Terug
Gepubliceerd op 22/10/2019

2019_GR_00600 - Code van politiereglementen - Wijzigingen - Goedkeuring

gemeenteraad
ma 21/10/2019 - 19:30 Bernarduscentrum
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester-voorzitter; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Filip Dewinter, raadslid; Jan Penris, raadslid; Nahima Lanjri, raadslid; André Gantman, raadslid; Anke Van dermeersch, raadslid; Güler Turan, raadslid; Wouter Vanbesien, raadslid; Peter Mertens, raadslid; Yasmine Kherbache, raadslid; Mie Branders, raadslid; Johan Klaps, raadslid; Caroline Bastiaens, raadslid; Danielle Meirsman, raadslid; Martine Vrints, raadslid; Koen Laenens, raadslid; Franky Loveniers, raadslid; Peggy Pooters, raadslid; Kevin Vereecken, raadslid; Imade Annouri, raadslid; Yasmia Setta, raadslid; Karen Maes, raadslid; Kristel Somers, raadslid; Ilse van Dienderen, raadslid; Nordine Saidi Mazarou, raadslid; Mark Tijsmans, raadslid; Sevilay Altintas, raadslid; Sanne Descamps, raadslid; Elisabeth van Doesburg, raadslid; Koenraad De Vylder, raadslid; Manuëla Van Werde, raadslid; Nathalie van Baren, raadslid; Patrick Van den Abbeele, raadslid; Peter Wouters, raadslid; Hicham El Mzairh, raadslid; Khadija Chennouf, raadslid; Sam Van Rooy, raadslid; Sam Voeten, raadslid; Erica Caluwaerts, raadslid; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Freya Piryns, raadslid; Mohamed Chebaa Amimou, raadslid; Serge Muyters, korpschef; Glenn Verspeet, korpschef ad interim

Verontschuldigd

Ludo Van Campenhout, schepen; Gerolf Annemans, raadslid; Liesbeth Homans, raadslid; Joris Giebens, raadslid; Ikrame Kastit, raadslid; Omar Fathi, raadslid

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester-voorzitter
2019_GR_00600 - Code van politiereglementen - Wijzigingen - Goedkeuring 2019_GR_00600 - Code van politiereglementen - Wijzigingen - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Regelgeving: bevoegdheid

Artikel 119 Nieuwe Gemeentewet: de gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen.

Artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet werd gewijzigd door de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. Deze wet trad in werking op 1 januari 2014. Het gewijzigde artikel 119bis bepaalt: de gemeenteraad kan gemeentelijke administratieve straffen en sancties opleggen overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

Artikel 2 §1 van de wet van 24 juni 2013 bepaalt: de gemeenteraad kan straffen of administratieve sancties bepalen voor de inbreuken op zijn reglementen of verordeningen, tenzij voor dezelfde inbreuken door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie, straffen of administratieve sancties worden bepaald.

Artikel 6 §1 van deze wet bepaalt dat de administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerend ambtenaar.

Artikel 45 van deze wet bepaalt dat de schorsing, de intrekking en de sluiting worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege.

Artikel 4 §5 van deze wet bepaalt: indien de gemeenteraad in zijn reglementen of verordeningen de mogelijkheid voorziet om de administratieve geldboete ten aanzien van minderjarigen op te leggen, wint hij vooraf het advies in betreffende dat reglement of die verordening van het orgaan of de organen die een adviesbevoegdheid hebben in jeugdzaken, voor zover het aanwezig is of zij aanwezig zijn in de gemeente.

Argumentatie

1. Aanhangwagens (bedrijfseenheid Maatschappelijke Veiligheid)

In het straatbeeld worden geregeld aanhangwagens opgemerkt die gebruikt worden als opslagplaats voor afval. Dit betreft een vaak voorkomend probleem en verloedert het straatbeeld. Bovendien werkt dit fenomeen uitnodigend voor derden om eveneens afval toe te voegen. In de huidige Code van politiereglementen is geen enkele bepaling voorzien die het mogelijk maakt om de eigenaar van de aanhangwagen te verbaliseren. Met invoeging van een nieuw artikel wordt de kentekenhouder op diens verantwoordelijkheid gewezen inzake het beheer van zijn goederen. Op die manier wordt hij/zij geresponsabiliseerd zodat een actief beheer verwacht mag worden.  

