Artikel 56, § 3, 4° van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur stelt dat het college bevoegd is voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.
De door de inschrijver Vanbreda Risk & Benefits NV ingediende bezwaren tegen de collegebeslissing van 4 december 2020 (jaarnummer 10031) richten zich in hoofdorde op een vermeende onzorgvuldigheid van de aanbestedende overheid in het kader van het prijsonderzoek. De bezwaren die Marsh NV uitte, hebben betrekking op de beslissing om diens offerte onregelmatig te verklaren.
In het bijzonder het tweede bezwaar in het schrijven van Vanbreda Risk & Benefits NV, dat betrekking heeft op een vermeende schending van het motiveringsbeginsel omtrent het aanvaarden van een ogenschijnlijk lage prijs in de offerte van de inschrijver aan wie de opdracht werd gegund, noopt tot een nader onderzoek van de offerte van de betreffende inschrijver.
Hiermee rekening houdend lijkt het aangewezen om de collegebeslissing van 4 december 2020 (jaarnummer 10031) in te trekken en de ingediende offertes nader te onderzoeken.
Voor de opdracht GAC_2020_01226: Raamovereenkomst consultancy verzekeringen werd een openbare procedure uitgeschreven.
De volgende ondernemers dienden voor deze opdracht een offerte in:
Op 4 december 2020 (jaarnummer 10031) besliste het college om de opdracht GAC_2020_01226 te gunnen aan inschrijver AON Belgium BV.
Op 7 december 2020 werden de wettelijk voorgeschreven mededelingen aan de betreffende inschrijvers verricht. Aangezien voor deze opdracht een wachttermijn van 15 kalenderdagen van toepassing is, termijn welke loopt tot en met 23 december 2020, werd de opdracht nog niet gesloten.
Op 9 en 10 december 2020 deden Vanbreda Risk & Benefits NV en Marsh NV bezwaren gelden bij de aanbestedende overheid.
Het college trekt, gelet op de voormelde argumenten, de gunningsbeslissing van 4 december 2020 (jaarnummer 10031) in, betreffende de opdracht GAC_2020_01226: Raamovereenkomst consultancy verzekeringen.