Artikel 56, §3, 5° van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 stelt dat het college bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip dagelijks bestuur.
Uit de verschillende vragen blijkt dat het bestek onvoldoende technisch werd uitgewerkt. Omwille van deze reden lijkt het aangewezen om deze procedure stop te zetten. Op een later tijdstip zal bekeken worden hoe de vragen van de geïnteresseerde opdrachtnemers verwerkt kunnen worden in een nieuw op te maken bestek.
In toepassing van artikel 85 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, houdt het volgen van een procedure geen verplichting in tot het gunnen of het sluiten van de opdracht. De aanbestedende overheid kan zowel afzien van het gunnen of het sluiten van de opdracht als de procedure herbeginnen, desnoods op een andere wijze.
Op 14 juni 2019 (jaarnummer 05025) keurde het college het bestek en procedure van de opdracht 'Raamovereenkomst voor het uitvoeren van risicoanalyses en periodieke controles van speeltuinen en speeltuigen' met besteknummer GAC_2018_00711 goed.
De aanbestedende overheid ontving van een diverse potentiële inschrijvers vragen met betrekking tot het technisch luik en de beoordelingsmethodiek van het bestek.
Het college keurt de stopzetting goed van opdracht GAC_2018_00711 voor "Raamovereenkomst voor het uitvoeren van risicoanalyses en periodieke controles van speeltuinen en speeltuigen".