2. Private ophaaldiensten (bedrijfseenheden Maatschappelijke Veiligheid en Stadsbeheer)

De verplichtingen die gelden voor het ordentelijk aanbieden van afval, alsmede de verplichting om het afval op het juiste moment aan te bieden en de recipiënten tijdig van de openbare ruimte te verwijderen, gelden ook voor diegenen die beroep doen op privé-ophaaldiensten. Hiervoor worden de artikelen 11 en 30, §3 beperkt aangepast en wordt een artikel 11bis ingevoegd in de codex.
Deze wijzigingen treden in werking op 1 januari 2020.

3. Openbare netheid en gezondheid (bedrijfseenheid Maatschappelijke Veiligheid)

De terminologie die in bepaalde artikelen gehanteerd wordt, blijkt niet altijd helemaal correct of onvolledig te zijn. Deze onjuistheden of onvolledigheden worden aangepast.

4. Straatartiesten (Politiezone Antwerpen)

Sedert 2015 is het overeenkomstig artikel 93ter Code van politiereglementen voor straatartiesten verboden om acts uit te voeren op de Meir behalve in de directe omgeving van enkele bepaalde plaatsen, zoals het standbeeld van Antoon Van Dijck, het beeldhouwwerk De Hand en De Wapper.

Dit algemeen verbod voor de Meir met uitzondering van enkele gedoogplaatsen, werd op de gemeenteraad van 21 september 2015 (jaarnummer 474) onder meer ingevoerd om te vermijden dat de straatartiesten op drukke plaatsen de doorgang belemmeren en om de openbare rust en veiligheid te garanderen.

Ingevolge de heraanleg van de Leien en het Operaplein loopt de winkel-as op heden ononderbroken door vanaf het Centraal Station tot aan de Meirbrug en vormt deze zone één geheel.

In de praktijk blijkt thans dat er zich een verschuivingseffect voordoet en vele straatartiesten zich opstellen op het verlengde van de Meir, op de straten en pleinen die niet onder het verbod van het huidige artikel 93ter Code van politiereglementen vallen.

De straatartiesten stellen zich op op de Leysstraat, de Teniersplaats en de De Keyserlei.

Ook dit betreffen allen drukke plaatsen waar de aanwezigheid van de straatartiesten de openbare rust en veiligheid in het gedrang brengt.

Van zodra de werken op en rond het Operaplein beëindigd zijn, zal ook dit plein naar alle waarschijnlijkheid aangewend worden door de straatmuzikanten, nu dit zich eveneens op de desbetreffende winkel-as situeert.

Het is dan ook noodzakelijk om artikel 93ter van de Code van politiereglementen aan te passen en het bestaande verbod om acts uit te voeren op de Meir uit te breiden naar de Leysstraat, de Teniersplaats, het Operaplein en de De Keyserlei.

Net zoals voor de Meir worden ook in deze uitgebreide verbodszone gedoogplaatsen voorzien om de straatartiesten nog steeds de mogelijkheid te bieden hun act uit te voeren. Dit echter uitsluitend op plaatsen waar de kans op de verstoring van de openbare veiligheid door het belemmeren van de doorgang of de verstoring van de openbare rust door geluidshinder, tot een minimum beperkt wordt.

Rekening houdend met de concrete situatie ter plaatse, ten einde de vlotte doorgang te garanderen en ten einde de overlast voor de omliggende handelszaken en omwonenden te beperken, worden de volgende gedoogplaatsen in de uitgebreide verboden zone opgenomen:

  • het standbeeld van David Teniers op de Teniersplaats;
  • het toegangspaviljoen van premetrostation Opera, met uitzondering van de zone voor de in- en uitgang van dit premetrostation;
  • het kruispunt van de De Keyserlei en de Pelikaanstraat, ter hoogte van De Keyserlei nr. 59.

