Terug
Gepubliceerd op 03/02/2020

2020_CBS_00808 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019150615. Universiteitsplein 1 . District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 31/01/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen; Karim Bachar, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_00808 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019150615. Universiteitsplein 1 . District Wilrijk - Goedkeuring 2020_CBS_00808 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019150615. Universiteitsplein 1 . District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een verzoek tot bijstelling van bijzondere milieuvoorwaarden ingediend. Het verzoek wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2019150615

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

AV Universiteit Antwerpen met als adres Prinsstraat 13 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Universiteitsplein 1 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

Wilrijk sectie C afdeling 42 nrs. 38R2, 39A2, 48F, 48G, 48H, 48M, 48N, 54T, 54S, 54P, 54E, 68K4 en 68M3

Edegem sectie C nrs. 90T2 en 90G2

Inrichtingsnummer:

20171222-0013 (UAntwerpen, Campus Drie Eiken)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van het verzoek:

verzoek tot bijstelling van milieuvoorwaarden

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 9 november 2006 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen een vergunning verleend aan Universiteit Antwerpen om een onderwijsinstelling (Campus Drie Eiken) verder te exploiteren (MLAV1/06-311) voor een termijn van twintig jaar. Tussen 2008 en 2018 werd deze basisvergunning meerdere keren uitgebreid en/of gewijzigd.

Op 28 februari 2008 werd een verzoek tot wijziging van een bijzondere voorwaarde goedgekeurd (MLWV/07-46). Op 30 april 2008 werd een bijkomende bijzondere voorwaarde opgelegd (MLWV/07-47).  Op 17 mei 2018 werden nog bijzondere lozingsnormen voor (4-tert-)octylfenol en 4-chloor-3,5-dimethylfenol goedgekeurd (OMWV/2018 – 0002).

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft het wijzigen van de bijzondere lozingsnormen (opgelegd in de basisvergunning met referentie MLAV1/06-311) voor Ntot (stikstof totaal), Ptot (fosfor totaal) en BZV (biochemisch zuurstofverbruik).

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden uit vergunning of meldingsakte

1.

Bij te stellen voorwaarde:

opgelegde lozingsnorm:

Ntot 70 mg/liter

Ptot 12 mg/liter

BZV 250 mg/liter

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

gevraagde lozingsnorm:

Ntot 95 mg/liter

Ptot 33 mg/liter

BZV 350 mg/liter

Argumentatie

Adviezen

 

Interne adviezen

  

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening. (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie. (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Bloemenveld, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 7 april 2006. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: open bebouwing.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) en bijzondere plannen van aanleg (BPA) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

Het verzoek ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Voor het onderwerp van de aanvraag is vanuit de dienst stedenbouwkunige vergunningen geen advies vereist.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

In oktober 2019 kreeg de Universiteit Antwerpen, Campus Drie Eiken, een aanmaning in verband met het overschrijden van de norm voor fosfor totaal (18 mg/liter bij een opgelegde norm van 12 mg/liter, meetonzekerheid 30 %) en voor stikstof totaal (75 mg/liter bij een opgelegde norm van 70 mg/liter, meetonzekerheid 30 %). Mits inachtname van de meetonzekerheid wordt de norm voor stikstof wel gerespecteerd. Universiteit Antwerpen vraagt een verhoging van de lozingsnormen voor deze parameters aan en stelt dat de bron van deze overschrijdingen moeilijk kan weggenomen worden.

Stikstof en fosfor zijn nutriënten die bij een overmatige aanwezigheid in water een belangrijke rol kunnen spelen in het proces van eutrofiëring (voedselverrijking van water). Dit kan leiden tot massale wierbloei of ontwikkeling van eendenkroos. Deze componenten zijn dan ook niet onschadelijk en er moet vermeden worden dat er een teveel in oppervlaktewater geloosd wordt.

Universiteit Antwerpen ziet volgende redenen als oorzaak van de overschrijdingen:

-          Het bedrijfsafvalwater op de campus Drie Eiken is een combinatie van afvalwater afkomstig van labo’s, dierverblijven, mechanische werkplaatsen én sanitaire installaties. Er is geen scheiding voorzien. Daarnaast werd vastgesteld dat een deel van de straatriool (met huishoudelijk afvalwater en hemelwater) afkomstig van de huizen gelegen langsheen de Fort VI-straat en van de straat zelf, in de afvalwatercollector van de universiteit geloosd wordt. Al dit afvalwater wordt vervolgens geloosd in de openbare riolering en afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Aquafin met vervolgens lozing op de Grote Struisbeek.

-          Op de campus zijn circa 6.500 personen aanwezig (circa 2.000 personeelsleden en 4.500 studenten) dus is er – volgens UA – een duidelijke link met het huishoudelijk afvalwater.

