Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2020017457 |
Gegevens van de aanvrager: | NV PR NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN met als contactadres Frankrijkstraat 56 te 1070 Anderlecht |
Ligging van het project: | Kolonel Silvertopstraat, Desguinlei ZN te 2020 Antwerpen (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 9 sectie I nrs. 0, 1952E4 en 1952B5 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | vernieuwen van treinstation Antwerpen-Zuid |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden;
Vergunde/huidige toestand
- functie:
- inrichting:
Gewenste toestand
- functie:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- vernieuwen van publieke infrastructuur van treinstation Antwerpen-Zuid.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 14 mei 2020 | 19 mei 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 25 juni 2020 | 13 juli 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Elia Asset nv | 25 juni 2020 | 25 mei 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluxys Belgium NV | 25 juni 2020 | 2 juli 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie | 25 juni 2020 | 19 juni 2020 | Gunstig |
INFRABEL | 25 juni 2020 | 15 juni 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
lokale politie/ centrale preventie (LP/CP) | 14 mei 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) | 14 mei 2020 | 28 mei 2020 | Geen bezwaar |
Vlaams gewest, Agentschap Natuur en Bos | 25 juni 2020 | 22 juni 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn | 14 mei 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn | 25 juni 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen | 14 mei 2020 | 15 juni 2020 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen | 25 juni 2020 | 30 juni 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 14 mei 2020 | 3 juni 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 25 juni 2020 | 30 juli 2020 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers | 14 mei 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers | 25 juni 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft de herinrichting en uitbreiding van het treinstation Antwerpen-Zuid. De bestaande functie blijft onveranderd en de uitbreiding ervan kan positief worden geëvalueerd.
De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De inrichting van het huidige station Antwerpen-Zuid is sterk verouderd en de voorzieningen van dit station voldoen niet aan de huidige normen inzake toegankelijkheid en gebruikscomfort. Waar voorheen de functionaliteiten van station Antwerpen-Zuid gefragmenteerd rond de projectsite ingeplant zijn, voorziet deze aanvraag een geïntegreerd ontwerp voor de fietsstalplaatsen, bushalte, wachtruimte, sanitair en verticale circulatie. Het voorstel voorziet hierbij in een uitbreiding. Dit gebeurt door een deel van de spoorwegbedding te overkappen zodat de bestaande publieke ruimte aan de Kolonel Silvertopstraat niet verkleint. Op deze brug is een open luifelconstructie met groendak voorzien, die dienst doet als wacht- en ontvangstruimte voor reizigers. De verticale circulatie naar de spoorwegen op het lagere niveau bestaan uit trappen en een twee liftkokers.
De aanvraag is niet hinderlijk voor de omgeving en bewaard voldoende afstand van de bouwvrije zone van de Ring. De inplanting en voorgestelde bouwvolume kan positief worden beoordeeld.
Het ontwerp resulteert in een coherent treinstation waarbij de nodige voorzieningen aanwezig zijn onder een omvangrijke luifel die de toekomstige reizigers op een heldere manier verwelkomt. Na de werken ontstaat er een kwaliteitsvol mobiliteitsknooppunt dat naar huidige normen en standaarden is ingericht.
Visueel-vormelijke elementen
Omwille van de prominente ligging en functie van het gebouw werd de aanvraag besproken met stadsbouwmeester. De voorgestelde handelingen, werken en wijzigingen geven het bestaande station Antwerpen-Zuid een formele voorzijde. Het station is zowel in de bestaande als de nieuwe toestand a-typisch, in die zin dat de aankomst van reizigers georganiseerd is op -1 en de gelijkvloerse verdieping dienst doet als ‘gezicht’ van het station. Gelet op het landschappelijke dak gaat de constructie de interactie aan met het bermenlandschap van de Ring. Hierbij wordt gesuggereerd dat de landschappelijke waarde van het groendak zich niet mag beperken tot mos- of sedumbedekking. De gewassen op het groendak dienen een ecologische en landschappelijke waarde te herbergen. Dit kan door bijvoorbeeld gebruik te maken van grassen, bloemen en klein struikgewas.
