Terug
Gepubliceerd op 14/09/2020

2020_CBS_07422 - Omgevingsvergunning - OMV_2020061309. Moerelei 20. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 11/09/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_07422 - Omgevingsvergunning - OMV_2020061309. Moerelei 20. District Wilrijk - Goedkeuring 2020_CBS_07422 - Omgevingsvergunning - OMV_2020061309. Moerelei 20. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020061309

Gegevens van de aanvrager:

NV MCW met als contactadres Moerelei 16 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Gegevens van de exploitant:

de heer Rudi Stasseyns met als contactadres Moerelei 16 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Ligging van het project:

Moerelei 20 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 44 sectie D nr. 241B

Inrichtingsnummer:

20200512-0082 (MCW nv)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

de exploitatie van een carwash

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 1 september 1991 werd een milieuvergunning klasse 2 (WI/91/M/006) verleend aan MCW voor exploitatie van een carwash. Deze vergunning was geldig tot 1 september 2011. Op 20 februari 2004 werd een wijziging vergund (AN2003/677), eveneens geldig tot 1 september 2011.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat de exploitatie van een carwash met automatische wasstraat en vijf zelf-wasboxen aan de Moerelei te Wilrijk.  Aangezien de vorige vergunning verlopen is, betreft deze aanvraag de exploitatie van een nieuwe inrichting. Bijkomend wordt er een bijstelling gevraagd van artikel 5.15.0.6 van Vlarem II. De vergunning wordt gevraagd voor onbepaalde duur.

 

Aangevraagde rubrieken

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.1.a

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

1 m³/uur

12.2.1

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1x 640 kVA

15.4.2.b

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van 10 en meer motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

600 voertuigen/per dag

16.3.2.a

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

15 kW

17.4

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

3.800 liter

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 5.15.0.6

§ 1.

Onverminderd de bepalingen van hoofdstuk 4.5. zijn rustverstorende werkzaamheden verboden op werkdagen tussen 19.00 uur en 7.00 uur alsmede op zon- en feestdagen, tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit.

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

De exploitant wenst de carwash en de zelfwasboxen ook te exploiteren op zon- en feestdagen tussen 9.00 uur en 17.00 uur.

 

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

15 juni 2020

13 juli 2020

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij, afvalwater en lucht

15 juni 2020

30 juli 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ mobiliteit

15 juni 2020

31 juli 2020

stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen

15 juni 2020

31 juli 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het gewestplan Antwerpen.

De aanvraag is conform de afgeleverde stedenbouwkundige vergunningen verleend op 21 maart 2008, met uitzondering van de publiciteit. Voor de aanwezige publiciteit dient een afzonderlijke Omgevingsvergunning aangevraagd te worden. 

Verder zullen er geluidschermen geplaatst worden. Deze worden niet conform artikel 19 van de bouwcode voorzien. Om te beoordelen of een afwijking mogelijk is zal een Omgevingsvergunning aangevraagd moeten worden. 

 

Er kan een gunstig advies verleend worden op voorwaarde dat er een Omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor de publiciteit en de geluidsschermen.

 

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De carwash is gelegen in woongebied. De enige klasse 2 rubriek betreft de exploitatie van een carwash met automatische wasstraat met een maximum van 600 wagens per dag (op piekmomenten – rubriek 15.4.2.b). Voor het lozen van bedrijfsafvalwater met een debiet van 1 m³/uur wordt klasse 3 rubriek 3.4.1.a gevraagd. De exploitant voegde geen analyseresultaten van het afvalwater toe om deze rubriek te staven. Analyseresultaten werden opgevraagd en bezorgd. Hieruit blijkt dat er geen overschrijdingen zijn van de sectorale lozingsvoorwaarden maar wel van de indelingscriteria. Rubriek 3.4.1.a betreft “het lozen van bedrijfsafvalwater met een debiet tot en met 2 m³/uur, als het bedrijfsafvalwater geen hogere concentratie aan gevaarlijke stoffen dan de voormelde concentraties bevat.”. Met “voormelde concentratie” worden de indelingscriteria bedoeld zoals vermeld in bijlage 2.3.1 van Vlarem II. Strikt genomen is rubriek 3.4.1.a dan ook niet van toepassing en dient rubriek 3.4.1.b aangevraagd te worden. Dit wordt van ambtswege aangepast in de vergunning. Ook VMM geeft dit aan in haar advies. Zij leggen bijkomend twee bijzondere lozingsnormen op namelijk 0,3 mg/liter voor Nitot en 10 mg/liter voor Ptot.

