Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020072213 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | BVBA ANTWERP COATING met als adres Haifastraat 11 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Haïfastraat 11 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 7 sectie G nr. 1682P |
Inrichtingsnummer: | 20200506-0036 (Haifastraat 11) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | een inrichting voor metaalbewerking |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
- Op 13 april 2000 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (AN5/2000/B/0086 – 2000744) voor inrichten van een magazijn tot burelen;
- Op 15 oktober 1998 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1997/DROV/AN5/97/B/0408 – 19972375) voor de regularisatie van uitgevoerde gevelwijzigingswerken;
- Op 22 december 1967 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (18/50565-4421/B/ - 1967230) voor een magazijn en kantoorgebouw.
Voorgeschiedenis milieu
Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag heeft betrekking op een bedrijf dat gespecialiseerd is in metaalbewerking, meer bepaald zandstralen en poederlakken.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
4.4. | inrichtingen voor het thermisch behandelen (temperatuur van 100 °C of meer) van voorwerpen bedekt met bedekkingsmiddelen, in ovens met een inwendig volume groter dan 0,25 m³; | 12,50 m³ |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 101,90 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 150 liter |
29.5.4.1°a) | inrichtingen voor het fysisch behandelen van metalen of voorwerpen uit metaal of stralen met zand of andere producten met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in industriegebied. | 19,12 kW |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 1 juli 2020 | 7 augustus 2020 | Gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Grensgebied met het grootstedelijk gebied – omgeving Noorderlaan.
Het gebied is bestemd voor zeehaven- en watergebonden bedrijven zoals omschreven in lid 1 van artikel R1. en voor de bestaande bedrijven of activiteiten die aanwezig zijn in dit gebied op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De bestaande bedrijven of activiteiten kunnen blijven bestaan tot de stopzetting. De handelingen die nodig zijn om een bestaand bedrijf of activiteit te bestendigen zijn toegelaten voor zover zij beperkt zijn tot het behoud binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Andere verbouwingen of uitbreidingen zijn niet toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven- en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Ten zuiden van het goed geldt het bestemmingsvoorschrift Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het 3e Havendok – Gebied voor Waterweginfrastructuur. De Noorderlaan ten noorden van het goed heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel met de Noorderlaan loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Dwars over het gebied loopt een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding.
Op circa 120 meter ten noorden van de aanvraag bevindt zich de grens van het afgebakende zeehavengebied. Ten noorden daarvan zijn binnen de afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen, bepaald in het gelijknamig gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, de bestemmingen van het gewestplan Antwerpen nog van toepassing, met bestemmingen Woongebied, Natuurgebied, Bufferzones en Gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO. De Noorderlaan en de Ekersesteenweg hebben als bestemming Bestaande snelverkeersweg en voor de A12 geldt het bestemmingsvoorschrift Bestaande autosnelweg.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag aangezien deze enkel IIOA betreft.
Toegankelijkheid: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag aangezien deze enkel IIOA betreft.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvrager wenst met de omgevingsvergunningsaanvraag een vergunning te bekomen voor het zandstralen en poedercoaten. De aanvraag bevat geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen. De inrichting is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Antwerp Coating bvba exploiteert in de Haïfastraat 11 te 2030 Antwerpen een werkplaats voor metaalbewerking door middel van zandstralen en het aanbrengen van een poedercoating. Er gebeurt geen ontvetting van metalen.
Onbehandelde metalen worden gestraald in de straalcabine (totale geïnstalleerde drijfkracht van 19,12 kW). Het straalmiddel is meermaals herbruikbaar en het afval dat bij deze activiteit vrijkomt wordt opgeslagen in bigbags in afwachting van ophaling door een erkende verwerker.
Na het stralen wordt het metalen voorwerp met een spuitpistool elektrostatisch bedekt met poeder, tegen een spuitwand. De geladen poedercoatingdeeltjes hechten zich zo aan het geaarde object. De spuitinstallatie heeft slechts een vermogen van 4 kW waardoor deze niet indelingsplichtig is. Overtollig poeder wordt via de spuitwand afgezogen en door een zelfreinigend filtersysteem naar containers geleid. Overschotten worden opgeslagen en eventueel als onderlaag gebruikt voor andere toepassingen. Wat niet hergebruikt wordt, wordt opgehaald door een erkend verwerker.
Na het aanbrengen van de coating in poedervorm gaat het object in de oven (inwendig volume van 12,5 m³) op een temperatuur van 180 graden Celsius. Zo wordt het aangebrachte poeder op het metaalobject vloeibaar waardoor dit voorzien wordt van een laag gesmolten poeder. Door afkoeling nadien wordt de poedercoating hard. De oven wordt verwarmd door middel van een stookinstallatie op gas (niet-ingedeeld). De afgassen van de oven worden geloosd via een schouw.
De exploitant wordt gewezen op de geldende emissiegrenswaarden voor de afgassen, vermeld in artikel 5.4.4.2 van VLAREM II.
Er is een voorraad van 150 liter verven en oplosmiddelen aanwezig, welke gebruikt worden voor eventuele retouches. Deze producten in kleine verpakkingen worden opgeslagen in een veiligheidskast.
Verder zijn er nog twee compressoren en een air-dryer aanwezig, met een totaal geïnstalleerd vermogen van 101,90 kW.
Er is geen bedrijfsafvalwater en er wordt enkel huishoudelijk afvalwater geloosd.
Het bedrijf is gelegen in centraal gebied waardoor het huishoudelijk afvalwater in een RWZI wordt behandeld.
In het dossier wordt gesteld dat er ongeveer zes leveringen/afhalingen per dag zullen plaatsvinden, waarvan slechts één per vrachtwagen. De site geeft bijgevolg geen aanleiding tot wachtende vrachtwagens op de omliggende wegen noch tot een belasting van het wegennet.
Er wordt verwacht dat de effecten op de mobiliteit beperkt zijn.
Gelet op de ligging van het bedrijf in industriegebied en de aard van de activiteiten wordt het risico op geluidshinder tot een aanvaardbaar niveau beperkt.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
In het dossier wordt aangegeven dat de aangevraagde activiteit voorkomt op lijst bijlage III van het MER-besluit, meer bepaald onder categorie 4.e (installaties voor oppervlaktebehandeling van metalen en plastic materiaal door middel van een elektrolytisch of chemisch procedé). Het bedrijf werkt echter enkel met elektrostatische bedekking, waardoor deze categorie niet van toepassing is. Een MER, ontheffing of project-m.e.r.-screening is bijgevolg niet vereist, zoals ook aangegeven in de volledig- en ontvankelijkheidsverklaring.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aan het college wordt voorgesteld om voor de ingedeelde inrichting of activiteit de omgevingsvergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
4.4. | inrichtingen voor het thermisch behandelen (temperatuur van 100 °C of meer) van voorwerpen bedekt met bedekkingsmiddelen, in ovens met een inwendig volume groter dan 0,25 m3; | 12,50 m³ |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 101,90 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 150 liter |
29.5.4.1°a) | inrichtingen voor het fysisch behandelen van metalen of voorwerpen uit metaal of stralen met zand of andere producten met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in industriegebied. | 19,12 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 9 juni 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 30 juni 2020 |
Start openbaar onderzoek | 8 juli 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 6 augustus 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 13 oktober 2020 |
Verslag GOA | 4 september 2020 |
naam GOA | Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
8 juli 2020 | 6 augustus 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
4.4. | inrichtingen voor het thermisch behandelen (temperatuur van 100 °C of meer) van voorwerpen bedekt met bedekkingsmiddelen, in ovens met een inwendig volume groter dan 0,25 m3; | 12,50 m³ |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 101,90 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 150 liter |
29.5.4.1°a) | inrichtingen voor het fysisch behandelen van metalen of voorwerpen uit metaal of stralen met zand of andere producten met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in industriegebied.
| 19,12 kW |
Het college beslist dat de vergunning ingaat op 11 september 2020 voor een termijn van onbepaalde duur.