Terug
Gepubliceerd op 18/09/2020

2020_CBS_07631 - Politieverordening 1 september 2020 - Diverse lokale maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19 - Bekrachtiging

college van burgemeester en schepenen
vr 11/09/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_07631 - Politieverordening 1 september 2020 - Diverse lokale maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19 - Bekrachtiging 2020_CBS_07631 - Politieverordening 1 september 2020 - Diverse lokale maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19 - Bekrachtiging

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

De burgemeester is bevoegd inzake de algemene administratieve politie.

Overeenkomstig artikel 133 van de Nieuwe Gemeentewet is de burgemeester belast met de uitvoering van de wetten, de decreten, de ordonnanties, de verordeningen en de besluiten van de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de Gemeenschapscommissies, de provincieraad en de bestendige deputatie van de provincieraad.

Overeenkomstig artikel 134, §1 van de Nieuwe Gemeentewet kan de burgemeester politieverordeningen maken in geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare orde of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners. Deze verordening vervalt dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet wordt bekrachtigd.

Overeenkomstig artikel 63 van het Decreet Lokaal Bestuur is de burgemeester bevoegd voor dringende politieverordeningen.

Argumentatie

De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare gezondheid, veiligheid en rust in de stad Antwerpen en beroept zich op artikel 135, §2 van de Nieuwe Gemeentewet, dat onder meer zegt dat de gemeenten bevoegd zijn om de openbare gezondheid te bewaken, onder andere door het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden.

Het risico op besmetting door het coronavirus COVID-19 verkleint door meer dan anderhalve meter afstand te houden van andere personen, het gezicht zo weinig mogelijk aan te raken en aandacht te hebben voor een goede handhygiëne. Zoals reeds toegelicht, werden er om die reden dan ook nationaal verstrekkende maatregelen genomen om de verspreiding van de epidemie tegen te gaan ter bescherming van de openbare gezondheid. 

De huidige maatregelen die op federaal niveau gelden, zijn opgenomen in het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zoals gewijzigd door de Ministeriële besluiten van 10 juli 2020, 24 juli 2020, 28 juli 2020 en 22 augustus 2020. 

De provinciegouverneur en de steden en gemeenten kunnen de federale maatregelen verder verfijnen en verstrengen in functie van de epidemiologische situatie en de risico’s op het grondgebied.

De maatregelen die door de gouverneur van de provincie Antwerpen werden genomen liepen af op 26 augustus 2020. Hoewel het aantal besmettingen in de stad Antwerpen opnieuw aan het dalen is, wordt de alarmdrempel van 20 besmettingen per 100.000 inwoners nog steeds overschreden. Bovendien vereisen de specifieke stedelijke context en de daarmee gepaard gaande drukte en densiteit bijkomende maatregelen ten einde de openbare gezondheid te vrijwaren. Derhalve is het aangewezen om een aantal bijkomende maatregelen te bestendigen:

  1.  Het bedekken van de mond en neus door een masker, hierna mond-neusmasker genoemd, in de openbare ruimte. 

Het niet respecteren van de social distance en dit op een plaats waar veel mensen samenkomen, verhoogt het risico op de verspreiding van het coronavirus COVID-19. Het coronavirus COVID-19 verspreidt zich zeer snel door middel van speeksel. Het coronavirus COVID-19 verspreidt zich van mens tot mens via kleine druppeltjes die onder andere bij hoesten en niezen vrijkomen. Via die druppeltjes komt het virus terecht in de lucht, op voorwerpen en op oppervlakken. Wie deze druppeltjes inademt of via de handen in de mond, neus of ogen binnenkrijgt, kan besmet raken met het virus. Het risico op besmetting verkleint aanzienlijk door meer dan anderhalve meter afstand te houden van andere personen, hetgeen in stedelijk gebied niet altijd mogelijk is omwille van de drukte. Teneinde de openbare gezondheid te vrijwaren zijn bijkomende maatregelen noodzakelijk.

Het risico op een snelle verspreiding van het coronavirus COVID-19 wordt aanzienlijk beperkt door het bedekken van de neus en de mond met een masker. Dit voorkomt dat de kleine druppeltjes speeksel die drager zijn van het virus in de lucht terecht komen en personen in de nabije omgeving besmetten. Het dragen van een mond-neusmasker speelt bijgevolg een belangrijke rol in de strategie om de verdere verspreiding van het virus tegen te gaan, in het bijzonder op drukke plaatsen en momenten waar het niet eenvoudig is om de afstand van 1,5 meter tussen personen te respecteren.

