Terug
Gepubliceerd op 18/09/2020

2020_CBS_07243 - Omgevingsvergunning - OMV_2020076189. Antwerpsebaan ZN. District Berendrecht - Zandvliet - Lillo - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 04/09/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_07243 - Omgevingsvergunning - OMV_2020076189. Antwerpsebaan ZN. District Berendrecht - Zandvliet - Lillo - Goedkeuring 2020_CBS_07243 - Omgevingsvergunning - OMV_2020076189. Antwerpsebaan ZN. District Berendrecht - Zandvliet - Lillo - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020076189

Gegevens van de aanvrager:

de heer Maurice d'Hamecourt met als adres Berg 21 te 2470 Retie

Ligging van het project:

Antwerpsebaan ZN te 2040 Zandvliet (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 20 sectie B nr. 448G

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een vrijstaand weekendverblijf op lot 1

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          28/08/2015: verkavelingsvergunning (ZA/2015/V/0005) voor het verkavelen van een perceel in 2 kavels voor weekendverblijven.

 

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

 

-          perceel verkaveld in 2 loten voor weekendverblijven.

 

Huidige toestand

 

-          niet bebouwd bebost groen perceel (lot 1).

 

Gewenste toestand

 

-          functie: vakantiewoning op lot 1 (verblijfsrecreatie);

-          bouwvolume:

  • vrijstaande bebouwing van 1 bouwlaag onder schuin dak; 
  • bouwdiepte 10 meter, bouwbreedte 6m;
  • een dakkapel aan beide zijden van het zadeldak;
  • kroonlijsthoogte bedraagt 2,98 meter en nokhoogte bedraagt 7,70 meter;
  • de woning is onderkelderd;

-          gevelafwerking:

  • antracietkleurige baksteen;
  • zijgevels van de dakkapellen in antracietkleurig hout;
  • buitenschrijnwerk voorzien in antracietkleurig aluminium;
  • dakbedekking in antracietkleurige sneldekpannen;

-          inrichting:

  • bouwlijn op 9m vanaf de Antwerpsebaan;
  • 16m meter van de rechterperceelgrens;
  • voorgevel evenwijdig en op 6 meter van de perceelgrens;
  • aansluitend een terras van 12 m²;
  • oprit van 18 m² voor de woning; 
  • voor de woning wordt een regenwaterput geplaatst met een inhoud van min. 5.000 liter en een septische put met een inhoud van 2.000 liter.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          ontbossen van zone voor bebouwing van circa 358 m²;

-          bouwen van een vrijstaande vakantiewoning op lot 1;

-          aanleggen van verhardingen (oprit en terras).

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

17 juli 2020

20 augustus 2020

Voorwaardelijk gunstig

Vlaams gewest, Agentschap Natuur en Bos

17 juli 2020

4 augustus 2020

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij, grondwaterbeheer

17 juli 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

17 juli 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

17 juli 2020

30 juli 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

17 juli 2020

30 juli 2020

stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen

17 juli 2020

30 juli 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor verblijfrecreatie. Deze gebieden zijn bestemd voor de recreatieve en toeristische accommodatie alsmede de verblijfsaccommodatie met inbegrip van de kampeerterreinen, de gegroepeerde chalets, de kampeerverblijfparken en de weekendsverblijfparken.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Groot Stoppelbergen, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 3 december 1980. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor weekeindverblijf en openbare weg.

 

(Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt in de verkaveling ZA/2015/V/0005, goedgekeurd op 28 augustus 2015, meer bepaald in lot(en) 1.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan, het bijzonder plan van aanleg en de verkavelingsvergunning. 

