Terug

2019_CBS_00027 - Omgevingsvergunning - OMV_2018123369. Van Loenoutstraat 7. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 04/01/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Caroline Bastiaens, schepen; Marc Van Peel, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_00027 - Omgevingsvergunning - OMV_2018123369. Van Loenoutstraat 7. District Deurne - Goedkeuring 2019_CBS_00027 - Omgevingsvergunning - OMV_2018123369. Van Loenoutstraat 7. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018123369

Gegevens van de aanvrager:

Kristina en Kurt Warmoeskerken - Marx met als adres Van Loenoutstraat 7 te 2100 Deurne  (Antwerpen)

Ligging van het project:

Van Loenoutstraat 7 te 2100 Deurne  (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 30sectie A nr. 453C2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          01/01/1946: vergunning (329#18844) voor een verbouwing;

-          01/01/1956: vergunning (627#16965) voor een verbouwing.

Laatst vergunde toestand

-          eengezinswoning bestaande uit twee bouwlagen onder plat dak;

-          tegen de achterste perceelgrens is er een werkplaats voorzien.

Bestaande toestand

-          de bestaande toestand wijkt af op de plannen van de laatst vergunde toestand met betrekking tot de uitbreiding van de veranda tegen de rechter perceelgrens;

-          de afbraak van de voorgevel en het volume van de werkplaats tegen de linker perceelgrens.

Inhoud van de aanvraag

-          afbraak van de achterbouw op het gelijkvloers en gedeeltelijk op de eerste verdieping;

-          voorzien van een nieuw gelijkvloers volume inclusief patio met een bouwdiepte van 14,86 meter en een kroonlijsthoogte van  3,52 meter;

-          de bouwdiepte tegen de linker perceelgrens op de eerste verdieping wordt beperkt tot 11,25 meter met behoud van de kroonlijst van 5,72 meter;

-          ophogen van de linker en rechter scheimuur in functie van de nieuwe aanbouw;

-          de gelijkvloerse achtergevel wordt uitgevoerd in lichtgrijs metselwerk met houten dakrand voorzien van aluminium buitenschrijnwerk;

-          op de verdieping worden lichtgrijze ruitleien voorzien;

-          inrichten van een groendak op de nieuwe gelijkvloerse achterbouw;

-          de voorgevel blijft ongewijzigd;

-          de voormalige werkplaats in de achtertuin wordt ingericht als tuinkamer uitgevoerd met een houten gevelbekleding. 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 21 Minimale hoogten van ruimten: de binnenhoogte van de keuken is lager dan 2.60 meter;
  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: de opstand ter hoogte van de nieuwe achterbouw bedraagt slechts 0,10 meter < 0,30 meter;
  • Artikel 43 Septische putten: de inhoud staat niet vermeld op de plannen. Deze moet minimaal 2000 liter bedragen.
     

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode. 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 21 ‘minimale hoogten van ruimten’. De binnenhoogte in de keuken is +/- 2.31 meter wat afwijkt van de minimaal vereiste 2.60 meter. Echter is het plafond de bestaande en te behouden vloerplaat van de bovenliggende badkamer. Tevens wordt voorzien in grote raampartijen aan de achtergevel en de patio waardoor de leefkwaliteit  gegarandeerd kan worden. Zodoende is een afwijking aanvaardbaar.

 

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 34 ‘scheimuren’. De dakopstand is lager dan de vereiste 0.30 meter. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Wel voorzien de plannen in een onbrandbare strook rondom het nieuwe plat dak, maar de afmetingen en de brandweerstand zijn niet helemaal duidelijk. Daarom wordt als voorwaarde opgelegd dat deze 0.30 meter kan bekomen worden door het dakpakket ter hoogte van de scheimuur minder dik uit te voeren, of het volledig dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uit te voeren, mits een binnenhoogte van minstens 2.60 meter gegarandeerd blijft. Er kan ook geopteerd worden voor een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 0.30 meter breed tussen de vegetatie van het groendak en de scheidingsmuur. Een verhoging van de scheimuur is eveneens een oplossing. Echter dit maakt het voorwerp uit van een nieuwe bevraging van de omwonenden, waarvoor in dat geval een nieuwe bouwaanvraag moet worden ingediend.

 

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 43 ‘septische putten’. De dimensionering van de septische put is niet vermeld. Als voorwaarde wordt opgelegd dat deze minstens 2000 liter moet bedragen, conform bouwcode.

 

Functionele inpasbaarheid

Door het verbouwen van deze eengezinswoning wijzigt de vergunde woonfunctie niet.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De afbraak en vernieuwing van de gelijkvloerse aanbouw, met oog op het creëren van een ruime eetplaats met binnenpatio en keuken, verhoogt de woonkwaliteit aanzienlijk. De afbraak en vernieuwing van de aanbouw op de eerste verdieping, met oog op een nieuwe badkamer met daktuin, is eveneens aanvaardbaar. Het afbreken van de voormalige diamantwerkplaats in de achtertuin en deels heropbouwen tot wintertuin verhoogt de gebruikskwaliteit van de tuin.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel blijft ongewijzigd. In de achtergevel is het voorgestelde lichtgrijs metselwerk met houten dakrand en alu schrijnwerk aanvaardbaar. 

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits voldaan aan de voorwaarden voldoet de aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      met oog op beperken van brandoverslag, conform bouwcode artikel 34 punt 3.3, kan de dakopstand van 0.30 meter bekomen worden door het dakpakket ter hoogte van de scheimuur minder dik uit te voeren, of het volledig dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uit te voeren, mits een binnenhoogte van minstens 2.60 meter gegarandeerd blijft. Er kan ook geopteerd worden voor een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 0.30 meter breed tussen de vegetatie van het groendak en de scheidingsmuur;

2.      de septische put moet minstens 2000 liter bedragen, conform bouwcode artikel 43;

3.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

31 oktober 2018

Volledig- en ontvankelijk

22 november 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

21 januari 2019

Verslag GOA

27 december 2018

naam GOA

Helia Dezhpoor

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      met oog op beperken van brandoverslag, conform bouwcode artikel 34 punt 3.3, kan de dakopstand van 0.30 meter bekomen worden door het dakpakket ter hoogte van de scheimuur minder dik uit te voeren, of het volledig dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uit te voeren, mits een binnenhoogte van minstens 2.60 meter gegarandeerd blijft. Er kan ook geopteerd worden voor een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 0.30 meter breed tussen de vegetatie van het groendak en de scheidingsmuur;

2.      de septische put moet minstens 2000 liter bedragen, conform bouwcode artikel 43;

3.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.