Er is een appreciatie voor het beperkte materialenpallet zodat de constructie licht en luchtig wordt gehouden. Het is belangrijk dat de ontwerpdetails van de luifel, zoals voorzien in de aanvraag, gerespecteerd worden bij de uitvoering ervan. Bijzondere aandacht hierbij gaat naar het realiseren van de voorziene, fijne dakrand, ondanks het noodzakelijke dakpakket ten gevolge van het groendak onder helling en naar de positie van de kolommen, die niet langs de rand maar wel op de laagste punten van de dakconstructie geplaatst worden. De regenwaterafvoer dient geïntegreerd te worden in de kolommen en niet er tegen.
De opbouw van het ontwerp plaatst de trappen dieper dan de huidige trappen naar de perrons. Het is onduidelijk of ook de wachthuisjes op -1 worden vernieuwd of verplaatst. Een suggestie is om de treinen na de nieuwe brug pas tot stilstand te brengen. Dit verhoogt enerzijds het gebruiksgemak van treinreizigers, en vermijdt anderzijds dat reizigers onder de brug moeten wachten.
Het is haast onvermijdelijk dat de ruimte onder de brug gereduceerd wordt tot een donkere nis. Hierdoor zou het introduceren van daglicht een absolute meerwaarde kunnen betekenen. Kunstlicht is mogelijk, indien de verlichting adequaat en in een weloverwogen lichtplan zit vervat.
Gelet op bovenstaande opmerkingen geeft stadsbouwmeester een voorwaardelijk gunstig advies.
Dit standpunt kan vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden bijgetreden. De luifel dient uitgevoerd te worden zoals voorzien in de aanvraag waarbij specifieke, technische aandacht gaat naar het voorzien van een fijne dakrand, de integratie van de regenwaterafvoer in de constructie en een voldoende en kwalitatieve verlichting.
Infrabel adviseert om ter hoogte van de bovenleidingen een geperforeerde staalplaat op de betonnen borstwering te plaatsen zodat voldoende opstand wordt voorzien. Echter integreerde het ontwerp deze veiligheidsmaatregel reeds in de voorgestelde borstwering en is er voldoende opstand voorzien. Tevens zou een geperforeerde staalplaat op borstwering uit zichtbeton, de opzet en welstand van het ontwerp schaden waardoor het advies van Infrabel niet wordt bijgetreden vanuit ruimtelijk oogpunt. De geperforeerde staalplaat op de borstwering ter hoogte van de bovenleidingen van de spoorweg wordt uitgesloten in deze vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het voorstel werd besproken met de stedelijke dienst mobiliteit/ Infrastructuur en projectregie.
Zij gaan akkoord met voorliggende aanvraag en geven in voorwaarden enkele aanpassingen en aandachtspunten mee zodat in de toekomst geen onduidelijkheden ontstaan.
• De samenwerkings- en beheersovereenkomst met de stad waarvan sprake in de beschrijvende nota dient in orde te zijn voor het traject richting uitvoering kan starten.
• Gezien het vervolgtraject voor de heraanleg van Silvertopbrug met een nog onbekende vertraging zal volgen, moet de tijdelijke oplossing voor de bushalte dezelfde faciliteiten bieden als deze van vandaag (overdekt, met infopaneel, bank, vuilbak en indien mogelijk verhoogd perron).
• De verdere inrichting met voorzieningen (vb. deelmodi, drankautomaat, lockerkast, bluebikes, fietsherstelzuil, afgesloten/beter bewaakte deel vd fietsenstalling, …) dient steeds in overleg met de stadsdiensten en de vervoerregio te gebeuren.
• De aanvraag voorziet in de bouw van het station en de bouw van een tijdelijke passerelle. Er wordt niet gezegd wanneer deze zal worden verwijderd. Wij vragen dat deze binnen de maand na de oplevering van het station zal worden afgebroken. Aansluitend moet de staat van het terrein ter hoogte van de tijdelijke passerelle worden hersteld in de oorspronkelijke staat.
