Terug
Gepubliceerd op 15/06/2020

2020_CBS_04939 - Omgevingsvergunning - OMV_2020037649. Harmoniestraat 114. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 12/06/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_04939 - Omgevingsvergunning - OMV_2020037649. Harmoniestraat 114. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_04939 - Omgevingsvergunning - OMV_2020037649. Harmoniestraat 114. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020037649

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Sophie Tobback met als adres Duinkerkestraat 33 te 8630 Veurne

Ligging van het project:

Harmoniestraat 114 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 10sectie K nr. 1588K5

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van het opdelen van een eengezinswoning tot een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          12/12/2003: vergunning (86#30499) renoveren van een herenhuis;

-          29/03/2019: aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed (ID 6853) ‘Meergezinswoning in eclectische stijl’.

Vergunde toestand

-          eengezinswoning met een bruto oppervlakte van 665m²;

-          3 bouwlagen en een zolderverdieping onder mansardedak;

-          gelijkvloerse tuin en hobbyruimte achteraan.

Huidige toestand

-          eengezinswoning met een bruto oppervlakte van 665m²

-          3 bouwlagen en een zolderverdieping onder mansardedak;

-          gelijkvloerse tuin en hobbyruimte achteraan;

-          voorgevel bestaat uit een lichtgele gevelsteen en houten buitenschrijnwerk in een lichtgroene kleur.

Gewenste toestand

-          meergezinsgebouw met 4 eenslaapkamerappartementen  met een respectievelijke netto-vloeroppervlakte van circa 127, 157, 124 en 96m²;

-          3 bouwlagen en een zolderverdieping onder mansardedak;

-          sloop van de  hobbyruimte achteraan ten gunste van een ruimere tuin;

-          plat dak op de 3de verdieping deels ingericht als terras;

-          fietsenberging in de kelder;

-          gewijzigde raamindeling in de achterbouw.

Inhoud van de aanvraag

-          vermeerderen van het aantal woningen van 1 naar 4;

-          slopen van de achterbouw (hobbyruimte);

-          inrichten terrassen achteraan op de verdiepingen;

-          interne constructieve werken;

-          wijzigen van de gevels.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

16 april 2020

14 mei 2020

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

16 april 2020

27 april 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

16 april 2020

28 april 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

16 april 2020

28 april 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

16 april 2020

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    de ondergrondse fietsenberging heeft een hoogte van slechts 1,85 m in plaats van de minimaal vereiste 2,20 m;
  • Artikel 26 Afvalverzameling:
    er is geen gemeenschappelijke afvalberging voorzien;
  • Artikel 43 Septische putten:
    de voorziene septische put heeft een inhoud van slechts 2000l in plaats van de minimaal verplichte 2900l.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De Harmoniestraat wordt gekenmerkt door eengezinswoningen en meergezinsgebouwen. De woonfunctie in de vorm van een meergezinsgebouw bestaande uit vier woonentiteiten is functioneel inpasbaar in zijn omgeving.
 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De eengezinswoning wordt opgedeeld tot een meergezinsgebouw met 4 ruime appartementen. Het gelijkvloerse appartement heeft een netto-vloeroppervlakte van 127m² en een tuinzone van 56m². Het appartement op de eerste verdieping heeft een netto-vloeroppervlakte van 156m² en twee buitenruimtes van ruim 12m². De appartementen op de tweede en derde verdieping hebben een netto-vloeroppervlakte van 124m² en 96 m² met aansluitende buitenruimtes van ruim 26m² en 7m². De gecreëerde woningen blijven ruim waardoor deze opdeling gunstig kan geadviseerd worden.

 

Het voorgestelde project komt inzake het aantal bouwlagen en dakvorm overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving. De geplande werken aan de achtergevel zijn niet storend voor de omgeving met uitzondering van het dakterras op de eerste verdieping. Het terras is gelegen tegen de scheidingsmuur met de linkerbuur. Deze muur heeft een variërende hoogte waardoor er vanaf het achterste deel van het terras, ter hoogte van de lage muur, inkijk mogelijk is op het buurperceel. Als voorwaarde van de vergunning dient het toegankelijke deel van het terras beperkt te worden tot de diepte van de hoge scheidingswand. Dit werd zo ook aangeduid in rood op de plannen. De ontpitting van de tuinzone is een positieve ingreep inzake woonkwaliteit voor het perceel en zijn omgeving.

Mits rekening houdend met de gestelde voorwaarden kan vanuit stedenbouwkundig oogpunt ingestemd worden met het programma en het volume zoals voorgesteld.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
Er worden geen wijzigingen aan de voorgevel aangevraagd. De visuele inpasbaarheid blijft bijgevolg gewaarborgd.

 

Gezien de aanvraag betrekking heeft tot een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies is voorwaardelijk gunstig en laat zich als volgt lezen:

 

“Met een gevelbreedte van vijf traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde. De lijstgevel heeft een parement uit roomkleurige Silezische brikken, geaccentueerd door rode en zwarte baksteen voor speklagen, ontlastingsbogen en de fries. Witte natuursteen is gebruikt voor de puilijst, balkons, vensterposten, hoekblokken, entablementen, sluitstenen en onderdorpels, en blauwe hardsteen voor de plint en lekdrempels. Geleed door de puilijst en symmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de drie traveeën brede middenpartij. Deze wordt op begane grond en eerste verdieping gemarkeerd door drielichten en een balkon met consoles, waarvan de balustrade is verwijderd. Het portaal en de inrijpoort, en Franse balkons met gebuikte ijzeren borstwering, accentueren de zijtraveeën. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantiedchema, met registers van korf- en steekbogige vensteropeningen. Een houten kroonlijst op fijne consoles, boven een baksteenfries in dambordpatroon, vormt de gevelbeëindiging; dakkapellen met driehoekig fronton. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, de inrijpoort volgens de bouwplannen met art-nouveau-smeedwerk is vernieuwd.

 

De plattegrond beantwoordt volgens de bouwplannen aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Met de koetspoort in de rechtertravee, beslaat een enfilade van salon, eetkamer en veranda de begane grond, geflankeerd door de keuken annex pomphuis en wc in de achterbouw. De eerste verdieping vormt een autonoom appartement, dat eveneens uit een salon, eetkamer en veranda met bovenlicht bestaat, twee slaapkamers waarvan een met balkon, een badkamer en keuken annex pomphuis en wc in de achterbouw. Op de tweede verdieping bevinden zich vier slaapkamers en een badkamer, vermoedelijk horend bij het gelijkvloerse appartement; het dakniveau herbergt vijf marsardekamers.

Het pand is beeldbepalend omwille van de stedenbouwkundige, bouwhistorische en esthetische waarde van zowel het exterieur als het interieur.

 

Men wenst de opdeling in verschillende woonunits te regulariseren, bijkomend dienen er een aantal ingrepen te worden gedaan ifv brandveiligheid.

De voorgestelde ingrepen zijn aanvaardbaar, de oorspronkelijke indeling van het pand blijft afleesbaar. We gaan ervan uit dat alle waardevolle interieurelementen maximaal bewaard blijven (vloeren, lambriseringen, binnenschrijnwerk, stucwerkplafonds, schouwen,…). Dit zal als voorwaarde worden opgelegd.”

 

Dit advies wordt bijgetreden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De wooneenheden op de gelijkvloerse, de eerste en de tweede verdieping voorzien in een logische planopbouw waarbij de leefruimtes in verhouding staan tot het aantal slaapkamers. Het appartement op de derde verdieping vertoont een planopbouw die minder kwalitatief is. De leefruimte en keuken aan de achtergevel zijn opvallend klein ten opzichte van de slaapkamer, bureau en berging aan de voorzijde. Door de bureauruimte eveneens als leefruimte te voorzien en deze te betrekken bij de bestaande leefruimte, staat de oppervlakte van het daggedeelte beter in verhouding tot de overige vertrekken en het nachtgedeelte. Dit zal zo als voorwaarde van de vergunning worden opgenomen.

