Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2019117988 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV Covestro met als adres Scheldelaan 420 te 2040 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: |
NV Covestro met als adres Scheldelaan 420 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Scheldelaan 420 te 2040 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 16 sectie D nrs. 81/2 T, 81/2 S, 81/2 Y, 81/2 S2, 81/2 W2, 82/2 D, sectie F nrs. 234L, 234K2, 234P, 234K, 234C2, 234F2, 234C, 234S2, 235A, 239D, 241G, 241P2, 241R2, 241M2, 241V, 241H3, 241L3, 241B3, 241A3 en 241F3 |
Inrichtingsnummer: |
20180907-0076 (Covestro NV) |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
Het bouwen van een nieuwe peroxide-opslagplaats en een verandering van de exploitatie |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- Op 20 maart 2002 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/2001/B/0093 – 20011520) voor het oprichten van een nieuwe opslagplaats;
- Op 17 november 2006 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/2006/B/0137 – 2006100383) voor het bouwen van een Vazo-gebouw.
Huidige toestand
Het bestaande gebouw werd vergund op 17 november 2006 maar werd, volgens de nota toegevoegd bij de aanvraag, gewijzigd ten aanzien van de vergunde toestand uitgevoerd. Met de sloop van het gebouw wordt deze toestand ongedaan gemaakt. De verhardingen die rond het gebouw aangelegd zijn maar niet vergund werden, worden met voorliggende aanvraag geregulariseerd.
Inhoud van de aanvraag
- Afbraak van een gebouw;
- Bouw van een nieuw gebouw op dezelfde locatie;
- Regularisatie van verhardingen.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 10 maart 2016 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning aan Covestro nv voor de verdere exploitatie en verandering van een chemisch bedrijf, voor een termijn verstrijkend op 10 maart 2036. Nadien werden nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen van het chemisch bedrijf.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft hoofdzakelijk de verandering van de opslagplaats van peroxide-initiatoren.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
16.3.1° |
koelinstallaties, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een gezamenlijke hoeveelheid van meer dan 2.000 ton CO2–equivalent; |
9.087,82 ton CO2–equivalent |
16.3.2°b) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; |
+38 kW |
17.2.2. |
VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden gelijk aan of groter dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 6, delen 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel als vermeld in noot 4 bij bijlage 6, deel 1 en deel 2. |
Verplaatsing Seveso-stoffen |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Havenbedrijf Antwerpen - milieu |
18 november 2019 |
/ |
Geen advies ontvangen |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en –voor de wegenis ten noorden van de aanvraag - Gebied voor verkeers- en vervoerinfrastructuur. Parallel hieraan lopen overdrukken met als aanduiding Hoogspanningsleiding, Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur en Leidingstraat. Het Kanaaldok B1 ten oosten van de aanvraag heeft als bestemming Gebied voor waterweginfrastructuur.
Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet – Lillo – Liefkenshoek van toepassing met bestemmingen Hoogspanningsleiding en overdrukken Op te heffen hoogspanningsleiding en Gebied met gebruiksbeperkingen
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
Er werd een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd voor het aspect hergebruik en infiltratie. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.
De afwijking op het aspect hergebruik wordt gevraagd daar er geen mogelijkheden zijn voor het hergebruik van hemelwater. Het hemelwater dat op de daken valt, zal grotendeels kunnen infiltreren in de steenslagzone ten zuiden van het gebouw.
Het hemelwater dat valt op het dak van “opslag peroxide 1” en op de verhardingen zal worden geleid naar de straatkolken die afvoeren naar het Kanaaldok. De aanvrager vraagt een afwijking op het aspect infiltratie met als motivatie de hoge grondwaterstand, de beperkte ruimte tussen de bestaande en nieuwe (ondergrondse) installaties en het behoud van een optimale draagkracht van de ondergrond.
De afwijkingsaanvraag kan gunstig worden geadviseerd.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid – visueel-vormelijke elementen
Centraal op een grootschalig industrieterrein wordt een bestaand gebouw, dat niet meer voldoet aan de huidige eisen, gesloopt. De verharding in asfalt gelegen aan de noord- en westzijde van het gebouw, wordt mee uitgebroken. Op quasi dezelfde locatie wordt een nieuw gebouw met dezelfde functie, namelijk koeling voor de opslag van peroxides, opgericht.
