Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2020009635 |
Gegevens van de aanvrager: |
Wegen Antwerpen met als adres Lange Kievitstraat 111-113 bus 41 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Kruispunt van de Zomerweg met de Noorderlaan |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 15 sectie A nrs. 223X5, 261M3, sectie C nrs. 258L2, 258M2 en sectie D nrs. 271/2 M2 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
heraanleg kruispunt Zomerweg-Göteborgweg met Noorderlaan |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Op 27 juni 2011 verleende de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar een stedenbouwkundige vergunning (8.00/11002/5457.1) voor het herprofileren van de Rostockweg, Kragenweg, Götenborgweg, Stralsundweg, Heizegemweg en de op- en afrit van de Noorderlaan.
Inhoud van de aanvraag
Het verbeteren van de aansluiting van de Zomerweg en Göteborgweg op de Noorderlaan.
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
28 mei 2020 |
3 juni 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan deels bestemd als Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Dit gebied is bestemd voor verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden. In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten. Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van ecologische infrastructuur toegelaten. Een deel van het gebied voor verkeersen vervoersinfrastructuur aan de R2 wordt ingericht met ecologische infrastructuur. Deze ecologische infrastructuur moet eveneens voldoen aan de voorwaarden van landschappelijke inpassing. Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.
Het noordwestelijk deel van de aanvraag heeft als bestemming Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het tracé van de Noorderlaan – Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel langs de Noorderlaan, maar tevens ten westen daarvan, loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Ten oosten van de aanvraag loopt van noord naar zuidwest een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding. Het 6e Havendok ten westen heeft als bestemming Gebied voor waterweginfrastructuur. Op 365 meter ten oosten van de aanvraag bevindt zich een Gebied voor spoorweginfrastructuur.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag aangezien de verharding tot het openbaar domein behoort.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het kruispunt Noorderlaan – Göteborgweg – Zomerweg, gelegen ter hoogte van de voet van het 6e Havendok, wordt aangepast. In de huidige situatie, waarbij de Göteborgweg quasi loodrecht op de Noorderlaan aan takt en de Zomerweg schuin tussen de Göteborgweg en Noorderlaan aan sluit, is dit een zeer langgerekt kruispunt dat niet optimaal geregeld kan worden naar verkeersveiligheid en doorstroming. Dit geldt niet enkel voor het auto- en vrachtwagenverkeer, maar tevens voor het fiets- en voetgangersverkeer.
In de nieuwe toestand zal het kruispunt veel compacter en overzichtelijker gemaakt worden. Verkeer van en naar de Zomerweg zal gebruik moeten maken van de vroegere bypass die vernieuwd en verbreed is. De 2 (1x1) rijstroken zijn 4 meter breed waardoor deze ook gebruikt kunnen worden door zwaardere voertuigen eigen aan havenactiviteiten. Rechtdoor rijden vanop de Zomerweg naar de vroegere aansluiting met de Noorderlaan wordt niet meer mogelijk door het plaatsen van een fysieke barrière (betonblokken). De vroegere wegenis die zo onbruikbaar gemaakt lijkt te worden, blijft behouden terwijl het voetpad in het noordelijk deel van deze zone alsook een gedeelte langs de Zomerweg dat in het nieuwe ontwerp niet meer tot de rijweg zal behoren, wel opgebroken wordt en vervolgens ingezaaid wordt met gras. Uit de aanvraag blijkt niet dat de verharding nog moet behouden blijven vanwege mobiliteit of andere verkeerstechnische redenen. Als voorwaarde wordt dan ook opgelegd om de vroegere, niet meer te gebruiken wegenis tevens op te breken en in te zaaien met een streek- en bodemeigen grasmengsel.
De inrichting van de Göteborgweg verandert niet maar langs weerszijden wordt wel een fietspad aangelegd. Op de aansluiting met de Noorderlaan wordt een zebrapad aangeduid. Langs de zuidzijde van de Zomerweg wordt een dubbelrichtingsfietspad aangelegd dat aan takt op Göteborgweg en verder door op Noorderlaan. Vanaf dat nieuwe dubbelrichtingsfietspad, en meerbepaald in het gedeelte van de Zomerweg dat niet meer toegankelijk is voor autoverkeer, zal er een nieuwe fietsoversteek worden ingericht richting Noorderlaan.