Er is geen gemeenschappelijke afvalberging voorzien conform artikel 26 van de bouwcode. Als voorwaarde bij de vergunning wordt opgenomen dat deze voorzien moet worden.
Daarnaast voldoet ook de inhoud van de septische put niet het wettelijke minimum van 2900 liter Op de plannen wordt een septische put voorzien van slechts 2000 liter. Het voorzien van een septische put met een inhoud conform artikel 43 van de bouwcode wordt als voorwaarde bij de vergunning opgenomen.

 

Naast het ontbreken van een gemeenschappelijke afvalberging voorziet het ontwerp ook niet in een kwalitatieve fietsenberging die vlot toegankelijk is. De vrije hoogte van de fietsenberging in de kelder is 1m85 in plaats van de minimaal vereiste 2m20 conform artikel 21 van de bouwcode. In voorwaarde wordt opgenomen dat er een fietsenberging in de kelder of op het gelijkvloers voorzien moet worden conform artikel 21 en 29 van de bouwcode.


 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden.

De ééngezinswoning wordt ingericht als een meergezinswoning met 4 appartementen. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 3.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval in voorliggende aanvraag die betrekking heeft op een pand met een perceelsbreedte van minder 8 meter. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

Daarenboven betreft het een inventarispand.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen:

Voor de 3 bijkomende appartementen moeten er 7 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-          2 appartementen met 1 slaapkamer = 2 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 4

-          1 appartement met 2 slaapkamers = 1 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 3

 

De bureauruimte op de 1ste verdieping wordt meegerekend als slaapkamer.

 

Er zijn in de kelder 6 fietsstalplaatsen voorzien, dat is er dus 1 te weinig. Deze zijn te bereiken via een trap met goot maar de ruimte voor de trap is te klein om de fiets goed te kunnen opstellen waardoor de goot niet bruikbaar is. Voor de trap, boven en beneden moet er een ruimte zijn van +/- 1m70 zodat de fiets goed opgesteld kan worden vooraleer naar beneden of naar boven gegaan wordt. In de voorwaarden dient daarom te worden opgenomen dat de fietsenberging comfortabel bereikt moet kunnen worden. Daarenboven is, zoals eerder gesteld, de vrije hoogte te beperkt om de ruimte zoals voorgesteld in aanmerking te kunnen laten komen als fietsenberging.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

3.      de waardevolle interieurelementen (vloeren, lambriseringen, binnenschrijnwerk, stucwerkplafonds, schouwen,…) maximaal bewaren;

4.      een gemeenschappelijke afvalberging voorzien, conform artikel 26 van de bouwcode;

5.      een septische put voorzien met een inhoud, conform artikel 43 van de bouwcode;

6.      het toegankelijke deel van het linkse terras op de eerste verdieping beperken tot de zone die in het rood is aangeduid op het plan BA_HARMONIE_P_N_3_Niv 1_ROOD.pdf;

7.      de bureauruimte van het appartement op de derde verdieping in te richten als deel van de leefruimte;

8.      7 fietsstalplaatsen voorzien die comfortabel te bereiken zijn, conform artikel 21 en 29 van de bouwcode.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

26 maart 2020

Volledig en ontvankelijk

16 april 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

15 juli 2020

Verslag GOA

4 juni 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

3.      de waardevolle interieurelementen (vloeren, lambriseringen, binnenschrijnwerk, stucwerkplafonds, schouwen,…) maximaal bewaren;

4.      een gemeenschappelijke afvalberging voorzien, conform artikel 26 van de bouwcode;

5.      een septische put voorzien met een inhoud, conform artikel 43 van de bouwcode;

6.      het toegankelijke deel van het linkse terras op de eerste verdieping beperken tot de zone die in het rood is aangeduid op het plan BA_HARMONIE_P_N_3_Niv 1_ROOD.pdf;

7.      de bureauruimte van het appartement op de derde verdieping in te richten als deel van de leefruimte;

8.      7 fietsstalplaatsen voorzien die comfortabel te bereiken zijn, conform artikel 21 en 29 van de bouwcode.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.