Binnen een afstand van 15 meter van deze plaatsen is het voor straatartiesten nog steeds toegelaten om een act uit te voeren, mits uiteraard ook de andere geldende voorschriften van de Code van politiereglementen worden gerespecteerd.

Daar waar voor de gedoogzones momenteel een afstand van 25 meter vanaf de voorgeschreven plaats geldt, wordt deze afstand met huidige wijziging verminderd naar 15 meter. Een afstand van 25 meter blijkt te ruim te zijn en maakt het in het licht van huidige uitbreiding mogelijk om binnen de verboden zone toch nog over de gehele straat of het gehele plein een act uit te voeren. Hierdoor wordt het principe van de verboden zone uitgehold en blijft het risico op een verstoring van de openbare rust onverminderd bestaan. Een verminderde afstand van 15 meter sluit aan bij het doel van de gedoogplaatsen en beperkt het risico op een verstoring van de openbare rust.

Naar analogie dient ook het verbod om gebruik te maken van slaginstrumenten op de Meir en de Wapper uitgebreid te worden naar de gehele winkel-as en de uitgebreide verboden zone, zijnde de Leysstraat, de Teniersplaats, het Operaplein en de De Keyserlei.

5. Vuurwapens, vuur(werk) en voetzoekers (bedrijfseenheid Maatschappelijke Veiligheid en Politiezone Antwerpen)

Met het Decreet van 26 april 2019 houdende een reglementering op het gebruik van vuurwerk, voetzoekers, carbuurkanonnen en wensballonnen voerde men in Vlaanderen een algemeen verbod in om vuurwerk af te steken, voetzoekers te laten ontploffen en carbuurkanonnen af te vuren. Mits voorafgaande toestemming van de burgemeester kan het gebruik van vuurwerk, voetzoekers en carbuurkanonnen wel nog worden toegelaten indien dit op een beperkt aantal plaatsen gebeurt en in een beperkte periode. Voor wensballonnen geldt er ingevolge dit decreet een totaalverbod waarvan niet kan worden afgeweken.

Het bestaande artikel in de Code van politiereglementen wordt in overeenstemming gebracht met deze nieuwe regelgeving op Vlaams niveau.

6. Straatmeubilair (bedrijfseenheid Stadsontwikkeling)

De openbare ruimte wordt op verschillende manieren op privatieve wijze in gebruik genomen. Ten einde dit op een georganiseerde, veilige en vlotte manier te laten verlopen, zijn er verschillende algemene regels opgenomen in de Code van politiereglementen. Daarnaast zijn er ook meer specifieke regels opgenomen die bepaalde innameverschijnselen reguleren. Vanuit de bedrijfseenheid Stadsontwikkeling werd opgemerkt dat enkele toevoegingen aan deze regels noodzakelijk zijn.

Met het oog op een (toegelaten) privatieve ingebruikname van het openbaar domein wordt soms door onbevoegden het straatmeubilair verwijderd en/of verplaatst. Dit onder meer voor het plaatsen van een ladderlift, een puincontainer, enzovoort. Straatmeubilair mag nooit op eigen initiatief verwijderd en/of verplaatst worden. Dit dient altijd bij de stadsdiensten te worden aangevraagd en door hen te worden uitgevoerd.

7. Werven (Politiezone Antwerpen)

Sinds kort adviseert ook de stad mee de aanvragen voor het plaatsen van werfsignalisatie. Hierrond werd een nieuwe interne taakverdeling afgesproken. Hierdoor kan dit proces efficiënter en sneller verlopen.  Aangezien niet enkel politie maar ook de stad mee adviseert dienen de bepalingen hierrond verruimd te worden in het reglement.     

