Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020083071 |
Gegevens van de aanvrager: | Bryan en Karen D'Haese - Beullens met als adres Haantjeslei 62 bus 102 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Verdussenstraat 57 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 10 sectie K nr. 1538Z3 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen van de aanbouw en uitbreiden van de eengezinswoning op het gelijkvloers en de eerste verdieping |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 22/09/1972: toelating (18#54996) voor een verbouwing.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- eengezinswoning;
- 3 bouwlagen met zadeldak;
- gelijkvloers heeft een bouwdiepte van 16,16 m;
- voorgevel is afgewerkt met witte gevelbepleistering, meerlaagse bitumineuze dakdichting, dakvlakvenster, dakrand in witte PVC, dorpels en plint in blauwe steen en wit buitenschrijnwerk in PVC.
Huidige toestand
- eengezinswoning;
- 3 bouwlagen met zadeldak;
- gelijkvloers heeft een bouwdiepte van 16 m;
- voorgevel is afgewerkt met witte gevelbepleistering, meerlaagse bitumineuze dakdichting, dakvlakvenster, dakrand in zwarte PVC, dorpels en plint in blauwe steen en wit buitenschrijnwerk in PVC.
Gewenste toestand
- eengezinswoning;
- 3 bouwlagen met zadeldak;
- gelijkvloers heeft een bouwdiepte van 15 m;
- voorgevel is afgewerkt met witte gevelbepleistering, meerlaagse bitumineuze dakdichting, dakvlakvenster, dakrand in zwarte PVC, dorpels en plint in blauwe steen en wit buitenschrijnwerk in PVC of hout.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande aanbouw op het gelijkvloers en de eerste verdieping;
- bouwen van een nieuwe aanbouw op het gelijkvloers en de eerste verdieping;
- ophogen van de scheidingsmuren;
- herinrichten van de eengezinswoning.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande functie als eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gewaarborgd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aangevraagde werken bevinden zich grotendeels binnen het bestaande en vergunde volume. De bestaande achterbouw wordt gesloopt en herbouwt. Hier wordt ter hoogte van de achterbouw op het gelijkvloers een beperkte volumevermindering aangevraagd. De beperkte uitbouw die fungeert als wasruimte op het gelijkvloers wordt hierbij in lijn gebracht met de bouwdiepte van de rest van de uitbouw. De maximale bouwdiepte vermindert hierdoor van 16,16m tot 15m.
De bouwhoogte van de uitbouw wordt beperkt uitgebreid van 6,17m tot 6,37m met het oog op het voorzien van voldoende vrije hoogte en de mogelijkheid tot het voorzien van voldoende dakisolatie.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. De geplande werken aan de achtergevel zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De aanpassingen aan de voorgevel beperken zich tot het regulariseren van het bestaande witgelakte houten schrijnwerk op het gelijkvloers en de eerste verdieping.
Er wordt geoordeeld dat de materialisatie een verbetering vormt ten opzichte van het vergunde PVC schrijnwerk. Het is echter geen kenmerkend beeld bij historische eengezinswoningen om verschillende soorten schrijnwerk in de gevel te voorzien. Er wordt, op basis van de artikel 6 van de bouwcode, als voorwaarde bij de vergunning opgenomen dat het schrijnwerk op de tweede verdieping dient, wanneer het in de toekomst vernieuwd zou worden, vervangen te worden door wit gelakt houten schrijnwerk dat qua profilering aansluit bij het schrijnwerk dat voorzien is in de rest van de voorgevel.
De aanpassingen aan de achtergevel volgen uit de functionele herinrichting van het pand. Het beoogde materiaalgebruik (witte bepleistering, zwart aluminium schrijnwerk, blauwe steen) voor de achtergevel is hedendaags en stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag is strijdig met artikel 24 van de bouwcode. In de slaapkamer aan de achtergevel onder het hellend dak is een raamopening voorzien die kleiner is dan 1m². Op basis van artikel 24 van de bouwcode dienen verblijfsruimtes, met het oog op voldoende licht- en luchttoetreding te voorzien in raamopeningen die minstens 10% van de vloeroppervlakte bedraagt. In voorwaarde bij de vergunning wordt opgenomen dat het dakraam voorzien moet worden conform artikel 24 van de bouwcode.
Daarnaast zijn er ook strijdigheden met artikel 40 en 43 van de bouwcode. Zo wordt er geen gescheiden rioolstelsel aangeboden aan de straat en wordt er geen septische put voorzien. Het voorzien van een rioolstelsel conform artikel 40 van de bouwcode en het voorzien van een septische put worden als voorwaarde opgenomen bij de vergunning.
Tot slot wordt bij de scheidingsmuren ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak geen opstand van minstens 30cm voorzien conform artikel 34 van de bouwcode. Ook de conformiteit van de dakopstanden wordt als voorwaarde bij de vergunning opgenomen.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het schrijnwerk op de tweede verdieping, in de voorgevel, dient vervangen te worden door wit gelakt houten schrijnwerk dat qua profilering aansluit bij het schrijnwerk dat voorzien is in de rest van de voorgevel;
2. het dakraam in ‘slaapkamer 4’ moet voorzien worden conform artikel 24 van de bouwcode;
3. het voorzien van een gescheiden rioolstelsel conform artikel 40 van de bouwcode;
4. het voorzien van een septische put conform artikel 43 van de bouwcode;
5. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:
- een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 24 juni 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 15 juli 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 13 september 2020 |
Verslag GOA | 25 augustus 2020 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het schrijnwerk op de tweede verdieping, in de voorgevel, dient, wanneer het in de toekomst vernieuwd zou worden, vervangen te worden door wit gelakt houten schrijnwerk dat qua profilering aansluit bij het schrijnwerk dat voorzien is in de rest van de voorgevel;
2. het dakraam in ‘slaapkamer 4’ moet voorzien worden conform artikel 24 van de bouwcode;
3. het voorzien van een gescheiden rioolstelsel conform artikel 40 van de bouwcode;
4. het voorzien van een septische put conform artikel 43 van de bouwcode;
5. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:
- een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.