• De aanvrager dient de bestaande verlichting zo lang mogelijk in stand te houden. Van zodra deze noodgedwongen moet worden verwijderd moet de aanvrager ervoor zorgen dat het openbaar domein volgens de geldende normen verlicht blijft, indien nodig door het aanbrengen van tijdelijke verlichting, tot de indienstname van de nieuwe verlichting.
Bovenstaande voorwaarden worden vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. Het is begrijpelijk dat het perron toegankelijk gehouden wordt tijdens de uitvoer van de werken. In voorwaarden wordt daarom opgenomen om de passerelle tijdelijk te vergunnen en dit tot een maand na de oplevering van het station. Ook dienen toekomstige voorzieningen met de stadsdiensten te gebeuren zodat deze op een doordachte plek worden geplaatst en de circulatie van gebruikers niet hindert.
De heraanleg van de Kolonel Silvertopstraat is onzeker en in het licht van deze heraanleg dient het ontwerp de bestaande faciliteiten te blijven aanbieden. Ook dient er voldoende aandacht uit te gaan om de nieuwe fietsenstalling flexibel in te richten zodat er bij een toekomstige aanleg vlot aangesloten kan worden op een heraangelegd fietspad en kruispunt zonder het fietsverkeer hier in te hinderen.
Voorgesteld wordt om enkele bomen te vellen omwille van het inrichten van de werfzone en de veiligheid van de luifelconstructie. Deze vraag werd toegelicht aan de stedelijke groen- en beheersdienst. Zij formuleren dat in de voorgestelde zone het vellen van de verschillende bomen onnodig lijkt. Er is in de voorgestelde ontbossing geen onderscheid gemaakt tussen duurzame en verzwakte bomen en het onderzoek naar het bomenlandschap werd onvoldoende in kaart gebracht. Het behoud van de bomen primeert. Het vellen van bomen voor het creëren van een doorzicht, werfzone of veiligheid is geen gegronde reden om een totaalontbossing voor te stellen.
Rooien van bomen is mogelijk indien dit beter wordt gedocumenteerd en onderbouwd. Het verwijderen van verzwakte bomen of struiken kan wel.
Ook geven zij advies uit voor het onderhoud van het groendak en berm. Voldoende onderhoud is nodig en de concrete voorwaarden hierbij zijn in voorwaarden opgenomen in dit advies.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. onderzoek naar de toestand van bomen zodat er zicht is op de te behouden bomen;
3. het rooien van bomen beperken tot het strikt noodzakelijk;
4. tweejaarlijks onderhoud garanderen, de volgende werkzaamheden zijn noodzakelijk:
- verwijderen van ongewenste onkruiden en zaailingen van bomen (2 keer per jaar);
- bemesten met de speciaal samengestelde meststof (1 keer per jaar, ca 25-30 gram/m2);
- verwijderen van onkruiden uit de grindranden;
- schoonmaken van de hemelwaterafvoer;
- om een duurzaam groendak te creëren zal er een 2 jaarlijks onderhoud nodig zijn door NMBS;
5. de samenwerkings- en beheersovereenkomst met de stad waarvan sprake in de beschrijvende nota dient in orde te zijn voor het traject richting uitvoering kan starten;
6. gezien het vervolgtraject voor de heraanleg van Silvertopbrug met een nog onbekende vertraging zal volgen, moet de tijdelijke oplossing voor de bushalte dezelfde faciliteiten bieden als deze van vandaag (overdekt, met infopaneel, bank, vuilbak en indien mogelijk verhoogd perron);
7. de verdere inrichting met voorzieningen (vb. deelmodi, drankautomaat, lockerkast, bluebikes, fietsherstelzuil, afgesloten/beter bewaakte deel vd fietsenstalling, …) dient steeds in overleg met de stadsdiensten te gebeuren;
8. de aanvrager dient de bestaande verlichting zo lang mogelijk in stand te houden. Van zodra deze noodgedwongen moet worden verwijderd moet de aanvrager ervoor zorgen dat het openbaar domein volgens de geldende normen verlicht blijft, indien nodig door het aanbrengen van tijdelijke verlichting, tot de in dienst name van de nieuwe verlichting;
Uitsluitingen
9. mogelijke regenwaterafvoer tegen de voorziene kolommen.