8. Feestverlichting (bedrijfseenheid Ondernemen en Stadsmarketing)

De consument van morgen verwacht meer beleving in de winkelstraten, zeker met de opmars van online shoppen. Daarom zijn de handelaars(-verenigingen) vragende partij om via visuele elementen in het straatbeeld doorheen het jaar in te spelen op deze vraag en het shoppen extra aangenaam te maken.

De regels rond het plaatsen van feestverlichting en versieringen op de openbare ruimte worden opgenomen om hierop te kunnen handhaven bij overtredingen. Het betreft een bijzondere vorm van inname van de openbare ruimte waarbij, mits men zich aan de algemene en bijzondere voorwaarden zoals vervat in de toepasselijke reglementering houdt, kan volstaan met een melding.

De definities omschrijven begrippen zoals eindejaarsperiode, soldenperiode, eindejaarsversiering en straatversiering. De definitie van handelaarsvereniging werd overgenomen uit het toelagereglement voor initiatieven van startende en bestaande handelaarsverenigingen dat goedgekeurd werd in de gemeenteraad van 29 mei 2017 (jaarnummer 315).

In afdeling 4 wordt een artikel 1bis toegevoegd dat de verplichte voorafgaande toelating vervangt door een verplichte voorafgaandelijke melding voor het aanbrengen van feestverlichting, straat- en eindejaarversiering. Indien blijkt dat er bijkomende voorwaarden nodig zijn, zal er een bijkomende toelating van de burgemeester vereist zijn.

De afdeling 4 wordt uitgebreid met een onderafdeling 4 waarin de bijzondere voorwaarden voor feestverlichting en straat- en eindejaarversiering worden opgenomen. Er wordt in bepaald wie het mag melden, voor welke periodes en welke de technische vereisten zijn. De technische vereisten zijn gebaseerd op de huidige specifieke voorwaarden die gesteld worden door de Brandweer Zone Antwerpen voor dit soort van ingebruikname van de openbare ruimte. Tot slot wordt er verwezen naar de richtlijnen van het lichtplan.

9. Hinderlijke installaties (bedrijfseenheid Maatschappelijke Veiligheid)

De lokale milieutoezichters van zowel de stad Antwerpen als de Politiezone Antwerpen worden geconfronteerd met klachten omtrent geur- en geluidshinder veroorzaakt door vast opgestelde, elektrische aangedreven motoren. Het betreffen voornamelijk klimaatregelaars, koelcellen en rook- en dampafzuigingen die in de meeste gevallen door horeca inrichtingen worden geplaatst. In mindere mate worden deze hinderlijke installaties ook door particulieren geplaatst. Er is echter een duidelijke toename van deze installaties merkbaar sinds het warme weer tijdens de zomer van 2018. Zowel de lokale toezichters van de dienst Milieu-Interventie, als de recherche leefmilieu van de Politiezone Antwerpen werden geconfronteerd met meerdere klachten.

Naast de geur- en geluidshinder die deze installaties met zich meebrengen, blijven de installaties vaak ook voortdurend ingeschakeld, zelfs wanneer dit niet noodzakelijk is zoals tijdens de sluitingsuren. Enkel bepaalde installaties, zoals bijvoorbeeld koelcellen, dienen met het oog op de continuïteit van de uitbating voortdurend in werking te zijn. Andere installaties, zoals bijvoorbeeld klimaatregelaars en dampafzuigingen, dienen niet noodzakelijk buiten de openingsuren in werking te zijn om de continuïteit van de inrichting te garanderen.

