Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2020026275 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
NV ECO WORLDWIDE SOLUTIONS met als adres Goteborgweg 2 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Noorderlaan 528 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 18 sectie E nr. 211A3 |
Inrichtingsnummer: |
20191020-0010 (EWS NV) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: |
de op- en overslag van fumigatiestoffen |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis:
- Op 28 juli 1978 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (18/59380-13224/B/) voor het bouwen van een opslagplaats en kantoren.
- Op 24 december 2010 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20106406) voor de plaatsing van 2x20ft DV containers voor de opslag van gassen.
Voorgeschiedenis milieu:
Op 17 september 2010 werd door het college akte genomen voor de opslag van gifgassen.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat de uitbreiding met de opslag van afvalstoffen en gassen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
2.1.2.c) |
opslag en overslag van afvalstoffen die niet aan verwerking verbonden zijn, met een opslagcapaciteit van (overslag van afvalstoffen is het bijeenvoegen van gelijksoortige afvalstoffen in grotere recipiënten of transportmiddelen met het oog op een rendabeler transport ervan): maximaal 1 ton afvalstoffen, vermeld in f); |
1 ton |
2.2.5.f)1° |
opslag en nuttige toepassing - opslag en fysisch-chemische behandeling, al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van andere gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit tot en met 1 ton; |
1 ton |
17.1.2.1.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter. |
+4.000 liter |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. |
Bij te stellen voorwaarde: Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit of in dit besluit is de installatie en het gebruik van een geijkte weegbrug met automatische registratie verplicht. De installatie en het gebruik van een geijkte weegbrug is in ieder geval verplicht voor inrichtingen waar bedrijfs- of huishoudelijke afvalstoffen afkomstig van derden worden verwijderd. De ijking gebeurt overeenkomstig de ijkwet. De toegang van de aanvoerende vrachtwagens is slechts toegelaten over de in werking zijnde weegbrug.
Voorgesteld alternatief/aanvulling: Enkel in geval exploitant afvalstoffen van derden zou aanvoeren moet de hoeveelheid afval met behulp van een geijkt weeginstrument geregistreerd worden. |
2. |
Bij te stellen voorwaarde: Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit mag de normale afvalstoffenaanvoer en -afvoer niet vóór 7 uur en na 19 uur plaatsvinden.
Voorgesteld alternatief/aanvulling: In afwijking van de bepalingen van artikel 5.2.1.2§3 mag het bedrijf 7 dagen op 7, 24 uur per dag afvalstoffen aanvoeren. |
3. |
Bij te stellen voorwaarde: Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit en, behalve in het geval dat in de inrichting uitsluitend afvalstoffen afkomstig van de eigen bedrijfsactiviteiten worden verwerkt, wordt bij de ingang van de inrichting een uithangbord van minstens 1 m² grootte aangebracht waarop duidelijk leesbaar volgende vermeldingen voorkomen: 1° de aard van de inrichting; 2° de naam, het adres en het telefoonnummer van de exploitant; 3° de vervaldatum van de vergunning: "vergund tot ..."; 4° de normale openingsuren; 5° het adres en het telefoonnummer van de toezichthoudende overheid; 6° bij brand of onheil: telefoonnummer brandweer;
Voorgesteld alternatief/aanvulling: In afwijking van de bepalingen van artikel 5.2.1.5§1 moet het bedrijf niet voorzien in een uithangbord van 1 m² groot. Een bord met vermelding van de coördinaten van de verantwoordelijk is voldoende. |
4. |
Bij te stellen voorwaarde: Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit wordt langsheen de randen van de inrichting een groenscherm van minstens 5 meter breedte aangelegd. Het groenscherm bestaat uit streekeigen laag- en hoogstammige dichtgroeiende gewassen. De exploitant neemt de nodige maatregelen om zo snel mogelijk een efficiënt groenscherm te bekomen. Voor nieuwe inrichtingen wordt het groenscherm aangeplant zodra de bouwwerken dat toelaten en het plantseizoen is aangebroken. Indien geen bouwwerken worden uitgevoerd , wordt het groenscherm aangeplant in het eerste plantseizoen dat bij de aanvang van de uitbating aansluit.
