De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
2 juni 2020 | 1 juli 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020054832 |
Gegevens van de aanvrager: | VZW VZW Centraal Katholiek Schoolcomité van Antwerpen met als adres Otto Veniusstraat 22 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Perustraat 4 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 7 sectie G nr. 2184T6 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een schoolgebouw met 5 klaslokalen en een overdekte speelplaats en vellen van bomen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 15/07/2016: milieuvergunning (2016122) voor een school voor buitengewoon onderwijs, kinderdagverblijf en een lagere school;
- 01/03/2013: vergunning (20128099) voor nieuwbouw van 2 klaslokalen;
- 15/09/2006: vergunning (20054334) voor het bouwen van een schoolgebouw voor BUSO;
- 22/04/2005: vergunning (197#20040820 en 197#20041016) voor het afbreken van gedeelte van de vleugel van een schoolgebouw en afwerken van de gevel;
- 22/06/1995: vergunning (86#950418 en 86#8721295) voor bijbouwen trappenhuis ;
- 29/10/1990: vergunning (86#900695) voor het verbouwen van de peutertuin, bijbouwen bureel;
- 01/04/1966: toelating (18#48655) voor een doorgang;
- 18/06/1965: toelating (18#47826) voor verbouwing;
- 02/10/1964: toelating (18#46977) voor vijfde verbouwing;
- 03/08/1962: toelating (18#44188) voor vierde verbouwing.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: schoolgebouwencomplex met lagere school en kleuterschool;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
- vaststelling (ID: 1222126) van sociale woonwijk Luchtbal als bouwkundig erfgoed;
- functie: schoolgebouwencomplex met lagere school en kleuterschool;
- bouwvolume: tegen de gevel van de refter is een extra houten constructie voorzien van 1 bouwlaag met overdekte speelplaats;
- gevelafwerking: het buitenschrijnwerk werd op verschillende plaatsen vervangen door aluminium.
Gewenste toestand
- functie: schoolgebouwencomplex met lagere school en kleuterschool;
- bouwvolume:
- gevelafwerking nieuwe volumes:
- afwerking trap en hellingen:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen en uitbreiden van een scholencomplex;
- slopen van vergunde volumes (overdekte hal kleuterschool) en onvergunde volumes (refter);
- bouwen van een nieuw volume met overdekte speelplaats aan de zuidelijke zijde van het gebouw;
- bouwen van een volume aansluitend aan de bestaande refter;
- interne wijzigingen qua indeling en verticale circulatie;
- wijzigen van de inkompartij en voorzien van rolstoeltoegankelijke inkom;
- plaatsen van een noodtrap tegen nieuw volume;
- vellen van 4 hoogstammige bomen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 25 mei 2020 | 23 juni 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Departement Omgeving - seveso | 25 mei 2020 | 3 juni 2020 | Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen | 25 mei 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten | 25 mei 2020 | 18 juni 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 25 mei 2020 | 16 juni 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 25 mei 2020 | 20 juli 2020 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen | 25 mei 2020 | 19 juni 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande schoolfunctie blijft behouden en blijft als woonondersteunende functie verenigbaar met het woongebied.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid en visueel-vormelijke elementen
De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de kwaliteitskamer architectuur. De kwaliteitskamer adviseert ongunstig voor wat betreft de nieuwe aanbouw: “De kwaliteitskamer gaat niet akkoord met de wijze waarop de kwalitatieve bestaande architectuur, die gekenmerkt wordt door zijn heldere ritmiek en sobere materialisatie, en hoge ramen met diepe lichtinval wordt afgebouwd. Een meer logische uitbreiding in aansluiting bij het bestaande volume is wenselijk, hierbij rekening houdend met een heldere ritmiek in meer evenwichtige proporties. Het volume dient daarom minder hoog voorzien te worden, zodat het middendeel van de bestaande school blijft domineren. De kwaliteitskamer vraagt om de klassen over gelijkvloers en eerste verdieping te voorzien en de overdekte speelplaats te voorzien op het open terrein. Ook qua materialisatie is ‘weiterbauen’ wenselijk en de keuze voor minder materiaalsoorten in harmonie met het bestaande volume aangewezen. De kwaliteitskamer dringt aan op een constructieve voorbespreking en intensiever voortraject waarbij er meer begeleiding van bij aanvang van het traject kan bewerkstelligd worden”.
Naar aanleiding van het ongunstig advies, werden de opmerkingen reeds doorgesproken met de aanvrager en werd een bijsturing voorgelegd aan de dienst omgevingsvergunningen. Het betrof echter louter een bijsturing van de materialisatie. Er werden geen wijzigingen doorgevoerd aan het volume en de ritmiek van de raamopeningen. Bijgevolg zullen deze werken worden uitgesloten.
