Terug
Gepubliceerd op 07/10/2019

2019_CBS_07913 - Omgevingsvergunning - OMV_2019063011. Zwarteweg zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 04/10/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_07913 - Omgevingsvergunning - OMV_2019063011. Zwarteweg zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_07913 - Omgevingsvergunning - OMV_2019063011. Zwarteweg zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

 

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019063011

Gegevens van de aanvrager:

nv Katoen Natie met als adres Van Aerdtstraat 33 te 2060 Antwerpen en nv Katoen Natie Terminals met als adres Van Aerdtstraat 33 te 2060 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

nv Katoen Natie met als adres Van Aerdtstraat 33 te 2060 Antwerpen

Ligging van het project:

Zwarteweg zonder nummer 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 14 sectie C nrs. 64X, 64Z, 64R en 64Y

Inrichtingsnummer:

20190520-0009 (Katoen natie nv - Magazijn Caracas)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

Silobatterij

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-        Op 4 november 1993 verleende het college van de stad Antwerpen een stedenbouwkundige vergunning (HV/1992/B/0 /-92/483 – 1993154) voor het verbouwen van een magazijnen, gelegen Zwarteweg te Antwerpen.

-        Op 10 december 2004 verleende de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar een stedenbouwkundige vergunning (435.505(3)) voor het plaatsen van een ondergrondse pijpleiding voor het vervoer van gasvormige waterstof, gelegen Kastelweg te Antwerpen.


Inhoud van de aanvraag

-          Verwijderen van een weegbrug;

-          Afbreken van een lichtmast;

-          Uitbreken en heraanleggen van wegenis;

-          Bouwen van silobatterij.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 11 oktober 2013 werd door het college een vergunning verleend voor de op- en overslag van kunststoffen , met een termijn verstrijkend op 11 oktober 2033.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat een uitbreiding met twee nieuwe silobatterijen voor de opslag van kunststoffen.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

1,90 m³/uur

23.3.2°d)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 41 en 48, met een capaciteit van: als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan een industriegebied: meer dan 200 ton in openlucht.

+28.800 ton

 

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen

4 juli 2019

20 augustus 2019

Voorwaardelijk gunstig

Havenbedrijf Antwerpen - milieu

3 juli 2019

 25 september 2019

 Voorwaardelijk gunstig

brandweer/risicobeheer/preventie

4 juli 2019

12 augustus 2019

Voorwaardelijk gunstig

Air Liquide Industries Belgium

4 juli 2019

18 juli 2019

Voorwaardelijk gunstig

Fluxys Belgium NV

4 juli 2019

24 juli 2019

Voorwaardelijk gunstig

FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie

4 juli 2019

16 juli 2019

Gunstig

Infrabel

4 juli 2019

12 juli 2019

Voorwaardelijk gunstig

Ministerie van Landsverdediging

4 juli 2019

23 juli 2019

Voorwaardelijk gunstig

Water-link (AWW)

4 juli 2019

5 augustus 2019

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ mobiliteit/ oosterweelverbinding

7 augustus 2019

14 augustus 2019

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

3 juli 2019

22 juli 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing.

Grotendeels geldt hier eveneens het bestemmingsvoorschrift Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven. Het 5e Havendok ten noorden en het Amerikadok ten oosten hebben als bestemming Gebied voor waterweginfrastrucuut. Ten oosten van de aanvraag bevindt zich de bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel daaraan loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Ten oosten en zuiden bevindt zich de bestemming Gebied voor spoorinfrastructuur.

 

Tevens is in het zuiden en oosten het GRUP Oosterweelverbinding - wijziging van toepassing met bestemmingen gebied voor weginfrastructuur voor het geplande knooppunt en voor de Oosterweelsteenweg en de verbinding daarvan via het oostelijk deel van de Kastelweg naar de Scheldelaan, overdruk Werfzone voor aansluitende werfzone, natuurgebied en parkgebied aansluitend bij de voormalige parochiekerk Sint-Jan-de-Doper van Oosterweel (beschermd als monument) en de omgeving van het Fort Noordkasteel.

Op circa 410 meter ten zuiden is het Gewestplan Antwerpen nog van toepassing met bestemming Bestaande waterweg (Schelde).

