Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020081156 |
Gegevens van de aanvrager: | Nanouck en Dimme Ickroth - Van Mechelen met als contactadres Napoleonkaai 19 bus 101 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Justitiestraat 39 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 10 sectie K nr. 2757N3 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 15/04/1910: toelating (1910#636) voor bijzondere goot;
- 21/01/1910: toelating (1909#2143) voor een aanhangsel met verdiepingen versiering op kroonlijst;
- 11/12/1903: toelating (1903#1774) voor vergroten van de veranda.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- vaststelling (ID: 304193) van een ensemble van vijf gekoppelde burgerhuizen als bouwkundig erfgoed;
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume: conform vergund;
- gevelafwerking: conform vergund.
Gewenste toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen van een eengezinswoning;
- slopen van bestaande achterbouw;
- nieuwe bouwen van een volume achteraan van twee bouwlagen;
- interne constructieve werken;
- wijzigen van de scheimuren;
- renovatie van de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 17 juli 2020 | 31 juli 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
het bureau op de 1ste verdieping achteraan heeft slechts een binnen hoogte van 2,57m.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag wenst een bestaande eengezinswoning te verbouwen. De woonfunctie blijft ongewijzigd en functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De beoogde verbouwingswerken hebben betrekking op de sloop van de bestaande entresol achter het hoofdvolume. Na de sloop wordt een dubbel hoge en perceel brede achterbouw opgetrokken. Om de gewenste uitbreiding mogelijk te maken is een ophoging van de scheidingsmuur aan de rechterzijde noodzakelijk.
Kenmerkend voor laat negentiende-eeuwse en vroeg twintigste-eeuwse burgerwoningen is een entresol die achteraan over de helft van de perceelbreedte is gebouwd. Door voorliggende wijzigingen wordt deze typologie aangetast. In de omgeving zijn achterbouwen die over de helft van de perceelbreedte zijn bebouwd kenmerkend. Het voordeel van dergelijke volumes is dat deze gespiegeld tegen elkaar geplaatst kunnen worden zodat leefruimtes in de voor- en achterbouw minimale hinder ondervinden van aanpalenden bouwvolumes achter de hoofdbouwlijn.
Een entresol over twee bouwlagen die perceel breed is opgetrokken verstoord deze wenselijke typologie. Tevens is een scheimuurverhoging met de rechterbuur noodzakelijk. De bestaande scheidingsmuur werpt mogelijks al schaduw op de lichtstraat boven de gelijkvloerse leefruimte van de rechterbuur. Een verhoging zou betekenen dat de dag- en zonlichttoetreding helemaal niet meer optimaal blijft, gelet op de zuidelijke oriëntering. De aanvraag is hierdoor strijdig met artikel 10 van de bouwcode. Wenselijk is dat een nieuwbouwvolume de bestaande scheimuurhoogte reduceert i.p.v. verhoogt.
Vastgesteld wordt dat de voorziene functie in nieuwe uitbouw op de eerste verdieping een bureauruimte is. Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat de woonkwaliteit van de woning niet in het gedrang wordt gebracht wanneer deze de bureauruimte verdwijnt. Het bouwvolume van de woning is omvangrijk en het ruimtegebruik is niet optimaal , gelet op de ruime dressing en badkamer op hetzelfde niveau.
Het voorgestelde bouwvolume op de eerste verdieping kan wel positief worden onthaald. Hier worden effectief kwaliteitswinsten gerealiseerd die een meerwaarde biedt voor de algemene woonkwaliteit van de woning.
Gelet op de opgaande scheidingsmuur van de linkerbuur is het aanvaardbaar om zoals voorgesteld hier een volume tegen te plaatsen.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg.
De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er een éénduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.
Art. 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Conform art. 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen. Afhankelijk van de aard en omvang van de geplande werken kan er een CHE-rapport gevraagd worden met een meer uitgebreide bouwhistorische en beschrijvende studie van het gebouw. Het dossier bevat voldoende informatie om de impact op de erfgoedwaarde van het pand te kunnen beoordelen.
Beoordeling
A cultuurhistorische waardenstelling
Ensemble van vijf burgerhuizen in neoclassicistische stijl, gebouwd in opdracht door de heer J. Van Triel, naar ontwerpen door architect Henri Smits uit 1881. Als eerste kwam het geheel van drie volgens repeterend schema gekoppelde woningen op nummers 35-39 tot stand, hetzelfde jaar gevolgd door een geheel van twee volgens spiegelbeeldschema gekoppelde woningen op nummers 41-43. Hogerop in de Justitiestraat had Smits in 1880 voor eigen rekening al een geheel van twee gekoppelde woningen gebouwd, en verderop in de straat liet Van Triel in 1882 nog een derde geheel van twee gekoppelde woningen optrekken. Het nummer 43 werd in 1918 door toenmalig eigenaar Armand de Hesselle, naar een ontwerp door de architect Adolphe Van Coppernolle verbouwd, met een nieuwe gevelafwerking in beaux-artsstijl en uitbreiding van de achterbouw met een nieuwe veranda en een overdekt terras.
Het vastgoedproject Van Triel behoort tot het vroege oeuvre van Henri Smits, die eind jaren 1870 zijn debuut maakte. Tijdens een succesvolle loopbaan, vroegtijdig beëindigd door Smits’ overlijden in 1914, realiseerde de architect een groot aantal nieuwbouwprojecten in Antwerpen, zowel voor residentiële als bedrijfsarchitectuur. Van meet af aan paste hij in zijn ontwerpen simultaan zowel de conventionele neoclassicistische stijl als een meer pittoresk neotraditioneel idioom toe. De burgerhuizen in de Justitiestraat zijn representatief voor de eerste categorie, zijn eigen woning aan de Wapper uit 1897 voor de tweede.
Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten de rijwoningen een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels met schijnvoegen op de begane grond, rusten op een plint uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie telkens de klemtoon op de middenas. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters in geriemde omlijsting. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging.
De nummers 35-39 worden op de eerste verdieping gemarkeerd door entablementen en een centraal balkon met consoles en balustrade. Houten inkomdeur en vensters en smeedijzeren keldertralies op nummers 37-39. Vernieuwde gevelbepleistering met verwijdering van het stucwerk, en nieuw schrijnwerk op nummer 35.
De rijker uitgewerkte nummers 41-43 hebben een geblokt middenrisaliet, gemarkeerd door balkons met balustrade en een gekornist hoofdgestel op consoles. Doorgetrokken balustrades en imposten accentueren de eerste verdieping, een gebogen fronton tussen entablementen de tweede. Op nummer 41 bewaarde houten inkomdeur, smeedijzeren souterraintralies en gelijkvloerse borstweringen. Nummer 43 kreeg bij de verbouwing in 1918 een cementbepleistering in imitatie-natuursteen, vlakke vensteromlijstingen met oren, sluitsteen, drop en onderdorpel op de bovenverdiepingen, en een stafwerkfries onder de kroonlijst. De smeedijzeren inkomdeur, souterraintralies en de gietijzeren voetschraper dateren van toen.
De plattegronden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
In het interieur zijn in het hoofdgebouw nog de interne kamerstructuur en een heel aantal interieurelementen met erfgoedwaarde aanwezig.
Het pand is beeldbepalend omwille van de architecturale waarde en de enseblewaarde.
B afweging
Men wenst de eengezinswoning te verbouwen.
De voorgevel blijft ongewijzigd. Het buitenschrijnwerk in de voorgevel wordt vervangen door nieuw houten buitenschrijnwerk naar bestaand model. Ook de voordeur wordt vervangen, als voorbeeld dient de naastgelegen woning links. De gevel wordt gereinigd en hersteld waar nodig. In de huidige toestand is de plint in blauwe hardsteen geschilderd, het is niet duidelijk of deze wordt vrijgemaakt.
De bestaande achterbouw wordt afgebroken en over twee bouwlagen perceelsbreed vernieuwd.
De achtergevel wordt geïsoleerd.
In het interieur blijven de interieurelementen in het hoofdgebouw maximaal bewaard.
Volgende ingrepen worden voorgesteld:
* Schouw gelijkvloerse verdieping voorste kamer: nieuwe schouw
* De deur tussen de gang en voorste kamer wordt dicht gemaakt.
* Het schrijnwerkgeheel tussen salon en leesruimte wordt verwijderd
* Het schrijnwerkgeheel tussen leesruimte en keuken wordt verwijderd
* Het is niet duidelijk wat er met de schouw en lambrisering in de leesruimte gebeurt
* In de traphal wordt achteraan sanitair voorzien, waardoor deze wordt ingekort. Het is niet duidelijk wat de impact is aangezien er geen fotomateriaal werd aangeleverd.
* Op de eerste verdieping wordt de schouw in de achterste ruimte verwijderd, ook de tussenmuur wordt afgebroken.
* Op de eerste verdieping wordt de doorgang naar de achterbouw dicht gemaakt.
* De tweede verdieping blijft ongewijzigd.
* Op de zolderverdieping wordt de kamerindeling aangepast
Met betrekking tot het schrijnwerk in de voorgevel zijn geen detailtekeningen toegevoegd. Als voorwaarde zal opgelegd worden detailtekeningen van het schrijnwerk (ramen en voordeur) voor verder advies te bezorgen.
Om de eenheid met het linkerpand te versterken zal als voorwaarde opgelegd worden de volledige plint in blauwe hardsteen te ontdoen van de verflaag tot onder de ramen van de gelijkvloerse verdieping.
Aangezien het interieur mee de erfgoedwaarde van het gebouw bepaalt, zullen volgende voorwaarden worden opgenomen:
* Behoud binnenschrijnwerk tussen gang en voorste kamer (gelijkvloers)
* Behoud schrijnwerkgeheel gelijkvloers tussen salon en leesruimte en leesruimte en keuken. Deze kunnen open blijven staan.
* Behoud schouw en lambrisering leesruimte
* Ter hoogte van inkorting traphal gelijkvloers: alle waardevolle interieurelementen moeten bewaard blijven
* Verwijderen van muur tussen twee voorste kamers eerste verdieping: er dient gewerkt te worden met een portiek zodat het sierlijk uitgewerkt lijstwerk aan het plafond behouden kan blijven.
Advies
Gelet op het voorgaande wordt een voorwaardelijk gunstig advies verleend.
Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. Indien het dossier gunstig zou beoordeeld worden, dan zouden de voorwaarden van monumentenzorg worden opgenomen in deze vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De gewenst uitbreiding aan de rechterzijde voorziet in een bureauruimte. Echter heeft deze slechts een vrije hoogte van slechts 2,57m i.p.v. de vereist 2,6 meter en is daardoor strijdig met artikel 21 van de bouwcode.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 29 juni 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 17 juli 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 15 september 2020 |
Verslag GOA | 24 augustus 2020 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.