Voorgesteld alternatief/aanvulling: In afwijking van artikel 5.2.1.5§5 moet het bedrijf niet voorzien in een groenscherm van 5 meter breedte. |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
16 maart 2020 |
12 mei 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu |
17 maart 2020 |
22 april 2020 |
Gunstig |
OVAM - Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij |
16 maart 2020 |
4 mei 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond het project is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier geldt voornamelijk het bestemmingsvoorschrift Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. De Noorderlaan, op circa 480 meter ten westen van het project, heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Ten oosten van het project, op circa 260 meter ten zuidoosten van het project en ten oosten van de Noorderlaan lopen overdrukken met als aanduiding Leidingstraat. De spoorwegen ten oosten van het project hebben als bestemming Gebied voor spoorinfrastructuur. Op circa 200 meter ten zuidoosten van het project gelden voor het Verlengde Schijns en de bufferzones ten noordwesten van het natuurreservaat De Kuifeend de bestemmingsvoorschriften Zone voor permanente ecologische infrastructuur en Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’.
Buiten de afbakening zeehavengebied geldt voor het natuurreservaat De Kuifeend het bestemmingsvoorschrift Natuurgebied met overdruk grote eenheid natuur (GEN).
Binnen een straal van 500 meter is tevens het GRUP Liefkenshoek spoortunnel (Besluit van de Vlaamse regering van 9 mei 2008) van toepassing. Volgens dit GRUP gelden voor de spoorwegen op circa 270 meter ten noordwesten van het project het bestemmingsvoorschrift Gebied voor spoorinfrastructuur.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag. De van stedenbouwkundige vergunningsplicht vrijgestelde werken hebben een nieuwe overdekte oppervlakte van minder dan 40 m².
Toegankelijkheid: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Het voorwerp van de aanvraag betreft de opslag van gassen en afvalstoffen De gassen worden opgeslagen in verplaatsbare houders in open lucht en de opslag van de afvalstoffen wordt voorzien in verplaatsbare containers. De inrichting is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. Het project lijkt enkel van vergunningsplicht vrijgestelde stedenbouwkundige handelingen te omvatten. Volgens artikels 4.1 en 4.4 van het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, is de plaatsing van constructies binnen het gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven met een grondoppervlakte kleiner dan 200 m² en hoogte lager dan 20 meter, binnen bepaalde randvoorwaarden vrijgesteld van stedenbouwkundige vergunningsplicht. Aan deze randvoorwaarden, zoals opgesomd in artikels 4.1 en 4.4 van het Besluit, lijkt voldaan.
De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
EWS NV is een bedrijf gespecialiseerd in begassing of fumigatie. Bij fumigatie wordt er gebruik gemaakt van een bestrijdingsmiddel voor de curatieve behandeling van goederen of ruimten tegen ongedierte. De te behandelen goederen bestaan hoofdzakelijk uit grondstoffen voor menselijke of dierlijke consumptie. Het bedrijf voert fumigaties uit in containers, silo’s, magazijnen, schepen of bedrijfsgebouwen. Een fumigatie gebeurt steeds op locatie onder coördinatie van een begassingsleider.
De fumigatie op locatie is niet ingedeeld en vormt geen voorwerp van deze aanvraag. Bij het fumigeren worden de havenonderrichtingen van de Havenkapiteinsdienst gevolgd.
De site die het voorwerp is van deze omgevingsvergunningsaanvraag wordt enkel gebruikt voor de opslag van de fumigatiestoffen, voor de tijdelijke opslag van afvalstoffen en voor de neutralisatie bij opslag van de niet volledig uitgewerkte begassingsmiddelen.
Wanneer een fumigatie is gebeurd bij een klant worden de afvalstoffen teruggebracht naar de site. Het betreft lege gasflessen, aluminium/magnesiumhydroxide of beperkt reactieve magnesium- of aluminiumfosfide in kunststof vaten. De reactieve metaalfosfiden worden opgeslagen in de neutralisatiecontainer en de inerte metaalhydroxiden in kunststof vaten. De lege gasflessen worden geplaatst in het daartoe voorziene compartiment in de gasopslagplaats.
Bepaalde begassingseenheden van aluminium- of magnesiumfosfide reageren niet volledig uit. De eenheden zijn met andere woorden nog beperkt reactief (maximaal 3% onuitgewerkte metaalfosfide) en moeten, alvorens ze voor definitieve vernietiging in aanmerking komen, verder uitwerken. De nog reactieve reststoffen worden geneutraliseerd in de neutralisatiecontainer. De nog reactieve restanten zullen bij contact met vocht verder reageren. Hoe hoger de luchtvochtigheidsgraad, hoe sneller de stof uitreageert. De emissies worden volgens de exploitant nauwgezet opgevolgd en na de volledige neutralisatie worden de reststoffen opgeslagen in vaten. De afvalstof is dan inert.
De afvalstoffen worden regelmatig opgehaald door een erkende overbrenger en naar een erkende verwerker gebracht.
Om deze ingedeelde inrichting of activiteit te kunnen uitvoeren worden twee nieuwe rubrieken aangevraagd, meer bepaald de opslag van reststoffen van fumigatieactiviteiten onder rubriek 2.1.2.c en de opslag en fysisch-chemische reactie van metaalfosfides met atmosferisch water onder rubriek 2.2.5.f)1. Telkens met een gevraagde opslagcapaciteit van 1 ton.
Ten slotte wordt de gasopslag uitgebreid met 1.000 liter sulfurylfluoride tot een totaal van 5.000 liter onder rubriek 17.1.2.1.2.
De exploitant heeft telefonisch bevestigd dat enkel het gas sulfurylfluoride opgeslagen zal worden.
De exploitant geeft in het dossier aan dat enkel de exploitant of zijn afgevaardigde toegang heeft tot de site of de containers. De site is met andere woorden ontoegankelijk voor onbevoegden en is omheind door een voldoende hoge afsluiting.
Er zal een werkplan moeten worden opgesteld conform artikel 5.2.1.3 van VLAREM II. Dit werkplan zal ter goedkeuring moeten voorgelegd worden aan de toezichthoudende overheid. Nieuwe inrichtingen of installaties mogen niet in gebruik worden genomen vooraleer de toezichthoudende overheid deze heeft geïnspecteerd en zich ervan heeft vergewist dat aan de opgelegde milieuvoorwaarden wordt voldaan. De exploitant heeft telefonisch bevestigd dat de recipiënten en de container waarin de afvalstoffen zullen worden opgeslagen voorzien zullen worden van een duidelijk leesbare vermelding van de aard van de afvalstof en de bijbehorende gevarenpictogrammen.
De neutralisatiecontainer bestaat uit 2 compartimenten. Het compartiment voor de opslag is voorzien van een deur uitgerust met een ventilatierooster. In het tweede compartiment bevindt zich een actief-koolfilter (AK-filter, 2 stuks in serie). Een ventilator zorgt voor een continue luchtstroom in het opslagcompartiment. De uitlaat van de AK-filter is aangesloten op een schouw op het dak van de container. De ventilator zal voortdurend actief zijn.
Het debiet van de luchtstroom kan gemiddeld 1.300 m³/uur bedragen. De massastroom aan fosfine zal te allen tijde lager zijn dan 1 gram/uur waardoor er geen emissiegrenswaarden van toepassing zijn. Toch stelt de exploitant dat de geleide emissie ten allen tijde zal kunnen voldoen aan de emissiegrenswaarde voor vrachten van 10 g/uur fosforwaterstof, zijnde 1 mg/Nm³ (bijlage 4.4.2 titel II van het VLAREM). De concentratie aan de schouw zal door het gebruik van de AK-filter gereduceerd worden tot de helft van de maximaal aanvaarde concentratie (MAC) van de stof, zijnde 0,7 mg/Nm³.
Het gebruik van de AK-filter garandeert volgens de exploitant een zo goed als volledige reductie van de fosfine-emissie. De levensduur van de actieve kool wordt berekend aan de hand van de te verwachten fosfine-emissies. Frequente metingen aan de schouw garanderen een tijdige vervanging van de AK-filter en reduceren aldus het risico op verzadiging met doorslag van de filter. Een redundant AK-filter zal steeds beschikbaar zijn.
Als bijzondere milieuvoorwaarde wordt opgelegd dat de exploitant een register dient bij te houden van alle emissiemetingen aan de schouw met vermelding van de datum. Dit register dient ter inzage te liggen van de toezichthoudende overheid.
De diffuse emissies zijn afkomstig van het vroegtijdig openen van de container. Voorafgaand aan het openen van de container zal de fosfineconcentratie gemeten worden. De container wordt pas geopend wanneer de fosfineconcentratie voldoende laag is en geen gevaar meer vormt voor de personen die zich in de onmiddellijk omgeving van de container bevinden. Het betreft concentraties van minder dan 0,14 mg/m³.Doordat de container zich in open lucht bevindt, zal de lucht verder diffunderen.
Het bedrijf is gelegen in het Antwerpse Havengebied op een voldoende ontsloten locatie. Per dag zullen er niet meer dan vijf dubbele bewegingen geteld kunnen worden. Het betreft de aanlevering van fumigatieproducten en het ophalen van het afval met een lichte vrachtwagen, twee tot drie fumigatieteams die de site aandoen ten behoeve van een interventie en werknemers die de emissies van de neutralisatiecontainer opvolgen op de site. Alle voertuigbewegingen zijn bovendien gespreid over de dag.
Er wordt verwacht dat het effect op de mobiliteit beperkt zal zijn.
Het dossier bevat tevens de vraag tot vier bijstellingen van sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM:
- artikel 5.2.1.2 §2 dat stelt dat een weegbrug verplicht is. De exploitant zal gebruik maken van een weegschaal met nauwkeurigheid tot 0,01 kg aangezien de kleine hoeveelheden waarmee de afvalstoffen binnenkomen niet nauwkeurig gemeten kunnen gemeten worden met een weegbrug;
- artikel 5.2.1.2 §3 dat stelt dat de afvalstoffenaanvoer moet gebeuren tussen 7 uur en 19 uur. De exploitant wenst 24 uur op 24 uur afvalstoffen te kunnen aanvoeren. Het betreft louter beperkte hoeveelheden afvalstoffen van de eigen fumigatiebehandelingen.
- artikel 5.2.1.5 §1 dat stelt dat er een uithangbord van minimum 1 m² moet worden geplaatst bij de ingang van de inrichting met daarop de aard van de inrichting, de contactgegevens van de exploitant, de vervaldatum van de vergunning, de normale openingsuren, de contactgegevens van de toezichthoudende overheid en het telefoonnummer van de brandweer. De exploitant zal een bord hangen met daarop de contactgegevens waarop de verantwoordelijke van de site of diens aangestelde 24 uur op 24 uur bereikbaar zijn;
- artikel 5.2.1.5 §5 dat stelt dat er een groenscherm rond de inrichting moet worden geplaatst. Dit biedt voor deze site geen meerwaarde aangezien de afvalstoffen in afgesloten recipiënten worden opgeslagen.
De gevraagde bijstellingen kunnen verleend worden.
In het advies van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) van 4 mei 2020 wordt gunstig geadviseerd voor de rubrieken 2.1.2.c en 2.2.5.f)1. Voor de gevraagde bijstellingen wordt tevens een gunstig advies gegeven.
Op 12 mei 2020 verleende de hulpverleningszone Brandweer Zone Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies (kenmerk BW/MD/2020/H.00409.A3.0001). De voorgestelde brandweervoorwaarden dienen strikt opgevolgd te worden.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van die aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. De vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag heeft geen betrekking op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Een MER, ontheffing of project-m.e.r.-screening is bijgevolg niet vereist.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aan het college wordt voorgesteld om voor de ingedeelde inrichting of activiteit de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
2.1.2.c) |
opslag en overslag van afvalstoffen die niet aan verwerking verbonden zijn, met een opslagcapaciteit van (overslag van afvalstoffen is het bijeenvoegen van gelijksoortige afvalstoffen in grotere recipiënten of transportmiddelen met het oog op een rendabeler transport ervan): maximaal 1 ton afvalstoffen, vermeld in f); |
1 ton |
2.2.5.f)1° |
opslag en nuttige toepassing - opslag en fysisch-chemische behandeling, al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van andere gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit tot en met 1 ton; |
1 ton |
17.1.2.1.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter. |
+4.000 liter |
Gecoördineerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
2.1.2.c) |
opslag en overslag van afvalstoffen die niet aan verwerking verbonden zijn, met een opslagcapaciteit van (overslag van afvalstoffen is het bijeenvoegen van gelijksoortige afvalstoffen in grotere recipiënten of transportmiddelen met het oog op een rendabeler transport ervan): maximaal 1 ton afvalstoffen, vermeld in f); |
1 ton |
2.2.5.f)1° |
opslag en nuttige toepassing - opslag en fysisch-chemische behandeling, al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van andere gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit tot en met 1 ton; |
1 ton |
5.3.1°b) |
opslagplaatsen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 17 en 48, voor pesticiden van meer dan 1 ton tot en met 2 ton; |
2 ton |
17.1.2.1.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; |
5.000 liter |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. |
5.000 kg |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
de exploitant houdt een register bij van alle emissiemetingen aan de schouw met vermelding van de datum. Dit register dient ter inzage te liggen van de toezichthoudende overheid; |
2. |
in afwijking van artikel 5.2.1.2 §2 moet geen weegbrug geplaatst worden. Als alternatief voorziet de exploitant in een weegschaal met nauwkeurigheid tot 0,01 kg; |
3. |
in afwijking van artikel 5.2.1.2 §3 mag de afvalstoffenaanvoer plaatsvinden voor 7 uur en na 19 uur; |
4. |
in afwijking van artikel 5.2.1.5 §1 moet de exploitant geen uithangbord voorzien zoals bepaald. Als alternatief voorziet de exploitant een bord met daarop de contactgegevens van de verantwoordelijke van de site of diens aangestelde die 24 uur op 24 uur bereikbaar zijn; |
5. |
in afwijking van artikel 5.2.1.5 §5 moet er geen groenscherm geplaatst worden. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
28 februari 2020 |
Volledig en ontvankelijk |
16 maart 2020 |
Start openbaar onderzoek |
27 april 2020 |
Einde openbaar onderzoek |
26 mei 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
28 augustus 2020 |
Verslag GOA |
4 juni 2020 |
naam GOA |
Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
27 april 2020 |
26 mei 2020 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
de exploitant houdt een register bij van alle emissiemetingen aan de schouw met vermelding van de datum. Dit register dient ter inzage te liggen van de toezichthoudende overheid; |
2. |
in afwijking van artikel 5.2.1.2 §2 moet geen weegbrug geplaatst worden. Als alternatief voorziet de exploitant in een weegschaal met nauwkeurigheid tot 0,01 kg; |
3. |
in afwijking van artikel 5.2.1.2 §3 mag de afvalstoffenaanvoer plaatsvinden voor 7 uur en na 19 uur; |
4. |
in afwijking van artikel 5.2.1.5 §1 moet de exploitant geen uithangbord voorzien zoals bepaald. Als alternatief voorziet de exploitant een bord met daarop de contactgegevens van de verantwoordelijke van de site of diens aangestelde die 24 uur op 24 uur bereikbaar zijn; |
5. |
in afwijking van artikel 5.2.1.5 §5 moet er geen groenscherm geplaatst worden. |
Brandweervoorwaarden
Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
2.1.2.c) |
opslag en overslag van afvalstoffen die niet aan verwerking verbonden zijn, met een opslagcapaciteit van (overslag van afvalstoffen is het bijeenvoegen van gelijksoortige afvalstoffen in grotere recipiënten of transportmiddelen met het oog op een rendabeler transport ervan): maximaal 1 ton afvalstoffen, vermeld in f); |
1 ton |
2.2.5.f)1° |
opslag en nuttige toepassing - opslag en fysisch-chemische behandeling, al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van andere gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit tot en met 1 ton; |
1 ton |
5.3.1°b) |
opslagplaatsen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 17 en 48, voor pesticiden van meer dan 1 ton tot en met 2 ton |
2 ton |
17.1.2.1.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; |
5.000 liter |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. |
5.000 kg |
De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
1. |
de exploitant houdt een register bij van alle emissiemetingen aan de schouw met vermelding van de datum. Dit register dient ter inzage te liggen van de toezichthoudende overheid; |
2. |
in afwijking van artikel 5.2.1.2 §2 moet geen weegbrug geplaatst worden. Als alternatief voorziet de exploitant in een weegschaal met nauwkeurigheid tot 0,01 kg; |
3. |
in afwijking van artikel 5.2.1.2 §3 mag de afvalstoffenaanvoer plaatsvinden voor 7 uur en na 19 uur; |
4. |
in afwijking van artikel 5.2.1.5 §1 moet de exploitant geen uithangbord voorzien zoals bepaald. Als alternatief voorziet de exploitant een bord met daarop de contactgegevens van de verantwoordelijke van de site of diens aangestelde die 24 uur op 24 uur bereikbaar zijn; |
5. |
in afwijking van artikel 5.2.1.5 §5 moet er geen groenscherm geplaatst worden. |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 12 juni 2020 voor een termijn van onbepaalde duur.