Daarnaast wordt er voornamelijk in het kader van werven en evenementen vaak ook beroep gedaan op tijdelijke installaties voor elektriciteitsproductie zoals generatoren. Dergelijke tijdelijke installaties brengen eveneens aanzienlijke hinder met zich mee, dit enerzijds op het vlak van geluid en anderzijds op het vlak van uitstoot. Op ogenblikken dat het evenement niet aan de gang is of er geen werkzaamheden zijn op de werf blijven deze installaties in werking en zorgen zij voor geluidshinder voor de omgeving. Er wordt vaak gebruik gemaakt van niet onderhouden installaties die werken met verouderde dieselmotoren. De uitstoot van dergelijke oude of niet onderhouden installaties is vergelijkbaar met de uitstoot van wagens met een dieselmotor die niet meer toegelaten zijn in de lage emissiezone. Dergelijke tijdelijke installaties dienen dan ook geweerd te worden en de plaatsing van milieuvriendelijkere alternatieven dient bij voorrang te geschieden.

Als uitgangspunt geldt dat de tijdelijke elektriciteitsproductie voorzien moet worden door een werfkast die aangesloten wordt op het elektriciteitsnet. Indien dit niet mogelijk blijkt te zijn, dient er een hybride generator geplaatst te worden. Een hybride generator is een generator die zowel op brandstof als op aan accupakket werkt. Tijdens een periode van lage energiebehoefte wordt enkel het accupakket aangesproken. Zodra de energiebehoefte toeneemt, wordt er automatisch ook gebruik gemaakt van de brandstof. Dit zorgt voor een besparing op de brandstofkosten en is milieuvriendelijker. Indien er ook niet met een hybride generator kan gewerkt worden, dient er gebruik gemaakt te worden van een benzinegenerator. Slechts in laatste instantie, wanneer geen van de andere technologieën kan worden toegepast, mag er gebruik worden gemaakt van een dieselgenerator, zijnde de meest vervuilende werkwijze.

10. Motorclubs (Maatschappelijke Veiligheid)

De stad Antwerpen staat in voor de bewaking van de openbare rust, veiligheid en gezondheid op haar grondgebied en kan alle maatregelen nemen ten einde het verstoren van de openbare orde, met inbegrip van overlast, te voorkomen, inclusief het nemen van politiemaatregelen.

Het opduiken van criminele motorbendes is reeds langere tijd een gekend fenomeen in onder andere Duitsland en Nederland. De succesvolle gerechtelijke en bestuurlijke aanpak in onze buurlanden heeft er mede toe geleid dat de laatste jaren ook meer en meer criminele motorbendes zich in België hebben gevestigd of dit willen doen. Recent nog werd door de Nederlandse rechtbank de motorbende ‘Hells Angels Motorcycle Club’ in het hele land verboden. Dit omdat de motorbende een gevaar vormt voor de openbare orde. Eerder werden ook al de motorclubs Satudarah, Catervarius en Bandidos verboden door het Nederlandse gerecht. (onder meer De Morgen, 31 mei 2019, “Nederland verbiedt Hells Angels. Moet België zich zorgen maken?).

Momenteel tellen de grote internationale motorbendes volgend aantal chapters of afdelingen in België: Hells Angels MC: 7 chapters; Outlaws MC: 15 chapters; Bandidos MC: 3 chapters; Blue Angels MC: 8 chapters; Satudarah MC: 9 chapters; No Surrender MC: 3 chapters; Immortal MC: 4 chapters.

Elk chapter bestaat uit een variërend aantal leden, die aangeduid worden als 'officieren', full members, prospects en hangarounds. Er zouden gemiddeld een tiental leden per chapter zijn. Dit komt neer op vermoedelijk 550-tal leden. Rond 2000 waren er nog maar 120 leden van dergelijke motorbendes (Knack, 12 maart 2018, “Motorbendes zijn ronduit gevaarlijk en moeten verboden kunnen worden”).

Ook in de provincie Antwerpen is de verplaatsing van de motorbendes vanuit Nederland en Duitsland merkbaar en zouden zich intussen verschillende motorbendes hebben gevestigd.

In België is het vooralsnog wettelijk niet mogelijk om een organisatie te verbieden. Het is dan ook noodzakelijk om als lokaal bestuur de nodige maatregelen te nemen ten einde te vermijden dat de bijeenkomsten van criminele motorbendes in de stad Antwerpen gefaciliteerd worden.

