Terug
Gepubliceerd op 25/06/2019

2019_RMW_00081 - Schuldhulpverlening - Minimale levering aardgas winter 2019-2020 - Goedkeuring

Raad voor Maatschappelijk Welzijn
ma 24/06/2019 - 21:00 Bernarduscentrum
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester-voorzitter; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Fons Duchateau, schepen; Filip Dewinter, raadslid; Gerolf Annemans, raadslid; Jan Penris, raadslid; Freya Piryns, raadslid; Nahima Lanjri, raadslid; André Gantman, raadslid; Anke Van dermeersch, raadslid; Wouter Vanbesien, raadslid; Liesbeth Homans, raadslid; Yasmine Kherbache, raadslid; Mie Branders, raadslid; Joris Giebens, raadslid; Johan Klaps, raadslid; Caroline Bastiaens, raadslid; Danielle Meirsman, raadslid; Martine Vrints, raadslid; Koen Laenens, raadslid; Franky Loveniers, raadslid; Peggy Pooters, raadslid; Kevin Vereecken, raadslid; Ikrame Kastit, raadslid; Imade Annouri, raadslid; Yasmia Setta, raadslid; Karen Maes, raadslid; Kristel Somers, raadslid; Ilse van Dienderen, raadslid; Nordine Saidi Mazarou, raadslid; Mark Tijsmans, raadslid; Sevilay Altintas, raadslid; Omar Fathi, raadslid; Elisabeth van Doesburg, raadslid; Koenraad De Vylder, raadslid; Manuëla Van Werde, raadslid; Nathalie van Baren, raadslid; Patrick Van den Abbeele, raadslid; Peter Wouters, raadslid; Hicham El Mzairh, raadslid; Khadija Chennouf, raadslid; Sam Voeten, raadslid; Erica Caluwaerts, raadslid; Lotte Mintjens, raadslid; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Mohamed Chebaa Amimou, raadslid

Verontschuldigd

Ludo Van Campenhout, schepen; Güler Turan, raadslid; Karim Bachar, raadslid; Peter Mertens, raadslid; Sam Van Rooy, raadslid

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester-voorzitter
2019_RMW_00081 - Schuldhulpverlening - Minimale levering aardgas winter 2019-2020 - Goedkeuring 2019_RMW_00081 - Schuldhulpverlening - Minimale levering aardgas winter 2019-2020 - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Algemene financiële opmerkingen

Het systeem van de minimale leveringen aardgas is opgezet volgens het principe dat dit budgetneutraal is. 

Het OCMW stort in eerste instantie het geld (geraamd op 300.000,00 EUR) voor de opladingen naar Fluvius (Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle, ondernemingsnummer 0477.445.084). Na de winterperiode wordt er een afrekening opgemaakt door Fluvius en volgt er een terugstorting van 70% (geraamd 210.000,00 EUR) aan het OCMW van het opgeladen bedrag. De overige 30% (geraamd 90.000,00 EUR) wordt gerecupereerd bij de klant.

Bijgevolg verloopt de financiële verwerking niet-budgettair als een doorstorting aan externen (grootboekrekening 4990003240).

In het meerjarenplan 2020 zullen deze bedragen budgettair voorzien worden.

Regelgeving: bevoegdheid

De Vlaamse minister van energie zond de voorbije jaren in de maand oktober een brief met richtlijnen naar de OCMW's. Het betreft een verduidelijking van de artikels 5.4.6 tot en met 5.4.10 van het Energiebesluit. In deze brief stond telkens dat een beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn noodzakelijk is. De brief van de minister met de richtlijnen voor de winterperiode 2019-2020 is nog niet verstuurd. Deze wordt pas in de loop van de maand oktober verwacht.  

Aanleiding en context

De raad voor maatschappelijk welzijn besliste op 28 juni 2018 (jaarnummer 438) in te stappen in het systeem van minimale levering aardgas gedurende de winterperiode 2018-2019.

De minimale levering aardgas gedurende de winterperiode: toelichting

Artikels 5.4.6 tot en met 5.4.10 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid (verder: het Energiebesluit) voorzien in een regeling voor de minimale levering van aardgas via de aardgasbudgetmeter in de winterperiode. De periode van de minimale levering loopt van 1 november 2019 tot en met 31 maart 2020. De OCMW’s kunnen autonoom beslissen al dan niet mee in het systeem te stappen.

Het besluit stelt dat zij die niet over voldoende middelen beschikken om de budgetmeter voor aardgas tijdens de winterperiode voldoende op te laden, zich kunnen wenden tot hun OCMW met een hulpvraag. Om te vermijden dat de gastoevoer van de hulpvragers in de winterperiode dreigt onderbroken te worden, kunnen zij een minimumhoeveelheid aardgas ter beschikking krijgen. De hoeveelheid aardgas is afhankelijk van de woonsituatie (appartement, rijhuis of hoekhuis, vrijstaand of halfopen bebouwing) en wordt bepaald door de minister. De bedragen die men mag opladen worden vastgelegd in een tabel, die jaarlijks naar de OCMW's wordt verzonden bij aanvang van de winter.

