Terug
Gepubliceerd op 03/02/2020

2020_CBS_00777 - Omgevingsvergunning - OMV_2019126564. Klein Hagelkruis 56. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 31/01/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen; Karim Bachar, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_00777 - Omgevingsvergunning - OMV_2019126564. Klein Hagelkruis 56. District Ekeren - Goedkeuring 2020_CBS_00777 - Omgevingsvergunning - OMV_2019126564. Klein Hagelkruis 56. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019126564

Gegevens van de aanvrager:

Patrick Driessens met als adres Klein Hagelkruis 56 te 2180 Antwerpen

Ligging van het project:

Klein Hagelkruis 56 te 2180 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 35sectie F nr. 659H

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

isoleren van voorgevel en bekleden met crepi

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          31/01/1956: vergunning (802#6897) voor het uitvoeren van veranderingswerken.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          eengezinswoning in rijbebouwing, met weliswaar een onbebouwde doorgang op eigen terrein aan één zijde, bestaande uit 2 bouwlagen onder zadeldak en waarbij de voorgevel bestaat uit:

  • rode gevelsteen;
  • tussen 1ste en 2de bouwlaag en onderaan een witte plint;
  • donkergrijs PVC schrijnwerk;

-          de voetpadbreedte bedraagt ter hoogte van de woning 2,50 meter.

Gewenste toestand

-          eengezinswoning in rijbebouwing, met weliswaar een onbebouwde doorgang op eigen terrein aan één zijde, met geïsoleerde en met pleister beklede voorgevel.

Inhoud van de aanvraag

-          het aanbrengen van isolatie (dikte: 13 cm) en 1 cm pleister, in een lichtgrijze kleur, op de voorgevel;

-          de plint wordt uitgevoerd in graniet, met een dikte van 1cm.

 

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 1-3A Hagelkruis en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 12 mei 1993. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone a voor woningen en openbare weg.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) en bijzondere plannen van aanleg (BPA) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgend(e) punt(en):

-          artikel 5.B.3 gevelmaterialen:

a.      Gevels, zichtbaar vanaf de openbare weg, het openbaar domein en de voor het publiek toegankelijke plaatsen:

  • bepleistering en/of schildering der gevels is verboden, behoudens voor vrijstaande gebouwen. De aanvraag betreft het isoleren en bepleisteren van de voorgevel van een woning in rijbebouwing, met weliswaar een onbebouwde doorgang op eigen terrein aan één zijde.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Er is geen gegronde reden om af te wijken van de geldende voorschriften.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt louter het isoleren en afwerken van de voorgevel van een vergunde eengezinswoning en gelet op de verenigbaarheid van laatstgemelde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van het van kracht zijnde Bijzonder Plan van Aanleg is sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat deze aanvraag betrekking heeft op werken die geen aanleiding geven tot de vermeerdering van het aantal woongelegenheden.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Er worden geen noemenswaardige wijzigingen voorzien aan het vergunde volume waardoor het advies inzake schaal en ruimtegebruik gunstig is.

 

Visueel-vormelijke elementen

De bouwheer wenst de voorgevel te isoleren en te bepleisteren. Het na-isoleren van de gevel is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar. Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd.

 

De aanvraag voorziet echter een afwerking door middel van pleister, hetgeen expliciet afwijkend is ten aanzien van de geldende voorschriften van het van kracht zijnde Bijzonder Plan van Aanleg; in essentie wordt enkel gevelsteen toegelaten. Gelet op het feit dat de onmiddellijk aansluitende bebouwing in zijn geheel enkel over vermelde of zeer gelijkaardige gevelsteen beschikt als afwerkingsmateriaal en dat geen aantoonbaar vergunde voorbeelden in pleisterwerk in de onmiddellijke omgeving te vinden zijn, kan geen gunstig advies verleend worden voor een afwerking door middel van gevraagde pleister. Wel kan in de eindbeoordeling worden opgelegd een afwerking te voorzien in zogenaamde steenstrips, in een kleur die harmonieert met de omgeving.

 

Om bijkomend de vervlakking van het straatbeeld tegen te gaan, dient er vanuit de zorg voor de architecturale kwaliteit aandacht besteed te worden aan een aantal ontwerpdetails bij het opnieuw afwerken van de gevel.