Criminele motorbendes zijn gekend om zich in te laten met drugs, wapenhandel, mensensmokkel en afpersing. Uit onderzoek blijkt dat 70 tot 75% van de leden van dergelijke clubs een strafrechtelijk verleden heeft.

De aanwezigheid van motorbendes gaat bovendien geregeld gepaard met gewelddadige incidenten. Dit onder meer ingevolgde de historische rivaliteit die er heerst tussen motorbendes en gelijkaardig georganiseerde, hiërarchische gestructureerde bendes, hun supportclubs, leden en sympathisanten. Elke bende heeft zijn eigen territorium en bij de verwerving daarvan komt vaak geweld kijken. Ook wanneer een rivaliserende motorclub zich op het terrein van een andere club begeeft, wordt er vaak geweld gebruikt om deze te verdrijven. Zo is er in de provincie Limburg alleen jaarlijks sprake van een twintigtal feiten van brandende voertuigen, woningen waarop wordt geschoten en granaten die ontploffen waarbij de verdachten en de slachtoffers tot een motorclub behoren, bevestigde Cedric Stuyck, sectiehoofd van de dienst georganiseerde misdaad van het parket van Limburg (De Morgen, 1 juni 2019, “Nederland verbiedt Hells Angels: ‘Dit veroorzaakt een explosieve situatie bij ons’").

In het arrest van de Raad van State van 29 juli 2014 wordt de rivaliteit tussen de verschillende criminele motorbendes, het geweld dat daarbij komt kijken en het daarbij horende risico op openbare ordeverstoring, bevestigd (RvS 29 juli 2014, nummer 228.130). Elk evenement of elke activiteit van een motorbende kan voor een rivaliserende club een provocatie zijn en aanleiding geven om zich te doen gelden en het territorium te verdedigen. De bijhorende schiet- en vechtpartijen blijken zich bovendien vaak voor te doen op publieke plaatsen of op de openbare weg, met een groot risico voor onschuldige slachtoffers.

Ook in de provincie Antwerpen deden zich reeds gewelddadige incidenten voor die gelinkt kunnen worden aan criminele motorbendes. In november 2013 vond er in een café te Brasschaat een vechtpartij plaats tussen leden van de motorclubs MC NO SURRENDER en MC HELLS ANGELS. Vervolgens was er in november 2013 sprake van brandstichting in het clubhuis van de MC HELLS ANGELS in Zwijndrecht. Dit betrof een mogelijke vergeldingsdaad naar aanleiding van de hierboven vermelde confrontatie in Brasschaat (RvS 29 juli 2014, nummer 228.130).

Het risico op provocatie of confrontatie tussen rivaliserende motorclubs, maar ook het uitoefenen van criminele praktijken in de clubhuizen in de stad Antwerpen is reëel.

In verschillende gemeenten binnen de provincie Limburg en in de stad Turnhout werden reeds politiereglementen op motoclubhuizen ingevoerd.

De stad Antwerpen heeft de plicht toe te zien op de veiligheid van haar inwoners.

Ten einde te voorkomen dat ook criminele motorbendes zich op het grondgebied van de stad Antwerpen vestigen en/of hier bijeenkomsten organiseren, dienen er voorwaarden opgenomen te worden in de Code van politiereglementen.

Door het opnemen van voorwaarden in de Code van politiereglementen worden zowel motorbendes, als gelijkaardig hiërarchisch gestructureerde straatbendes die zich inlaten met criminele activiteiten, geweerd uit de stad en wordt het risico op openbare ordeverstoring, met inbegrip van overlast, verkleind.