De werken aan de inkom en refter zijn aanvaardbaar.
Cultuurhistorische aspecten
Het pand waarop de aanvraag betrekking heeft is opgenomen in de inventaris bouwkundig erfgoed. De stedelijke dienst voor monumentenzorg geeft volgende beoordeling in het advies.
“De werken aan het schoolgebouw uit het begin van de jaren 1960 werden voorbesproken en zijn aanvaardbaar vanuit oogpunt monumentenzorg. Het complex werd doorheen de tijd enkele malen uitgebreid, het te slopen volume aangepast.
Het volume dient op welstand beoordeeld. Vandaag wordt er geopteerd voor zwart schrijnwerk in het nieuwbouwvolume en wit aluminium schrijnwerk in het bestaand volume. Het is niet duidelijk of het bestaand schrijnwerk in wit aluminium vergund is. Het is geen meerwaarde voor het inventarispand. Een vervanging van het schrijnwerk naar oorspronkelijk model (materiaal in dit geval hout, profilering, detaillering), zou de beeldwaarde van het inventarispand versterken. Het schrijnwerk in het nieuwbouwvolume mag hierop geen hypotheek leggen.”
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Opdat de circulatie van kleuters en lagere schoolkinderen niet zou mixen, wordt een gang op het dak van de bestaande school naar het nieuwe volume gerealiseerd. Dit lijkt een omslachtige ingreep die door het herschikken van bepaalde lokalen of toegangen tot de school vermeden kan worden. De interne circulatie dient verder onderzocht te worden om een optimaler gebruik van het schoolgebouw te bekomen alsook de inplanting om de aanwezige waardevolle landschappelijke en ecologische elementen maximaal te kunnen behouden.
Bij de herwerking van het volume dient ook rekening te worden gehouden met gezondheid in functie van de ligging ten opzichte van de spoorweg en ring.
De aanvraag werd voorgelegd aan de stedelijke dienst voor milieuvergunningen. Dit advies luidt alsvolgt: “Op 15 juli 2016 verleende het college een milieuvergunning klasse 2 aan Centraal Katholiek Schoolcomité van Antwerpen vzw voor exploitatie van een school voor buitengewoon onderwijs, een lagere school en een kinderdagverblijf. De klasse 2 rubriek betrof de stookinstallatie met een vermogen van 1.062 kW.
In het aanvraagdossier wordt gesteld dat het bijbouwen van de vijf klaslokalen en de verbouwing aan refter en inkom geen invloed hebben op de milieuvergunning die integraal behouden blijft. Uit de vergunningsaanvraag kan niet opgemaakt worden of deze stelling correct is. Vijf bijkomende klaslokalen moeten bijvoorbeeld ook bijkomend verwarmd worden.
De vergunning klasse 2 van 2016 is vrij recent. Maar de verwarmingsinstallatie met een vermogen van 1.062 kW werd vergund onder de toenmalige klasse 2 rubriek 43.1.2.b. Door wijzigingen aan de indelingslijst zou deze zelfde stookinstallatie nu opgenomen zijn in klasse 3 rubriek 43.1.1.b. De exploitant wordt aangeraden na de verbouwing en uitbreiding de ingedeelde inrichtingen of activiteiten in het scholencomplex opnieuw onder de loep te nemen en indien nodig het milieutechnische luik vergunningsgewijs aan te passen.”
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Er wordt een klein stuk van het gebouw afgebroken. Op die locatie komt een nieuwbouw met 5 bijkomende klassen voor de lagere school. Deze uitbreiding is nodig om de wachtlijsten in te korten. Er komt ook een extra overdekte speelplaats en de refter wordt gerenoveerd. De parkeernorm uit de bouwcode voor basisonderwijs is 0,75 parkeerplaatsen per klas: 5 klassen x 0,75/klas = 3,75 afgerond 4.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Het plan voorziet geen parkeerplaatsen. Aangezien geadviseerd wordt om alle werken, handelingen en wijzigingen uit te sluiten van vergunning, met uitzondering van deze aan de inkom en de refter, dienen er ook geen parkeerplaatsen voorzien te worden.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing. |
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
Uitsluitingen
2. alle werken, handelingen en wijzigingen buiten deze aan de inkom en de refter.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 28 april 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 25 mei 2020 |
Start openbaar onderzoek | 2 juni 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 1 juli 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 7 september 2020 |
Verslag GOA | 20 augustus 2020 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
Uitsluitingen
2. alle werken, handelingen en wijzigingen buiten deze aan de inkom en de refter.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.