Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019021011 |
Gegevens van de aanvrager: |
BVBA VILLA VERDE INVESTMENT met als adres Torfheidedreef 18 te 2970 Schilde |
Ligging van het project: |
Floraliënlaan 4 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 23sectie C nr. 178R |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
het wijzigen van de functie van twee appartementen op het gelijkvloers tot een kantoor en aanpassen kelder |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 02 maart 1989: vergunning (18#72893) voor het oprichten van een appartementsgebouw.
Laatst vergunde toestand
- appartementsgebouw met 4 bouwlagen + 1 teruggetrokken bouwlaag (en ondergrondse parking) onder plat dak in halfopen bebouwing;
- de gevels werden afgewerkt met lichtkleurige gevelsteen. De terrassen en luifels met natuursteen. Schrijnwerk voorzien in aluminium.
Bestaande toestand
- meergezinswoning met appartementen op de verdiepingen en een kantoorruimte op het gelijkvloers.
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de functie van het gelijkvloers: samenvoegen van 2 appartementen naar 1 kantoor;
- regulariseren van een nieuwe privatieve trap tussen kelder en kantoor;
- wijzigen van de auto- en fietsparkeergelegenheden, er zijn 5 parkeerplaatsen en 5 fietsparkeerplaatsen;
- regulariseren van structurele interne werken in de kelder/garage en het gelijkvloers;
- regulariseren van een kantine met keuken in de kelderverdieping;
- regulariseren van aanpassingen aan de raamopeningen, het raamgeheel in de zijgevel werd opgehoogd tot heuphoogte.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
18 maart 2019 |
27 maart 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
18 maart 2019 |
21 maart 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
18 maart 2019 |
18 maart 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van artikel 24 ‘Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer’ van de bouwcode. De kantine in de kelderverdieping wordt beschouwd als een verblijfsruimte en voldoet niet aan een minimale lichtinval en luchttoevoer. De opening van het kelderraam is immers kleiner dan 1 m² en mondt niet direct uit in open lucht. Bovendien biedt het kelderraam geen uitzicht op de omgeving waardoor de verblijfskwaliteit verder afneemt. Licht, lucht en uitzicht zijn basiskwaliteiten van verblijfsruimtes, waarop geen afwijkingen kunnen worden toegestaan. Daarnaast stelt de brandweer ook problemen vast met de evacuatie van deze ruimte. Bijgevolg wordt de kantine in de kelder uitgesloten uit de vergunning zoals in rood aangeduid op de plannen, deze ruimte kan conform het brandweeradvies slechts dienst doen als kelderberging.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat het omvormen en samenvoegen van 2 gelijkvloerse appartementen in een meergezinswoning tot een kantoor. De woonfunctie op de verdiepingen blijft dus behouden, de nieuwe kantoorfunctie is niet storend in de omgeving en wordt gunstig beoordeeld door de stedelijke dienst ondernemen. Het pand is in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Floraliënlaan en het aanpalende kantoorgebouw.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van woonruimte naar kantoorruimte. 333 m² kantoren met parkeernorm 1.55/100m²: 333m² x 1.55/100m² = 5 De werkelijke parkeerbehoefte van de functiewijziging is 5.
|
De plannen voorzien in 4 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5.
Op het plan staat een lichte wand tussen parking 1 en de achterliggende parking 2, parking 2 is bijgevolg niet bereikbaar. Om de aanvraag in overeenstemming te brengen met de werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen, wordt als voorwaarde opgelegd dat de lichte wand tussen de parkeerplaatsen moet worden verwijderd, zoals in rood aangeduid op de plannen.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Er dienen voor dit project 4 (=333m² bvo* 1.25 plaats/100m²) fietsenstallingen voorzien te worden. Deze worden in de kelder voorzien.
Er werd advies gevraagd aan de dienst mobiliteit. Dit advies luidt als volgt:
De fietsenstallingen in de kelder zijn niet gescheiden van de autostalplaatsen. Bij voorkeur dienen de fietsers zich niet te mengen met het autoverkeer en hebben zij een aparte toegang tot de parkeergarage.
Gezien de inrijhelling reeds in de laatst vergunde toestand zowel voor auto- als fietsgebruikers dienst doet, kan dit niet opgelegd worden als voorwaarde bij de vergunning. Er kan akkoord worden gegaan met de opstelplaats van 2 fietsen achter parking 4 en 5 en het dubbel gebruik van de inrijhelling. De 3 andere fietsparkeerplaatsen staan ingetekend vlak voor de toegang tot de verticale circulatie. Het brandweeradvies legt als voorwaarde op om op deze plaats een sas van minimum 2 m² in te richten. De fietsstalplaatsen zullen dus naast dit nieuwe sas moeten voorzien worden. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De werken beperken zich binnen het bestaande en vergunde volume en beogen een vermindering van het aantal woongelegenheden, 2 appartementen worden omgevormd tot kantoor. Zowel schaal als ruimtegebruik blijven gerespecteerd.
Visueel-vormelijke elementen
De materialen van de gevels zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel. De beperkte aanpassingen aan de raamhoogtes in de zijgevel zijn niet storend in het gevelbeeld.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet het kantoor aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de 3 fietsenstalplaatsen ter hoogte van de toegang tot de verticale circulatie moeten naast het nieuwe sas (voorwaarde brandweer) gerealiseerd worden;
3. er moeten 5 nuttige autostaanplaatsen gerealiseerd worden, hiervoor moet de lichte wand tussen de parkeerplaatsen 1 en 2 verwijderd worden, zoals in rood aangeduid op de plannen;
Uitsluitingen
De kantine in de kelder wordt uitgesloten uit de vergunning, zoals in rood aangeduid op de plannen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
17 februari 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
18 maart 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
17 mei 2019 |
Verslag GOA |
30 april 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de 3 fietsenstalplaatsen ter hoogte van de toegang tot de verticale circulatie moeten naast het nieuwe sas (voorwaarde brandweer) gerealiseerd worden;
3. er moeten 5 nuttige autostaanplaatsen gerealiseerd worden, hiervoor moet de lichte wand tussen de parkeerplaatsen 1 en 2 verwijderd worden, zoals in rood aangeduid op de plannen;
Uitsluitingen
De kantine in de kelder wordt uitgesloten uit de vergunning, zoals in rood aangeduid op de plannen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.