Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een wijzigingsverzoek bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie aanvaardde het wijzigingsverzoek en vraagt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om hierover:
- advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2019159548 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
NV Belgische Scheepvaartmaatschappij-Compagnie Maritime Belge met als adres De Gerlachekaai 20 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Kattendijkdok-Oostkaai 42 te 2000 Antwerpen en Mexicostraat 11 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 7 sectie G nr. 1457/5 F |
Inrichtingsnummer: |
20191022-0034 (CMB) |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: |
het bouwen en exploiteren van een waterstofverdeelstation |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Zie collegepunt van 13 maart 2020 met referentie 2020_CBS_02093 dat werd opgenomen in bijlage.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 13 maart 2020 gaf het college reeds een advies (collegepunt 2020_CBS_02093) over dit dossier, waarvoor op 15 januari 2020 door de deputatie een vergunningsprocedure werd opgestart (kenmerk OMV_2019159548). Op 4 mei 2020 besliste de deputatie een administratieve lus toe te passen om de exploitant in de mogelijkheid te stellen bijkomende elementen aan te brengen. Een wijzigingsverzoek werd op 20 mei 2020 ingediend en aanvaard.
Inhoud van de aanvraag
Zie collegepunt van 13 maart 2020 met referentie 2020_CBS_02093 dat werd opgenomen in bijlage.
Aangevraagde rubrieken
Zie collegepunt van 13 maart 2020 met referentie 2020_CBS_02093 dat werd opgenomen in bijlage.
Adviezen
Er werden geen nieuwe adviezen gevraagd naar aanleiding van het wijzigingsverzoek.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Zie collegepunt van 13 maart 2020 met referentie 2020_CBS_02093 dat werd opgenomen als bijlage.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Het ingediende wijzigingsverzoek en de hierin verstrekte bijkomende informatie, wijzigt het eerder gegeven voorwaardelijk gunstig advies van het college met betrekking tot de stedenbouwkundige handelingen niet.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
In het voorwaardelijk gunstig advies van het college van 13 maart 2020 over dit project, werd met betrekking tot de ingedeelde inrichtingen of activiteiten bemerkingen gemaakt over de geplande opslag door een naburig bedrijf van propaan, de bevoorrading met waterstof van de ‘Hydroville’ aan de oostkaai van het Kattendijkdok en de ontsluiting van het terrein. Onder andere hierover wordt in het wijzigingsverzoek bijkomende informatie aangeleverd.
Veiligheidsstudie
In de initiële veiligheidsstudie werd geconcludeerd dat binnen de maximale effectenafstand (circa 100 meter) er geen gebieden met kwetsbare locaties, natuurgebieden, door het publiek bezochte gebouwen en gebieden, recreatiegebieden of hoofdtransportwegen voor personenvervoer aanwezig waren. Externe gevarenbronnen werden evenmin geïdentificeerd in de studie.
Na de opmaak van de studie werd op 22 januari 2020, door de gebruiker van het magazijn grenzend aan het projectgebied een uitbreiding gevraagd van haar omgevingsvergunning (Govaerts Elektro 2000 – OMV_2020002457). Dit project betreft de plaatsing van twee bovengrondse opslagtanks voor propaan van 2.750 liter en 1.600 liter. Door de erkende veiligheidsdeskundige werd een addendum aan de veiligheidsstudie opgemaakt, waarin een eventuele impact van de gastanks op de externe mens-risico’s werd onderzocht. In het bijzonder werden de domino-effecten herbekeken. De veiligheidsdeskundige besluit dat domino-effecten tussen de propaantanks en het waterstofverdeelstation niet volledige uitgesloten worden. Als gevolg van de aanwezigheid van de propaantanks neemt het extern mensrisico van het waterstofverdeelstation toe.
Het plaatsgebonden risico van de inrichting beantwoordt aan de code van goede praktijk voor risicocriteria voor externe mensrisico’s, met uitzondering van de 10-5-contour. Deze iso-contour geeft een overschrijding richting het magazijn van Govaerts. Er wordt aangeraden om met Govaerts een veiligheidsinformatieplan af te sluiten. Het groepsrisico stijgt licht, maar blijft laag en voldoet aan code van goede praktijk voor risicocriteria voor externe mensrisico’s.
Ontsluiting
Met de ingediende gewijzigde plannen werd al rekening gehouden in het advies van het college van 13 maart 2020.
Tankplaats voor schepen
De aanvrager verduidelijkt dat de aanlegplaats voor het schip de Hydroville voor de bevoorrading met waterstof via een vaste installatie, later voorwerp kan uitmaken van een aparte aanvraag. Deze zit niet mee vervat in de lopende projectaanvraag.
Conclusie
Op basis van de informatie opgenomen in het originele dossier, aangevuld met deze in het wijzigingsverzoek, wordt gunstig advies gegeven.
Advies van het college
Het voorwaardelijk gunstig advies van het college van 13 maart 2020 wordt bevestigd, met uitzondering van de bijzondere milieuvoorwaarde met betrekking tot de veiligheidsstudie. Deze komt te vervallen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
20 mei 2020 |
Start openbaar onderzoek |
24 januari 2020 |
Einde openbaar onderzoek |
22 februari 2020 |
Beslissing toepassing administratieve lus |
4 mei 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Advies college |
13 maart 2020 |
Ontvangst adviesvraag wijzigingsverzoek |
20 mei 2020 |
Uiterste adviesdatum |
19 juni 2020 |
Administratieve lus
Provincie Antwerpen heeft op 4 mei 2020 een administratieve lus toegepast, waardoor het college van Antwerpen opnieuw om advies werd gevraagd.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Een nieuw openbaar onderzoek naar aanleiding van het wijzigingsverzoek was niet vereist.
Het college beslist het voorwaardelijk gunstig advies van het college van 13 maart 2020 te bevestigen, met uitzondering van de bijzondere voorwaarde met betrekking tot de veiligheidsstudie. Deze komt te vervallen.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
Stadsontwikkeling/vergunningen | het advies college te bezorgen aan de instantie die dit gevraagd heeft. |