Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019135747 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer mohamed achahbar met als adres De Manstraat 17 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: |
De Manstraat 17 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 29sectie A nr. 598W28 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
isoleren en schilderen van de voorgevel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 08/03/1960: vergunning (627#19622) voor een verbouwing;
- 04/07/2019: proces verbaal (11002_2019_9794) voor voorgevel werken uitvoeren zonder voorafgaandelijke schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en schepenen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning met 3 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;
- op het gelijkvloers een inkom links en garagepoort rechts;
- de gevel werd bepleisterd in witte kleurstelling, het schrijnwerk werd uitgevoerd in donkerkleurig hout.
Huidige en gewenste toestand
- de voorgevel werd geïsoleerd (4cm), bepleisterd en geschilderd in grijze kleurstelling;
- het schrijnwerk werd vervangen door PVC in donkergrijze kleurstelling;
- de garagepoort werd vervangen door een raampartij.
Inhoud van de aanvraag
- isoleren van de voorgevel (pakket 4cm);
- schilderen van de voorgevel in grijze kleurstelling;
- recht maken van de dorpel naar de voormalige garage en verwijderen van de garagepoort;
- vervangen van het schrijnwerk.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
6 november 2019 |
12 november 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de artikels 6, 11 en 12 van de bouwcode. Dit wordt besproken in onderstaande paragrafen. Er zijn geen gegronde redenen om afwijkingen toe te staan op de voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de De Manstraat.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. De voorgevel wordt gewijzigd. De bestaande garagepoort wordt vervangen door een raampartij. De garage kan hierdoor niet meer als parkeerplaats gebruikt worden. Er verdwijnt door de verbouwing 1 parkeerplaats. Deze worden bijgeteld bij de parkeerbehoefte. De werkelijke parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
De aanvraag vervangt de bestaande garagepoort door een raampartij, maar deze wordt onvoldoende uitgewerkt als een levendige plint waardoor de aanvraag dient te worden geweigerd.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
|
|
Omdat de bestaande garage verdwenen is en er in de plaats geen levendige plint werd gecreëerd, wordt er niet voldaan aan de vereiste leefkwaliteit volgens de bouwcode (zie verder).
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De werken beperken zich aan het bestaande en vergunde volume en beogen geen aanpassing van het aantal woongelegenheden waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.
Visueel-vormelijke elementen
De bouwheer wenst het isoleren en bepleisteren van de voorgevel te regulariseren.
Het na-isoleren van de gevels is vanuit stedenbouwkundig oogpunt principieel aanvaardbaar.
Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt er immers bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd.
De stad Antwerpen hanteert echter een afwegingskader op aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor buitengevelisolatie. Bij een gunstig advies tot plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14cm uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet.
Daarnaast dient er, om vervlakking van het straatbeeld tegen te gaan en vanuit de zorg voor de architecturale kwaliteit, aandacht besteed aan een aantal ontwerpdetails bij het opnieuw bepleisteren van de gevel. Concreet dienen de afmetingen van de raamopeningen behouden te blijven, moeten de dorpels steeds evenveel uit het vernieuwde gevelvlak springen als in bestaande toestand het geval is en moet er gebruik worden gemaakt van hoekprofielen voor het pleisterwerk die niet zichtbaar zijn in de gevel.
In voorliggende aanvraag werd slechts 4 cm isolatie aangebracht, in plaats van het vooropgestelde pakket van 14cm dat algemeen wordt gehanteerd door de stad. De oorspronkelijke dorpels werden behouden, waardoor deze amper uit het vernieuwde gevelvlak springen en bijgevolg het gevel- en straatbeeld vervlakt. Ook de oorspronkelijke plint bleef bewaard. Dit heeft onderaan de gevel een vreemde verspringing in dikte tot gevolg die afbreuk doet aan het gevelbeeld en niet getuigt van een uitvoering conform de zogenaamde ‘regels van de kunst’. Een dergelijke uitvoering verhoogt immers het risico op waterschade en koudebruggen, wat onaanvaardbaar is.
De huidige gevelafwerking bestaande uit grijze gevelpleister wijkt af van artikel 11 van de bouwcode. Omwille van de stedelijke opwarming en de beeldkwaliteit dienst een lichte kleurstelling van bepleisterde gevels nagestreefd te worden in stedelijk gebied. In geval van een vergunning zal als voorwaarde worden opgelegd een lichtgrijze kleurstelling te hanteren.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag betreft het regulariseren van het vervangen van de garagepoort door een raamgeheel. Op de bijgevoegde plannen staat het nieuwe buitenschrijnwerk opgetekend als te openen richting het plafond en wordt vermeld dat de achterliggende ruimte nog steeds als garage gebruikt wordt. Uit het fotomateriaal van het bijgevoegde proces verbaal (11002_2019_9794) blijkt echter dat het raamgeheel in werkelijkheid rechts over een klassieke deur beschikt die niet werd opgetekend op de plannen. Voorts lijkt op de foto’s het raamwerk links vast uitgevoerd. Ook de schuine dorpel werd vervangen en recht uitgevoerd met een opstand van 15 cm ten opzichte van het voetpad, dit gegeven werd dan weer wel opgetekend op de snede. Hieruit kunnen we concluderen dat de achterliggende ruimte niet meer dienst kan doen als garage, wagens kunnen de ruimte immers niet meer binnen rijden. De aanvraag bevat bijgevolg tegenstrijdige gegevens en kan niet ten gronde worden beoordeeld.
Door het verwijderen van de garage is artikel 12 ‘Levendige plint’ van de bouwcode van toepassing. Het gelijkvloers van een gebouw dat aan de openbare weg grenst, moet aan de straatzijde een verblijfsruimte bevatten met een raamopening aan de straatzijde zodat een regelmatig contact tussen de gebruiker(s) van het gebouw en de straat mogelijk is. De garagepoort werd verwijderd en vervangen door een raampartij met diffuus glas. Er is dus geen sprake van een levendige plint, wat onaanvaardbaar is.
Aangezien de achterliggende ruimte, zoals hierboven gesteld, niet meer als garage kan gebruikt worden, kan deze conform artikel 25 ‘Toegankelijkheid van de functie’ van de bouwcode wel worden ingericht als een fietsenberging. Bij woningen met een gevelbreedte van minder dan 5 meter kan dit worden toegelaten indien kan aangetoond worden dat er nog voldoende contact tussen de woning en de straat is.
De woning voldoet door het ontbreken van een levendige plint niet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De uitgevoerde verbouwingswerken zijn storend voor de omgeving en niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats. De aanvraag moet worden geweigerd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met de stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
10 oktober 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
6 november 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
5 januari 2020 |
Verslag GOA |
17 december 2019 |
naam GOA |
Katrine Leemans |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.