Terug
Gepubliceerd op 07/01/2020

2020_CBS_00023 - Omgevingsvergunning - OMV_2019135242. Vosstraat 46 . District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
ma 06/01/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_00023 - Omgevingsvergunning - OMV_2019135242. Vosstraat 46 . District Borgerhout - Goedkeuring 2020_CBS_00023 - Omgevingsvergunning - OMV_2019135242. Vosstraat 46 . District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019135242

Gegevens van de aanvrager:

de heer Koon Tang met als adres Korte Zoutstraat 51 te 9300 Aalst

Ligging van het project:

Vosstraat 46 te 2140 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 26sectie B nr. 858G3

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van verbouwingen aan een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          19/03/1975: vergunning (179#7467) voor het bouwen van een tweede verdieping;

-          1/1/1957: vergunning (179#4383) voor een nieuwbouw.

Vergunde toestand

-          meergezinswoning van 3 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing, ingericht met 2 woonentiteiten.

Huidige toestand

-          meergezinswoning van 3 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing, ingericht met 3 woonentiteiten en voorzien van een aangebouwde, gelijkvloerse veranda plus een terras op de 1ste verdieping.

Gewenste toestand (deels gerealiseerd)

-          regularisatie van een verbouwde meergezinswoning van 3 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing, ingericht met 2 woonentiteiten en voorzien van een gelijkvloerse aanbouw en een gewijzigd terras op de 1ste verdieping.

 

Inhoud van de aanvraag

-          regulariseren van een meergezinswoning;

-          het gelijkvloers werd voorzien van een aanbouw tot op 19m diep en ingericht als appartement met 1 slaapkamer;

-          de 1ste en 2de verdieping werden terug samengevoegd tot een duplex met 2 slaapkamers;

-          centraal achteraan op de 1ste verdieping werd een dakterras aangelegd;

-          er werd een hemelwaterput voorzien;

-          de voorgevel bestaat uit een rode gevelsteen en zwart gelakt, houten buitenschrijnwerk.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

21 november 2019

28 november 2019

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

21 november 2019

2 december 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    • De scheidingsmuren van het nieuw plat dak hebben geen opstand van minstens 30cm ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak;
    • De zichtbaar blijvende onderdelen van de scheidingsmuur zijn, zoals zichtbaar op de foto’s niet volgens de regels der kunst afgewerkt: Aan de linkerkant is naast de betonnen tuinafsluiting een muur op getrokken en voorzien van een deksteen waartegen nog een hoger opgaande muur is opgetrokken. Aan de rechterkant is de scheidingsmuur opgetrokken boven de deksteen, mét behoud van de deksteen.
  • Artikel 38 Groendaken:
    • Het nieuw, plat dak werd niet als een groendak aangelegd.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat het regulariseren van een aanbouw op het gelijkvloers. Het pand werd vergund met twee wooneenheden. In de bestaande toestand werden drie wooneenheden voorzien. De voorliggende aanvraag brengt het aantal woongelegenheden terug tot twee, waarbij de 1ste en 2de verdieping werden samengevoegd. Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Vosstraat.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De bestaande veranda achteraan wordt gesloopt en vervangen door een volwaardige uitbouw. De bouwdiepte op het gelijkvloers wordt daardoor perceelsbreed verdiept tot 19 m. Een bouwdiepte van 19 m is in voorliggende aanvraag ruimtelijk aanvaardbaar wegens de voorziene hoogte en de beperkte impact naar de aanpalende percelen toe. Bovendien is de achtertuin met een diepte van 11 m voldoende diep en wordt er in de voorliggende aanvraag een kwaliteitsvolle woongelegenheid gecreëerd op het gelijkvloers.

Op de 1ste verdieping wordt de vergunde bouwdiepte van 14 m perceelsbreed uitgebreid met een wc. Een dakterras wordt toegevoegd aan de achterzijde, waarvan een klein gedeelte inpandig wordt voorzien. Op de 2de verdieping wordt de bouwdiepte niet gewijzigd.