Het OCMW dient door middel van een sociaal-financieel onderzoek te bepalen of er een reëel probleem van energiearmoede bestaat waardoor de huishoudelijke afnemer niet over voldoende middelen beschikt om zijn budgetmeter voor aardgas tijdens de winterperiode voldoende op te laden. De doelgroep bestaat uit de gezinnen die over een budgetmeter aardgas beschikken. In Antwerpen schommelt dit aantal tussen de 4.000 en 4.500. We sturen een informatieve brief naar alle budgetmeterklanten aardgas.

Concreet kunnen de klanten die gebruik mogen maken van de minimumlevering aardgas gedurende de winterperiode om de twee weken hun budgetmeterkaart aanbieden in eender welke oplaadterminal. Deze wordt vervolgens automatisch voor een bepaald bedrag (opgelegd door de minister) opgeladen. Het is de administratie van de energiecel die deze bedragen voor de klanten klaarzet. Het bedrag dat wordt opgeladen op de kaart moet volstaan om de woning minimaal te verwarmen. In de brief van de minister voor de winterperiode 2018-2019 verklaarde de minister dat de minimale hoeveelheid bepaald werd als zijnde 60% van het gemiddelde aardgasverbruik in de wintermaanden. 

Financiering van de maatregel

70% van de kost wordt ten laste genomen door de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. De resterende 30% wordt ten laste genomen door het OCMW. Het OCMW kan beslissen de 30% terug te vorderen van de klanten. 

Argumentatie

Waarom meestappen in het systeem van de minimale levering aardgas gedurende de winterperiode?

Voor elektriciteit bestaat een automatische minimale levering, waarvan de geldende regeling vervat zit in artikel 5.3.5 en 5.3.6 van het Energiebesluit. Wie het financieel moeilijk heeft, kan tijdelijk elektriciteit blijven verbruiken zonder te betalen, weliswaar op 10 ampère.

Voor aardgas is de regeling anders. Indien men het opgeladen bedrag op de budgetmeterkaart heeft opgebruikt, heeft men nog een noodkrediet, net zoals bij de budgetmeter elektriciteit. Is ook dit noodkrediet opgebruikt, dan is er geen gastoevoer meer en moet men zijn budgetmeterkaart opladen om te kunnen verbruiken. De budgetmeter voor aardgas kent het systeem van een minimale levering niet omdat aardgasapplicaties een minimum debiet nodig hebben om te kunnen functioneren. Het is niet mogelijk om een beetje gas te leveren. Wie dus niet voldoende heeft opgeladen, kan zonder aardgas vallen. Wie beschikt over een normale meter krijgt maandelijks een vast bedrag gefactureerd. Dit is anders voor wie beschikt over een budgetmeter. In de zomer moet men slechts kleine bedragen opladen, in de winter grote bedragen. Daarom is het risico om zonder aardgas te vallen groter in de winter.

Voorstel is dat het OCMW 30% van de kost terugvordert van de klanten (na afloop van de winterperiode). De regelgeving stelt dat het niet terugbetalen van de 30% een reden kan zijn voor weigeren van een volgende aanvraag. Net als de vorige periodes minimale levering aardgas, wordt een aanvraag geweigerd indien de klant nog geen terugbetalingen deed voor de voorbije winter 2018-2019 én ook voor één of meerdere eerdere winters niets terugbetaalde. Indien er in dergelijke situatie toch een positief voorstel wordt gemaakt voor de toekenning van de minimale levering aardgas 2019-2020 dient de maatschappelijk werker dit in de verslaggeving uitgebreid te motiveren.

Juridische grond

Artikels 5.4.6 tot en met 5.4.10 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid (het Energiebesluit).

Beleidsdoelstellingen

6 - Harmonieuze stad
1SHM07 - Menswaardig bestaan, maatschappelijke integratie en ontplooiing is een recht voor elke bewoner, die de kansen hiertoe maximaal benut binnen zijn mogelijkheden
1SHM0705 - Hulpverlening bij energieschulden en advies m.b.t. energiebewust leven voorkomt betalingsproblemen en afsluiting van energietoevoer
1SHM070503 - Afsluiting van nutsvoorziening wordt maximaal vermeden door Lokale Adviescommissie

Besluit

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt bij monde van de fractievoorzitters volgend besluit goed.
Stemden ja: N-VA, sp.a, Vlaams Belang, CD&V, Open VLD en raadslid Khadija Chennouf. 
Stemden nee: Groen en PVDA.

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist:

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist in te stappen in het systeem van de minimale levering aardgas gedurende de winterperiode 2019-2020.

Artikel 2

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist 30% terug te vorderen van de klant.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.