In haar advies van 5 augustus 2020 geeft de evaluatiecel CELEVAL het nadrukkelijk advies aan de bevoegde minister ‘om te komen tot een betere harmonisatie van de regels rond het gebruik van mond-neusmaskers en verwijst daarbij naar haar advies van 20/07/2020, punt 1 (advies 62): “…Het dragen van mondmaskers verplichten op markten, in winkelstraten, in alle openbare gebouwen, en in de horeca (behalve wanneer je zit om te eten of drinken)…” De uitdrukkelijke herhaling van dit advies op 11 augustus 2020 vloeit voort uit de vrees van CELEVAL om een te strakke handhaving van mondmaskerplicht waar dit niet strikt noodzakelijk is (alleen wandelen op straat, uitlaten hond, wandelen in het bos, park, enzovoort). Dit kan heel snel het draagvlak van de maatregelen bij de bevolking ondermijnen en zelfs onnodige weerstand creëren.'

Om die reden is het niet wenselijk om een algemene mond-neusmaskerplicht, zonder uitzonderingsmogelijkheden, in te voeren en dient er bij de verplichting tot het dragen van een mond-neusmasker rekening gehouden te worden gehouden met situaties waarbij het risico op overdracht van het virus miniem is. 

In haar verslag van 17 - 18 augustus 2020 herinnert de evaluatiecel CELEVAL eraan dat het dragen van een mond-neusmasker nog steeds essentieel is op plaatsen waar 1,5 meter afstand niet gegarandeerd kan worden. Samengevat betekent dit dat minimaal aan onderstaande voorwaarden moet worden voldaan: 

  • Elke persoon, ouder dan 12 jaar, moet buitenshuis steeds een mondmasker bij zich hebben. 
  • Binnen in publieke ruimtes (openbare gebouwen, winkels, enzovoort) dient het mondmasker steeds te worden gedragen. 
  • Buiten dient het mondmasker te worden gedragen bij drukte of wanneer derden niet door de 1,5 meter afstand kunnen worden beschermd. 

Art. 21bis, 9° van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en latere wijzigingen, stelt dat de lokale overheid de winkelstraten en de drukke publieke en private plaatsen kan bepalen alwaar het dragen van een mond-neusmasker verplicht is. 

Binnen de stedelijke context van de stad Antwerpen en haar districten is het onmogelijk om alle drukke plaatsen op een sluitende en omvattende manier te bepalen, gezien dit afhankelijk is van externe en wisselende factoren, zoals weersomstandigheden, oppervlakte, al dan niet open zijn van bepaalde winkels, restaurants en cafés, activiteiten en evenementen, enzovoort. Een limitatieve lijst op grond van artikel 21bis, 9° van het aangehaalde Ministerieel besluit is dan ook onvoldoende om het risico op de overdracht van het virus maximaal te beperken en de openbare gezondheid alzo te vrijwaren. Om de openbare gezondheid te vrijwaren zijn er verdergaande voorschriften noodzakelijk en dient er geanticipeerd te worden op het wisselende en onvoorspelbare karakter van de sterke densiteit in en drukte op het grondgebied van de stad Antwerpen en haar districten.

Omwille van het stedelijk karakter van de stad Antwerpen en haar districten en de hierboven vermelde externe, wisselende factoren kan op geen enkele plaats de veiligheidsafstand van 1,5 meter voortdurend gegarandeerd worden, zodat het volledige grondgebied als druk bezocht dient te worden beschouwd. Om de openbare gezondheid te vrijwaren is het noodzakelijk om in aanvulling op artikel 21bis van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en latere wijzigingen, en op grond van artikel 135 Nieuwe Gemeentewet, iedereen vanaf de leeftijd van 12 jaar te verplichten om een mond-neusmasker te dragen in de openbare ruimte en in de (pop-up) containerparken. Hierbij wordt verwezen naar de definitie van het begrip ‘openbare ruimte’ zoals opgenomen in de Code van politiereglementen van de stad Antwerpen (politiecodex). 

Rekening houdende met de aangehaalde adviezen van CELEVAL is het dragen van een mondmasker niet verplicht op plaatsen en/of momenten waarop het risico op overdracht van het virus zo goed als uitgesloten is gelet op de kortstondigheid en toevalligheid van het kruisen of passeren, wanneer de voorgeschreven minimale veiligheidsafstand van 1,5 meter strikt en voortdurend in acht genomen wordt, of wanneer men neerzit om te eten of te drinken. 