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag. Er werd een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd voor het aspect infiltratie. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is. De aanvrager vraagt een afwijking op het aspect infiltratie met als motivatie de onmiddellijke nabijheid van dokken waardoor volgens hem infiltratie geen meerwaarde heeft. Het grondwater in de omgeving van de aanvraag stroomt inderdaad in de richting van de dokken. Hoewel de volledige site herontwikkeld wordt, is infiltratie niet aangewezen vanuit milieuhygiënische overwegingen, omwille van de spill van plastic granulaten.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Sectorale wetgeving

Archeologienota: Overeenkomstig artikel 5.4.1 wordt bij bepaalde aanvragen van een stedenbouwkundige vergunning met ingreep in de bodem een bekrachtigde archeologienota gevoegd.

In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 5.000 m², is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een bekrachtigde archeologienota toe te voegen aan de aanvraag. Deze nota maakt deel uit van het aanvraagdossier. De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden. Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft de nota bekrachtigd op 8 november 2018.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Op een terrein gelegen ten zuiden van het 5e Havendok, geprangd tussen de Zwarteweg en een spoorweg, met een oppervlakte van circa 1,5 ha, wordt de bestaande terreinverharding opgebroken. De lichtmast en weegbrug worden tevens verwijderd. De bestaande in- en uitritten blijven behouden.

 

Op het vrijgemaakte terrein worden, op 22,5 meter ten oosten van het magazijn, twee nieuwe silobatterijen gebouwd met in totaal 161 silo’s. De ruimte tussen de twee batterijen bedraagt 16 meter. De verharding onder de silobatterijen en de ruimte ertussen wordt aangelegd met een betonverharding. De verharding van het gehele terrein rondom zal worden aangelegd met klinkerverharding.

Ten zuiden van de silobatterijen wordt stockageruimte voor paletten ingericht met een maximale stapelhoogte van 4 meter. De ruimte ten oosten kan tevens gebruikt worden voor buitenstockage.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte. De bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.

 

Daar de aanvraag in de nabijheid ligt van het bestemmingsplan Oosterweelverbinding, werd het advies ingewonnen van de dienst mobiliteit/oosterweelverbinding van de stad Antwerpen. Zij merken op dat voor de aanleg van de Oosterweelknoop de Kastelweg heraangelegd dient te worden waarbij de bestaande kabels en leidingen verlegd dienen te worden. Mogelijkerwijze worden deze leidingen en kabels verplaatst naar de zuidzijde van het terrein uit voorliggende aanvraag. 

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

De silobatterijen worden opgetrokken uit aluminium silo’s, met rondom tot circa 8,80 meter hoogte geprofileerde kunststof en metalen gevelplaten. De silo’s worden bereikbaar gemaakt met kooiladders.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Gezien de aard van de aanvraag werd het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Dit advies is voorwaardelijk gunstig.

 

Daar de aanvraag is gelegen in de nabijheid van een spoorweg werd het advies ingewonnen van de spoorwegbeheerder Infrabel. Dit advies is voorwaardelijk gunstig.

 

Het Havenbedrijf Antwerpen werd als beheerder van het havengebied om advies gevraagd. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit.

 

Wegens de nabijheid van verschillende pijpleidingen, werd het advies ingewonnen van de beheerders van deze leidingen. Zij brachten allen een voorwaardelijk gunstig advies uit.

 

De voorwaarden uit deze adviezen, gericht op het vrijwaren van de integriteit van omgevende infrastructuren, met het oog op de beperking van de hinder van de geplande werkzaamheden en met het oog op de veiligheid, kunnen integraal aan deze vergunning worden gehecht.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu 

Aan de Zwarte Weg in de Antwerpse haven baat Katoen Natie nv een site uit voor de op- en overslag van kunststoffen. Momenteel heeft het bedrijf hiervoor al enkele magazijnen in gebruik op de site. Met voorliggend dossier wenst men twee silobatterijen (161 silo’s) te bouwen voor de opslag van 28.800 ton kunststoffen. De geplande uitbreiding heeft volgende wijzigingen aan de vergunde toestand tot gevolg: de lozing van bedrijfsafvalwater en de uitbreiding van de opslag van kunststoffen in de vorm van granulaten (pellets). 

Het bedrijfsafvalwater zal een debiet hebben van 1,9 m³/uur (15,2 m³/dag, 400 m³/jaar) en is afkomstig van het spoelwater van de reiniging van de silo’s. De verhardingen onder de twee silobatterijen wateren af naar het midden waarna het spoelwater afzonderlijk van het hemelwater naar een controleput geleid wordt. Na dit controlepunt worden beide stromen samengevoegd en na passage via een korrelafscheider geloosd in oppervlaktewater.

