Terug
Gepubliceerd op 15/06/2020

2020_CBS_04956 - Omgevingsvergunning - OMV_2020028744. Muggenberglei 52. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 12/06/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_04956 - Omgevingsvergunning - OMV_2020028744. Muggenberglei 52. District Deurne - Goedkeuring 2020_CBS_04956 - Omgevingsvergunning - OMV_2020028744. Muggenberglei 52. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020028744

Gegevens van de aanvrager:

de heer Filip Claessens met als adres Priorijlaan 20 te 2900 Schoten en BVBA POSTBUS X met als adres Priorijlaan 20 te 2900 Schoten

Ligging van het project:

Muggenberglei 52 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 32sectie B nr. 1017C13

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          06/12/2019: opname in het vergunningenregister (2019110) van gebouw met 3 woonentiteiten;

-          30/06/1945: toelating (329#17847) voor het herstellen van geteisterde woning;

-          01/05/1929: toelating (329#4685) voor het bouwen van 5 burgerhuizen.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          functie: meergezinswoning met 3 woonentiteiten;

-          bouwvolume:

  • rijwoning met 3 bouwlagen onder een plat dak;
  • uitgesloten: de bijgebouwde volumes achteraan het gebouw;

-          gevelafwerking: geen gegevens beschikbaar.

 

Huidige toestand

 

-          vaststelling (ID: 305129) van Ensemble in beaux-artsstijl als bouwkundig erfgoed;

-          functie: conform opname in het vergunningenregister;

-          bouwvolume:

  • gelijkvloerse bouwdiepte: circa 15m met linkse uitbouw tot circa 19m;
  • 1ste verdieping: bouwdiepte circa 11,5m met linkse uitbouw tot circa 15m;
  • 2de verdieping: bouwdiepte circa 9m met linkse uitbouw tot circa 15m;

-          gevelafwerking:

  • beige natuursteen met blauwe hardsteen gevelplint;
  • aluminium geanodiseerd buitenschrijnwerk.

 

Gewenste toestand

 

-          functie: ongewijzigd;

-          bouwvolume:

  • gelijkvloers: perceelsbrede bouwdiepte van circa 15m;
  • 1ste verdieping rechts achter: dakterras op het platte dak van het gelijkvloers;
  • 2de verdieping rechts achter: dakterras op het platte dak van de 1ste verdieping;

-          gevelafwerking: achtergevel in wit pvc buitenschrijnwerk.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          het slopen van de gelijkvloerse achterbouw;

-          het doorvoeren van interne constructieve werken;

-          het inrichten van dakterrassen;

-          het wijzigen van het buitenschrijnwerk in de achtergevel.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

7 april 2020

17 april 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

7 april 2020

6 mei 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed:
    §3 zie advies Monumentenzorg;
  • artikel 13 Bovengrondse en ondergrondse uitsprongen:
    §3 het dakterras ter hoogte van de 1ste verdieping bevindt zich niet binnen een hoek van 45° ten opzichte van de rechts aanpalende bebouwing;
  • artikel 19 Tuinafsluitingen:
    §2 de tuinmuur langsheen de linker perceelgrens heeft gedeeltelijk een hoogte van meer dan 2,6 meter;
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    §1, 1° de slaapkamers op de 1ste en 2de verdieping worden verplaatst en hebben een lichtdoorlatende oppervlakte van minder dan 10% van de netto vloeroppervlakte;
  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
    §1 elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel;
  • artikel 43 Septische putten:
    §1 er wordt geen septische put voorzien.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De aanvraag omvat het slopen en opnieuw voorzien van de gelijkvloerse achterbouw. Op de verdiepingen worden dakterrassen voorzien.

 

Op datum van 06/12/2019 werd het pand opgenomen in het vergunningenregister als meergezinswoning met 3 woonentiteiten. De aanvrager voorziet in het pand drie woonentiteiten waardoor het aantal woongelegenheden niet wijzigt.

 

De aanvraag beoogt slechts verbouwingen aan een bestaande meergezinswoning met behoud van de bestemming in kwestie waardoor in betreffend woongebied de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

Op het gelijkvloers wordt de achtertuin groter gemaakt door de bouwdiepte terug te dringen en perceelsbreed uit te voeren op 15,48 m. Op de bovenliggende verdiepingen wordt enkel een terras toegevoegd aan het bouwvolume. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan vanuit het aspect schaal en ruimtegebruik worden ingestemd met het volume zoals voorgesteld.

 

De tuinmuur met de linkerperceelsgrens heeft over een gedeelte van de muur een hoogte van meer dan 3 m. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is een dergelijke hoogte niet wenselijk vanwege een beperking van de bezonning op de tuinen. In voorwaarden wordt bijgevolg opgelegd om de tuinmuur maximaal 2,60 m hoog te voorzien, zoals opgelegd in artikel 19 van de bouwcode.