Gelet op de onvoorspelbaarheid van de drukte in de stad Antwerpen en haar districten is het daarbij noodzakelijk om steeds hierop voorbereid te zijn en een mond-neusmasker bij zich te hebben. 

Gezien mond-neusmaskers eenvoudig te verkrijgen zijn en ook door de overheid algemeen werden bedeeld, is er geen enkele reden om een mond-neusmasker te vervangen door een alternatief in stof bij de naleving van deze verplichtingen.

     2.    Feestzalen mogen uitsluitend geopend zijn van 6.00 uur in de ochtend tot 1.00 uur ‘s nachts. 

Overeenkomstig artikel 5, 9° van het huidige Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en latere wijzigingen, mogen drankgelegenheden en restaurants geopend blijven vanaf het gebruikelijke openingsuur tot 1.00 uur ’s nachts en moeten ze minstens gedurende een ononderbroken periode van vijf opeenvolgende uren gesloten blijven.

Het sluitingsuur is een belangrijke veiligheidsmaatregel in de strijd tegen het coronavirus. Beperkte openingsuren zijn belangrijk om de ondernemer in de mogelijkheid te stellen de zaak voldoende te verluchten en te reinigen, alsook het gebruikte servies en bestek, glazen en tassen. Bovendien gaan samenkomsten ‘s nachts vaak gepaard met sociale festiviteiten en mogelijks alcoholgebruik, wat ongecontroleerd gedrag meebrengt en remmingen losmaakt, waardoor het haast onmogelijk blijkt om de regels van ‘fysieke afstand’ te blijven volhouden. Dit werkt in het bijzonder tijdens de latere uren, een erg risicovolle toestand in de hand. Het komt dan ook gepast voor de openingsuren van drankgelegenheden en restaurants overeenkomstig artikel 5,9° van het Ministerieel uit te breiden naar feestzalen, nu deze niet vallen onder de huidige bepalingen van het Ministerieel besluit. 

In feestzalen worden doorgaans dezelfde activiteiten ontplooit als in drankgelegenheden en restaurants. Voor deze inrichtingen dienen bijgevolg dezelfde openingsuren gehanteerd te worden. 

      3. Het verbod op hoog risicovol consumptiegedrag en het verbod op gebruik van een waterpijp in publiek toegankelijke                 inrichtingen en in de openbare ruimte zoals voorzien in de gemeentelijke Politieverordening van 24 juli 2020 betreffende              aanvullende lokale maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19, wordt integraal hernomen. 

Het delen van recipiënten of hulpmiddelen voor het nuttigen van consumptiegoederen, zoals voedsel, drank of tabak vormt in huidige omstandigheden hoog risicovol consumptiegedrag. 

Het coronavirus COVID-19 verspreidt zich zeer snel door middel van speeksel. Als een recipiënt zoals een fles of blikje van mond tot mond gaat, is er een groot risico dat het virus wordt overgedragen. Daarom is het absoluut verboden dat personen bijvoorbeeld (alcoholische) dranken of een (e-)sigaret met elkaar delen. 

Om dezelfde reden dient het gebruik van een waterpijp niet enkel verboden te worden in de publiek toegankelijke plaatsen, zoals voorzien door artikel 5bis van het huidige Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken van 30 juni 2020 en latere wijzigingen, maar overal in de openbare ruimte. Het risico op verspreiding van het virus is te groot. De WHO bevestigt dat het gebruik van een waterpijp extra risico’s met zich meebrengt voor de verspreiding van het virus (http://www.emro.who.int/tfi/know-the-truth/tobacco-and-waterpipe-users-are-at-increased-risk-of-covid-19-infection.html). Waterpijpen worden doorgaans in gezelschap gebruikt, waarbij de pijp van mond tot mond gaat. Het virus kan zo op het mondstuk terechtkomen, maar ook in de slang en binnenin de waterpijp. Wanneer de waterpijp niet geheel zorgvuldig wordt schoongemaakt na ieder gebruik, is er een uitermate hoog risico op verspreiding van het virus langs deze weg.  

De gewone horeca-activiteiten mogen in een shishabar wel verder gezet worden, mits inachtneming van de algemeen geldende maatregelen zoals voorgeschreven door het Ministerieel Besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en latere wijzigingen en de maatregelen opgelegd door deze verordening.

        4.     Het verbod op het verkopen van alcohol voor meeneem-gebruik tussen 22.00 uur en 7.00 uur, zoals voorzien in de                 gemeentelijke Politieverordening van 24 juli 2020 betreffende aanvullende lokale maatregelen in de strijd tegen het                 coronavirus COVID-19, wordt integraal hernomen.