 

De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen tot omgevingsvergunning voor buitengevelisolatie. Bij een gunstig advies tot plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om de werken over de volledige en exacte dikte van 14 cm uit te voeren, gemeten inclusief het afwerkingsmateriaal. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet.

De arrière-corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens (in dit concrete geval enkel aan de rechterzijde) springt het gevelvlak terug en dit doorgaans over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die de percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail, eigen aan de stedelijke context, te behouden.

 

Het toepassen van buitengevelisolatie leidt tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat bestaande elementen in natuursteen (raamdorpel, plint, deksteen…) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen in natuursteen. Deze details hebben immers ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen. Indien er vóór het uitvoeren van de werken een plint aanwezig is, moet deze behouden blijven. Dit kan door de bestaande plint naar voren te plaatsen (en er achter isolatie aan te brengen) of de bestaande plint te vervangen door een nieuwe plint.

 

Concreet dienen de afmetingen van de raamopeningen en de arrière-corps behouden te blijven en moeten de blauwe hardstenen dorpels steeds evenveel uit het vernieuwde gevelvlak springen als in de bestaande toestand het geval is.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen:

Bij het plaatsen van buitengevelisolatie dient er aandacht besteed te worden aan een aantal voorwaarden in functie van het inpalmen van het openbaar domein.

 

Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel, moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel, op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein.

 

De inname van het openbaar domein is een dwingend criterium binnen het afwegingskader. Er moet na de werken voldoende ruimte overblijven zodat een vlot voetgangersverkeer mogelijk blijft. Er wordt gestreefd naar een obstakelvrije ruimte van 1,80 meter, waarbij 1,50 meter (exclusief boordsteen) wordt gehanteerd als absoluut minimum. Dit impliceert dat wanneer men zijn buitengevel langs de buitenzijde wenst te isoleren, er voor de aanvang van de werken een minimale obstakelvrije ruimte van 1,64 m (1,50 m obstakelvrije ruimte moet er overblijven na het uitvoeren van de werken met een dikte van 0,14 m) moet zijn, van aan de rooilijn tot aan de boordsteen. Deze minimale restbreedte is hier in dit geval aanwezig.

 

Wanneer de nieuwe constructie tot op het openbaar domein komt moet er rekening mee worden gehouden dat het voetpad in de toekomst hersteld kan worden zonder dat er aan de voorgevel ingrepen moeten gebeuren. Dit kan door de bestaande stoeptegel voor de werken weg te nemen en na de werken terug te plaatsen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale en exacte dikte van 14 centimeter;

2.      de arrière-corps te behouden en vrij te laten van enig materiaal en/of isolatie;

3.      de bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen;

4.      het uitzicht van de bestaande kroonlijst te behouden;

5.      de bestaande plint te behouden door deze te verplaatsen en na het uitvoeren van de werken voorbij het gevelmateriaal te laten uitsteken;

6.      de nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein zodanig dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden, los van herstelwerken aan de nieuwe constructie;

7.      wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein;

8.      de nieuwe afwerking van de gevel te voorzien in steenstrips en deze uit te voeren in een kleur die harmonieert met de gebouwde omgeving, zoals bijvoorbeeld rood of lichtbruin;

9.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

9 oktober 2019

Volledig- en ontvankelijk

25 oktober 2019

Start openbaar onderzoek

4 november 2019

Einde openbaar onderzoek

3 december 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

7 februari 2020

Verslag GOA

21 januari 2020

naam GOA

Brenda Dierckx

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

4 november 2019

3 december 2019

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale en exacte dikte van 14 centimeter;

2.      de arrière-corps te behouden en vrij te laten van enig materiaal en/of isolatie;

3.      de bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen;

4.      het uitzicht van de bestaande kroonlijst te behouden;

5.      de bestaande plint te behouden door deze te verplaatsen en na het uitvoeren van de werken voorbij het gevelmateriaal te laten uitsteken;

6.      de nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein zodanig dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden, los van herstelwerken aan de nieuwe constructie;

7.      wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein;

8.      de nieuwe afwerking van de gevel te voorzien in steenstrips en deze uit te voeren in een kleur die harmonieert met de gebouwde omgeving, zoals bijvoorbeeld rood of lichtbruin;

9.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.