10. de geperforeerde platen bovenop de betonnen borstwering ter hoogte van de bovenleidingen van de spoorweg.
Geldigheidsduur
11. de tijdelijke passerelle mag niet langer dan 1 maand na de oplevering van de overige werken, voorzien in deze aanvraag, in stand blijven. Het terrein ter hoogte van de passerelle dient hersteld te worden in de oorspronkelijke staat.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 19 juni 2020 |
Start 1e openbaar onderzoek | 22 mei 2020 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 20 juni 2020 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 23 juni 2020 |
Start laatste openbaar onderzoek | 6 juli 2020 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 4 augustus 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 7 juni 2020 |
Wijzigingslus
De aanvrager heeft een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke aanvraag te wijzigen.
Dit verzoek werd aanvaard, waardoor de wijzigingen mee beoordeeld worden. De wijzingen zijn zodanig dat er een nieuw openbaar onderzoek werd gehouden en eventuele adviezen opnieuw werden gevraagd.
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
22 mei 2020 | 20 juni 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
6 juli 2020 | 4 augustus 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. onderzoek naar de toestand van bomen zodat er zicht is op de te behouden bomen;
3. het rooien van bomen beperken tot het strikt noodzakelijk;
4. tweejaarlijks onderhoud garanderen, de volgende werkzaamheden zijn noodzakelijk:
- verwijderen van ongewenste onkruiden en zaailingen van bomen (2 keer per jaar);
- bemesten met de speciaal samengestelde meststof (1 keer per jaar, ca 25-30 gram/m2);
- verwijderen van onkruiden uit de grindranden;
- schoonmaken van de hemelwaterafvoer;
- om een duurzaam groendak te creëren zal er een 2 jaarlijks onderhoud nodig zijn door NMBS;
5. de samenwerkings- en beheersovereenkomst met de stad waarvan sprake in de beschrijvende nota dient in orde te zijn voor het traject richting uitvoering kan starten;
6. gezien het vervolgtraject voor de heraanleg van Silvertopbrug met een nog onbekende vertraging zal volgen, moet de tijdelijke oplossing voor de bushalte dezelfde faciliteiten bieden als deze van vandaag (overdekt, met infopaneel, bank, vuilbak en indien mogelijk verhoogd perron);
7. de verdere inrichting met voorzieningen (vb. deelmodi, drankautomaat, lockerkast, bluebikes, fietsherstelzuil, afgesloten/beter bewaakte deel vd fietsenstalling, …) dient steeds in overleg met de stadsdiensten te gebeuren;
8. de aanvrager dient de bestaande verlichting zo lang mogelijk in stand te houden. Van zodra deze noodgedwongen moet worden verwijderd moet de aanvrager ervoor zorgen dat het openbaar domein volgens de geldende normen verlicht blijft, indien nodig door het aanbrengen van tijdelijke verlichting, tot de in dienst name van de nieuwe verlichting;
Uitsluitingen
9. mogelijke regenwaterafvoer tegen de voorziene kolommen.
10. de geperforeerde platen bovenop de betonnen borstwering ter hoogte van de bovenleidingen van de spoorweg.
Geldigheidsduur
11. de tijdelijke passerelle mag niet langer dan 1 maand na de oplevering van de overige werken, voorzien in deze aanvraag, in stand blijven. Het terrein ter hoogte van de passerelle dient hersteld te worden in de oorspronkelijke staat.
Het college geeft opdracht aan :
Dienst | Taak |
SW/V/SV | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |