Terug
Gepubliceerd op 03/02/2020

2020_CBS_00753 - Omgevingsvergunning - OMV_2019099307. Haantjeslei 55-67-69. District Antwerpen. - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 31/01/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen; Karim Bachar, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_00753 - Omgevingsvergunning - OMV_2019099307. Haantjeslei 55-67-69. District Antwerpen. - Goedkeuring 2020_CBS_00753 - Omgevingsvergunning - OMV_2019099307. Haantjeslei 55-67-69. District Antwerpen. - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019099307

Gegevens van de aanvrager:

de heer Hugo Ceulemans met als adres Straatsburgdok-Noordkaai 33 te 2030 Antwerpen en NV MEVACOM SERVICES met als contactadres Belcrownlaan 13 bus D te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Haantjeslei 55-67-69 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 10sectie K nrs. 1647E2 en 1673N6

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van elf grondgebonden woningen en een fietsenstalling

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          Haantjeslei 55:

  • 22/06/1979: vergunning (18#60248) voor een garage na afbraak;

-          Haantjeslei 67

  • 07/04/2006: vergunning (3151#187) voor het renoveren van een voorgevel;
  • 11/09/1959: vergunning (18#39993) voor verbouwingswerken.

-          Haantjeslei 67-69

  • 06/02/1980: vergunning (18#60294) voor een showroom na afbraak.

Vergunde toestand

-          Haantjeslei 55:

  • Haantjeslei 55 betreft aan de straatzijde en doorrij tussen Haantjeslei 53 en 79 naar een overdekt binnengebied, vergund als autobergplaats, aan de rechter perceelgrens via een helling verbonden met een overdekte garage gelegen te Haantjeslei 57-59;
  • achteraan het perceel bevindt zich nog een open buitenruimte die dienst doet als werkplaats;

-          Haantjeslei 67-69

  • besloten pand van 3 bouwlagen onder een plat dak met op de gelijkvloerse verdieping een showroom + garage en op de eerste- en tweede verdieping een duplexappartement met een dakterras;
  • op de gelijkvloerse verdieping bevindt zich tegen de rechter perceelgrens op 16m van de voorgevel een buitenruimte van 41, 75m²;
  • achteraan bevindt zich een garage met tegen de linker perceelgrens een toegang via Haantjeslei 55.

Gewenste toestand

-          slopen van een bestaande overdekte garage in binnengebied;

-          bouwen van 11 grondgebonden woningen en fietsenstalling (61 fietsen )

-          typologie:

  • betreft woningen van twee bouwlagen onder een hellend dak met 2 slaapkamers, een totale opp. van 99,3m² en een buitenruimte van 27,9m²;
  • 3 woonblokken van 2 bouwlagen gegroepeerd (telkens 3 woonentiteiten) samen met twee vrijstaande woningen (2 bouwlagen) rondom een groene binnentuin;

-          materialisatie:

  • de gevels worden gekenmerkt door een horizontale geleding welke overloopt in de muren;
  • de onderzijde van de gevels, tot een hoogte van 1,8m, bestaan uit licht grijs prefabbeton met een gladde afwerking;
  • boven deze betonnen plint bestaat de gevel uit licht grijsbruin metselwerk;
  • buitenschrijnwerk wordt voorzien in bruinzwartkleurig aluminium;
  • als kroonlijst werd er een licht grijs prefabbeton voorzien:

-          er wordt 11 x een septische put voorzien van 2000 liter.

 

Inhoud van de aanvraag

-          het slopen van een overdekte parkeergarage en de omvorming van een binnengebied in 11 grondgebonden eengezinswoningen.