In de strijd tegen het coronavirus COVID-19 is het respecteren van de ‘social distancing’ afstand van anderhalve meter cruciaal om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Alcoholgebruik kan ontremmend gedrag veroorzaken, wat bijvoorbeeld tot gevolg kan hebben dat de ‘social distancing’ niet of minder in acht wordt genomen en dat er samenscholingen ontstaan. Daarnaast werd ook opgemerkt dat er verplaatsingsgedrag naar de openbare ruimte plaatsvindt na het sluitingsuur van de horeca om 1.00 uur. Om het risico op een versnelde verspreiding van het coronavirus COVID-19 door dergelijk gedrag in te perken, is een verbod op het verkopen van alcohol in de vorm van meeneem-gebruik tussen 22.00 uur en 7.00 uur ’s morgens noodzakelijk. Dit verbod geldt onder meer voor nachtwinkels, tankstations en afhaalrestaurants.

Gezien elke vertraging van de invoering en handhaving van bovengenoemde maatregelen het risico op een stijging van het aantal besmettingen met het coronavirus COVID-19 verhoogt, was het voorzien van dwingende richtlijnen urgent en hoogdringend. De volgende bijeenkomst van de gemeenteraad kon niet worden afgewacht. De richtlijnen worden thans ter bekrachtiging aan de gemeenteraad voorgelegd.

Om de naleving van deze voorschriften te kunnen afdwingen en de openbare veiligheid en de openbare gezondheid maximaal te vrijwaren, is het wenselijk dat er bij overtredingen kan overgegaan worden tot het opleggen van een administratieve sanctie.

Juridische grond

Overeenkomstig artikel 135, §2 van de Nieuwe Gemeentewet zijn gemeenten bevoegd om te voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op de openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.

Meer bepaald worden volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd: het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden.

Deze politieverordeningen kunnen voorzien in sancties zoals bepaald door de gemeenteraad in de code van politiereglementen.

Aanleiding en context

Het coronavirus COVID-19 is sinds 11 maart 2020 door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gekwalificeerd als een pandemie. Naar aanleiding van de zeer snelle verspreiding van het coronavirus COVID-19 in België en de naburige landen werd op 13 maart 2020 beslist om in België dringende maatregelen te nemen, die ondertussen verstrengd, versoepeld en opnieuw verstrengd werden. De maatregelen werden getroffen om de verspreiding van de epidemie tegen te gaan teneinde de openbare gezondheid zo veel als mogelijk te beschermen en te waarborgen.

Door het invoeren van diverse Ministeriële besluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, daalden de cijfers van het aantal besmettingen met COVID-19 gestaag.

Sedert medio juli 2020 namen de cijfers inzake de besmettingen met het coronavirus COVID-19 opnieuw toe. Deze stegen in eerste instantie het snelste in de provincie Antwerpen, met in het bijzonder in de stad Antwerpen. Ten gevolge van deze evolutie en om een verdere toename van het aantal besmettingen zo snel mogelijk in te dijken werd in de stad Antwerpen op 24 juli 2020 en op 27 juli 2020 een politieverordening uitgevaardigd in aanvulling op de federale maatregelen. 

Ook de gouverneur van de provincie Antwerpen vaardigde op 29 juli 2020 een politieverordening betreffende aanvullende maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19 uit, welke van toepassing was voor de hele provincie. De aanvullende maatregelen opgenomen in deze provinciale politieverordening stemden deels overeen met de maatregelen vervat in de gemeentelijke politieverordening. De politieverordening van 29 juli 2020 van de gouverneur werd achtereenvolgens vervangen door de politieverordeningen van 5 augustus 2020 en 12 augustus 2020. De maatregelen werden opgelegd tot 26 augustus 2020.

Omwille van de gunstige evolutie van het aantal besmettingen binnen de provincie Antwerpen besloot de gouverneur om de extra maatregelen op provinciaal niveau niet meer te verlengen. De maatregelen, voorgeschreven door het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken zoals gewijzigd door de Ministeriële besluiten van 10 juli, 24 juli, 28 juli en 22 augustus, blijven nog wel van toepassing. 

Ondanks de neerwaartse trend van het aantal besmettingen blijft het virus nationaal en lokaal circuleren en is het risico op besmetting nog steeds reëel. Teneinde de veiligheid en gezondheid van iedereen in de stad Antwerpen zo goed mogelijk te kunnen verzekeren en een verdere verspreiding van het virus tegen te gaan en rekening houdende met de specifieke stedelijke context, acht de burgemeester het aangewezen om bepaalde, aanvullende maatregelen te behouden voor het grondgebied van de stad Antwerpen en de bestaande politieverordeningen van 24 juli 2020 en 27 juli 2020 verder te confirmeren aan de recentste Ministeriële besluiten van 10 juli, 24 juli, 28 juli en 22 augustus 2020.

