Het districtscollege bepaalt het aantal raden en het aantal commissiezittingen, evenwel rekening houdende met het minimum aantal raadszittingen van tien per jaar.
Artikel 17 van het Decreet over het lokaal bestuur legt het principe vast dat de raadsleden een presentiegeld ontvangen op kosten van hun gemeente. Deze artikels zijn ook van toepassing op de districten (artikel 154 § 1 derde lid van het Decreet voor het lokaal bestuur), met dien verstande dat de districtsraad in de plaats treedt van de gemeenteraad.
De gemeenteraad besliste op 19 februari 2001 (jaarnummer 342) het bedrag van de presentiegelden met ingang van 1 januari 2001 vast te stellen op 3.036 BEF (75,26 EUR).
De gemeenteraad besliste op 21 oktober 2002 (jaarnummer 2307) om de kredieten van de zitpenningen te decentraliseren.
De zitpenningen voor de districtsraadsleden vallen ten laste van het district.
In het eerst kwartaal 2019 gaat het om 126 zitpenningen, voor een totaal bedrag van 9.482,76 EUR.
De financiële gevolgen voor het eerste kwartaal 2019 kunnen verrekend worden op de doelstelling 1TAN050302 “De mandatarissen van het district krijgen voldoende, correcte en efficiënte ondersteuning”. Hierop is een exploitatiebudget van 57.000,00 EUR voorzien in 2019.
Het beschikbaar budget op budgetpositie 62 van deze doelstelling bedraagt 57.000,00 EUR.
Het districtscollege keurt de presentiegelden voor de districtsraads- en commissiezittingen van het eerste kwartaal van 2019 goed.
De financieel directeur verleent zijn visum en regelt de financiële aspecten als volgt:
Omschrijving | Bedrag | Boekingsadres | Bestelbon |
Presentiegelden Antwerpen |
9.482,76 EUR | budgetplaats: 5000100000 budgetpositie: 6200 functiegebied: 1TAN050302A00000 subsidie: SUB_NR fonds: INTERN begrotingsprogramma: 1AN070110 budgetperiode: 1900 |
Betaald via weddesysteem van de stad Antwerpen |