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
 

De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
 

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

 

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voorliggende aanvraag betreft het bouwen van een vakantiewoning. Het vrijstaande verblijf is ruimtelijk inpasbaar binnen de bestemmingen van het gewestplan (gebied voor verblijfsrecreatie) en het BPA ‘Groot stoppelbergen’ (zone voor weekeindverblijf). Bovendien is het aangevraagde in overeenstemming met de verkavelingsvergunning ZA/2015/V/0005.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

Er wordt een vrijstaande vakantiewoning opgericht van 1 bouwlaag onder een zadeldak. Aan de beide zijden van het zadeldak wordt een dakkapel voorzien. Het nieuwe volume van het type chalet is 10 meter diep en 6 meter breed. Verder worden ook de autostalplaats en het terras verhard aangelegd. Het perceel blijft maximaal onthard en vergroend en is verenigbaar met de omgeving.

 

Voor het vrijmaken van de zone voor bebouwing dient ca. 358 m² van het perceel ontbost te worden. Dit bouwperceel behoort tot een eerder vergunde verkaveling. Bij de verkavelingsvergunning werd door de verkavelaar voorzien in compensatie voor een gedeelte van het bos. Deze compensatiemaatregel is uitgevoerd. 

 

In 2015 werd een verkavelingsvergunning verleend voor het opsplitsen van een perceel in twee kavels voor de bouw van weekendverblijven. Op de kavel wordt de bouw van één weekendverblijf gepland en wordt een bijhorende hemelwaterput met een inhoud van 5 m³ voorzien. Het perceel omvat momenteel 4.155 m² bos. Hiervan dient 720 m² gecompenseerd te worden en 3.455 m² als bos behouden te blijven. Het Agentschap voor Natuur en Bos bevestigt dat aan de voorwaarde inzake boscompensatie voldaan werd.

 

Op het verkavelingsplan werd een te behouden beboste groene ruimte aangeduid. Voorliggende aanvraag lijkt hiermee verenigbaar te zijn. Indien de aanvrager (een gedeelte van) de te behouden beboste groene ruimte verder wenst te ontbossen, dan dient hiervoor een verkavelingswijziging aangevraagd te worden.

 

Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent een gunstig advies mits naleving van de volgende voorwaarde:

 

“De te behouden beboste groene ruimte als aangeduid op het verkavelingsplan dient integraal als bos behouden te worden. Het Bosdecreet blijft er van toepassing. Kappingen kunnen er maar uitgevoerd worden mits machtiging van het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is niet toegelaten er constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, de kruid-, of de boomlaag uit te voeren, wat o.m. ook betekent dat er daar geen tuin kan aangelegd worden.”

 

Ook de stadsdienst Groen en Begraafplaatsen adviseert het aangevraagde gunstig op voorwaarde dat er rekening gehouden wordt met bovenstaand advies van het Agentschap Natuur en Bos én dat er rekening gehouden wordt met de bescherming van de bestaande bomen zoals opgenomen in de voorwaarden.

 

Milieuaspecten

 

Voor een eengezinswoning (weekendverblijf) zijn in principe geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s) van toepassing. Uit de informatie in het aanvraagdossier blijkt niet dat dat hier wel het geval zou zijn. Vanuit milieutechnisch oogpunt is er geen bezwaar de vergunning te verlenen.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De gevels worden voorzien in antracietkleurige gevelbaksteen en antracietkleurig aluminium buitenschrijnwerk. Het dak krijgt antracietkleurige dakpannen met dakkappellen in antracietkleurig hout. De kleuren en materialen zijn verenigbaar met de stedenbouwkundige verkavelingsvoorschriften. 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Mobiliteitsimpact

 

Parkeerbehoefte

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

Op een braakliggend terrein met verkavelingsvergunning voor weekendverblijf wordt een vakantiewoning voor 2 personen gebouwd.

Voor deze functie waarbij een steeds 2 mensen tegelijk kunnen overnachten wordt de parkeerbehoefte bepaald op 1 parkeerplaats.

 

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.

 

Er wordt geen plaats in een garage voorzien. Bij de vakantiewoning is een oprit voorzien van 3m op 6m om een wagen op te kunnen stallen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

 

Ontsluiting/bereikbaarheid

Vanaf het openbaar domein is er een oprit naar de woning voorzien.