Op de Noorderlaan wordt de nieuwe situatie duidelijk gemaakt door het aanbrengen van de nodige geleidingen door middel van markeringen. De nieuwe fietsoversteekplaats aan de Noorderlaan wordt meer westwaarts, ter hoogte van de vroegere bypass, ingeplant.
Aangezien het een herinrichting van een bestaande kruispunt betreft en de aanpassingswerken de verbetering van de verkeersveiligheid vooropstellen, wordt de aanvraag als functioneel inpasbaar beschouwd.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag heeft tot doel de verkeersveiligheid, zowel voor het weg- als het fiets- en voetgangersverkeer te verhogen. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte. De werken hebben als doel de verkeersveiligheid en verkeersdoorstroming te verbeteren. De aanpassing aan het kruispunt is een verbetering ten opzichte van het huidig onoverzichtelijk en overgedimensioneerd kruispunt. De mobiliteitsdienst somt nog een aantal aandachtspunten op:
- Ten eerste ligt de bushalte op de Noorderlaan in noordelijke richting heel ongemakkelijk. De bushalte ligt net voor de verkeerslichten. De bus halteert hier op de rijbaan. Indien hier een bus staat, wordt de rijbaan per definitie afgesloten voor het doorgaande verkeer. Er zijn hier immers 2 voorsorteerstroken; 1 om linksaf in de Göteborgweg af te slaan, 1 om rechtdoor de Noorderlaan te volgen. Deze laatste is echter niet toegankelijk indien de bus halteert. Het is dan ook niet ondenkbaar dat indien het verkeerslicht op groen staat, (vracht)wagens de bus zullen voorbijsteken via de linksafslagstrook. Dit kan voor gevaarlijke situaties zorgen. Een haltehaven zou dit kunnen voorkomen.
Bovendien heeft de Noorderlaan (gewestweg) een doorgangs-en verbindingsfunctie en dient opstoppend verkeer op de rijbaan maximaal vermeden te worden bij de herinrichting. Bovendien ligt de halte net in een bocht zodat het halt houden van een bus op de rijbaan de visibiliteit op de weg nog verder laat afnemen.
- Ten tweede kaart men aan dat fietsers die vanuit het zuiden (richting centrum) komen en de Göteborgweg in willen, 2 keer voor het licht moeten wachten. In realiteit zullen zij niet zolang wachten en het fietspad in tegenrichting nemen op de Göteborgweg. Daardoor lijkt het beter om ook een fietsoversteekplaats te voorzien aan de noordzijde van de Göteborgweg.
- De lengte van de voetgangersoversteek over de Göteborgweg dient geminimaliseerd te worden. Verkeerslichten dienen aan de dubbelrichtingsoversteken conflictvrij te worden afgesteld. Zeker gezien de aard van het verkeer (overwegend zwaar vrachtverkeer) is er hier extra gevaar voor conflicten in verband met dodehoekproblematiek bij rechtsafslaande bewegingen. Gezien het beperkte aantal voetgangers en fietsers kan dit mogelijk wel gebeuren met drukknoppen.
- Ten vierde adviseert de mobiliteitsdienst dat met het groeiend aantal snelle woon-werk-fietsers in de haven, een breedte van 3 meter of 3,50 meter voor het dubbelrichtingsfietspad ter hoogte van de Zomerweg meer geschikt is dan de voorziene 2,50 meter breedte. Er dient middenmarkering aangebracht te worden ( met aangepaste fietspadmarkeringbreedte, geen autowegmarkeringbreedte).
Naar fietscomfort is een verbreding van het dubbelrichtingsfietspad ter hoogte van de Zomerweg en de oversteek richting Noorderlaan wenselijk.
Als suggestie wordt nog meegegeven dat de fietsoversteekplaats ter hoogte van de Zomerweg mogelijk herplaatst zou kunnen worden naar de noordzijde van de Göteborgweg. Dit zorgt voor logischere en veiligere oversteekbewegingen voor fietsers. Op die manier dienen fietsers vanaf het centrum maar 1 keer over te steken indien zij in de Göteborgweg moeten zijn. Ook fietsers richting Zomerweg kunnen hier oversteken en dan aansluiten op het dubbelrichtingsfietspad. Fietsers van en naar het Noorden (richting Tijsmanstunnel) kunnen daar veiliger oversteken aan verkeerslichten die conflictvrij kunnen worden geprogrammeerd. Indien zij aan de Zomerweg zouden oversteken dient ook dat verkeerslicht conflictvrij te worden gemaakt. Zeker met het overvloedige vrachtverkeer en de dodehoekproblematiek is dit een groot aandachtspunt. De omrijfactor voor fietsers komende van het noorden is hier slechts heel klein.
