Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2020038168 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer yahya ozcelik met als adres Cruyslei 44 te 2140 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Herentalsebaan 520 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 31sectie B nr. 427X11 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
uitbreiden en renoveren van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 14/07/1953: toelating (626#14938) voor het bijbouwen van een bergplaats.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning;
- 2 bouwlagen met zadeldak;
- gelijkvloers heeft een bouwdiepte van 20,15 m;
- eerste verdieping heeft een bouwdiepte van 8,89 m.
Huidige toestand
- eengezinswoning;
- 2 bouwlagen met zadeldak;
- gelijkvloers heeft een bouwdiepte van 22,96 m;
- eerste verdieping heeft een bouwdiepte van 8,89 m;
- voorgevel is afgewerkt met wit pleisterwerk en houten buitenschrijnwerk.
Gewenste toestand
- eengezinswoning;
- 3 bouwlagen met plat dak;
- gelijkvloers heeft een bouwdiepte van 21,02 m;
- eerste verdieping heeft een bouwdiepte van 8,89 m;
- tweede verdieping heeft een bouwdiepte van 8,89 m;
- voorgevel is afgewerkt met wit pleisterwerk en donker buitenschrijnwerk in aluminium.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande aanbouwen;
- uitbreiden van de eengezinswoning op het gelijkvloers;
- bouwen van een derde verdieping afgewerkt met plat dak;
- herindelen van de woning;
- isoleren en renoveren van de voorgevel;
- slopen en herbouwen van de tuinberging.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer |
8 april 2020 |
27 april 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgende punten:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het slopen van de achterbouw en het opnieuw voorzien van een uitbreiding op het gelijkvloers. Het zadeldak wordt gesloopt en gewijzigd naar een plat dak. De tuinberging achteraan wordt gesloopt en herbouwt in hetzelfde volume.
De aanvraag beoogt slechts verbouwingen aan een bestaande eengezinswoning met behoud van de bestemming in kwestie waardoor in betreffend woongebied de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het zadeldak wordt in de aanvraag omgevormd naar een volwaardige verdieping met plat dak. In de Herentalsebaan zijn er wel meerdere woningen met een plat dak, waardoor de omvorming kan worden aanvaard.
De vergunde bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt ongeveer 20 m. Er wordt in de voorliggende aanvraag wel aangesloten op de bouwdiepte van de naastgelegen woningen en is de achtertuin meer dan voldoende groot waardoor de gewenste bouwdiepte geen invloed heeft op de kwaliteit van de achtertuin. De gewenste bouwdiepte kan bijgevolg worden aanvaard. De bouwdiepte op de bovenliggende verdiepingen wijzigt niet.
De bergplaats achteraan wordt afgebroken en herbouwd in quasi hetzelfde bouwvolume. De bergplaats is aanvaardbaar qua schaal en ruimtegebruik.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel wordt voorzien van wit pleisterwerk en buitenschrijnwerk in donker aluminium. Omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de historische waarde wordt een licht kleurstelling van de voorgevel vanuit stedenbouwkundig oogpunt positief beoordeeld. In analogie met de buurwoning en de gevel van de laatst vergunde toestand wordt de voorgevel voorzien van horizontale gevelgeledingen tussen de raamopeningen.
De achtergevel en de gevels van de achtergelegen tuinberging worden in dezelfde materialen voorzien als de voorgevel en zijn bijgevolg stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De keuken, eetruimte en leefruimte worden als een aaneengesloten geheel voorzien, wat het gebruiksgenot van het gelijkvloers en de woonkwaliteit van de woning verhoogt. De keuken die in het midden van het gelijkvloers gelegen is, krijgt voldoende licht en lucht door de patio en het gevelbrede schuifraam van de leefruimte.
Inzake (brand)veiligheid wordt vastgesteld dat het platte dak van de uitbouw geen opstand heeft van minimaal 30 cm. De opstand van dit platte dak bedraagt slecht 24 cm. Echter wordt wel vastgesteld dat er een strook voorzien wordt van minstens 30 cm breed. Deze strook dient in niet-brandbaar materiaal voorzien te worden (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2). Dit wordt opgelegd in voorwaarden.
Het platte dak is voorzien van een groendak en achteraan wordt een hemelwaterput geplaatst.
Conform artikel 38 van de bouwcode is een groendak bij eengezinswoningen niet verplicht indien de dakwaterafvoer naar een hemelwaterput is voorzien. Dit omdat de voordelen van hergebruik in deze gevallen meestal niet opwegen tegen de voordelen van groendaken. De aanvrager wenst echter om zowel een groendak als hemelwaterput te voorzien. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is hier geen bezwaar tegen.
Verder is het goed groter dan 250 m² (302 m²). Het bijgevoegde hemelwaterformulier in de aanvraag is verkeerdelijk ingevuld. Daardoor dient de aanvrager een infiltratievoorziening te plaatsen. In voorwaarden wordt bijgevolg opgelegd om een infiltratievoorziening te plaatsen, conform het hemelwaterformulier. Door het hemelwaterformulier correct in te vullen weet de aanvrager hoe groot de infiltratievoorziening dient te zijn.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de strook tussen het groendak en de scheidingswand op het platte dak van de uitbouw voorzien van niet-brandbaar materiaal (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2);
2. voldoen aan de voorwaarden opgelegd door Agentschap Wegen en Verkeer;
3. een infiltratievoorziening voorzien, conform het hemelwaterformulier en de verordening hemelwater;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
20 maart 2020 |
Volledig en ontvankelijk |
8 april 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
7 juli 2020 |
Verslag GOA |
5 juni 2020 |
naam GOA |
Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de strook tussen het groendak en de scheidingswand op het platte dak van de uitbouw voorzien van niet-brandbaar materiaal (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2);
2. voldoen aan de voorwaarden opgelegd door Agentschap Wegen en Verkeer;
3. een infiltratievoorziening voorzien, conform het hemelwaterformulier en de verordening hemelwater;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.