De prioritaire doelstelling van de maatregelen is de bescherming van de volksgezondheid. De politieverordening van 24 juli 2020 betreffende aanvullende lokale maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19 wordt opgeheven en integraal vervangen door huidige verordening. 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen legt het volgende voor aan de gemeenteraad:

Artikel 1

De gemeenteraad bekrachtigt onderstaande politieverordening van de burgemeester van 1 september 2020:

"
Politieverordering

Onverminderd de verplichte naleving van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en latere wijzigingen, kondigt de burgemeester volgende politieverordening af: 

Artikel 1 Mond-neusmaskerplicht

§1. De burgemeester beslist dat iedereen vanaf de leeftijd van 12 jaar steeds een mond-neusmasker bij zich moet hebben. 

§2. De burgemeester beslist dat iedereen vanaf de leeftijd van 12 jaar verplicht is om in de openbare ruimte een mond-neusmasker te dragen. Deze verplichting geldt niet op plaatsen en/of momenten waarop het risico op overdracht van het virus zo goed als uitgesloten is gelet op de kortstondigheid en toevalligheid van het kruisen of passeren van personen of wanneer de voorgeschreven minimale veiligheidsafstand van 1,5 meter strikt en voortdurend in acht genomen wordt. Deze verplichting geldt evenmin wanneer men neerzit om voeding of drank te consumeren. 

§3. De burgemeester beslist dat iedereen vanaf de leeftijd van 12 jaar verplicht is om in de (pop-up) containerparken een mond-neusmasker te dragen.

§4. Wanneer het dragen van een mond-neusmasker niet mogelijk is omwille van medische redenen, mag een gelaatsscherm worden gebruikt als dit gestaafd wordt door middel van een medisch attest.

De personen die in de onmogelijkheid zijn een mond-neusmasker of een gelaatsscherm te dragen omwille van een beperking moeten niet voldoen aan de bepalingen van artikel 1 als dit gestaafd wordt door middel van een medisch attest.


Artikel 2 Feestzalen

De burgemeester beslist dat feestzalen uitsluitend mogen geopend zijn van 6.00 uur in de ochtend tot 1.00 uur ‘s nachts. 


Artikel 3 
Consumptie

§1. De burgemeester beslist dat het verboden is om alcohol voor meeneem-gebruik te verkopen tussen 22.00 uur en 6.00 uur.

§2. De burgemeester beslist dat hoog risicovol consumptiegedrag, zijnde het delen van recipiënten of hulpmiddelen voor het nuttigen van consumptiegoederen (zoals voedsel, drank of tabak), alsmede het gebruik van een waterpijp verboden is in de openbare ruimte alsook in een publiek toegankelijke inrichting.


Artikel 4 

§1. De burgemeester beslist dat de Politieverordeningen van 24 juli 2020 en van 27 juli 2020 betreffende aanvullende lokale maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19 worden opgeheven en integraal vervangen worden door onderhavige verordening. 

§2. De burgemeester beslist dat artikel 13 van de politieverordening van 8 juni 2020 betreffende de uitbreiding van de open horecaterrassen op het grondgebied van de stad Antwerpen in de strijd tegen het Coronavirus (COVID-19), dat stelt dat drankgelegenheden en restaurants mogen geopend zijn van 7.00 uur in de ochtend tot 1.00 uur ’s nachts, wordt opgeheven. 


Artikel 5

De burgemeester beslist dat deze verordening onmiddellijk uitvoerbaar is en in werking treedt vanaf dinsdag 1 september 2020 en dit voor onbepaalde duur. 


Artikel 6

De burgemeester beslist dat Politiezone Antwerpen en de stadsdiensten belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening.


Artikel 7

De niet-naleving van deze verordening wordt bestraft met de voorziene administratieve sancties in artikel 4, §1 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en artikel 712 en volgende van de code van politiereglementen voor zover in overeenstemming met de voorschriften van artikel 2, §1 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.


Artikel 8

Tegen deze beslissing kan beroep worden ingesteld door binnen de zestig (60) dagen na ontvangst, een verzoekschrift tot schorsing of vernietiging in te dienen bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het ondertekende verzoekschrift kan per aangetekende zending aan de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel worden gericht of elektronisch via http://eproadmin.raadvst-consetat.be.

"

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.