De carwash wast uitsluitend met stadswater dat voor ongeveer 80% wordt gerecycleerd. Per jaar is er een leidingwaterafname van 2.000 m³. Het bedrijfsafvalwater wordt geloosd met een debiet van 1 m³/uur, 4,1 m³/dag en 1.500 m³/jaar. Het water wordt na recyclage via een bezinkput en KWS-afscheider geloosd in de openbare riolering. Het afvalwater uit de kettinggeul van de wasstraat wordt opgevangen in een bezinkbekken dat bestaat uit drie gekoppelde bezinktanks van telkens 10.000 liter. Naast het afvalwater uit de wasstraat komt in deze tanks het spoelwater van de zandfilters terecht. Hier gebeurt een eerste voorbehandeling van het afvalwater. Bezinkbare delen zoals zand en slib worden na toevoeging van flocculant, uit het afvalwater gezuiverd door middel van bezinking. In de volgende tanks wordt er zuurstof aan het afvalwater toegevoegd en volgt een biologische zuivering. Vervolgens wordt het water opgepompt en door zandfilters gereinigd. Daarna gaat het water naar de buffertank die de wasstraat bevoorraadt. De laatste twee spoelingen in het wasproces van de voertuigen gebeuren met stadswater en osmosewater. Een wasbeurt heeft bruto circa 350 liter water nodig wat netto per wagen neerkomt op 40 tot 50 liter. Volgens artikel 5.15.0.9 §1 van Vlarem II moet een automatische carwashinstallatie met een bruto waterverbruik van meer dan 1.500 m³/jaar voorzien zijn van een zuiverings- of recyclage-unit die de toevoer van vers water beperkt tot maximaal 80 liter per gewassen voertuig. Aan deze voorwaarde is bijgevolg voldaan.

Het teveel aan water in het recyclagesysteem wordt afgevoerd via een KWS-afscheider die de drijvende delen uit het water distilleert. Slibtanks en KWS-afscheider worden één tot twee keer per jaar geledigd door een gecertificeerd bedrijf. Het waswater van de vijf zelfwasboxen gaat in elke box naar een ondergelegen bezinktank. Deze vijf tanks staan met elkaar in verbinding en lopen over naar de KWS-afscheider en daarna naar de riolering van de Moerelei.

Artikel 5.15.0.9 $2 van Vlarem II stelt: “In de mate van het mogelijke wordt er maximaal gebruik gemaakt van hemelwater”. Aan deze voorwaarde wordt momenteel niet voldaan. Er wordt geen hemelwater opgevangen of hergebruikt. Aan de exploitant wordt gevraagd de mogelijkheden rond opvang en hergebruik van hemelwater te onderzoeken en een kosten/baten analyse hiervan op te stellen.

Klanten van de wasstraat hebben de mogelijkheid om na het wassen hun voertuig te stofzuigen. Dit gebeurt op een afgesloten deel. Hiervoor zijn er op het terrein zestien stofzuigplaatsen ter beschikking met een centrale aanzuigturbine die voor het hoofdgebouw geplaatst is. De acht stofzuigplaatsen vooraan hebben een aparte opvangbak die dagelijks manueel leeggemaakt wordt door de exploitant en waarvan het opgevangen stof in de stofzuigerinstallatie gedeponeerd wordt. De zes plaatsen in het midden en de twee plaatsen aan de uitrijpoort hebben een afzuiging die rechtstreeks naar de stofzuiginstallatie leidt (ophaling via abonnementsformule).