 

Cultuurhistorische aspecten en visueel-vormelijke elementen

 

Het pand maakt deel uit van een geheel van geïventariseerde meergezinswoningen in beaux-artsstijl nrs 52-60. Advies werd gevraagd aan de dienst stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg. Het advies luidt als volgt:

 

“Het dossier bevat geen beschrijvende nota en geen informatie over de aanwezige erfgoedwaarden. Ook de plannen geven geen uitsluitsel of het bestaande aluminium schrijnwerk is. Indien dat niet het geval is, wordt het uitgesloten van vergunning en dienst het op termijn te worden vervangen door correct geprofileerd houten schrijnwerk.”

 

De voorgevel wordt tegenover de bestaande toestand niet gewijzigd. Indien voldaan wordt aan de voorwaarde van de dienst monumentenzorg kan de voorgevel worden aanvaard.

De achtergevel wordt voorzien van witte bepleistering met PVC buitenschrijnwerk. De dienst monumentenzorg heeft geen bezwaar op deze wijziging en vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de wijzigingen in de achteregevel aanvaard.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Ondanks het verminderen van de bouwdiepte wordt het gelijkvloers ruimer en logische ingedeeld. De slaapkamer wordt aan de voorzijde geplaatst en de leefruimte met keuken krijgt een betere connectie met de achtertuin door brede ramen te voorzien. Op de bovenliggende verdiepingen wordt de leefruimte aan de voorzijde geplaatst en de slaapkamer aan de achterzijde. De slaapkamer wordt voorzien van een terras.

 

Inzake privacy voldoet het dakterras op de 2de verdieping aan de regelgeving, waardoor de hinder vanuit het terras op de 2de verdieping tegenover de rechterbuur beperkt blijft.

 

Op de 1ste verdieping wordt er langsheen het terras een schutting van in totaal 1,90 m hoog voorzien. Deze schutting verhindert inzicht op het dakraam en rechtover gelegen raam van de rechterbuur (nr. 50). Echter veroorzaakt deze schutting hinder inzake lichtinval doordat het schaduw werpt op het glazen dak van de rechterbuur. Hierdoor vermindert de lichtinval van de leefruimte op het gelijkvloers van de rechterbuur. Het scherm ter hoogte van het terras op de 1ste verdieping is bijgevolg niet vatbaar voor vergunning. Zonder scherm is er hinder inzake privacy tegenover de rechterbuur. Het dakterras op de 1ste verdieping kan bijgevolg niet vergund worden wegens te hinderlijk voor de rechterbuur. Bovendien voldoet het dakterras niet aan de 45° regel ten opzicht van de rechts aanpalende bebouwing. Het voldoen aan deze regel zou het terras te klein, onbruikbaar en niet kwalitatief maken. Het dakterras op de 1ste verdieping wordt uitgesloten uit de vergunning.

 

Verder staat het raam, dat achteraan de keuken op de 1ste verdieping voorzien wordt, niet op minimaal 60 cm van de scheidingsmuur. Hierdoor is er een zijdelings zicht mogelijk op het perceel van de rechterbuur, wat in strijd is met het burgerlijk wetboek. Het raam achteraan op de 1ste verdieping aan de rechterzijde dient in breedte aangepast te worden zodat er een minimale afstand van 60 cm is tegenover de rechterperceelsgrens.

 

Voldoende daglicht in een verblijfruimte is van groot belang voor het gebruiksgenot en de woonkwaliteit. De slaapkamers op de 1ste en 2de verdieping hebben niet voldoende lichtinval door te smalle en kleine raamopeningen. Conform artikel 24 van de bouwcode dienen raamopeningen een grootte te hebben van minimaal 10% van de netto-vloeroppervlakte van de ruimte. De zijdelingse raamopeningen voldoen hier niet aan. De indeling van de kamer maakt het mogelijk om deze raamopeningen te vergroten. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde in de vergunning.

 

Verder dient het gebouw voorzien te worden van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer en 1 hemelwaterafvoer. Dit is niet het geval in de voorliggende aanvraag. In voorwaarde wordt opgelegd om een gescheiden rioolstelsel te voorzien conform artikel 40 van de bouwcode.

 

In de voorliggende aanvraag wordt het afvoerstelsel van afval- en hemelwater aangepast. Hierdoor is het verplicht om een septische put te plaatsen. De aanvraag voorzien niet in een septische put. In voorwaarde wordt opgenomen om een septische put te plaatsen met een minimale inhoud van 2.000 liter, conform artikel 43 van de bouwcode.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      aan de dienst stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg dient aangetoond te worden of het bestaande aluminium schrijnwerk vergund is. Indien dat niet het geval is, wordt het uitgesloten van vergunning en dient het op termijn te worden vervangen door correct geprofileerd houten schrijnwerk;

3.      de breedte van het rechterraam achteraan op de 1ste verdieping aanpassen zodat er een minimale afstand van 60 cm wordt gegarandeerd tegenover de rechterperceelsgrens;

4.      de tuinmuur aan de linkerperceelsgrens maximaal 2,60 m hoog uitvoeren, conform artikel 19 van de bouwcode;

