Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019144471 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Didier Boelens met als adres Italiëlei 211 bus 16 te 2000 Antwerpen en Jonathan Tilburghs met als adres Italiëlei 211 bus 16 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Fuggerstraat 3 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 7sectie G nr. 183Y2 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een meergezinswoning naar een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/01/1908: vergunning (1908#83) en (1908#94) voor twee huizen;
- 03/04/1908: vergunning (1908#492) voor zes riolen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning;
- volume:
- gevel:
Huidige toestand
- meergezinswoning met 3 appartementen;
- volume:
- gevel:
Gewenste toestand
- eengezinswoning met 3 slaapkamers;
- volume:
- gevel:
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen van een eengezinswoning;
- interne constructieve wijzigingen;
- ontpitten van een deel van de bebouwing op het gelijkvloers;
- bouwen van een perceelbreed volume op het gelijkvloers;
- bouwen of regulariseren van een volume op de 1ste verdieping tegen de linker perceelsgrens;
- wijzigen van de hoogtes van de scheimuren;
- wijzigen van de indeling, materiaal en kleur van het schrijnwerk in de voor- en achtergevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund |
10 december 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1 zone voor wonen - (wo).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
verdieping 2 heeft slechts een hoogte van 2,17m. Deze ruimtes worden gebruikt als slaapkamers waarbij de minimale hoogte minimum 2,6m dient te zijn;
de slaapkamers hebben niet voldoende toegang tot licht en luchtinval;
scheidingsmuren dienen uitgevoerd te worden in massief, ongeperforeerd materiaal en dienen een minimale dikte van 0,18 meter te hebben. De scheidingsmuur met de rechter buur is opgehoogd, maar werd slechts aan één zijde van de muur voorzien. Deze is geen 18cm;
elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. Het afvalwater en regenwater zijn rechtstreeks aangesloten op de openbare riolering;
het is verplicht om bij nieuwbouw, herbouw en/of verbouwingen waar het afvoerstelsel van afval- en hemelwater kan aangepast worden een septische put te voorzien. Er werd geen septische put voorzien. De inhoud van deze put zou minimaal 2000 liter moeten zijn.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er is geen aanleiding om het college te adviseren (beargumenteerd) af te wijken van de geldende voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
De Fuggerstraat wordt gekenmerkt door hoofdzakelijk woningen in gesloten bebouwing. De beoogde functie ‘eengezinswoning’ is inpasbaar in de omgeving.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Het voorgestelde project komt inzake het aantal bouwlagen en dakvorm overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
Het straatbeeld in de onmiddellijke omgeving bestaat hoofdzakelijk uit lijstgevels in geelkleurige baksteen in combinatie met afwerkdetails in blauwe hardsteen, typisch eind 19de eeuw, waar dit pand er één van is. Bij de verbouwing zal de gevel in ere hersteld worden (de be-
staande mozaïek zal hersteld worden…) en het schrijnwerk zal vervangen worden door zwart aluminium schrijnwerk. Er dient opgemerkt dat de regel tussen voordeur en bovenwaaier niet uitgelijnd is op deze van de naastliggende ramen. In voorwaarde wordt opgelegd deze te voorzien op de hoogte waar deze zich nu bevindt.
Alle gevelwijzigingen worden, mits tegemoet gekomen wordt aan bovenstaande voorwaarde, niet als storend ervaren in de omgeving en kunnen gunstig beoordeeld worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De slaapkamers op de derde verdieping (2 en 3) zijn veel te laag om als verblijfsruimte te kunnen worden gebruikt. Hier kan geen afwijking op worden toegestaan. In voorwaarde wordt opgelegd het plafond hoger te voorzien zodat de minimale vrije hoogte in overeenstemming is met de bepalingen van de bouwcode.
Er is bovendien onvoldoende lichtinval in deze slaapkamers (2 en 3). De voorziene dakvlakramen zijn te klein in verhouding tot de oppervlakte van de kamers. Ook hier kan geen afwijking op worden toegestaan. In voorwaarde wordt opgelegd grotere en of meer dakvlakramen te voorzien zodat de lichtdoorlatende oppervlakte, conform de bepalingen van de bouwcode, groter is dan 10% van de oppervlakte van de kamer.
Strijdig met de bouwcode heeft de opgehoogde scheidingsmuur geen minimale dikte van 18 cm. Hier kan geen afwijking op worden toegestaan. In voorwaarde wordt opgelegd de scheidingsmuur over de volledige onderliggende muurdikte op te hogen.
Bovendien wordt de verhoogde scheidingsmuur op de perceelsgrens volgens de plannen niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode. De minimale opstand die in dit artikel wordt gevraagd, is noodzakelijk om brandoverslag te voorkomen. Met het oog op het voorkomen van brandoverslag kan van dit artikel enkel afgeweken worden als de brandwerendheid van het dak voldoende is. In voorwaarde wordt een minimale brandklasse opgelegd voor de dakbekleding.
Er werd geen gescheiden rioolstelsel voorzien. Hier kan geen afwijking op worden toegestaan.
In voorwaarde wordt opgelegd dit, conform de bepalingen van de bouwcode, alsnog te voorzien.
Er werd ook geen septische put voorzien, terwijl dit gezien de omvang van de werken wel voorzien kan worden. In voorwaarde wordt hierom opgelegd een septische put te voorzien, conform de bepalingen van de bouwcode.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De positie van de regel tussen voordeur/ramen en bovenwaaier moet voorzien worden waar deze zich in de huidige toestand bevindt. Deze regels moeten zich dus op dezelfde hoogte bevinden;
2. Het plafond in slaapkamer 2 en 3 op de derde verdieping moet hoger worden voorzien zodat de minimale vrije hoogte in overeenstemming is met de bepalingen van artikel 21 van de bouwcode;
3. Er moeten meer of grotere dakvlakramen voorzien worden zodat de lichtdoorlatende oppervlakte, conform de bepalingen van de bouwcode, groter is dan 10% van de oppervlakte van de kamer.
4. De opgehoogde scheidingsmuur moet over de volledige dikte van de onderliggende scheidingsmuur worden opgehoogd;
5. De dakbekleding moet vallen onder brandreactie klasse BROOF (t1) of moet voorkomen op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen;
6. Er moet een gescheiden rioolstelsel voorzien worden tot aan de straat;
7. Er moet een septische put voorzien worden met een inhoud van minimum 2000 liter;
8. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
20 november 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
10 december 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
8 februari 2020 |
Verslag GOA |
23 januari 2020 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De positie van de regel tussen voordeur/ramen en bovenwaaier moet voorzien worden waar deze zich in de huidige toestand bevindt. Deze regels moeten zich dus op dezelfde hoogte bevinden;
2. Het plafond in slaapkamer 2 en 3 op de derde verdieping moet hoger worden voorzien zodat de minimale vrije hoogte in overeenstemming is met de bepalingen van artikel 21 van de bouwcode;
3. Er moeten meer of grotere dakvlakramen voorzien worden zodat de lichtdoorlatende oppervlakte, conform de bepalingen van de bouwcode, groter is dan 10% van de oppervlakte van de kamer.
4. De opgehoogde scheidingsmuur moet over de volledige dikte van de onderliggende scheidingsmuur worden opgehoogd;
5. De dakbekleding moet vallen onder brandreactie klasse BROOF (t1) of moet voorkomen op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen;
6. Er moet een gescheiden rioolstelsel voorzien worden tot aan de straat;
7. Er moet een septische put voorzien worden met een inhoud van minimum 2000 liter;
8. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.