Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019107138 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
NV Atlas Copco Airpower met als contactadres Boomsesteenweg_WI 957 te 2610 Wilrijk-Antwerpen |
Ligging van het project: |
Terbekehofdreef 10-20 te 2610 Wilrijk-Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 44 sectie D nrs. 207H en 207G |
Inrichtingsnummer: |
20190109-0045 (Airtec Drogers Terbekehofdreef) |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
het plaatsen en exploiteren van twee middenspanningscabines |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 07/06/2013 vergunning (20131669) voor het plaatsen van signalisatietotems in de voortuinstrook van elk bedrijfsperceel in de bedrijfszones Terbekehofdreef en Kernenergielaan te Wilrijk;
- 06/03/2012 vergunning (2012113) voor het uitbreiden van een magazijncomplex met container opslag (gebouw D);
- 22/04/2011 vergunning (2011879) voor het uitbreiden van een vergund magazijn;
- 24/12/2010 vergunning (20106225) voor het bouwen van werkplaatsen en magazijnen, het verbouwen van een bestaand laboratoriumgebouw in kantoren en een parking;
- 20/08/1990 vergunning (1990968) voor afbraak van een oude hoeve en het bouwen van een medisch laboratorium
Vergunde/vergund geachte toestand
- industriegebouwen en parkeerzones in industriegebied.
Huidige toestand
- industriegebouwen en enkele kleine bijgebouwen;
- meerdere parkeerplaatsen voor auto’s en vrachtwagens.
Gewenste toestand
- plaatsen van twee bijkomende prefab middenspanningscabines:
Inhoud van de aanvraag
- plaatsen van twee middenspanningscabines.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 21 juni 2019 werd aan Atlas Copco Airpower nv een omgevingsvergunning (OMV_2019002568) voor onbepaalde duur verleend voor het exploiteren van een productie-eenheid voor drogermaterialen.
Inhoud van de aanvraag
Met onderhavige aanvraag worden bijkomend twee middenspanningscabines voor de exploitatie aangevraagd. De aanvraag betreft dus een wijziging van een lopende omgevingsvergunning van onbepaalde duur.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
12.2.2° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA. |
1x 1.600,00 kVA |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
25 oktober 2019 |
22 november 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator |
25 oktober 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Vlaamse Milieumaatschappij |
25 oktober 2019 |
29 oktober 2019 |
Geen advies |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
24 oktober 2019 |
31 oktober 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
24 oktober 2019 |
12 november 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het project voorziet in de bouw en installatie van 2 middenspanningscabines. Dit is aanvaardbaar gelet op de bestemming van het gebied.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De voorgestelde middenspanningscabines zijn voor wat betreft volume en inplanting inpasbaar in de industriële omgeving en verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. De cabines hebben slechts een beperkte omvang. De ruimtelijke impact is dan ook beperkt. Het voorstel is aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
Het materiaal van de nieuwe cabines is in overeenstemming met de industriële context van het perceel. De cabines worden afgewerkt met lichtgrijze structuurverf en een zwart plat dak. Deze afwerking is niet vreemd in de omgeving en doet geen afbreuk aan het straatbeeld.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De cabine die voorzien wordt in de groenzone aan de rechter perceelgrens staat op 40,8 cm van deze perceelgrens. Aan de rechterzijde van de cabine bevindt zich een rooster. Wegens de beperkte afstand tot de rechterbuur kan hier geluidsoverlast optreden. In voorwaarde zal daarom opgenomen worden om het rooster aan de linkerzijde te voorzien.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.
Het bijzetten van middenspanningscabines zelf heeft geen parkeerbehoefte.
Er verdwijnt door de bouw 1 parkeerplaats. Deze wordt bijgeteld bij de parkeerbehoefte. Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden.
De parkeerbehoefte is 1 parkeerplaats
Bijstelling mobiliteit: De bestaande toestand is niet gelijk aan de vergunde toestand. In de vergunde toestand zijn er meer parkeerplaatsen dan er momenteel op terrein voorzien zijn. Een deel van de parkeerplaatsen zijn nog niet gerealiseerd en zijn nog in het groen. Het niet voorzien van alle plaatsen geeft aan dat er een lagere behoefte is dan het aantal plaatsen voorzien in de vergunning. Het verdwijnen van deze ene parkeerplaats heeft geen gevolgen. Indien er meer parkeerplaatsen nodig zijn kunnen de nog niet gerealiseerde plaatsen alsnog voorzien worden.
De werkelijke parkeerbehoefte is 0 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien niet in extra nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
In 2019 startte Atlas Copco Airpower met de productie van drogermaterialen op een gedeelte van een industriële site aan de Terbekehofdreef te Wilrijk. Ter plaatse worden drogermaterialen geproduceerd op basis van glasvezelpapier en op basis van keramische blokken. Het geproduceerde drogermateriaal kan ingezet worden bijvoorbeeld als droger voor perslucht in compressoren of andere installaties. Met onderhavige aanvraag worden bijkomend twee middenspanningscabines voor de exploitatie aangevraagd. De aanvraag betreft dus een wijziging van een lopende omgevingsvergunning van onbepaalde duur.
De vergunningsaanvraag heeft geen betrekking op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht in de zin van het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed.
Op elk van beide percelen wordt een cabine geplaatst. De ene cabine bevat een transformator met een vermogen van 1.600 kVA, de andere cabine is een aftakkingscabine die geen transformator bevat. Dit is noodzakelijk om zelfvoorzienend te kunnen zijn aan elektrisch vermogen nodig voor de reeds vergunde activiteiten. Voor een transformator met een vermogen boven 1.000 kVA is klasse 2 rubriek 12.2.2 van toepassing.
Het hemelwater dat neerkomt op het dak van de middenspanningscabines, infiltreert op natuurlijke wijze in de groenzone naast de verhardingen op eigen terrein.
Voor deze uitbreiding wordt geen bijkomende hinder verwacht.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het rooster dat aan de rechterzijde wordt voorzien in de cabine van het type Aquila aan de linkerzijde te voorzien.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de wetgeving betreffende de omgevingsvergunning. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de gevraagde uitbreiding te vergunnen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
12.2.2° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA. |
1x 1.600,00 kVA |
Gecoördineerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
4.3.c)2°i) |
andere inrichtingen voor het mechanisch, pneumatisch of elektrostatisch aanbrengen van bedekkingsmiddelen dan de inrichtingen, vermeld in a) en b), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 25 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; |
26,50 kW |
4.4. |
inrichtingen voor het thermisch behandelen (temperatuur van 100 °C of meer) van voorwerpen bedekt met bedekkingsmiddelen, in ovens met een inwendig volume groter dan 0,25 m3; |
8,50 m³ |
7.1.2° |
niet elders ingedeelde inrichtingen, voor de productie of behandeling van organische of anorganische chemicaliën waarbij, gebruik gemaakt wordt van alkylering, aminering met ammoniak, carbonylering, condensatie, dehydrogenering, verestering, halogenering en fabricage van halogenen, hydrogenering, hydrolyse, oxidatie, polymerisatie, ontzwaveling, synthese en omzetting van zwavelhoudende verbindingen, nitrering en synthese van stikstofhoudende verbindingen, synthese van fosforhoudende verbindingen, distillatie, extractie, solvatie en/of menging, met een jaarcapaciteit van meer dan 1.000 ton tot en met 10.000 ton; |
1.415,00 ton/jaar |
12.2.2° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; |
1x 1.600,00 kVA |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
122,00 kW |
17.3.4.2°a) |
opslagplaatsen voor bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS05) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; |
50,00 ton |
17.3.6.1°a) |
opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; |
1,80 ton |
17.3.7.1°a) |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; |
0,80 ton |
17.3.8.1° |
opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg ton tot en met 2 ton; |
0,80 ton |
24.4. |
laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt; |
3 labo's |
33.3.1°a) |
inrichtingen voor het behandelen van papier en karton voor het vervaardigen van waren uit papier of karton met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 tot en met 200 kW, als de inrichting volledig gelegen is in industriegebied. |
128,00 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
3 oktober 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
25 oktober 2019 |
Start openbaar onderzoek |
4 november 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
3 december 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
7 februari 2020 |
Verslag GOA |
20 januari 2020 |
naam GOA |
Bieke Geypens en Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
4 november 2019 |
3 december 2019 |
7 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
Alle ingediende bezwaren handelen over het plaatsen van de middenspanningscabine van het type Aquila welke geplaatst zal worden in de groenstrook ter hoogte van de rechter perceelgrens. De bespreking van de bezwaren hebben dus enkel betrekking op deze cabine.
1. Te dicht bij de perceelgrens: de bezwaarindieners geven aan dat de nieuwe cabine te dicht op de perceelgrens is voorzien waardoor dit een hinderlijk uitzicht geeft.
Beoordeling:
Het klopt dat de afstand tot de perceelgrens beperkt is. Het betreft een aanvraag in een industriële omgeving voor een technische installatie die nauwelijks zichtbaar is vanop het openbaar domein en die niet gelegen is in een groene voortuinstrook. In dat opzicht kan de aanvraag aanvaard worden.
Het bezwaar is ongegrond.
2. Geluidsoverlast: de bezwaarindieners geven aan dat door het voorzien van een rooster aan de zijde van de perceelgrens er geluidsoverlast kan ontstaan.
Beoordeling:
Het klopt dat er aan de zijde van de perceelgrens een rooster is voorzien. Om dit op te lossen zal in voorwaarde worden opgenomen om dit rooster aan de zijde van het eigen perceel te voorzien.
Het bezwaar is gegrond.
3. Zone van 3 meter vrije ruimte: de bezwaarindieners geven aan dat er in industriegebied een vrije zone van 3 meter dient voorzien te worden.
Beoordeling:
Volgens artikel 7.2. van de omzendbrief betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen van 8 juli 1997 bevatten de industriële gebieden inderdaad een bufferzone. De breedte en de aanleg van de ‘bufferstroken’ tussen bedrijven zelf betreft een technische, stedenbouwkundige aangelegenheid. Zij worden bepaald bij de vaststelling van een plan van aanleg van de industriezone, bij een indelingsplan naar aanleiding van een onteigeningsplan of bij de goedkeuring van een bouwvergunning. Dit is voor voorliggend perceel niet het geval.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het rooster dat aan de rechterzijde wordt voorzien in de cabine van het type Aquila aan de linkerzijde te voorzien.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
4.3.c)2°i) |
andere inrichtingen voor het mechanisch, pneumatisch of elektrostatisch aanbrengen van bedekkingsmiddelen dan de inrichtingen, vermeld in a) en b), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 25 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; |
26,50 kW |
4.4. |
inrichtingen voor het thermisch behandelen (temperatuur van 100 °C of meer) van voorwerpen bedekt met bedekkingsmiddelen, in ovens met een inwendig volume groter dan 0,25 m3; |
8,50 m³ |
7.1.2° |
niet elders ingedeelde inrichtingen, voor de productie of behandeling van organische of anorganische chemicaliën waarbij, gebruik gemaakt wordt van alkylering, aminering met ammoniak, carbonylering, condensatie, dehydrogenering, verestering, halogenering en fabricage van halogenen, hydrogenering, hydrolyse, oxidatie, polymerisatie, ontzwaveling, synthese en omzetting van zwavelhoudende verbindingen, nitrering en synthese van stikstofhoudende verbindingen, synthese van fosforhoudende verbindingen, distillatie, extractie, solvatie en/of menging, met een jaarcapaciteit van meer dan 1.000 ton tot en met 10.000 ton; |
1.415,00 ton/jaar |
12.2.2° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; |
1x 1.600,00 kVA |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
122,00 kW |
17.3.4.2°a) |
opslagplaatsen voor bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS05) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; |
50,00 ton |
17.3.6.1°a) |
opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; |
1,80 ton |
17.3.7.1°a) |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; |
0,80 ton |
17.3.8.1° |
opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg ton tot en met 2 ton; |
0,80 ton |
24.4. |
laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt; |
3 labo's |
33.3.1°a) |
inrichtingen voor het behandelen van papier en karton voor het vervaardigen van waren uit papier of karton met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 tot en met 200 kW, als de inrichting volledig gelegen is in industriegebied. |
128,00 kW |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 24 januari 2020 voor onbepaalde duur.