Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020035406 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Cemile Goksu met als contactadres Pinksterbloemlaan 57 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Pinksterbloemlaan 57 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 35 sectie F nr. 208M3 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 30/07/1968: vergunning (803#6899) voor het bijbouwen van een terras;
- 13/05/1964: vergunning (803#6186) voor het bouwen van een garage en een voorgevelverandering;
- 30/07/1963: vergunning (803#6004) voor het bouwen van een woning.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning in halfopen bebouwing van 3 bouwlagen onder plat dak met links een aangebouwde garage van 1 bouwlaag onder plat dak en achteraan een terras op de 1ste verdieping;
- met gevelafwerking voorzien in papesteen, een plint en dorpels in blauwe en witte kunststeen (deze laatste ook deels qua bekleding en raamomlijsting) en wit geschilderd houten buitenschrijnwerk.
Huidige toestand
- idem aan vergunde toestand, uitgezonderd de gelijkvloerse leefruimte die als garage werd voorzien, de plaatsing van een terrasoverkapping en een terrastrap, een gewijzigde uitvoering van de gevelopeningen in zij- en achtergevel en een gevelafwerking in deels beige pleister met wit PVC schrijnwerk.
Gewenste toestand
- uitgebreide, perceelsbrede, eengezinswoning (in rijbebouwing) van 3 bouwlagen onder plat dak, met geregulariseerde aanpassingen (zoals terrastrap en –overkapping en gewijzigde materiaalafwerking).
Inhoud van de aanvraag
- het uitbreiden van een eengezinswoning;
- het regulariseren van een aantal wijzigingen, waaronder voornamelijk het plaatsen van een terrastrap en –overkapping aan de tuinzijde.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied dat op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven bruinomrand en met het Romeinse cijfer II overdrukt is.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 17C De Bist, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 15 juli 1997. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: strook voor binnenplaatsen en tuinen-1, strook voor hoofdgebouwen-1 en voortuinstrook.
(Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgend(e) punt(en):
- artikel 1 – Plaatsen bestemd voor gegroepeerde bebouwing, hoofdstuk 1 Bebouwingsvoorschriften, 1.1.1 Strook voor hoofdgebouwen, 1. Profiel, b) Stroken gemerkt 1 ½ P: het minimumprofiel van 10 meter bouwdiepte wordt niet volledig aangewend;
- artikel 1 – Plaatsen bestemd voor gegroepeerde bebouwing, hoofdstuk 1 Bebouwingsvoorschriften, 1.1.1 Strook voor hoofdgebouwen, 3. Bebouwing: het is niet duidelijk afleesbaar van de tekeningen of de vanop de openbare weg zichtbare zijgevel al dan niet als blinde gevel wordt uitgevoerd, doch wel door middel van bijvoorbeeld een volwaardige gevelsteen wordt afgewerkt;
- artikel 1 – Plaatsen bestemd voor gegroepeerde bebouwing, hoofdstuk 1 Bebouwingsvoorschriften, 1.1.1 Strook voor hoofdgebouwen, 5. Afmetingen van de gebouwen, b) Bouwhoogte, 1. Voorgevel, b. Stroken gemerkt 1 ½: de kroonlijsthoogte ten opzichte van het voetpad bedraagt 8,40 m in plaats van de vereiste 8,50 meter;
- artikel 1 – Plaatsen bestemd voor gegroepeerde bebouwing, hoofdstuk 1 Bebouwingsvoorschriften, 1.1.1 Strook voor hoofdgebouwen, 6. Welstand van de gebouwen, b) Materialen, 1.a) gevels zichtbaar vanaf de openbare weg: het is uit de tekeningen niet eenduidig af te lezen of de vanop het openbaar domein zichtbare nieuwe linker zijgevel zal worden uitgevoerd in een gevelsteen;
- artikel 1, hoofdstuk 1, 1.1.4 Voortuinstrook, 1. Bestemming en aanleg: de voortuin dient ter hoogte van de gesupprimeerde garage effectief als tuin te worden aangelegd en maximaal te worden vergroend.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af ten opzichte van een aantal voorschriften, van zowel bouwcode als Bijzonder Plan van Aanleg, en betreffende het merendeel daarvan kunnen in het eindadvies voorwaarden worden opgenomen zodat het project na uitvoering alsnog aan de artikels in kwestie zal voldoen.
Desalniettemin is er sprake van een paar aspecten waarvan de afwijking als dusdanig kan bekrachtigd worden. Zo voldoen de bouwdiepte en –hoogte van het pand niet aan de door het Bijzonder Plan van Aanleg opgelegde exacte maten dienaangaande: de kroonlijst bevindt zich op 8,40 m in plaats van de verplichte 8,50 m en de gehanteerde bouwdiepte bedraagt 7,50 à 9,30 m in plaats van de opgelegde 10 m.
De afwijking in hoogte is zeer beperkt te noemen (slechts 10 cm) en is hoogstwaarschijnlijk gebaseerd op een foute meting of tekenfout; het uitgangspunt om een visueel doorlopende kroonlijst te verkrijgen wordt namelijk gerespecteerd aangezien zowel bestaand als nieuw deel naadloos aansluiten op die van het buurpand. De gebruikte bouwdiepte is effectief beperkter dan wat is opgelegd maar betreffende is vanuit ruimtelijk oogpunt zonder meer verdedigbaar aangezien hierdoor meer open en onbebouwde ruimte op het perceel resteert (hetgeen de leef- en woonkwaliteit ten goede komt) en minder nadelige schaduwwerking op de aanpalende percelen gecreëerd wordt. Bovendien blijft de woning voldoende groot inzake netto-vloeroppervlakte om een degelijke wooncapaciteit te garanderen.
Gelet op bovenstaande wordt dan ook geadviseerd de afwijkingen in kwestie als dusdanig te bekrachtigen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt het verbouwen en uitbreiden van een vergunde eengezinswoning en gelet op de overeenstemming van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van het van kracht zijnde Bijzonder Plan van Aanleg is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het nieuwe bouwvolume is grotendeels in overeenstemming met de voorschriften dienaangaande van het van kracht zijnde Bijzonder Plan van Aanleg, uitgezonderd de hierboven reeds vermelde beperkte afwijkingen inzake bouwdiepte en –hoogte. Vermelde afwijkingen zijn zoals reeds beargumenteerd als te bekrachtigen waardoor het advies inzake schaal en ruimtegebruik zonder meer gunstig is.
Visueel-vormelijke elementen
De te hanteren materialen, roodbruine gevelsteen, beige pleisterwerk en wit schrijnwerk, zijn enerzijds in overeenstemming met de bepalende en specifieke voorschriften van het Bijzonder Plan van Aanleg en zijn anderzijds visueel in consensus te brengen met de bestaande delen van de woning en het totale straatbeeld. Weliswaar kan niet worden beoordeeld aan de hand van de aangeleverde informatie op welke wijze de scheidsmuur aan de linkerzijde, die hier blijvend zichtbaar zal blijven, zal worden afgewerkt; er zal dan ook in voorwaarden worden opgenomen de afwerking hiervan te laten voldoen aan de van kracht zijnde richtlijnen. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is dan ook zonder meer voorwaardelijk gunstig.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De te regulariseren tuintrap schikt zich niet binnen een zone die wordt opgelegd door de specifieke artikels van de Antwerpse bouwcode, noch voldoet hij aan de minimale eisen inzake inkijk en bescherming van de privacy zoals die werden opgenomen in het Burgerlijk Wetboek, waardoor het gebruik ervan op ontoelaatbare wijze inzicht en overlast veroorzaakt op de aanpalende percelen. De plaatsing ervan kan dan ook onder geen beding als dusdanig en met de huidige positie worden geregulariseerd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak (in dit geval de terrasoverkapping), te voorzien van:
- dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
2. om te voldoen aan artikel 41 van de Antwerpse bouwcode mogen de aansluitpunten van DWA en RWA maximaal 50 cm uit elkaar verwijderd geplaatst worden;
3. in de voortuin mag slechts één oprit, met een breedte van maximaal 3 m, worden voorzien, ter hoogte van de garage, en een toegangspad naar de voordeur (maximaal 1,50 m breed) – de in de voortuin aanwezige verharding aan de rechterzijde dient in zijn geheel verwijderd te worden en groen worden aangelegd. Ook dient aan deze zijde ter hoogte van het openbaar domein de voortuin door middel van een afsluitmuurtje van maximaal 40 cm hoogte te worden afgesloten;
4. het schrijnwerk in de nieuwe raamopeningen dient zonder meer opengaand te worden uitgevoerd;
5. de nieuwe scheidsmuur aan de linkerzijde, die zonder mee zichtbaar zal blijven, dient te worden afgewerkt door middel van een gevelsteen die gelijkaardig in vorm en kleurtint als degene die zal worden aangewend voor de voorgevel;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
de te regulariseren tuintrap wordt uit de vergunning uitgesloten omwille van verscheidene strijdigheden met de geldende voorschriften, waaronder die inzake de privacywetgeving.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 25 maart 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 7 april 2020 |
Start openbaar onderzoek | 7 mei 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 5 juni 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 19 september 2020 |
Verslag GOA | 3 september 2020 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
7 mei 2020 | 5 juni 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak (in dit geval de terrasoverkapping), te voorzien van:
- dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
2. om te voldoen aan artikel 41 van de Antwerpse bouwcode mogen de aansluitpunten van DWA en RWA maximaal 50 cm uit elkaar verwijderd geplaatst worden;
3. in de voortuin mag slechts één oprit, met een breedte van maximaal 3 m, worden voorzien, ter hoogte van de garage, en een toegangspad naar de voordeur (maximaal 1,50 m breed) – de in de voortuin aanwezige verharding aan de rechterzijde dient in zijn geheel verwijderd te worden en groen worden aangelegd. Ook dient aan deze zijde ter hoogte van het openbaar domein de voortuin door middel van een afsluitmuurtje van maximaal 40 cm hoogte te worden afgesloten;
4. het schrijnwerk in de nieuwe raamopeningen dient zonder meer opengaand te worden uitgevoerd;
5. de nieuwe scheidsmuur aan de linkerzijde, die zonder mee zichtbaar zal blijven, dient te worden afgewerkt door middel van een gevelsteen die gelijkaardig in vorm en kleurtint als degene die zal worden aangewend voor de voorgevel;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
de te regulariseren tuintrap wordt uit de vergunning uitgesloten omwille van verscheidene strijdigheden met de geldende voorschriften, waaronder die inzake de privacywetgeving.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.