 

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

24 oktober 2019

18 december 2019

Voorwaardelijk gunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

24 oktober 2019

12 november 2019

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

24 oktober 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

lokale politie/ centrale preventie (LP/CP)

24 oktober 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

Provincie - Dienst Mobiliteit

 

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

PROXIMUS

24 oktober 2019

4 november 2019

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

24 oktober 2019

19 november 2019

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

24 oktober 2019

8 november 2019

stadsontwikkeling/ mobiliteit

17 december 2019

10 januari 2020

stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen

24 oktober 2019

12 november 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):

  • artikel 27 parkeerplaatsen: een constructie die beschikt over één tot en met honderd parkeerplaatsen, moet minstens zes procent van het totale aantal parkeerplaatsen en minstens één parkeerplaats, een aangepaste (niet voorbehouden) parkeerplaats zijn.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

Artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:

  • 5° Per 10 autostalplaatsen dient er telkens één elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag voorziet niet in minstens één aangepaste parkeerplek conform artikel 27 van de integrale verordening toegankelijkheid. Ook dient er conform artikel 30 van de bouwcode minstens een elektrisch oplaadpunt voor wagens te worden voorzien. In voorwaarden wordt daarom opgelegd om conform de inrichtingsprincipes van de verordening toegankelijkheid een aangepaste parkeerplek te voorzien en conform artikel 30 van de bouwcode een elektrisch laadpunt in de parkeergarage te voorzien.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft het bouwen van 11 eengezinswoningen in een binnengebied. Wonen in binnengebied is een functie die reeds aanwezig is en is dan ook inpasbaar in de omgeving.

Het betreft een kleinschalig woonproject waarbij de keuze van de woonvorm de draagkracht van de omgeving niet overschrijdt. De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De bestaande toestand voor aanvang van de werken omvat een garage met verharde parkeerplaatsen in open lucht. De bestaande garage wordt afgebroken. De aanpalende bebouwing aan de Haantjeslei bestaat uit 2 bouwlagen onder plat dak. De overige bebouwing aan de randen van het bouwblok wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door woningen met drie bouwlagen onder plat of hellend dak aan de straatzijde. Er komt in de omgeving ook bebouwing voor van 3 bouwlagen met mansardedak of 4 bouwlagen met plat dak, dit voornamelijk aan de overzijde van de Haantjeslei. Aan het betreffende binnengebied palen enkele garageboxen en magazijnen, waarvan de opslagplaats die aan de rechter perceelsgrens grenst, reeds werd omgevormd tot loftwoningen.

 

De aanvraag voorziet 11 ééngezinswoningen. Rondom de woningen is een verhard pad met groenaanplanting voorzien met een breedte van ongeveer 3 meter. In het midden is er een onbebouwde zone voorzien en doet dienst als een centraal plein. De woningen zijn gericht naar deze centrale plek en hebben allen vooraan een privaat tuintje.

Het plan waaruit de woningen is opgebouw bestaat uit 5 gebouwen. De gebouwen aan de noorwestelijke en zuidoostelijke zijde zijn gespiegelde volumes met daarin telkens 3 woningen. Ook het gebouw aan de noordoostelijke zijde is quasi identiek met de 2 andere volumes. De 2 gebouwen aan de zuidwestelijke volumes zijn 2 gespiegelde gebouwen waarin telkens 1 woning is ondergebracht.

De woningen hebben allen een hoogte van 2 bouwlagen en liggen binnen een denkbeeldige hoek van 45°, gemeten vanaf de nokhoogte van de scheidings- en tuinmuren in de omgeving. Waardoor er geen onaanvaardbare schaduwvorming of beperking van zonlicht ontstaat op eigendommen in de buurt en waardoor de woonkwaliteit van de woongebouwen in de omgeving in het gedrang komt.

De geplande gebouwen zijn allen voorzien op voldoende afstand van bestaande bebouwing en eigendommen in het bouwblok en maar 3 raamopeningen met daarachter een slaapvertrek zijn gericht naar achtertuinen van de Clementinastraat. Inkijk en privacyhinder wordt hierdoor tot een minimum herleid. De uitzicht op het perceel zal wijzigingen, maar in een positieve zin omdat de loods en verharde parkeerruimte evolueert naar een kwaliteitsvolle woningen met groenaanplanting.

De impact op de omgeving door deze nieuwbouwvolumes is niet nadelig. En de balans tussen bebouwde en onbebouwde oppervlakte is ruimtelijk aanvaardbaar. De aanvraag is dan ook in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats. 