De oppervlakte van het nieuwe gebouw bedraagt 109 m² en bestaat uit drie te onderscheiden delen. Meest oostelijk bevindt zich de “opslag peroxide initiator 1”. Dit onderdeel wordt volledig opgetrokken in sandwichplaten en heeft een hoogte van circa 3 meter.
Daarnaast bevindt zich de “opslag peroxide initiator 2” met een hoogte van circa 5 meter. De wanden zijn volledig opgetrokken uit beton waarrond een isolatieschil wordt aangebracht in sandwichpanelen.
De hal van de voormenging (aan de westzijde) heeft een hoogte van bijna 7 meter en is opgebouwd als staalstructuur bekleed met geprofileerde metaalplaat.
De betonplaatverhardingen ten zuiden en westen van het gebouw blijven behouden en worden op deze manier geregulariseerd. Idem voor de asfaltverharding ten noorden en oosten van het gebouw. Ter hoogte van de “opslag peroxide initiator 1” wordt een nieuwe betonplaat gelegd met een oppervlakte van 41 m². Langs de westzijde van de hal van de voormenging wordt nieuwe verharding in asfalt (51 m²) en in beton (8 m²) aangelegd. De aansluitingen op de interne wegenis blijven behouden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
In het polyetherbedrijf van Covestro worden meerdere types polyethers en polymeerpolyol vervaardigd. Polymeerpolyolen worden bekomen door de polymerisatie van styreen en acrylonitrile tot copolymeren in een polyolmidden door middel van peroxide initiatoren.
Deze peroxide-initiatoren worden opgeslagen in het bestaande initiator opslaggebouw (gebouw 9253) dat deel uitmaakt van het bedrijfstankenpark polyether. Covestro wil het bestaande gebouw 9253 vervangen door een nieuw gebouw op ongeveer dezelfde locatie. De opslaghoeveelheden worden niet veranderd, maar het betreft een verplaatsing van:
- 2 ton peroxide-initiator (1) als vloeistof in verplaatsbare recipiënten;
- 22 ton peroxide-initiator (2) als vloeistof in IBC’s;
- 4 ton peroxide-initiator (2) in een tank.
De opslag van perioxide-initiatoren in verplaatsbare recipiënten en IBC’s gebeurt op een vloeistofdichte vloer die afwatert naar een goot die 10% van de inhoud van al de recipiënten kan opvangen. In geval van een lek zal een gespecialiseerde firma ingeschakeld worden om de goot leeg te zuigen.
De opslag van 4 m³ perioxide-initiator (2) in een houder was eerder gepland nabij het tankenpark 9274, maar wordt nu voorzien in gebouw 9253. Het betreft een enkelwandige houder (voorvulvat, TA03-BA010) met overvulbeveiliging die op een vloeistofdichte houder wordt geplaatst met afwatering naar een goot. Mogelijke lekvloeistoffen worden in de bedrijfsinterne afvalwaterzuiveringsinstallatie verwerkt.
Om de kwaliteit van het product te behouden wordt er een koeling voorzien met een geïnstalleerde drijfkracht van 54 kW. De koeling van 16 kW bij het tankenpark 9274 wordt niet uitgevoerd gelet op de verplaatsing van houder TA03-BA010. De totaal geïnstalleerde drijfkracht voor indelingsrubriek 16.3.2.b zal 18.998,6 kW bedragen in de beoogde situatie.
Het bedrijf is een hogedrempel Seveso-inrichting. De voorgestelde veranderingen werden afgetoetst bij het team Externe veiligheid van het departement Omgeving. Op 4 oktober 2019 oordeelde het team Externe veiligheid dat er geen veiligheidsnota voor onderhavig project moet opgesteld worden.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
16.3.1° |
koelinstallaties, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een gezamenlijke hoeveelheid van meer dan 2.000 ton CO2–equivalent; |
9.087,82 ton CO2–equivalent |
16.3.2°b) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; |
+38 kW |
17.2.2. |
VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden gelijk aan of groter dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 6, delen 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel als vermeld in noot 4 bij bijlage 6, deel 1 en deel 2. |
Verplaatsing Seveso-stoffen |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
13 november 2019 |
Start openbaar onderzoek |
20 november 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
19 december 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
2 januari 2020 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
20 november 2019 |
19 december 2019 |
0 |
0 |
0 |
1 |
Tijdens het openbaar onderzoek werd via het omgevingsloket een bezwaarschrift ingediend door Fluxys Belgium. Met dit bericht reageert Fluxys op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. Men heeft geen bezwaar tegen het gevraagde project.
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft |