Artikel 56, §3, 4° van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 stelt dat het college bevoegd is voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.
De opdrachtnemer liet zijn (schriftelijk) verweer gelden op 25 augustus 2020, binnen de wettelijke termijn van vijftien kalenderdagen volgend op de datum van de verzending van het proces-verbaal.
Het verweer bestaat in hoofdzaak uit een document (als bijlage bij het begeleidend schrijven) waarin per ten laste gelegd feit een antwoord wordt gegeven en een oplossing wordt aangeboden om het probleem in de toekomst te vermijden.
Wat de antwoorden op de ten laste gelegde feiten betreft, stelt de aanbesteder vast dat het gros van de feiten door de opdrachtnemer worden erkend.
Hoewel de opdrachtnemer zich voor bepaalde tekortkomingen tracht te verschuilen achter zogenaamde ‘vergissingen’, merkt de aanbesteder op dat ‘vergissingen’ in hoofde van de opdrachtnemer de ten laste gelegde tekortkomingen niet kunnen rechtvaardigen. Zonder limitatief te zijn, spreekt de opdrachtnemer bijvoorbeeld over een vergissing omtrent de ramen die moesten worden gekuist, omtrent het benodigde materiaal voor de ramenwas, omtrent de uit te voeren werkzaamheden, … Dienaangaande wijst de aanbesteder op het feit dat de opdrachtnemer in het kader van de plaatsingsprocedure een plaatsbezoek diende te verrichten om zich van de toestand op verschillende de locaties te vergewissen. Daarbij komt dat de opdrachtnemer de betreffende locaties al meermaals heeft bezocht in het kader van de uitvoering van de opdracht. In zulke omstandigheden kan niet worden aanvaard dat de opdrachtnemer niet op de hoogte zou zijn van de prestaties die van hem werden verwacht.
De omstandigheid dat verschillende tekortkomingen werden rechtgezet nadat de aanbesteder de opdrachtnemer daarop had gewezen, kan evenmin ter rechtvaardiging van de ten laste gelegde feiten dienen. Hetzelfde geldt wat de aangeboden oplossingen voor de toekomst betreft. Deze argumenten doen geen afbreuk aan het feit dat de opdrachtnemer meermaals tekortkomingen beging in het kader van de uitvoering van zijn opdracht. Ten overvloede merkt de aanbesteder nog op dat tal van uitvoeringsproblemen ook al via eerdere processen-verbaal van ingebrekestelling bij de opdrachtnemer werden aangekaart en dat de oplossingen die de opdrachtnemer toen vooropstelde klaarblijkelijk hun effect niet hebben bereikt.
Gelet op het gebrek aan een afdoende rechtvaardiging van de ten laste gelegde tekortkomingen, de veelheid van de tekortkomingen, de ernst van bepaalde van die tekortkomingen (meer bepaald die inzake veilig werken op hoogte) en het feit dat de tekortkomingen zich voordoen bij alle percelen van de opdracht GAC/2017/4447 die aan Ariël Facilitaire Diensten nv werden gegund, ziet de aanbesteder zich genoodzaakt de percelen 1 tot en met 4 en 7 van de opdracht GAC/2017/4447 eenzijdig te verbreken bij wijze van ambtshalve maatregel met inhouding van de borgtocht.
Op basis van artikel 44 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, werd de opdrachtnemer (meermaals) in gebreke gesteld, via een proces-verbaal van ingebrekestelling.
Op basis van artikel 47 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, kan de aanbesteder de opdracht, na het verstrijken van de in artikel 44, §2 gestelde termijn, bij wijze van ambtshalve maatregel eenzijdig verbreken, in welk geval de aanbesteder de borgtocht verwerft.
Voor de raamovereenkomst GAC/2017/4447 voor het uitvoeren van duurzame glazenwasserijwerken werd een open offerteaanvraag uitgeschreven.
Op 20 oktober 2017 werden de volgende percelen van de voormelde opdracht via het college gegund aan ondernemer Ariël Facilitaire Diensten nv, Hemeldonk 5, 2200 Herentals, met ondernemingsnummer 0424.142.990 (hierna: Ariël):
De ingangsdatum van de raamovereenkomst werd bepaald op 1 januari 2018.
Zoals blijkt uit de processen-verbaal van ingebrekestelling met datum 27 september 2018, 30 april 2019 en 23 december 2019, waarbij Ariël overigens telkens het gros van haar tekortkomingen erkende, wordt deze overeenkomst al van bij aanvang gebrekkig uitgevoerd.
Ondanks verwoede pogingen van de aanbesteder om de uitvoering van de opdracht terug op de rails te krijgen en ondanks de beloften van Ariël om de nodige maatregelen te treffen, blijken steeds weer gelijkaardige alsook nieuwe tekortkomingen te moeten worden vastgesteld.
Aangezien de uitvoering van de opdracht wederom gebreken vertoonde, werd Ariël op 11 augustus 2020 een vierde keer in gebreke gesteld middels een proces-verbaal waarin de tekortkomingen concreet werden uiteengezet. De tekortkomingen situeren zich algemeen genomen op de volgende vlakken:
De borgtocht, die bij de verbreking van de opdracht zal worden ingehouden, bedraagt:
Verdere financiële gevolgen kunnen nog niet worden ingeschat.
Het college keurt de verbreking bij wijze van ambtshalve maatregel goed van perceel 1 ‘Stadsgebouwen (verschillende bedrijfseenheden)’ van de raamovereenkomst GAC/2017/4447 voor het uitvoeren van duurzame glazenwasserijwerken.
Het college keurt de verbreking bij wijze van ambtshalve maatregel goed van perceel 2 ‘Gebouwen van de lokale politie Antwerpen’ van de raamovereenkomst GAC/2017/4447 voor het uitvoeren van duurzame glazenwasserijwerken.
Het college keurt de verbreking bij wijze van ambtshalve maatregel goed van perceel 3 ‘Locaties van A.G. Kinderopvang Antwerpen’ van de raamovereenkomst GAC/2017/4447 voor het uitvoeren van duurzame glazenwasserijwerken.
Het college keurt de verbreking bij wijze van ambtshalve maatregel goed van perceel 4 ‘Locaties van Zorgbedrijf Antwerpen’ van de raamovereenkomst GAC/2017/4447 voor het uitvoeren van duurzame glazenwasserijwerken.
Het college keurt de verbreking bij wijze van ambtshalve maatregel goed van perceel 7 ‘Gebouwen van het OCMW Antwerpen’ van de raamovereenkomst GAC/2017/4447 voor het uitvoeren van duurzame glazenwasserijwerken.
De financieel directeur regelt de financiële aspecten als volgt :
Omschrijving | Bedrag | Boekingsadres | Bestelbon |
Perceel 1: glazenwasserijwerken – inhouden borgtocht |
27.600,00 euro | budgetplaats:5281000000 budgetpositie:746 functiegebied:2WNS040108A00000 subsidie:SUB_NR fonds:INTERN begrotingsprogramma: 2SA050309 budgetperiode:2000 |
nvt |
Perceel 2: glazenwasserijwerken – inhouden borgtocht | 5.900,00 euro | budgetplaats: 60030 budgetpositie: 33000_12506 functiegebied: TDLP1SVG080101 subsidie: SUB_NR fonds: LPA begrotingsprogramma: NR budgetperiode: 2000 | nvt |