Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019138120 |
Gegevens van de aanvrager: |
mevrouw Ann Vermylen met als adres De Moystraat 17 te 2018 Antwerpen en de heer Marc Vancoppenolle met als adres De Moystraat 17 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
De Moystraat 17 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 10sectie K nr. 1512Z2 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 22/02/1928: vergunning (1928#29225) voor binnenveranderingen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: wonen;
- volume:
- inrichting: burgerhuis;
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- functie: wonen;
- volume:
- inventaris onroerend erfgoed: vaststelling bouwkundig erfgoed (ID: 303811) Kunstenaarswoning Ferdinand Van Oudenhoven;
- inrichting: eengezinswoning;
- gevelafwerking: plint zwart-grijs geschilderd.
Gewenste toestand
- functie: ongewijzigd;
- volume: uitbouw gelijkvloers en 1ste verdieping rechtgetrokken, bouwdiepte circa 14m;
- inrichting: eengezinswoning met openingen in scheimuur naar links aanpalende woning;
- gevelafwerking: conform bestaande toestand.
Inhoud van de aanvraag
- het verbouwen van een eengezinswoning;
- het slopen van de bestaande entresol;
- het voorzien van een nieuwe dubbelhoge perceelsbrede achterbouw;
- het maken van openingen in de scheimuur naar de links aanpalende woning.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
10 december 2019 |
13 januari 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Opgemerkt wordt dat de aanvraag de dimensionering van de septische put niet vermeldt, waardoor de aanvraag strijdig is met artikel 43 van de bouwcode. Ook voorzien de nieuwe platte daken geen opstand van 30 cm t.o.v. het hoogst aangrenzende dakvlak conform artikel 34 van de bouwcode. Om in overeenstemming te komen met de bouwvoorschriften wordt in voorwaarden opgenomen om de dimensionering van de septische put conform artikel 43 van de bouwcode uit te voeren. En dient er bij afwezigheid van een opstand van 30 cm een strook in brandvrij materiaal van 30 cm te voorzien worden als alternatief.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft het verbouwen van een bestaande eengezinswoning. Deze functie blijft ongewijzigd en is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De oneven zijde van de De Moystraat wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door aaneengesloten burgerwoningen met 3 bouwlagen onder zadeldak. Achter het hoofdvolume zijn achterbouwen en entresols te vinden de op de gelijkvloerse verdieping perceel breed en op de eerste verdieping over helft van de perceelbreedte zijn gebouwd.
De aanvraag betreft interne verbouwingswerken en een volume-uitbreiding aan een eengezinswoning. Het hoofdvolume wordt verbouwd en hierachter wordt de bestaande entresol afgebroken waarna een nieuwe achterbouw wordt opgebouwd. Het nieuwe volume plaatst zich tegen de scheidingsmuur van de rechterbuur, die beperkt verhoogd moet worden. De nieuwe achterbouw is een dubbelhoog en perceelsbreed volume.
Intern vormt de gelijkvloerse verdieping een ruimtelijk aaneengesloten geheel.
Centraal op de gelijkvloerse verdieping wordt er een opening gemaakt die uitgeeft op de naastgelegen woning. Hierdoor vormt het pand De Moystraat nummer 7 en nummer 15 een fysiek geheel. De opening blijft beperkt tot de afmetingen van een generieke deuropening. Omdat deze handeling omkeerbaar is en het 2 ééngezinswoningen zijn, is deze wijziging aanvaardbaar.
Achteraan worden de schuttingen in de tuin weggehaald zodat een aaneengesloten, gedeelde tuinzone ontstaat. De grotere tuin is een verbetering voor de leefkwaliteit van de 2 panden.
De volume-uitbreiding is stedenbouwkundig te verantwoorden. Gelet op de aanwezige scheidingsmuur en de beperkte verhoging die hiervoor nodig is, zorgen de werken niet voor een nadelige impact op omliggende percelen. Dubbelhoge perceelsbrede achterbouwen zijn uitzonderlijk in de omgeving, maar komen wel voor. Gelet op de bouwvolumes van nummer 15 en nummer 13 is het voorgestelde bouwvolume in overeenstemming met de aanwezig configuraties in de omgeving.