 

BZV of biochemisch zuurstofverbruik is de hoeveelheid zuurstof die nodig is voor de afbraak van biologisch afbreekbare organische stoffen in water door micro-organismen. Een evenwichtige verhouding van nutriënten in het actief slib van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) is essentieel voor een optimale afbraak door micro-organismen. De belangrijkste nutriënten hiervoor zijn koolstof, stikstof en fosfaat. In het afvalwater van UA Campus Drie Eiken blijken de N- en P-concentraties te hoog te liggen in verhouding tot de BZV-concentratie. UA stelt dan ook dat er eerder kan gesproken worden van een koolstoftekort. Dit kan volgens UA, naast weglaten van de voorzuivering en het vergroten van het denitrificatievolume, opgelost worden door dosering van een externe koolstofbron, hoewel dit natuurlijk wel extra kosten inhoudt voor de uitbater van de RWZI. Universiteit Antwerpen vraagt bijzondere lozingsnormen aan maar legt met deze voorgestelde oplossing, de verantwoordelijkheid bij een derde, externe partij die niet betrokken is bij onderhavige aanvraag.

Universiteit Antwerpen stelt dat “de aanwezigheid van fosfor en stikstof in het afvalwater niet kan vermeden worden en dat daarom de laagst haalbare concentratie moet opgelegd worden”. Volgende bijzondere lozingsnormen worden aangevraagd:

Parameter

BZV (mg/liter)

Ntot (mg/liter)

Ptot (mg/liter)

Huidige bijzondere lozingsnorm

250

70

12

Aangevraagde bijzondere lozingsnorm

350

95

33

 

Universiteit Antwerpen werd in 2006 vergund voor onder andere:

Plaatsen voor het houden van

-          Maximaal twee krokodillen

-          Maximaal 80 hagedissen en 4 slangen

-          Maximaal 8 runderen, 5 paarden en drie varkens

-          Maximaal 20 schapen en/of geiten

-          Maximaal 9.281 kleine zoogdieren

-          Maximaal 6 honden

Evenals voor opslagplaatsen voor dierlijke mest met een capaciteit van 73 m³ waarvan 50 m³ voor drijfmest en 23 m³ voor stalmest.

Als bijzondere voorwaarde werd opgelegd: “De uitwerpselen van de vergunde dieren mogen op geen enkel tijdstip noch op cultuurgronden of landbouwgronden verspreid worden, noch in het afvalwater terechtkomen.” Een jaar later werd dit gewijzigd in “De uitwerpselen van de vergunde dieren mogen op geen enkel tijdstip in het afvalwater terechtkomen noch op cultuurgronden of landbouwgronden verspreid worden, dit laatste met uitzondering van de mest afkomstig van de landbouwhuisdieren van het project “De Ark” (runderen, paarden, schapen, geiten, varkens) waarop onverminderd de mestafzetbepalingen van het Mestdecreet van toepassing zijn.” (MLWV/07-46)

UA Campus Drie Eiken stelt dat de gemeten overschrijdingen van Ntot en Ptot niet te vermijden zijn aangezien ze te wijten zijn aan grote hoeveelheden sanitair afvalwater. In het dossier ontbreekt echter de informatie die laat zien welke pistes onderzocht werden en welke resultaten dit onderzoek had zodat deze stelling inderdaad kan aangetoond worden:

-          de manier van afvoer van de dierlijke uitwerpselen

-          verslag van eventuele onderhandelingen met Aquafin tot afkoppeling van de riolering van de omliggende straten

-         

 

De hypothese waarmee een verhoging van de lozingsnormen gevraagd wordt, werd met onderhavig dossier niet voldoende onderbouwd. De aanvrager wordt verzocht bijkomende informatie aan te leveren om aan te tonen dat de overschrijdingen van Ntot en Ptot inderdaad niet te vermijden zijn.

Advies van het college

Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden en de aanvrager mits bijkomende informatie kan aantonen dat de overschrijdingen van Ntot en Ptot inderdaad niet kunnen vermeden worden, kan vanuit milieutechnisch oogpunt positief advies gegeven worden de bijzondere lozingsnormen aan te passen.

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

De hypothese waarmee een verhoging van de lozingsnormen gevraagd wordt, werd met onderhavig dossier niet voldoende onderbouwd. De aanvrager wordt verzocht bijkomende informatie aan te leveren om aan te tonen dat de overschrijdingen van Ntot en Ptot inderdaad niet te vermijden zijn.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

11 december 2019

Start openbaar onderzoek

21 december 2019

Einde openbaar onderzoek

19 januari 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

30 januari 2020

Onderzoek

Het verzoek werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

21 december 2019

19 januari 2020

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op het verzoek, onder volgende voorwaarden.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

De hypothese waarmee een verhoging van de lozingsnormen gevraagd wordt, werd met onderhavig dossier niet voldoende onderbouwd. De aanvrager wordt verzocht bijkomende informatie aan te leveren om aan te tonen dat de overschrijdingen van Ntot en Ptot inderdaad niet te vermijden zijn.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst

Taak

SW/V

Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.