 

Visueel-vormelijke elementen

De buitenaanleg wordt gekenmerkt door afwisselende wanden in beton en klimopbegroeiing in functie van privacy en akoestiek. Centraal worden grotere bomen voorzien. De paden en terrassen worden aangelegd in donkere kleiklinkers. In het steegje rondom de woningen is er ook groenaanplanting voorzien. De uitwerking en materiaalgebruik van de gevels van de woningen is sober, hedendaags en niet storend voor de omgeving. Bovendien zijn deze volumes niet waarneembaar vanaf de straatzijde. Er bestaat wel de mogelijkheid om vanaf de Haantjeslei binnen te kijken in het binnengebied, waar voornamelijk de steeg en enkel de achtergevel te zien zijn.  Het project werd op de welstandscommissie besproken en dit werd gunstig geadviseerd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De uitrit in openlucht in het binnengebied werd reeds vergund in een voorgaande vergunning. De toegang wordt gewijzigd ten opzichte van de vergunde toestand. Een S-bocht in plaats van een rechte uitvoering. Ondanks het vergunde karakter van deze uit- en inrit, is deze hinderlijk en veroorzaakt geluidsoverlast. Indien de mogelijkheid bestaat om de uit- en inrit te verleggen naar de straatzijde verlaagt dit de druk op de omgeving en het perceel. Zo zullen de geplande woningen ook minder omgevingslawaai ondervinden.

De stedelijke mobiliteitsdienst adviseerde de aanvraag voorwaardelijk gunstig maar heeft wel voorwaarden opgelegd dat er maatregelen genomen moeten worden om wildparkeren op het terrein tegen te gaan. Ook dienen er seinlichten te worden voorzien voor uitrijdende auto’s.

 

De woningen zijn ruim en beschikken over voldoende private buitenruimte. De gevels zijn allen gericht naar het centraal pleintje en elke woning is afgesloten door een hekwerk of haag waardoor inkijk naar de woningen onderling wordt vermeden. Inkijk naar de eigendommen in de omgeving wordt tot een minimum herleid doordat voldoende afstand tot de hoofdbebouwing, waar woonvertrekken zich bevinden, wordt behouden en er enkel ramen in achtergevels voorzien zijn waarachter zich slaapkamers bevinden.

Het voorgestelde programma overschreidt de draagkracht voor de omgeving niet en het ambitieniveau sluit aan de bij de kwaliteitseisen van de stad.

In alle redelijkheid kan geoordeeld worden dat de impact die het voorliggende project heeft op de omgeving stedenbouwkundig aanvaardbaar is.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 15 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van 11 woningen in een binnengebied.

 

11 woningen > 90m² met parkeernorm 1.35 ? 11 x 1.35 = 14.85

De werkelijke parkeerbehoefte is 15.

 

De plannen voorzien in 12 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Er is een bestaande ondergrondse parking met 15 parkeerplaatsen. In de vergunning 20171817 werd een kantoor vergund en werd deze parking behouden. In bijlage E en D bij de beschrijvende nota wordt vermeld dat deze parkeerplaatsen toch niet aan de vergunning voor het kantoor gekoppeld werden. Er werden van de 15 parkeerplaatsen wel 3 plaatsen verkocht aan het kantoor. Er zouden dus 12 parkeerplaatsen overblijven.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 12.

 

Dit aantal is toereikend.

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 15 – 12 = 3.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen.

 

De parking wordt ontsloten via een doorgang op de Haantjeslei. De doorgang is in het eerste stuk breed genoeg om elkaar te kruisen maar verderop niet. Er moet dus gewerkt worden met een lichtensysteem. Er moeten in het binnengebied voldoende maatregelen genomen worden om foutparkeren tegen te gaan. Hiervoor zullen in de vergunning voorwaarden worden opgelegd.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden van Aquafin tot aansluiting strikt na te leven;

3.      er moet gewerkt worden met een lichtensysteem op de toegangsweg naar de parking;

4.      in het binnengebied moeten er voldoende maatregelen genomen worden tegen foutparkeren

5.      in de voorziene parkeergarage moet er minstens één aangepaste parkeergarage worden voorzien conform artikel 27 van de integrale verordening toegankelijkheid;

6.      in de voorziene parkeergarage moet er minstens één laadpunt voorzien worden voor elektrische wagens, conform artikel 30 van de bouwcode;

7.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

26 september 2019

Volledig- en ontvankelijk

24 oktober 2019

Start openbaar onderzoek

4 november 2019

Einde openbaar onderzoek

3 december 2019

Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag

17 december 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

6 februari 2020

Verslag GOA

20 januari 2020

naam GOA

Brenda Dierckx

 

Wijzigingslus

De aanvrager heeft een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke aanvraag te wijzigen.