5.      de zijdelingse raamopeningen van de slaapkamers op de 1ste en 2de verdieping dienen minimaal 10% van de netto-vloeroppervlakte van de slaapkamer groot te zijn, conform artikel 24 van de bouwcode;

6.      een gescheiden rioolstelsel voorzien dat bestaat uit 1 droogweerafvoer en 1 hemelwaterafvoer, conform artikel 40 van de bouwcode;

7.      de aanvraag voorzien van een septische put, conform artikel 43 van de bouwcode;

8.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Uitsluitingen

 

9.      het dakterras met schutting aan de rechterzijde op de 1ste verdieping achteraan.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

23 maart 2020

Volledig en ontvankelijk

7 april 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

6 juli 2020

Verslag GOA

5 juni 2020

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

 

Er werd 1 bezwaarschrift met bijlage ingediend. Dit bezwaar laat zich als volgt samenvatten:

 

1.      Dakterras: Volgens de bezwaarindiener voldoet het dakterras op de 1ste verdieping niet aan de eisen van het burgerlijk wetboek. Er is niet voldaan aan de afstand van 1,90 m en aan de 60 cm regel voor schuine uitzichten. Hierdoor is er een ernstige inbreuk op de privacy en zal er burenhinder ontstaan;

Beoordeling:

Het klopt niet dat de aanvrager niet voldoet aan de regel inzake de minimale afstand van 1,90 m tegenover de perceelsgrens om zo rechte uitzichten te vermijden. Deze regel is namelijk niet van toepassing aangezien de rechte uitzichten in de voorliggende aanvraag worden vermeden door een schutting te plaatsen met een totale hoogte van minimaal 1,90 m. Daardoor is een recht uitzicht niet meer mogelijk. Het klopt wel dat de aanvrager niet voldoet aan de schuine uitzichten. Vanop het terras van de 1ste verdieping is er wel degelijk een schuin uitzicht op het rechterperceel en is er geen afstand van minimaal 60 cm tot het rechterperceel aanwezig. Hierdoor komt de privacy van de rechterbuur in het gedrang. Het terras op de 1ste verdieping wordt dan ook uitgesloten uit de vergunning.

Het bezwaar is deels gegrond.

 

2.      Hinder lichtinval: bij het voorzien van een wand zou ervoor moeten gezorgd worden dat de lichtinval niet wordt beperkt voor de buren. Een wand zou ook het uitzicht vanuit de slaapkamer verkleinen;

Beoordeling:

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt geoordeeld dat de voorziene wand met een totale hoogte van 1,90 m wel degelijk een negatieve impact heeft op de lichtinval van het naastgelegen dakraam. Het beperken van de lichtinval op het gelijkvloers van de bezwaarindiener heeft wel degelijk een negatieve invloed op de woonkwaliteit en het gebruiksgenot van de bezwaarindiener. Omdat het dakterras zonder wand strijdig is met het burgerlijk wetboek en de privacy hindert, zal het dakterras op de 1ste verdieping uitgesloten worden uit de vergunning.

Door de beperkte lengte van de wand heeft de schutting geen negatieve invloed op het uitzicht vanuit de slaapkamer. Het uitzicht vanuit de slaapkamer van de bezwaarindiener is alreeds beperkt wegens het teruggetrokken deel van de achtergevel. Een dergelijke wand zal daarom geen verdere invloed hebben op het alreeds beperkt uitzicht.

Het bezwaar is deels gegrond.

 

3.      Reden dakterras: volgens de bezwaarindiener is de enige reden van het dakterras op de 1ste verdieping de waarde van het pand te doen stijgen;

Beoordeling:

Het bezwaar is gebaseerd op vermoedens en is niet stedenbouwkundig van aard.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      aan de dienst stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg dient aangetoond te worden of het bestaande aluminium schrijnwerk vergund is. Indien dat niet het geval is, wordt het uitgesloten van vergunning en dient het op termijn te worden vervangen door correct geprofileerd houten schrijnwerk;

3.      de breedte van het rechterraam achteraan op de 1ste verdieping aanpassen zodat er een minimale afstand van 60 cm wordt gegarandeerd tegenover de rechterperceelsgrens;

4.      de tuinmuur aan de linkerperceelsgrens maximaal 2,60 m hoog uitvoeren, conform artikel 19 van de bouwcode;

5.      de zijdelingse raamopeningen van de slaapkamers op de 1ste en 2de verdieping dienen minimaal 10% van de netto-vloeroppervlakte van de slaapkamer groot te zijn, conform artikel 24 van de bouwcode;

6.      een gescheiden rioolstelsel voorzien dat bestaat uit 1 droogweerafvoer en 1 hemelwaterafvoer, conform artikel 40 van de bouwcode;

7.      de aanvraag voorzien van een septische put, conform artikel 43 van de bouwcode;

8.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Uitsluitingen

 

9.      het dakterras met schutting aan de rechterzijde op de 1ste verdieping achteraan.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.