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan worden ingestemd met het bouwvolume zoals voorgesteld. Er worden geen storende effecten verwacht inzake de schaal en het ruimtegebruik van het hoofdvolume.

 

Achteraan werd een tuinberging toegevoegd. Deze tuinberging is niet opgetekend in de plannen van de laatst vergunde toestand (19/03/1975). Er wordt in de voorliggende aanvraag te weinig informatie gegeven aangaande het tuinhuis om een kwalitatieve en correcte beoordeling te kunnen maken. Bijgevolg wordt het tuinhuis achteraan uitgesloten uit de vergunning.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel van de aanvraag wordt niet gewijzigd. Het straatbeeld wordt niet aangetast. De achtergevel wordt op de bovenste twee verdiepingen voorzien in een rode gevelsteen met ramen in zwart gelakt hout. De uitbouw achteraan het gelijkvloers wordt voorzien van een grijze gevelbeplating. De gewenste materialen zijn toelaatbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De eetkamer die zich in het midden van het gelijkvloers bevindt, krijgt voldoende lichtinval door de dakkoepel in de keuken en de twee hoge ramen die aansluiting geven op de tuin. Lucht wordt in de eetkamer ook door deze ramen gecreëerd.

Het dakterras op de 1ste verdieping veroorzaakt geen hinder inzake privacy en is voldoende veilig door het voorzien van een borstwering.

 

Op het gelijkvloers worden drie fietsstalplaatsen voorzien in de inkomhal. Deze fietsstalplaatsen zijn niet verplicht, maar worden toch als gunstig beschouwd. Echter worden twee van de drie fietsstalplaatsen aan het trapuiteinde van de trap naar unit twee geplaatst. Verwacht wordt dat de fietsstalplaats die het dichts tegen de trapuiteinde staat, als hinderlijk wordt bevonden voor de gebruikers van unit 2. Dit wordt echter niet als voorwaarde in de vergunning opgenomen aangezien het plaatsen van fietsstalplaatsen niet verplicht is in de voorliggende aanvraag.

 

Beide wooneenheden werden kwalitatief ingericht en voldoen, mits voldaan aan de opgelegde voorwaarden, aan de actuele eisen inzake hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      tussen de scheidingswand en het groendak op het platte dak van de uitbouw achteraan het gelijkvloers dient een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed aanwezig te zijn;

3.      de scheidingsmuren (zowel links als rechts) van de uitbouw achteraan het gelijkvloers conform artikel 34 van de bouwcode te voorzien én volgens de regels van de kunst:

-          aan de linkerkant, ter hoogte van de scheidingsmuur, de betonnen tuinafsluiting te verwijderen en de naastgelegen muur op te trekken gelijk met de nog hoger opgaande muur;

-          aan de rechterkant de deksteen te verwijderen;

-          aan beide kanten de zichtbaar blijvende onderdelen van de scheidingsmuur esthetisch verantwoord af te werken in samenspraak met de buren.

4.      het platte dak van de uitbouw achteraan het gelijkvloers te voorzien van een groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

Uitsluitingen

6.      het tuinhuis achteraan het perceel.

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

28 oktober 2019

Volledig- en ontvankelijk

21 november 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

20 januari 2020

Verslag GOA

27 december 2019

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      tussen de scheidingswand en het groendak op het platte dak van de uitbouw achteraan het gelijkvloers dient een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed aanwezig te zijn;

3.      de scheidingsmuren (zowel links als rechts) van de uitbouw achteraan het gelijkvloers conform artikel 34 van de bouwcode te voorzien én volgens de regels van de kunst:

-          aan de linkerkant, ter hoogte van de scheidingsmuur, de betonnen tuinafsluiting te verwijderen en de naastgelegen muur op te trekken gelijk met de nog hoger opgaande muur;

-          aan de rechterkant de deksteen te verwijderen;

-          aan beide kanten de zichtbaar blijvende onderdelen van de scheidingsmuur esthetisch verantwoord af te werken in samenspraak met de buren.

4.      het platte dak van de uitbouw achteraan het gelijkvloers te voorzien van een groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

Uitsluitingen

6.      het tuinhuis achteraan het perceel.

 

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.