Terug
Gepubliceerd op 18/09/2020

2020_CBS_07252 - Omgevingsvergunning - OMV_2020081580. Van Hallestraat 11. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 04/09/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_07252 - Omgevingsvergunning - OMV_2020081580. Van Hallestraat 11. District Deurne - Goedkeuring 2020_CBS_07252 - Omgevingsvergunning - OMV_2020081580. Van Hallestraat 11. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020081580

Gegevens van de aanvrager:

de heer Metin Pyuskyullyuev met als adres Van Hallestraat 11 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Van Hallestraat 11 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 27 sectie A nr. 128M8

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning en het regulariseren van een tuinhuis

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          27/12/1976: vergunning (627#28584) voor het uitvoeren van verbouwingswerken – de vergunning werd slechts gedeeltelijk uitgevoerd;

-          18/06/1975: vergunning (627#28091) voor het uitvoeren van voorgevelveranderingen.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met souterrain van drie bouwlagen onder een plat dak;

-          bouwvolume:

  • de totale bouwdiepte van de woning bedraagt circa 12m over de drie bouwlagen;

-          gevelafwerking:

  • de voorgevel bestaat uit lichtkleurige pakketten (witte baksteen) met aluminium schrijnwerk;

-          inrichting:

  • op het inplantingsplan van 1976 is er reeds een tuinhuis aanwezig.

Huidige toestand

-          functie:

  • eengezinswoning.

-          bouwvolume:

  • de uitbreiding aan de achtergevel tot circa 12m werd niet uitgevoerd op de derde bouwlaag.

-          inrichting:

  • waterput van 5000 liter in de achtertuin onder het maaiveld;
  • tuinhuis tegen de linker-, rechter- en achterste perceelgrens.

Gewenste toestand

-          functie:

  • eengezinswoning.

-          bouwvolume:

  • uitbreiden van de derde bouwlaag tot de totale bouwdiepte van circa 12m;

-          gevelafwerking:

  • de voorgevel blijft ongewijzigd;
  • de vernieuwde achtergevel wordt voorzien van grijskleurige crepi en witkleurig pvc schrijnwerk.

-          inrichting:

  • idem aan bestaande toestand.

Inhoud van de aanvraag

-          verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning.

 

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 24: Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    de middelste ruimte op het gelijkvloers (keldering) wordt omgevormd tot hobbyruimte (leefruimte) maar heeft geen licht- en luchttoetreding;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak dient een opstand van 0,30m voorzien te worden. Dit voor het nieuwe dakgedeelte.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 24: Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    de middelste ruimte op het gelijkvloers wordt omgevormd tot hobbyruimte (leefruimte) maar heeft geen licht- en luchttoetreding. De middelste kamer moet behouden blijven als berging/kelder;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    het nieuwe dakgedeelte dient van een opstand van 0,30m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak voorzien te worden. In de voorwaarde moet worden opgelegd dat het nieuwe dakgedeelte moet worden voorzien van een dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

 

Mits voldaan wordt aan deze voorwaarden is de aanvraag in overeenstemming met de bouwcode.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande woonfunctie blijft behouden en blijft functioneel verenigbaar met de omgeving die wordt gekenmerkt door wonen. De vergunde toestand toont een pand met 2 wooneenheden. Het pand is echter in gebruik als eengezinswoning en blijft ook zo behouden. Dit is in overeenstemming met de omgeving waarin hoofdzakelijk eengezinswoningen voorkomen.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De bouwdiepte van de woning bedraagt 12 meter voor de eerste en de tweede bouwlaag. In 1976 werd een vergunning verleend om ook de derde bouwlaag uit te breiden tot op 12 meter. Deze vergunning werd nooit uitgevoerd. In de aanvraag wordt deze uitbreiding opnieuw voorgesteld. Een bouwdiepte van 12 meter over de 3 bouwlagen is kenmerkend in de onmiddellijke omgeving van de aanvraag.

De aanvraag maakt melding van het regulariseren van het tuinhuis. Dit tuinhuis werd echter reeds ingetekend op het plan bij de vergunning van 1976 en is bijgevolg reeds een vergunde situatie.

De schaal en het ruimtegebruik van de aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De gelijkvloerse verdieping is in de vergunde situatie ontworpen als berging en wasplaats. De interne vrije hoogte is bijgevolg lager dan 2,60 meter. In de aanvraag wordt het achterste deel van het gelijkvloers omgevormd tot hobbyruimte. Daarom wordt de vloer van het gelijkvloers uitgediept zodat een interne vrije hoogte van 2,60 meter kan worden bekomen. Het plan nieuwe toestand en de snede nieuwe toestand spreken elkaar tegen qua benaming van de ruimtes. Uit de snede blijkt dat deze hobbyruimte bestaat uit twee kamers waarvan de middelste kamer geen daglicht- en luchttoetreding heeft. De middelste kamer wordt uitgesloten als hobbykamer en blijft behouden als berging/kelder. Dit wordt in rood aangegeven op het plan en de snede nieuwe toestand.

Op de eerste verdieping zal de badkamer afgebroken worden om één leefruimte te bekomen. De badkamer wordt verplaatst naar de uitbreiding op de tweede verdieping. Door de uitbreiding van de woning op de tweede verdieping kunnen na de verplaatsing van de badkamer twee slaapkamers behouden blijven. Door de badkamer onder te brengen bij de slaapkamers, wordt de woning aangepast aan het hedendaags wooncomfort.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het nieuwe dakgedeelte moet voorzien worden van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

2.      de middelste kamer op het gelijkvloers moet behouden blijven als berging/kelder;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 juni 2020

Volledig en ontvankelijk

13 juli 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

11 september 2020

Verslag GOA

25 augustus 2020

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het nieuwe dakgedeelte moet voorzien worden van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

2.      de middelste kamer op het gelijkvloers moet behouden blijven als berging/kelder;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.