Er worden in totaal 3.800 liter gevaarlijke producten in kleine verpakkingen opgeslagen. Deze producten staan in een afgesloten ruimte met vloeistofdichte ondergrond naast de wasstraat. Daarnaast is er nog opslag van hydraulische olie in vaatjes van vijf liter met een totaal van veertig liter. Ook de wasstraat en de stofzuigplaatsen zijn voorzien van een vloeistofdichte ondergrond.

Maximaal kan de carwash 600 voertuigen per dag bedienen, realistischer is echter het gemiddelde cijfer van 400 voertuigen per dag. De carwash is elke dag geopend, ook op zon- en feestdagen. De inrit en de uitrit van de exploitatie werden van elkaar gescheiden. Wagens kunnen op eigen terrein aanschuiven op een lange baan rechts alvorens de ingang te bereiken. De dienst Mobiliteit van de stad Antwerpen geeft een voorwaardelijk gunstig advies op deze aanvraag. De voorgestelde voorwaarden in dit advies worden opgelegd als bijzondere voorwaarden. 

De Moerelei is een drukke straat met veel verkeer en dus wel wat geluid. Ook de carwash zelf heeft verschillende bronnen van geluid: de wasstraat, de stofzuigers, de afzuiging, wachtende wagens, enzovoort. De exploitant nam reeds maatregelen om geluidshinder te beperken. De wasstraat ligt achteraan het perceel en paalt tegen een ander bedrijfsgebouw. Dit werkt reeds bufferend naar de omgeving toe. De poorten van de wasstraat worden gesloten en alvorens de wasstraat wordt betreden en verlaten dient een bocht gemaakt te worden. Het plafond en de muren van de wasstraat werden voorzien van isolatie. De zelfwasboxen zijn overkapt zodat het geluid van het afspuiten van de voertuigen getemperd wordt. De stofzuigers zijn aangesloten op één centrale aanzuiginstallatie die zich in het gebouw bevindt. Links en rechts van de carwash wenst de exploitant bovendien geluidsschermen te plaatsen zodat de naastgelegen woningen (10 meter) zo weinig mogelijk geluidshinder ondervinden. Om te zien of deze maatregelen volstaan, werd op vraag van de dienst Milieutoezicht van de stad Antwerpen een akoestisch onderzoek ingepland. De resultaten van dit onderzoek dienen bezorgd te worden aan de dienst Omgeving en de dienst Milieutoezicht van de stad Antwerpen. De exploitant dient de conclusies van het akoestisch onderzoek op te volgen. Dit wordt opgelegd als bijzondere voorwaarde.

Er wordt een bijstelling gevraagd van artikel 5.15.0.6 van Vlarem II: “Onverminderd de bepalingen van hoofdstuk 4.5 zijn rustverstorende werkzaamheden verboden op werkdagen tussen 7.00 uur en 19.00 uur alsmede op zon- en feestdagen, tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.” Deze bijstelling wordt gevraagd in het kader van de openingsuren op zondag en feestdagen (9.00 uur – 17.00 uur). De exploitant argumenteert dat deze openingsuren noodzakelijk zijn om de carwash rendabel en concurrentieel te kunnen uitbaten. In principe is er geen bezwaar dat de exploitant de gevraagde openingsuren hanteert. Dit kan echter enkel binnen de geldende geluidsnormen. Exploitatie kan dus buiten de uren zoals deze vastgelegd zijn in artikel 5.15.0.6 van Vlarem II in zoverre deze exploitatie niet als rustverstorend wordt aanzien. De aanvraag tot bijstelling is zonder voorwerp.

Aangezien de omgevingsvergunningsaanvraag geen betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening, werd geoordeeld dat het project niet MER-plichtig is.

 

De vergunningsaanvraag heeft geen betrekking op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht in de zin van het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed. 

Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde bijzondere vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen. 

 

Geadviseerde rubrieken

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.1.a

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

zonder voorwerp

3.4.1.b

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater met één of meer gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

1 m³/uur

12.2.1

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1x 640 kVA

15.4.2.b

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van 10 en meer motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

600 voertuigen/per dag

16.3.2.a

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

15 kW

17.4

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

3.800 liter

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

De conclusies uit het akoestisch onderzoek dienen door de exploitant binnen redelijke termijn opgevolgd te worden. 

2.

Uiterlijk één maand na aflevering dient het akoestisch onderzoek bezorgd te worden aan de dienst Omgeving (omgevingsvergunning@antwerpen.be) en de dienst Milieutoezicht (mi@antwerpen.be) van de stad Antwerpen met vermelding van referentie OMV2020061309. 

3.

Er moeten twee parkeerplaatsen voor personeel voorzien worden op eigen terrein. 

4.

Er moet minstens één veilig overdekte afsluitbare fietsstalplaats voor personeel voorzien worden op eigen terrein. 

5.

De exploitant dient te onderzoeken of er meer wachtruimte kan gecreëerd worden op eigen terrein. 

6.

De stofzuigplaatsen die niet horen bij de wasstraat, moeten haaks (90°) voorzien worden. 

7.

Er dient een omgevingsvergunning aangevraagd te worden voor regularisatie van de publiciteit en de geluidsschermen. 

8.

De sectorale lozingsvoorwaarden van sector 59b zijn van toepassing op de exploitatie. 

9.

De bijzondere lozingsnorm voor Nitot is 0,3 milligram/liter. 

10.

De bijzondere lozingsnorm voor Ptot is 10 milligram/liter. 

11.

Bij een volgende aanvraag, wijziging, regularisatie of evaluatie van een omgevingsvergunning voegt de exploitant de resultaten toe van het onderzoek naar de mogelijkheden tot opvang en hergebruik van hemelwater evenals een kosten/baten analyse hiervan.  

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

15 mei 2020

Volledig en ontvankelijk

11 juni 2020

Start openbaar onderzoek

21 juni 2020

Einde openbaar onderzoek

20 juli 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

24 september 2020

Verslag GOA

4 september 2020

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

21 juni 2020

20 juli 2020

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.


Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1.

De conclusies uit het akoestisch onderzoek dienen door de exploitant binnen redelijke termijn opgevolgd te worden. 

2.

Uiterlijk één maand na aflevering dient het akoestisch onderzoek bezorgd te worden aan de dienst Omgeving (omgevingsvergunning@antwerpen.be) en de dienst Milieutoezicht (mi@antwerpen.be) van de stad Antwerpen met vermelding van referentie OMV2020061309. 

3.

Er moeten twee parkeerplaatsen voor personeel voorzien worden op eigen terrein. 

4.

Er moet minstens één veilig overdekte afsluitbare fietsstalplaats voor personeel voorzien worden op eigen terrein. 

5.

De exploitant dient te onderzoeken of er meer wachtruimte kan gecreëerd worden op eigen terrein. 

6.

De stofzuigplaatsen die niet horen bij de wasstraat, moeten haaks (90°) voorzien worden. 

7.

Er dient een omgevingsvergunning aangevraagd te worden voor regularisatie van de publiciteit en de geluidsschermen. 

8.

De sectorale lozingsvoorwaarden van sector 59b zijn van toepassing op de exploitatie. 

9.

De bijzondere lozingsnorm voor Nitot is 0,3 milligram/liter. 

10.

De bijzondere lozingsnorm voor Ptot is 10 milligram/liter. 

11.

Bij een volgende aanvraag, wijziging, regularisatie of evaluatie van een omgevingsvergunning voegt de exploitant de resultaten toe van het onderzoek naar de mogelijkheden tot opvang en hergebruik van hemelwater evenals een kosten/baten analyse hiervan.  

 

Brandweervoorwaarden

de brandweervoorwaarden uit het verslag met kenmerk BW/WV/2020/G.00243.WI.0002, die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.


Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubrieken:

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.1.b

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater met één of meer gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

1 m³/uur

12.2.1

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1x 640 kVA 

15.4.2.b

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van 10 en meer motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

600 voertuigen/per dag 

16.3.2.a

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

15 kW 

17.4

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

3.800 liter 

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 11 september 2020 voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.