Terug
Gepubliceerd op 03/02/2020

2020_CBS_00813 - Omgevingsvergunning - OMV_2019135725. Meir 66. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 31/01/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen; Karim Bachar, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_00813 - Omgevingsvergunning - OMV_2019135725. Meir 66. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_00813 - Omgevingsvergunning - OMV_2019135725. Meir 66. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019135725

Gegevens van de aanvrager:

Redevco Retail Belgium Comm.V, Luchthaven Brussel Nationaal Gebouw 1k te 1930 Zaventem

Gegevens van de exploitant:

C&A België Comm.V, J. Monnetlaan 1

te 1800 Vilvoorde

Ligging van het project:

Meir 66 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 3 sectie C nr. 334L

Inrichtingsnummer:

20191112-0042 (C&A Antwerpen Meir)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. Kleinhandelsactiviteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

de opsplitsing en exploitatie van een kledingwinkelpand (hoekcomplex)

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          20/03/1997: vergunning (86#960674) voor het verbouwen van het winkelpand

-          07/11/2003: vergunning (86#30537) voor het verbouwen van een winkeloppervlakte;

-          05/03/2004: vergunning (86#30857) voor het verbouwen van een winkelpand en aanpassingen aan de gevel.

 

Vergunde en huidige toestand

-          een winkelgebouw met vier bouwlagen en een plat dak op de hoek van de Meir en Kolveniersstraat;

-          de kelder, het gelijkvloers en de eerste verdieping zijn in gebruik als effectieve handelsruimte voor een winkelketen;

-          de tweede verdieping is in gebruik als kantoorruimten, personeelsruimten en stock bij deze winkelruimte;

-          de derde verdieping is voorzien van stockageruimten en technische ruimten;

-          op de vierde verdieping is enkel de uitloop van de linkse liftschacht aanwezig;

-          de gevels van het gebouw zijn opgetrokken in grijs geschilderde zichtbeton en natuursteen en glazen vitrines langs de Meir.

 

Gewenste toestand

-          een winkelgebouw met vierbouwlagen en een plat dak op de hoek van de Meir en Kolveniersstraat;

-          2 winkelunits:

  • unit 1 in kelder en een deel gelijkvloers;
  • winkelunit 2 op een deel van het gelijkvloers, verdieping 1 en 2;
  • de stockageruimten en technische ruimten op verdieping 3;

-          volledig beglaasde voorgevelpui op de Meir.

 

Inhoud van de aanvraag

-          intern verbouwen van een bestaand handelspand;

-          beperkt uitbreiden van het bouwvolume tot op de rooilijn op het gelijkvloers;

-          interne constructieve wijzigingen in functie van de verticale circulatie;

-          omvormen van de stockageruimten en personeelsruimten op verdieping 2 naar winkelruimte;

-          wijzigingen van de gelijkvloerse gevel op de Meir;

-          beperkt wijzigen van de gevel in de Kolveniersstraat.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 24 april 2015 werd door de deputatie een vergunning verleend aan C&A België cv voor het uitbaten van een kledingzaak (MV2015/9). De vergunning is nog geldig tot 24 april 2035.

 

Aangevraagde rubrieken

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

16.3.2.a

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW.

- 76,1 kW

 

Omschrijving kleinhandelsactiviteiten

 

Deze omgevingsvergunningsaanvraag voor kleinhandelsactiviteiten heeft betrekking op de omvorming van een bestaande winkel in kleding naar een handelsgeheel met twee  winkelunits. De totaal gevraagde nettohandelsoppervlakte bedraagt 5.093 m².

 

Met voorliggend dossier wordt een omgevingsvergunning kleinhandelsactiviteiten gevraagd voor de omvorming van een bestaande kledingzaak onder het embleem van C&A naar een handelsgeheel met twee units.

C&A opende reeds in 1963 een kledingwinkel aan de Meir 66 (op de hoek met de Kolveniersstraat). Deze historisch vergunde kleinhandelszaak in persoonsuitrusting wordt uitgebaat op een nettohandelsoppervlakte van 4.191 m² verdeeld over de kelderverdieping, het gelijkvloers en de eerste verdieping van het gebouw. Sociale, sanitaire, administratieve en technische lokalen en stockageruimte bevinden zich grotendeels op de tweede en derde verdieping en in beperkt mate op de vierde en vijfde verdieping op een totale netto-oppervlakte van 4.191 m². In het kader van een steeds wijzigend winkellandschap en digitalisering, wil C&A haar bestaande winkel aanpassen. De winkel krijgt een uitnodigende, lichte en moderne touch maar op een iets kleinere oppervlakte. C&A wenst zijn kleinhandelszaak in persoonsuitrusting ter plaatse verder uit te baten op een netto-handelsoppervlakte van 3.556 m². Door deze inkrimping en reorganisatie ontstaat er ruimte voor de vestiging van een tweede kleinhandelszaak.

Maisons du Monde baat sinds 2008 een meubel- en binnenhuisinrichtingswinkel uit in de grootschalige kleinhandelsconcentratie langs de Boomsesteenweg te Wilrijk en wenst complementair hiermee ook in de centrale handelskern van Antwerpen een meubel- en binnenhuisinrichtingswinkel te openen. Maisons du Monde wenst deze winkel onder te brengen in de vrijgekomen winkelruimte (tweede unit) in de kelder en op een deel van het gelijkvloers, op een totale netto-handelsoppervlakte van 1.537 m². Sociale, sanitaire, administratieve en technische lokalen en stockageruimte, zullen grotendeels in de kelder en in beperkte mate op het gelijkvloers worden ingericht. Zo ontstaat een handelsgeheel met een totale netto-handelsoppervlakte van 5.093 m².

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

13 december 2019

13 januari 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/mobiliteit

23 januari 2020

23 januari 2020

stadsontwikkeling/onroerend erfgoed/ monumentenzorg

13 december 2019

21 januari 2020

stadsontwikkeling/ruimte (inzake SOK)

16 december 2019

23 december 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: overdruk - detailhandel (dh), overdruk - reca (r) en artikel  6:   zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6).

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-        Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-        Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op het volgend punt:

  • artikel 18: het niveauverschil tussen binnen en buiten bedraagt 5 centimeter. Dit is meer dan de maximaal aanvaardbare 2 centimeter.

 

Algemene bouwverordeningen

-        Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-        Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

 

Sectorale regelgeving

-        MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-        Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-        Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-        Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)


De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-        BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Gelet op de ligging in de zone voor centrumfuncties – Stedelijke functies (Ce6) met overdruk detailhandel volgens het RUP Binnenstad, is het voorzien van effectieve winkelruimte op verdieping 2, in plaats van stockage en personeelsruimten principieel aanvaardbaar. De stockageruimten en personeelsruimten op de 3de verdieping blijven ongewijzigd.

 

Het opdelen van de beschikbare winkelruimte in 2 aparte units is aanvaardbaar in het kernwinkelgebied van de Meir.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aanvraag voorziet een beperkte uitbreiding van 31 m² op het gelijkvloers. De winkelvitrines worden volledig doorgetrokken tot op de rooilijn zodat het gebouw wordt voorzien van een glazen sokkel. Deze uitbreiding doet geen afbreuk aan het straatbeeld en de gevelgeleding van het gebouw.

 

Cultuurhistorische aspecten en visueel-vormelijke elementen

De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed en is gelegen in een gebied met culturele, historische en/of esthetische waarde.

 

Artikel 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. Bovendien schrijft artikel 5 §2 voor dat de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie moet bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat de stedelijke dienst monumentenzorg deze kan afwegen. Deze informatie werd toegevoegd aan de aanvraag. Het dossier werd ook voorbesproken met de dienst monumentenzorg.

 

Het advies laadt zich als volgt samenvatten:

 

… Het pand werd intern aangepast waardoor er geen interieurelementen uit de oorspronkelijke bouwfase meer aanwezig zijn, met uitzondering van de structuur. Ook de gelijkvloerse gevel zijde Meir werd aangepast doorheen de tijd. Er werd een uitspringende boord voorzien boven de beglaasde pui over de restanten van de oorspronkelijke luifel heen.  Het pand is beeldbepalend door zijn architectuur en schaal.

Het voorstel tast de erfgoedwaarde van het gebouw niet aan, er wordt subtiel gerefereerd naar de oorspronkelijke vitrinekasten door het beperkt naar binnen plaatsen van de beglaasde pui.

Een voorstel voor publiciteit werd niet toegevoegd aan de aanvraag, hier dient omzichtig mee omgegaan te worden zodat de gevelarchitectuur niet verstoord wordt.

Gelet op het voorgaande wordt een gunstig advies verleend.”

Bij het verlenen van de vergunning zal worden opgenomen dat een aparte omgevingsvergunning moet worden aangevraagd voor alle vergunningsplichtige publiciteit.

 

De aanvraag voorziet slechts beperkte wijzigingen aan de straatgevels op het gelijkvloers.

De voorgestelde materialisatie en geleding doet geen afbreuk aan de erfgoedwaarde van het pand en zijn niet storend in het straatbeeld.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Gelet op de publiektoegankelijke oppervlakten van de winkelruimten is de verordening toegankelijkheid integraal van toepassing.

 

-          Op basis van de doorsneden wordt vastgesteld dat het niveauverschil tussen het voetpad en de interne vloerpas meer dan 2 cm bedraagt. Dit is in strijd met artikel 18 van de verordening toegankelijkheid. Bij het verlenen van de vergunning zal in voorwaarden worden opgenomen dat het pasverschil maximaal 2 cm mag zijn conform dit artikel.

-          De aanvraag voorziet een nieuwe lift in unit 2. Deze nieuwe lift zal moeten voldoen aan de bepalingen van artikel 21 van de verordening toegankelijkheid.

-          De aanvraag voorziet geen inrichting van de 2 winkelunits. Deze inrichting is niet vergunningsplichtig. Om het gebruiksgenot te garanderen voor mindervaliden zal wel in voorwaarden worden opgenomen dat bij het voorzien van publieke toegankelijke toiletten deze moeten voldoen aan artikel 29/2 en 30 van de verordening toegankelijkheid.

-          Indien er pashokjes worden voorzien zullen deze moeten voldoen aan artikel 29/1 van de verordening toegankelijkheid.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte. Het gaat om het opsplitsen van een handelszaak in 2 aparte handelszaken. Deze wijziging heeft geen impact op het mobiliteitsprofiel.

Er zijn voldoende publieke parkings en fietsenstallingen in de omgeving.

 

Het laden en lossen kan gebeuren tijdens de venstertijden van het voetgangersgebied Meir.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De exploitant wenst het winkelpand op de hoek van de Meir 66 en de Kolvenierstraat 7 en 7a op te splitsen in twee commerciële eenheden. Als gevolg van de opsplitsing wordt de bestaande luchtbehandeling- en conditionering vernieuwd. De bestaande installatie met een vermogen van 227 kW wordt vervangen door drie moderne warmtepompen die zullen instaan voor ventilatie, koeling en verwarming van de verkoopruimtes. De warmtepompen hebben een vermogen van 26,8 kW, 52,5 kW en 41,1 kW. Voor de verwarming van de dienstruimtes en als back-up voor de warmtepompen, worden twee condensatieketels op aardgas voorzien van elk 90 kW. De warmtepompen, koelgroepen en stookinstallaties worden geplaatst op de derde verdieping.

In een afgesloten lokaal in de kelderverdieping bevindt zich een transformator van het droge type, met een vermogen van 900 kVA. Eveneens in de kelder staat een noodstroomgroep in functie van de sprinklerpompen. Hiervoor wordt 450 liter diesel opgeslagen (1 x 300 liter + 5 x 30 liter). De generator zelf heeft een vermogen van 128 kW en is derhalve niet ingedeeld. De rubriek voor het opslaan van de brandstof wordt geactualiseerd.

 

Toetsing van het aangevraagde aan de beoordelingsgronden van het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid

 

Doelstelling 1: Duurzame vestigingsmogelijkheden en vermijden van handelslinten

Het pand is volgens het Ruimtelijk Uitvoeringsplan Binnenstad gelegen in de zone voor
"centrumfuncties - stedelijke functies". In deze centrumzone staat de mix van functies centraal en is onder andere detailhandel toegelaten. Ook is de projectlocatie vervat in een zone "overdruk
detailhandel". In deze zone wordt detailhandel ook toegelaten in de kelder en op de eerste verdieping. Het gevraagde project komt hier aan tegemoet door inrichting van de publieksruimte in de kelder, op de gelijkvloerse verdieping en de eerste verdieping.

De uitbater neemt geen ‘green fields’ in om haar handelsgeheel te organiseren. Er wordt geen nieuwe bebouwing gecreëerd of bijkomende verlinting in de hand gewerkt. Het handelsgeheel vestigt zich in een bestaande stedenbouwkundig vergunde handelsruimte die gerenoveerd en heringericht wordt. Het is daarom een duurzame vorm van her ingebruikname winkelvastgoed.

Doelstelling 2: Het waarborgen van een toegankelijk aanbod voor consumenten

Het project is gelegen in het grootstedelijk gebied Antwerpen. Het project ligt in een stedelijke omgeving met een hoge bevolkingsdichtheid op wandel- en fietsafstand. Het aanbod is goed toegankelijk voor de consumenten/bewoners van Antwerpen. Het aanpassen van de bestaande winkel naar een handelsgeheel met twee units gericht naar enerzijds de verkoop van goederen uit categorie twee (goederen voor persoonsuitrusting) en anderzijds de verkoop van goederen uit categorie vier (andere producten) behoudt en verruimt het bestaande aanbod voor de lokale consument in deze handelszone.

Doelstelling 3: Het waarborgen en versterken van de leefbaarheid in het stedelijk milieu/kernwinkelgebieden

In de Beleidsnota Detailhandel (goedgekeurd door de gemeenteraad op 18 september 2013, jaarnummer 585) worden de Meir en de aanlopende straten aangeduid als een prioritair kernwinkelgebied. Dit centrum met een bovenlokale aantrekkingskracht bepaalt in belangrijke mate de uitstraling van stad Antwerpen als shoppingstad. Het aanpassen en renoveren van de bestaande winkel naar een handelsgeheel met meerdere units voldoet dan ook volledig aan deze doelstelling tot het waarborgen en versterken van de leefbaarheid van dit stedelijk kernwinkelgebied.

Doelstelling 4: Het bewerkstelligen van een duurzame mobiliteit

Het gaat om het opsplitsen van een handelszaak in 2 aparte handelszaken. Deze wijziging heeft geen impact op het mobiliteitsprofiel.

Er zijn voldoende publieke parkings en fietsenstallingen in de omgeving. Het laden en lossen kan gebeuren tijdens de venstertijden van het voetgangersgebied Meir.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      een aparte omgevingsvergunning moet worden aangevraagd voor alle vergunningsplichtige publiciteit;

3.      het pasverschil tussen het voetpad en de vloerpas binnen te beperken tot maximaal 2 cm conform artikel 18 van de verordening toegankelijkheid;

4.      de nieuwe lift in unit 2 te voorzien volgens de bepalingen van artikel 21 van de verordening toegankelijkheid;

5.      nieuwe publiek toegankelijke toiletten te voorzien conform artikel 29/2 en 30 van de verordening toegankelijkheid;

6.      pashokjes te voorzien conform artikel 29/1van de verordening toegankelijkheid.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Indien de exploitatie plaatsvindt met respect voor de algemene en sectorale voorwaarden, zijn de risico’s voor mens en milieu aanvaardbaar. Er wordt gunstig advies gegeven de vergunning aan te passen.

 

Geadviseerde rubrieken

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

16.3.2.a

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW.

- 76,1 kW

 

Advies over de kleinhandelsactiviteiten

Op basis van doelstelling 1 t.e.m. 4 geven de diensten Investdesk en Bedrijvenloket gunstig advies voor het uitreiken van een omgevingsvergunning kleinhandelsactiviteiten tot het omvormen van een bestaande winkel naar een handelsgeheel met twee commerciële units aan de Meir 66, 2000 Antwerpen. De totale nettohandelsoppervlakte van 5.093 m² dient verdeeld te worden in:

-        een unit van 3.556 m² met verkoop van goederen voor persoonsuitrusting (categorie 2 conform artikel 3 van het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid van 15 juli 2016);

-        een unit van 1.537 m² met verkoop van andere producten (categorie 4 conform artikel 3 van het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid van 15 juli 2016).


Stedenbouwkundige lasten

 

Artikel 75 Decreet betreffende de omgevingsvergunning bepaalt dat de vergunningverlener stedenbouwkundige lasten bij omgevingsvergunningen kan opleggen.

De stedenbouwkundige last kan de vorm aannemen van een louter financiële last of een realisatie in natura door de ontwikkelaar. In elk geval kan ingespeeld worden op maatschappelijke noden en behoeften op buurt- en wijkniveau. Het is aan de vergunningverlenende overheid om te bepalen of een louter financiële last aan de ontwikkelaar wordt opgelegd of een realisatie in natura door de ontwikkelaar wordt geëist. De inkomsten voor de stad van stedenbouwkundige lasten moeten vanuit de regelgeving een expliciete bestemming krijgen met een link in de nabijheid van het project. Bij beslissing van de lasten moet dit meteen vastgelegd worden.

Het college besliste op 17 januari 2020 (Jaarnummer 2020_CBS_00461) dat er voor het project ‘Meir 66', district Antwerpen’ geen stedenbouwkundige lasten verschuldigd zijn.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

15 november 2019

Volledig- en ontvankelijk

13 december 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

11 februari 2020

Verslag GOA

23 januari 2020

naam GOA

Bieke Geypens en Katrine Leemans

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.


Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      een aparte omgevingsvergunning moet worden aangevraagd voor alle vergunningsplichtige publiciteit;

3.      het pasverschil tussen het voetpad en de vloerpas binnen te beperken tot maximaal 2 cm conform artikel 18 van de verordening toegankelijkheid;

4.      de nieuwe lift in unit 2 te voorzien volgens de bepalingen van artikel 21 van de verordening toegankelijkheid;

5.      nieuwe publiek toegankelijke toiletten te voorzien conform artikel 29/2 en 30 van de verordening toegankelijkheid;

6.      pashokjes te voorzien conform artikel 29/1van de verordening toegankelijkheid.


Brandweervoorwaarden

de voorwaarden uit het brandweeradvies met kenmerk BW/SVDB/2020/G.01177.A1.0004.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubrieken:

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2.a

het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1.770 m³/jaar

12.2.1

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1x 900 kVA

16.3.2.a

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

151,4 kW

17.3.2.1.1.1.b

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt.

0,38 ton

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 31 januari 2020 en eindigt op 24 april 2035, de einddatum van de lopende vergunning.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.