Dit verzoek werd aanvaard, waardoor de wijzigingen mee beoordeeld worden.

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

4 november 2019

3 december 2019

5

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Er werden 5 bezwaarschriften ingediend, voornamelijk handelend over:

 

 

1.      Foutieve plannen:Het bezwaar tegen onjuistheden op de plannen, met name de hoogte van de tuinmuren, waarvan de bezwaarindiener beweert dat de tuinmuur van zijn pand aan de Clementinastraat 66 en 68 slechts 2,30 meter hoog is, waardoor het bouwen van een fietsenberging (3,48m) tegen deze tuinmuur een verhoging van de scheidsmuren zou inhouden die niet op de plannen wordt aangeduid en die de maximale hoogte van tuinafscheidingen uit Artikel 19 van de bouwcode (260 cm) overschrijdt;

Beoordeling: Op de plannen heeft de betreffende tuinmuur inderdaad een grotere hoogte dan aangehaald door de bezwaarindiener. De hoogte die op de plannen als bestaand wordt aangeduid is voldoende om de geplande bergingen tegenaan te bouwen. Bij het beoordelen van de aanvraag kan enkel de op de plannen aangeleverde informatie omtrent de hoogte van de tuinmuren in overweging genomen worden. Voorliggende aanvraag voorziet niet in het verhogen van de tuinmuren aan de Clementinastraat. Wanneer de aanvrager de bestaande muur wenst te verhogen, dient hiervoor een omgevingsvergunning te worden aangevraagd, waarbij de hoogte van de op te trekken scheidsmuur beoordeeld zal worden. Het bezwaar is ongegrond;

 

2.      Aanplanting, onderhoud en lichtinval:  Het bezwaar tegen de geplande aanplanting en bouwhoogte van het project. Dit zal leiden tot de afname van daglichttoetreding naar de leefruimtes achter de gevelopeningen in het naastgelegen project Mona aan de Ballaarstraat. De groenaanplanting zal ook zorgen voor hoge onderhoudskosten wanneer de beplanting tegen de achtermuur groeit. De gevelopeningen zijn een vergunde erfdienstbaarheid, en het blokkeren van daglicht naar vertrekken is strijdig met artikel 24 van de bouwcode.

Beoordeling: De in het bezwaar aangehaalde raamopeningen bevinden zich in een scheidsmuur en vormen op stedenbouwkundig vlak geen grond om de bouwmogelijkheden van aanpalende percelen te beknotten. Bovendien zijn erfdienstbaarheden burgerrechtelijk en niet stedenbouwkundig van aard en vormen eigendomsstructuren geen grond om een vergunning te weigeren. Deze raamopeningen zijn niet de enige raamopeningen waarlangs dag- en zonlicht in de verblijfsruimtes kan toetreden. De raamopeningen bevinden zich op geruime hoogte boven de vloerpas waardoor uitzicht op en visueel contact met de omgeving reeds beperkt was.  De hoge onderhoudskosten zijn een subjectieve, niet-bewezen veronderstelling die niet van stedenbouwkundige aard is. Het is fout om aan te nemen dat de voorziene aanplanting de gevelopeningen dermate zal blokkeren dat er onvoldoende lichtinval ontstaat. Er is geen strijdigheid met artikel 24 van de bouwcode. Het bezwaar is ongegrond.

 

3.      Waardevermindering eigendom: De realisatie van het project doet de waarde van de omliggende eigendommen verminderen.

Beoordeling: Waardeverlies is geen aantoonbaar argument, en is gebaseerd op vermoedens en niet stedenbouwkundig van aard. Het bezwaar is ongegrond.

 

4.      Verwildering steeg:Het bezwaar tegen het smalle steegje van ongeveer 3 meter breed rondom de woningen, omwille van de vrees op een vochtige omgeving door het gebrek aan verluchting en zonlicht enerzijds en de vrees voor mogelijke opeenhoping van afval en verwildering van de steeg anderzijds.

Beoordeling: Het bezwaar aangaande een vochtige omgeving, de mogelijke opeenhoping van afval en de verwildering van de steeg is niet aantoonbaar en een subjectief gegeven. Het bezwaar is niet stedenbouwkundige van aard en kan bijgevolg niet mee in afweging worden genomen bij de beoordeling van voorliggend project. Het bezwaar is ongegrond.

 

5.      45° - regel:De nieuwe gebouwen zijn niet gelegen binnen een hoek van 45°, gemeten vanaf de perceelgrens. De volumes liggen maar op ongeveer 3 meter vanaf de perceelgrens. Hierdoor ontstaat er schaduwvorming op de eigendommen in de nabijheid.

Beoordeling: De nieuwe volumes zijn voorzien binnen een hoek van 45°, gemeten vanaf de nokhoogte van de scheidingsmuren en tuinmuren in de omgeving. Hierdoor is er geen onaanvaardbare kwaliteitsvermindering van de achtertuinen en eigendommen in de omgeving. Het bezwaar is ongegrond.

 

6.      Zonlicht en schaduwvorming:Het bezwaar dat de bouwhoogte van de woningen voor een aanzienlijke periode zonlicht zal blokkeren naar de achtertuinen van de Clementinastraat. Door een bouwhoogte van 6,48 meter over een breedte van 27 meter daalt de invalshoek van bezonning onder de 20° wat voor een bezonningsafname van ongeveer 9 uur per week zou zorgen.

Beoordeling: De woningen in het binnengebied worden binnen een zone van 45° ten opzichte van de tuinmuren van de Clementinastraat opgericht, waardoor het volume weinig impact heeft op de bezonning van de aanpalende tuin. Bezonning zal eventueel afnemen, maar de bouwhoogte van het project zal niet leiden tot een onaanvaardbare vermindering van de woonkwaliteit. Het bezwaar is ongegrond;

 

7.      Verlies van uitzicht:Het bezwaar tegen het verlies van uitzicht door de bouwhoogte van 6,48 meter over een breedte van 27 meter.

Beoordeling: De beoogde bouwhoogte is inpasbaar in de omgeving. Hoewel het uitzicht op woningen met private tuinen en collectieve buitenruimtes een kwalitatieve verbetering betekent ten opzichte van het zicht op de bestaande parking, zal het uitzicht voor enkele omwonenden wijzigen, maar niet in die mate dat de woonkwaliteit in het gedrang komt. Het bezwaar is ongegrond.

 

8.      Minimale afstand:Het bezwaar dat er geen minimale afstand van de woningen aan Clementinastraat wordt aangehouden waardoor de woon- en leefkwaliteit van de woningen in de Clementinastraat geschonden worden.

Beoordeling: De eventuele schending van de woon- en leefkwaliteit wordt voornamelijk beoordeeld op basis van lichttoetreding, privacy en zichten. De minimale afstand tussen Blok E tot de achterzijde van de hoofdbebouwing in de Clementinastraat bedraagt ongeveer 18 meter. De volumes worden binnen een zone van 45° ten opzichte van de bestaande tuinmuren opgericht en de aanwezige ramen op de verdiepingen zijn telkens maar in één slaapkamer voorzien Er is daarom geen sprake van onaanvaardbare inkijk of vermindering van zonlicht in de woningen aan de Clementinastraat. De zijdelingse zichten en doorzichten worden door de geplande werken wel verminderd. Het bezwaar is ongegrond.

 

9.      Ontpitten: In een voorgaande vergunningsaanvraag van de parkeerplekken en de kantoorgebouwen werd de ontpittingseis vervuld op het terrein van Lot 1. De bouwaanvraag voorziet nu een nieuwe pit waardoor de voorwaarden in de voorgaande vergunning niet is nagekomen.

Beoordeling: Het verlagen van de bebouwde oppervlakte door ontpitting is niet de enige doelstelling in binnengebieden. Het voorzien van kwalitatieve woonontwikkelingen in binnengebieden strookt met de grotere beleidsvisie omtrent verdichting, die rekening houdt met de bevolkingsgroei in de stad. Een kwalitatieve woonontwikkeling, met de nodige private en collectieve buitenruimte en groen, vormt een aangenamer binnengebied dan een in oppervlakte beperktere loods met een volledig verharde parking waarop auto’s in open lucht geparkeerd worden. Bij het beoordelen van de kwaliteit van zulke woonontwikkelingen wordt de densiteit bekeken, wat buiten de oppervlakte ook samenhangt met de schikking van de volumes. Voorliggend project is ruimtelijk aanvaardbaar en voorziet een goede balans tussen bebouwde en onbebouwde oppervlakte en er is voldaan aan de minimum ontpittingseis zoals staat beschreven in artikel 27 van de bouwcode. Het bezwaar is ongegrond.

