Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2019084649 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
NV VOPAK TERMINAL EUROTANK met als adres Industrieweg 16 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Industrieweg ZN te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 14 sectie A nrs. 410B, 417M, 417H, 417N, 417K en 426C |
Inrichtingsnummer: |
20171031-0024 (Panocean Eurotank) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
Alternatieve opslaglocatie voor TDI |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
Op 25 maart 1991 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1990/B/18/77141-90/615) voor het uitbreiden van een opslagplaats met 5 tanks (TP660).
Voorgeschiedenis milieu
De deputatie van de provincie Antwerpen verleende op 10 januari 2013 een milieuvergunning voor de hernieuwing na verandering van een op- en overslagbedrijf, met als eindtermijn 10 januari 2018 voor wat betreft het drainagenetwerk en 10 januari 2033 voor het overige. Nadien werden nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft een alternatieve opslaglocatie voor TDI.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
17.2.2. |
VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden gelijk aan of groter dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 6, delen 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel als vermeld in noot 4 bij bijlage 6, deel 1 en deel 2. |
andere opslaglocatie |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Havenbedrijf Antwerpen - milieu |
27 augustus 2019 |
27 augustus 2019 |
gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond het project is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden grotendeels de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Industriedok, het Hansadok en het 5de Havendok – Gebied voor waterweginfrastructuur. Ten noorden van het project loopt een overdruk met als aanduiding leidingstraat.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag aangezien deze enkel IIOA betreft.
Toegankelijkheid: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag aangezien deze enkel IIOA betreft.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De opslag van tolueendiisocyanaat gebeurt momenteel in tankenparken TP10/50/100/200, TP185 en TP190. Met voorliggende aanvraag wenst de aanvrager de opslag van dit Seveso-product tevens te voorzien in de reeds bestaande tankenparken TP650 en TP660. De maximale hoeveelheden gevaarlijke producten blijven echter ongewijzigd.
De inrichting is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund.
Het project lijkt geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen te omvatten. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Vopak Terminal Eurotank baat aan de Industrieweg een terminal uit waar chemische vloeibare producten en olieproducten voor derden worden opgeslagen. Deze vloeistoffen worden in bulk aangeleverd en opgeslagen in tanks verdeeld over tankenparken. De aan- en afvoer van vloeibare producten in bulk gebeurt zowel via tankwagens/tankcontainers, spoorwagons, schepen als pijpleidingen.
Momenteel wordt tolueendiisocyanaat (TDI) opgeslagen in tankenparken TP 10/50/100/200, TP 185 en TP 190. TDI is een toxisch (categorie 1) met naam genoemd Seveso-product en gevaarsymbolen GHS06 en GHS08. Met onderhavige aanvraag wenst de exploitant de opslag van TDI ook te vergunnen in het reeds bestaande tankenpark TP 650/660. Dit tankenpark is reeds vergund voor de opslag van toxische producten van categorie 2 en 3 en voor gevaarlijke stoffen met gevaarsymbolen GHS06 en GHS08. Met deze aanvraag wijzigen de vergunde maximale hoeveelheden gevaarlijke producten voor bulkopslag niet. Alleen indelingsrubriek 17.2.2 (Seveso) vormt voorwerp van de aanvraag.
De bestaande opslagtanks in het tankenpark TP 650/660 zijn binnen een inkuiping geplaatst. Binnen de inkuiping zijn goten aanwezig waarnaar vloeistoffen gravitair aflopen. Deze goten monden uit in een verzamelput met olieafscheider. Vanuit deze put worden de vloeistoffen automatisch verder naar de afvalwaterzuivering gepompt. Het hemelwater alsook eventuele lekvloeistoffen wordt via deze goten en opvangputten afgeleid naar de waterzuivering of afgevoerd voor externe verwerking.
De verlading (aan- en afvoer) van TDI per schip, tankwagen of spoorwagen wijzigt niet ten opzichte van de vergunde situatie.
Het betreft een hogedrempel Seveso-inrichting. Het aanvraagdossier bevat een veiligheidsnota (VN/19/17) opgesteld door een erkend VR-deskundige. In de veiligheidsnota wordt gesteld dat het scenario met de grootste effecten gevormd wordt door plasvorming ter hoogte van tankenpark TP 650/660. Uit een berekening van de maximale effectafstand met TDI op 35 °C volgt dat er geen relevante effectafstand gevonden wordt voor inademing. In de veiligheidsnota wordt geconcludeerd dat de opslag geen bijkomend aanzienlijk risico betekent. Deze veiligheidsnota werd op 21 juni 2019 goedgekeurd door het team Externe Veiligheid van het departement Omgeving. Er werd geoordeeld dat er geen bijwerking van het omgevingsveiligheidsrapport (OVR/11/23) nodig is.
Gelet op de aard van de voorliggende beperkte verandering wordt er geen bijkomend risico voor de mens of het milieu verwacht, bovendien wordt er geoordeeld dat de hinder niet vergroot ten opzichte van de vergunde situatie.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
17.2.2. |
VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden gelijk aan of groter dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 6, delen 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel als vermeld in noot 4 bij bijlage 6, deel 1 en deel 2. |
andere opslaglocatie |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
20 augustus 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
19 september 2019 |
De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |