Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019147832 |
Gegevens van de aanvrager: |
Linsey Mariman met als adres Leliënlaan 8 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Leliënlaan 8 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 35sectie F nr. 127F4 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
plaatsen van een veranda |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 12/02/1962: vergunning voor het bouwen van een woning;
- 31/10/2019: ongegronde, niet rechtsgeldige melding (20193373) voor het plaatsen van een veranda.
Vergunde/vergund geachte en huidige toestand
- eengezinswoning van 1 bouwlaag onder hellend dak met een gelijkvloerse bouwdiepte van 9 m.
Gewenste toestand
- eengezinswoning van 1 bouwlaag onder hellend dak met een gelijkvloerse bouwdiepte van 14 m, door de toevoeging van een veranda.
Inhoud van de aanvraag
- het plaatsen van een veranda in aluminium schrijnwerk;
- het buitenschrijnwerk in de oorspronkelijke achtergevel zou op het gelijkvloers verwijderd worden, evenals het muurdeel onder de raamopening– op deze manier zou één doorlopende ruimte gecreëerd worden. Dit is echter niet eenduidig vast te stellen aangezien op de doorsnede het schrijnwerk behouden blijft;
- de scheidingsmuren worden niet gewijzigd.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen (wo1).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er is geen gegronde reden om af te wijken van de geldende voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt de beperkte uitbreiding van een vergunde eengezinswoning en gelet op de overeenstemming van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften dienaangaande van het van kracht zijnde Ruimtelijk Uitvoeringsplan is deze correct inpasbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag beoogt louter de aanbouw van een veranda, gelijkvloers achteraan de woning. De nieuwe bouwdiepte, 13,95 m, is geheel aanvaardbaar voor dit type van bebouwing en garandeert intern genoeg leefkwaliteit en voldoende resterende tuinruimte achteraan. Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De te hanteren materialisatie, aluminium schrijnwerk in combinatie met glas, is enerzijds typerend voor dit soort gebouwdeel en is anderzijds visueel ingepast in zijn gebouwde omgeving. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Uit de aanvraag blijkt niet eenduidig of de aanvraag een uitbreiding van de leefruimte betreft of gaat om een toevoeging van een overdekte buitenruimte, gezien er strijdigheden worden vastgesteld tussen de plannen en de doorsnede die aan het dossier werden toegevoegd.
Op basis van de aanvraag worden de gevraagde werken beschouwd als een toevoeging van een overdekte buitenruimte (veranda) waardoor het schrijnwerk in de oorspronkelijke achtergevel dient behouden te blijven. Het gevolg hiervan is dat de leefruimte geen rechtstreekse luchttoevoer meer krijgt. Er zullen als voorwaarden aan de vergunning worden gekoppeld om het oorspronkelijke schrijnwerk in de achtergevel te behouden en voldoende permanente ventilatieopeningen te voorzien.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het schrijnwerk in de oorspronkelijke gelijkvloerse achtergevel dient behouden te blijven, zoals op de doorsnede reeds aangegeven maar hetgeen in de plannenanders wordt weergegeven;
2. het dak van de veranda dient lager te worden uitgevoerd zodat er een dakopstand van 30 cm ontstaat
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
4. de veranda dient uitgevoerd te worden met voldoende permanente ventilatieopeningen;
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
26 november 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
6 december 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
4 februari 2020 |
Verslag GOA |
20 januari 2020 |
naam GOA |
Christel Bogaerts |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het schrijnwerk in de oorspronkelijke gelijkvloerse achtergevel dient behouden te blijven, zoals op de doorsnede reeds aangegeven maar hetgeen in de plannen anders wordt weergegeven;
2. het dak van de veranda dient lager te worden uitgevoerd zodat er een dakopstand van 30 cm ontstaat;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
4. de veranda dient uitgevoerd te worden met voldoende permanente ventilatieopeningen;
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.