 

10.  Fietsenberging: Het bezwaar dat de nieuwe fietsenberging de toegang naar het achtergelegen magazijn van de Ballaarstraat blokkeert.

Beoordeling: Overeenkomsten zoals 'rechten van toegang' zijn burgerrechtelijk van aard en staan los van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project door de vergunningverlenende overheid. Het bezwaar is ongegrond;

 

11.  Hoge kosten voor gemeenschap: De aanvraag heeft de allures van een verkaveling zonder een verkaveling te zijn. Hierdoor kan het zijn dat wanneer de onderhoudskosten van rioleringen te hoog oplopen, deze uiteindelijk zullen overgedragen worden aan de gemeente Antwerpen.

Beoordeling: Er is geen verplichting om het project te verkavelen. Het bezwaar dat er grote onderhoudskosten voor onder andere riolering zullen gedeeld worden met de gemeente is subjectieve assumptie en is niet aantoonbaar. Bovendien zijn onderhoudskosten niet stedenbouwkundig van aard. Het bezwaar is ongegrond.

 

12.  Mobiliteit:Het bezwaar dat het project onvoldoende parkeerplekken en geen gehandicapte parkeerplek voorziet.

Beoordeling: Het klopt dat het project 15 parkeerplekken moet voorzien, maar er slechts 12 voorziet. Hierdoor zijn er inderdaad onvoldoende parkeerplekken op het terrein aanwezig. Ook werd er vastgesteld dat er geen aangepaste parkeerplek werd voorzien op het terrein. Echter kan een tekort van 3 parkeerplekken geen weigeringsgrond vormen voor een vergunning en gaf de stedelijke dienst een voorwaardelijk gunstig advies. In alle redelijkheid kan besloten worden dat het afwentelen van 3 parkeerplekken op het openbaar domein aanvaardbaar is en niet zal leiden tot onhoudbare verkeerssituaties in de omgeving. In voorwaarde wordt wel opgenomen om minstens 1 aangepaste parkeerplek te voorzien. Het bezwaar is gedeeltelijk gegrond.

 

13.  Densiteit: Het bezwaar dat voorliggende aanvraag niet verenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening omwille van het enorm bouwvolume dat gerealiseerd wordt, de schaal en de beoogde densiteit (11 eenheden), de functionele inpasbaarheid en de mobiliteit die het project met zich meebrengt.

Beoordeling: Bij de beoordeling van een omgevingsvergunningaanvraag behoort het tot de appreciatiebevoegdheid van de vergunningverlenende overheid om de aspecten zoals schaal, inpasbaarheid, mobiliteit etc. af te wegen ten aanzien van de ruimtelijke context. Voorliggende aanvraag is tot stand gekomen na een grondige analyse van de omgeving wat vertaald is geworden in een bouwprogramma waarbij ook de impact op het bestaand randweefsel in consideratie werd genomen. Op grond van de ingewonnen sectorale adviezen en op grond van de gangbare stedenbouwkundige principes, kan geconcludeerd worden dat voorliggende aanvraag weldegelijk verenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De grondslag die ligt aan deze conclusie is verder terug te vinden in de beoordeling. Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden van Aquafin tot aansluiting strikt na te leven;

3.      er moet gewerkt worden met een lichtensysteem op de toegangsweg naar de parking;

4.      in het binnengebied moeten er voldoende maatregelen genomen worden tegen foutparkeren

5.      in de voorziene parkeergarage moet er minstens één aangepaste parkeergarage worden voorzien conform artikel 27 van de integrale verordening toegankelijkheid;

6.      in de voorziene parkeergarage moet er minstens één laadpunt voorzien worden voor elektrische wagens, conform artikel 30 van de bouwcode;

7.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.