Het bedrijf was al vergund voor 34.000 ton kunststoffen in magazijnen en wenst nu een uitbreiding van deze activiteit met 28.800 ton in open lucht in silo’s.
Er wordt opgemerkt dat de exploitant de rubriek 23.3.2.d aanvraagt terwijl in feite 23.3.1.d van toepassing is aangezien het bedrijf volledig in industriegebied is gelegen. De vergunde opslag van 34.000 ton in een lokaal blijft ongewijzigd, inmiddels is wel de indelingslijst veranderd waardoor rubriek 23.3.1.c van toepassing is in plaats van 23.3.2.a.

De nieuwe silo’s zullen gebruikt worden voor de opslag van plastic granulaten. Dergelijke granulaten zijn een potentiële bron van zwerfvuil. In het gehele havengebied, inclusief de dokken en natuurgebieden, zijn plastic granulaten te vinden. Het water afkomstig van de site passeert een korrelafscheider die maandelijks geïnspecteerd wordt. Er is een zeefbocht aanwezig om de korrelafscheider snel leeg te zuigen en te filteren. Alle relevante rioolkolken op de site zijn uitgerust met zeefmanden en het bedrijf zorgt voor trainingen en sensibiliseringscampagnes. 

Op 25 september 2019 adviseerde het Havenbedrijf Antwerpen voorwaardelijk gunstig op voorliggende aanvraag. De voorgestelde voorwaarden omvatten maatregelen om ervoor te zorgen dat de verspreiding van kunststofgranulaten of -poeders in het milieu maximaal vermeden wordt. Het betreft voornamelijk de maatregelen die de exploitant zelf al voorstelt (zeefmandjes en korrelafscheider). Verder is de opmaak van een rapport vereist waarin dieper wordt ingegaan op de op- en overslag van pellets en de set van maatregelen om emissies naar de omgeving te vermijden.

Aangezien het op- en overslaan van kunststofpoeders andere en nog meer verregaande maatregelen vereist dan de opslag van pellets, is het aangewezen om als bijzondere milieuvoorwaarde op te leggen dat er geen kunststofpoeders in de silo’s mogen opgeslagen worden.  Tijdens een bezoek ter plaatse op 16 september 2019, gaf de exploitant aan dat er geen intentie is om kunststofpoeders in de silo’s op te slaan. Indien het bedrijf deze poeders in de toekomst toch zou willen opslaan, kan hiervoor een nieuwe aanvraag ingediend worden waarin de verdere noodzakelijke bijkomende maatregelen om emissies naar de omgeving te voorkomen, worden uiteengezet.

Het is bijgevolg aangewezen om de bijzondere milieuvoorwaarden op te leggen:

1. alle rioolkolken op het terrein dienen voorzien te worden van zeefmandjes (roosternetjes);
2. er dienen een voldoende aantal granulaatfilters (korrelafscheiders) geïnstalleerd te worden die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site behandeld worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken;
3. de roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft. Het bedrijf houdt hiervan een logboek bij dat ter inzage ligt van de toezichthoudende overheid;
4. een rapport (met vermelding van OMV2019063011) dient binnen de zes maanden na vergunningverlening bezorgd worden aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van het Havenbedrijf Antwerpen (milieu@portofantwerp.com) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van kunststofpellets te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken bevatten:
  > de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport;
  > de te verwachten opslagcapaciteit en de overslaghoeveelheid van kunststofpellets;
  > een beschrijving van de behandelingsstappen van de kunststofpellets op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van kunststofpellets naar de omgeving;
  > een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties;
  > een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd;
  > een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld;
  > een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd.
5. er mogen geen kunststofpoeders worden opgeslagen in de silo’s.

Er wordt opgemerkt dat de exploitant rubriek 23.3.2.d aanvraagt terwijl rubriek 23.3.1.d van toepassing is aangezien het bedrijf wel degelijk gelegen is in industriegebied. Dit wordt rechtgezet. 

Op 7 augustus 2019 verleende de hulpverleningszone Brandweer Zone Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies (kenmerk BW/MDB/2019/H.00048.A3.0005). De voorgestelde brandweervoorwaarden dienen opgevolgd te worden. 

Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van die aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. De vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid. 

De aanvraag heeft geen betrekking op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Een MER, ontheffing of project-m.e.r.- screening is bijgevolg niet vereist. 

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.


Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

- De bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat;

- De bouwheer stemt in met de latere omleiding van kabels en leidingen op het terrein bij heraanleg van de Kastelweg;

- De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);

- De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

- De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4);

- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie;

- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Infrabel nv;

- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van het Havenbedrijf Antwerpen;

- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Air Liquide nv;

- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Fluxys nv;

- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Ministerie van Landsverdediging;

- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Waterlink nv.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aan het college wordt voorgesteld om voor de ingedeelde inrichting of activiteit de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

1,90 m³/uur

23.3.1°d)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 800 ton in openlucht als de inrichting volledig gelegen is in industriegebied.

+28.800 ton 

 

Gecoördineerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

1,90 m³/uur

16.3.1.1°

inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

6 kW

23.3.1°c)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal als de inrichting volledig gelegen is in industriegebied;

34.000 ton

23.3.1°d)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 800 ton in openlucht als de inrichting volledig gelegen is in industriegebied;

28.800 ton

48.1.2.

doorvoeropslagplaatsen gelegen in zeehavengebieden voor andere dan IMDG-goederen.

1 opslagplaats

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

alle rioolkolken op het terrein dienen voorzien te worden van zeefmandjes (roosternetjes);

2.

er dienen een voldoende aantal granulaatfilters (korrelafscheiders) geïnstalleerd te worden die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site behandeld worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken;

3.

de roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft. Het bedrijf houdt hiervan een logboek bij dat ter inzage ligt van de toezichthoudende overheid;

4.

een rapport (met vermelding van OMV2019063011) dient binnen de zes maanden na vergunningverlening aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van het Havenbedrijf Antwerpen  (milieu@portofantwerp.com) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van kunststofpellets te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken bevatten:

  • de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport;
  • de te verwachten opslagcapaciteit en de overslaghoeveelheid van kunststofpellets;
  • een beschrijving van de behandelingsstappen van de kunststofpellets op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van kunststofpellets naar de omgeving;
  • een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties;
  • een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd;
  • een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld;
  • een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd.

5.

er mogen geen kunststofpoeders worden opgeslagen in de silo’s.

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

3 juni 2019

Volledig- en ontvankelijk

1 juli 2019

Start openbaar onderzoek

5 juli 2019

Einde openbaar onderzoek

3 augustus 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

14 oktober 2019

Verslag GOA

27 september 2019

naam GOA

Bieke Geypens

 

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

5 juli 2019

3 augustus 2019

0

0

0

0

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

- De bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat;

- De bouwheer stemt in met de latere omleiding van kabels en leidingen op het terrein bij heraanleg van de Kastelweg;

- De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);

- De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

- De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4);

- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie;

- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Infrabel nv;

- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van het Havenbedrijf Antwerpen;

- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Air Liquide nv;

- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Fluxys nv;

- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Ministerie van Landsverdediging;

- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Waterlink nv.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1.

alle rioolkolken op het terrein dienen voorzien te worden van zeefmandjes (roosternetjes);

2.

er dienen een voldoende aantal granulaatfilters (korrelafscheiders) geïnstalleerd te worden die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site behandeld worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken;

3.

de roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft. Het bedrijf houdt hiervan een logboek bij dat ter inzage ligt van de toezichthoudende overheid;

4.

 een rapport (met vermelding van OMV2019063011) dient binnen de zes maanden na vergunningverlening aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van het Havenbedrijf Antwerpen  (milieu@portofantwerp.com) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van kunststofpellets te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken bevatten:

  • de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport;
  • de te verwachten opslagcapaciteit en de overslaghoeveelheid van kunststofpellets;
  • een beschrijving van de behandelingsstappen van de kunststofpellets op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van kunststofpellets naar de omgeving;
  • een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties;
  • een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd;
  • een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld;
  • een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd.

5.

er mogen geen kunststofpoeders worden opgeslagen in de silo’s.

 

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

1,90 m³/uur

16.3.1.1°

inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

6 kW

23.3.1°c)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal als de inrichting volledig gelegen is in industriegebied;

34.000 ton in een lokaal

23.3.1°d)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 800 ton in openlucht als de inrichting volledig gelegen is in industriegebied;

28.800 ton in openlucht

48.1.2.

doorvoeropslagplaatsen gelegen in zeehavengebieden voor andere dan IMDG-goederen.

1 opslagplaats

 
 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 4 oktober 2019. De ingedeelde inrichting of activiteit heeft als eindtermijn 11 oktober 2033.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Artikel 6