Terug
Gepubliceerd op 24/06/2019

2019_CBS_05237 - Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening Bouwcode - Opheffing artikel 22 en artikel 23 - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/06/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Ludo Van Campenhout, schepen; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_05237 - Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening Bouwcode - Opheffing artikel 22 en artikel 23 - Goedkeuring 2019_CBS_05237 - Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening Bouwcode - Opheffing artikel 22 en artikel 23 - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Regelgeving: bevoegdheid

Art. 2.3.2. §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zegt dat het college is belast met het opmaken van gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen.

Argumentatie

Als voorafname op een ruimere herziening van de bouwcode wordt er een beleidsmatige gewenste ontwikkeling over wonen vastgesteld zodat hier reeds rekening mee kan gehouden worden in de vergunningverlening. De procedure tot herziening van de bouwcode neemt immers enige tijd in beslag. Met de omzendbrief “gemeentelijke beleidsmatig gewenste ontwikkelingen in de beoordeling van stedenbouwkundige en verkavelingsaanvragen in graad van beroep” geeft de deputatie aan onder welke voorwaarden zij als beroepsinstantie rekening kan houden met beleidsmatig gewenste ontwikkelingen bij de beoordeling van stedenbouwkundige en verkavelingsaanvragen in graad van beroep. Zo moet deze beleidsmatig gewenste ontwikkeling (BGO) o.a. goedgekeurd worden door de gemeenteraad, moet er een initiatief volgen om de beleidsmatig gewenste ontwikkelingen juridisch te verankeren (bvb. in de bouwcode) en mag de BGO niet in strijd zijn met bestaande juridische voorschriften.

Het college neemt daarom het initiatief om hiernavolgende artikel 22 (minimale oppervlakte van een zelfstandige woning) en artikel 23 (opdelen van een woning) van de bouwcode op te heffen:

Artikel 22 Minimale oppervlakte van een zelfstandige woning

  1. Een zelfstandige woning dient een netto-vloeroppervlakte te hebben van minimaal 35 vierkante meter.

  2. De netto-vloeroppervlakte wordt gemeten in de zone met een plafondhoogte van minstens 2,60 meter of conform de bepalingen van Artikel 21 “Minimale hoogte van ruimten” Bijkomend wordt bij hellende plafonds de netto-vloeroppervlakte meegerekend met een vrije hoogte groter dan 1,80 meter.

Artikel 23 Opdelen van een woning
 
Het opdelen van een woning met een buitenruimte van meer dan 15 vierkante meter in meerdere woongelegenheden is principieel niet toegelaten, tenzij na opdeling tenminste één woongelegenheid met een netto-vloeroppervlakte van minstens 100 vierkante meter met een aansluitende buitenruimte van minstens 15 vierkante meter behouden blijft. Dit artikel is ook van toepassing bij het samenvoegen van meerdere percelen of bij uitbreiding van het bouwvolume.
 

Enkel de artikelen 22 en 23 zijn het voorwerp van het openbaar onderzoek dat zal worden georganiseerd. De ongewijzigde tekst maakt hier geen deel van uit.

Fasering

Stap

Datum

collegebeslissing: opheffing artikel 22 en 23 Bouwcode

21 juni 2019

 

 

MER-screening opheffing artikel 22 en 23

 

aanvraag adressen adviesinstanties

 

aanvraag advies adviesinstanties

 

rappelbrief raadpleging adviesinstanties

 

verzending screeningsdossier naar dienst MER

 

beslissing Team MER

 

 

 

collegebeslissing voorontwerp aangepaste Bouwcode

 

advies Departement Omgeving

 

advies deputatie

 

advies GECORO

3 juli 2019

collegebeslissing: goedkeuring ontwerp aangepaste Bouwcode

 

openbaar onderzoek ontwerp (30 d)

 

college definitieve vaststelling aangepaste Bouwcode

 

gemeenteraad definitieve vaststelling aangepaste Bouwcode

 

schorsingstermijn deputatie - Departement Omgeving (45 d)

 

Belgisch Staatsblad

 

inwerkingtreding aangepaste Bouwcode

 

 

Data in vet cursief zijn raming

Juridische grond

Artikel 4.3.1 §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) voorziet dat het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van het aangevraagde rekening kan houden met beleidsmatig gewenste ontwikkelingen.

In de omzendbrief “gemeentelijke beleidsmatig gewenste ontwikkelingen in de beoordeling van stedenbouwkundige en verkavelingsaanvragen in graad van beroep” van de provincie Antwerpen, departement ruimte, erfgoed en mobiliteit - dienst stedenbouwkundige beroepen, geeft de deputatie aan onder welke voorwaarde zij als beroepsinstantie rekening kan houden met beleidsmatige gewenste ontwikkelingen bij de beoordeling van stedenbouwkundige en verkavelingsaanvragen in graad van beroep.

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), in het bijzonder de artikelen 2.3.1. en volgende leggen de procedure vast voor de opmaak van stedenbouwkundige verordeningen.

Aanleiding en context

De gemeenteraad stelde op 28 april 2014 (jaarnummer 377) de Bouwcode definitief vast waarna op 9 oktober 2014 de deputatie van de Provincie Antwerpen deze verordening goedkeurde. De goedkeuringsbeslissing van de verordening werd bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 15 oktober 2014 en trad in werking op 25 oktober 2014.

Op 7 juni 2019 (jaarnummer 4902) besliste het college om de beleidsmatig gewenste ontwikkeling ‘woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen’ ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen. Tegelijk gaf het college de opdracht om de artikels 22 en 23 van de bouwcode op te heffen.

Beleidsdoelstellingen

1 - Woonstad
1SWN02 - Wonen, economische functies en publieke voorzieningen zijn gevarieerd, nabij en bereikbaar in elk buurt- en districtscentrum

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college keurt het opheffen van de artikels 22 en 23 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening 'Bouwcode' goed.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Artikel 3

Het college geeft opdracht aan:

Dienst

Taak

SW/Omgeving/Ruimte

om de procedure tot aanpassing van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening Bouwcode op te starten