De voorgestelde handelingen, werken en wijzigingen zijn in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
Aan de stedelijke dienst monumentenzorg werd advies gevraagd:
‘Burgerhuis in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1873 opgetrokken in opdracht van de beeldhouwer Ferdinand Van Oudenhoven. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Ferdinand Van Oudenhoven liet als kunstenaar evenmin sporen na.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon met consoles en gietijzeren borstwering. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de begane grond in vlakke, op de bovenverdiepingen in geriemde omlijstingen en voorzien van gietijzeren parapetten. De eerste verdieping wordt geaccentueerd door oren, de tweede verdieping onderscheidt zich door lateien op kraagstenen. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op tandlijst vormt de gevelbeëindiging. De houten inkomdeur is bewaard, evenals de gietijzeren voetschraper. Het buitenschrijnwerk werd vervangen door houten schrijnwerk zonder veel profilering. De indeling van het schrijnwerk werd wel behouden.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Het is niet duidelijk of er nog waardevolle interieurelementen aanwezig zijn, alle informatie hierover ontbreekt in de aanvraag.
Het pand is beeldbepalend omwille van de architecturale en historische waarde.
Men wenst de bestaande achterbouw af te breken en te vervangen door een achterbouw die perceelsbreed is en over twee bouwlagen wordt voorzien. Ook de achtergevel van het hoofdgebouw wordt afgebroken. Enkel rechts op het gelijkvloers blijft een penant staan.
Er wordt een opening gemaakt in de scheidingsmuur met het pand links met de afmetingen van een deur.
Op het zadeldak worden aan de zijde van de straat zonnepanelen geplaatst, het dak wordt geïsoleerd aan de binnenzijde.
De voorgestelde verbouwingen doen geen afbreuk aan de erfgoedwaarde van het pand.
Aangezien het interieur niet gekend is en we dus niet weten of er nog moulures of stucwerkplafonds aanwezig zijn, zal als voorwaarde opgelegd worden op de gelijkvloerse verdieping de penant links (thv van achtergevel hoofdgebouw) ook te laten staan zodat de mogelijke plafondafwerking nog een context heeft. Hierdoor blijft de kamerstructuur van het pand eveneens afleesbaar.’
Dit voorwaardelijk gunstig advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. In voorwaarden wordt opgenomen om op de gelijkvloerse verdieping, de penant van de bestaande achtergevel van het hoofdgebouw links te behouden. In voorwaarden wordt opgelegd om een penant van ongeveer 30 centimeter breed aan de linkerzijde te behouden, net zoals de penant aan de rechterzijde werd behouden. Ter verduidelijking werd dit aangeduid op plan: PLAN_IN_ROOD_BA_eengezinswoning_P_N_02.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Op het nieuwe platte dak achteraan is een terrasje voorzien. Dit terras is geplaatst tegen de scheidingsmuur van de linkerbuur en houdt voldoende afstand van de rechterbuur zodat inkijk tot een minimum wordt herleid.
De ingrepen vormen een verbetering voor de algemene woon- en leefkwaliteit van de woning.
Bodemreliëf
Aan de achterzijde wordt de tuin plaatselijk uitgediept ten behoeve van een waterpartij. Deze ingreep is niet storend voor de omgeving en is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. een septische put conform artikel 43 van de bouwcode uit te voeren;
2. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, een opstand van minimaal 0,30 meter, die niet met brandbaar materiaal bekleed is (brandwerendheid van minimaal E30). Deze opstand is echter niet vereist indien aan een van de volgende voorwaarden voldaan is:
- de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
3. een gedeelte van ongeveer 30cm breed van de penant ter hoogte van de bestaande achtergevel van het hoofdgebouw te behouden.
Dit werd aangeduid op: PLAN_IN_ROOD_BA_eengezinswoning_P_N_02
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
19 november 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
10 december 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
8 februari 2020 |
Verslag GOA |
23 januari 2020 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. een septische put conform artikel 43 van de bouwcode uit te voeren;
2. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, een opstand van minimaal 0,30 meter, die niet met brandbaar materiaal bekleed is (brandwerendheid van minimaal E30). Deze opstand is echter niet vereist indien aan een van de volgende voorwaarden voldaan is:
- de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
3. een gedeelte van ongeveer 30cm breed van de penant ter hoogte van de bestaande achtergevel van het hoofdgebouw te behouden.
Dit werd aangeduid op: PLAN_IN_ROOD_BA_eengezinswoning_P_N_02
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.