Ook wanneer de criminele activiteiten van de motorclub zich in Nederland blijven ontplooien, zijn de clubs ingevolge de uitgesproken verboden genoodzaakt hun bijeenkomsten, “clubavonden”, in België te organiseren. De organisatie van clubavonden in de stad Antwerpen gaat gepaard met een risico op verstoring van de openbare orde en overlast veroorzaakt door het aan- en afrijden van lawaaierige voertuigen, ’s nachts en overdag, wildparkeren, geluidsoverlast, enzovoort. Om deze reden spitsen de voorwaarden die worden ingevoerd zich toe op activiteiten die doorgaan in een clubhuis. Dergelijke voorwaarden, waaronder ook het verbod een bijeenkomst van de motorclub te laten doorgaan na 22.00 uur ’s avonds en 5.00 uur ’s morgens, zijn noodzakelijk ter vrijwaring van de openbare rust en veiligheid. 

Juridische grond

Artikel 135 §2 Nieuwe Gemeentewet

De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.

Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd:

  1. Alles wat verband houdt met een veilig en vlot verkeer op openbare wegen, straten, kaden en pleinen, hetgeen omvat de reiniging, de verlichting, de opruiming van hindernissen, het slopen of herstellen van bouwvallige gebouwen, het verbod om aan ramen of andere delen van gebouwen enig voorwerp te plaatsen dat door zijn val schade kan berokkenen, of om wat dan ook te werpen dat voorbijgangers verwondingen of schade kan toebrengen of dat schadelijke uitwasemingen kan veroorzaken; voor zover de politie over het wegverkeer betrekking heeft op blijvende of periodieke toestanden, valt zij niet onder de toepassing van dit artikel.
  2. Het tegengaan van inbreuken op de openbare rust, zoals vechtpartijen en twisten met volksoploop op straat, tumult verwekt in plaatsen van openbare vergadering, nachtgerucht en nachtelijke samenscholingen die de rust van de inwoners verstoren.
  3. Het handhaven van de orde op plaatsen waar veel mensen samenkomen, zoals op jaarmarkten en markten, bij openbare vermakelijkheden en plechtigheden, vertoningen en spelen, in drankgelegenheden, kerken en openbare plaatsen.
  4. Het toezicht op een juiste toemeting bij het slijten van waren (waarvoor meeteenheden of meetwerktuigen gebruikt worden) en op de hygiëne van openbaar te koop gestelde eetwaren.
  5. Het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden.
  6. Het verhelpen van hinderlijke voorvallen waartoe rondzwervende kwaadaardige of woeste dieren aanleiding kunnen geven.
  7. Het nemen van de nodige maatregelen, inclusief politieverordeningen, voor het tegengaan van alle vormen van openbare overlast.

Aanleiding en context

Op 17 mei 2005 (jaarnummer 1202) keurde de gemeenteraad de code van gemeentelijke politiereglementen van de stad Antwerpen goed. Inbreuken op de code van gemeentelijke politiereglementen kunnen sindsdien gesanctioneerd worden met administratieve sancties waaronder een administratieve geldboete.

Deze code van politiereglementen werd later nog verscheidene keren gewijzigd. De nieuwe gecoördineerde versie werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 december 2013 (jaarnummer 753). De laatste wijziging werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 juni 2019 (jaarnummer 430).

Adviezen

Advies 9 jeugdraden Gunstig advies

Beleidsdoelstellingen

2 - Veilige stad
1SVG06 - De zonale veiligheidspartners maken maximaal gebruik van hun bevoegdheden om, samen met andere partners, de openbare orde te waarborgen en overlast te voorkomen, te verminderen of te bestrijden
2 - Veilige stad
1SHO02 - De zonale veiligheidspartners maken maximaal gebruik van hun bevoegdheden om, samen met andere partners, de openbare orde te waarborgen en overlast te voorkomen, verminderen of bestrijden

Besluit

De gemeenteraad keurt bij monde van de fractievoorzitters volgend besluit goed.
Stemden ja: N-VA, Groen, sp.a, Vlaams Belang, CD&V, Open VLD en raadslid Khadija Chennouf.
Stemden nee: PVDA. 

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de wijzigingen aan de code van politiereglementen goed.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.