiliteit - dienst stedenbouwkundige beroepen, geeft de deputatie aan onder welke voorwaarde zij als beroepsinstantie rekening kan houden met beleidsmatige gewenste ontwikkelingen bij de beoordeling van stedenbouwkundige en verkavelingsaanvragen in graad van beroep.
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), in het bijzonder de artikelen 2.3.1. en volgende leggen de procedure vast voor de opmaak van stedenbouwkundige verordeningen.
De gemeenteraad stelde op 28 april 2014 (jaarnummer 377) de Bouwcode definitief vast waarna op 9 oktober 2014 de deputatie van de Provincie Antwerpen deze verordening goedkeurde. De goedkeuringsbeslissing van de verordening werd bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 15 oktober 2014 en trad in werking op 25 oktober 2014.
Op 7 juni 2019 (jaarnummer 4902) besliste het college om de beleidsmatig gewenste ontwikkeling ‘woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen’ ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen. Tegelijk gaf het college de opdracht om de artikels 22 en 23 van de bouwcode op te heffen.
Het college keurt het opheffen van de artikels 22 en 23 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening 'Bouwcode' goed.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst |
Taak |
SW/Omgeving/Ruimte |
om de procedure tot aanpassing van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening Bouwcode op te starten |