 

Fietsvoorzieningen

De fietsparkeerbehoefte voor de vakantiewoning is 2 fietsparkeerplaatsen. In de inkomhal is er plaats voorzien voor 2 fietsen. De toegangsdeur is echter maar 90 cm breed. In functie van het gebruiksgenot moet een brede deur van minstens 100 cm geplaatst worden. Dit wordt als voorwaarde bij vergunning opgelegd.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de voorzorgsmaatregelen van de dienst Groen en Begraafplaatsen zijn strikt na te leven:

Bij een te behouden boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:

-          In het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom  onaanvaardbaar moeten  beschadigd worden, noch nu, noch in de  toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:

o het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;

o graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale  wortelpakket moet verwijderd worden;

o de boom drastisch te snoeien. ( d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm).

-          Als er werken (zowel  bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden.

-          De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:

o Er is voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er werfhekkens geplaatst die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone even groot is als de diameter van de kroonprojectie  + 2m. In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven,  niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….)

o Er is niet voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt worden zonder dat er schade berokkend wordt. Om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.

-          Naast de wortelzone moeten ook de stam en de  kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.

-          Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de  aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken,  een voldoende hoge kraan voorzien.  Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of … .

-          Het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen. 

Bij het aanplanten van een nieuwe boom moet het aspect duurzaamheid moet nagestreefd worden. Duurzaam aanplanten wil o.a. zeggen dat voor de nieuwe boom een groeiplaats moet voorzien worden die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft om zijn natuurlijke grootte en leeftijd te kunnen halen, en waar  er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte;

2.      de bijgevoegde voorzorgsmaatregelen van het Agentschap Natuur en Bos zijn strikt na te leven:

-          De te behouden beboste groene ruimte als aangeduid op het verkavelingsplan dient integraal als bos behouden te worden. Het Bosdecreet blijft er van toepassing;

-          Kappingen kunnen er maar uitgevoerd worden mits machtiging van het Agentschap voor Natuur en Bos;

-          Het is niet toegelaten er constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, de kruid-, of de boomlaag uit te voeren, wat o.m. ook betekent dat er daar geen tuin kan aangelegd worden.

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

22 juni 2020

Volledig en ontvankelijk

17 juli 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

15 september 2020

Verslag GOA

25 augustus 2020

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de voorzorgsmaatregelen van de dienst Groen en Begraafplaatsen zijn strikt na te leven:

Bij een te behouden boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:

-          In het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom  onaanvaardbaar moeten  beschadigd worden, noch nu, noch in de  toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:

o het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;

o graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale  wortelpakket moet verwijderd worden;

o de boom drastisch te snoeien. ( d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm).

-          Als er werken (zowel  bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden.

-          De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:

o Er is voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er werfhekkens geplaatst die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone even groot is als de diameter van de kroonprojectie  + 2m. In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven,  niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….)

o Er is niet voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt worden zonder dat er schade berokkend wordt. Om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.

-          Naast de wortelzone moeten ook de stam en de  kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.

-          Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de  aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken,  een voldoende hoge kraan voorzien.  Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of … .

-          Het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen. 

Bij het aanplanten van een nieuwe boom moet het aspect duurzaamheid moet nagestreefd worden. Duurzaam aanplanten wil o.a. zeggen dat voor de nieuwe boom een groeiplaats moet voorzien worden die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft om zijn natuurlijke grootte en leeftijd te kunnen halen, en waar  er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte;

2.      de bijgevoegde voorzorgsmaatregelen van het Agentschap Natuur en Bos zijn strikt na te leven:

-          De te behouden beboste groene ruimte als aangeduid op het verkavelingsplan dient integraal als bos behouden te worden. Het Bosdecreet blijft er van toepassing;

-          Kappingen kunnen er maar uitgevoerd worden mits machtiging van het Agentschap voor Natuur en Bos;

-          Het is niet toegelaten er constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, de kruid-, of de boomlaag uit te voeren, wat o.m. ook betekent dat er daar geen tuin kan aangelegd worden.

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.