Als suggestie voor de aanleg van de bushaltehaven kan een oude verlichtingspaal ter hoogte van de bushalte afgebroken worden of kunnen over de volledige lengte van het kruispunt de oude verlichtingspalen weggenomen worden en kan het fietspad vervolgens op 1 meter van de zijbaan aangelegd worden. Het fietspad dient dan uitgebuigd te worden. Er dient 3 meter opstelruimte tussen rijbaan en fietspad voorzien te worden. Voor de uitstapstrook aan de bushalte blijft dan 1,2 meter over. Het overige kan gebruikt worden voor groenaanleg rondom het fietspad. Er dienen middenlijnen op het fietspad aangebracht te worden. Deze suggestie wordt verduidelijkt op onderstaand schema:
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
- het dubbelrichtingsfietspad ter hoogte van de Zomerweg te verbreden naar minimum 3 meter en te voorzien van streepmiddenlijnmarkering voor fietspaden (geen autowegmarkeringbreedte).
- de verkeerslichten op de kruispunten dienen conflictvrij te worden afgesteld aan de dubbelrichtingoversteken. Gezien het beperkte aantal voetgangers en fietsers kan dit mogelijk wel gebeuren met drukknoppen.
- de lengte van de voetgangersoversteek over de Göteborgweg dient geminimaliseerd te worden.
- de bushalte op de Noorderlaan in noordelijke richting aan te leggen met een haltehaven naast de rijbaan. Er wordt aangeraden met de Lijn af te stemmen en zorgen voor een goede zichtbaarheid tussen bus en achterkomend (zwaar) verkeer.
- de wegenis waar de vroegere aansluiting tussen Zomerweg met de Noorderlaan gebeurde en die door een fysieke barrière onbruikbaar gemaakt is, dient te worden opgebroken en tevens ingezaaid te worden met een streek- en bodemeigen grasmengsel zoals het noordelijk deel van deze zone. Hierbij dient men rekening te houden met de richtlijnen en voorwaarden van de pijpleidingbeheerder(s) omtrent werken op en nabij pijpleidingen.
- Alle dubbelrichtingsfietspaden dienen voorzien te worden van streep-middenlijnen alsook aan elk begin van een fietspadsegment dienen er richtingspijlen aangebracht te worden (met aangepaste fietspadmarkeringbreedte, geen autowegmarkeringbreedte).
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
14 mei 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
13 juni 2020 |
De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden:
- het dubbelrichtingsfietspad ter hoogte van de Zomerweg te verbreden naar minimum 3 meter en te voorzien van streepmiddenlijnmarkering voor fietspaden (geen autowegmarkeringbreedte).
- de verkeerslichten op de kruispunten dienen conflictvrij te worden afgesteld aan de dubbelrichtingoversteken. Gezien het beperkte aantal voetgangers en fietsers kan dit mogelijk wel gebeuren met drukknoppen.
- de lengte van de voetgangersoversteek over de Göteborgweg dient geminimaliseerd te worden
- de bushalte op de Noorderlaan in noordelijke richting aan te leggen met een haltehaven naast de rijbaan. Er wordt aangeraden met de Lijn af te stemmen en zorgen voor een goede zichtbaarheid tussen bus en achterkomend (zwaar) verkeer.
- de wegenis waar de vroegere aansluiting tussen Zomerweg met de Noorderlaan gebeurde en die door een fysieke barrière onbruikbaar gemaakt is, dient te worden opgebroken en tevens ingezaaid te worden met een streek- en bodemeigen grasmengsel zoals het noordelijk deel van deze zone. Hierbij dient men rekening te houden met de richtlijnen en voorwaarden van de pijpleidingbeheerder(s) omtrent werken op en nabij pijpleidingen.
- Alle dubbelrichtingsfietspaden dienen voorzien te worden van streep-middenlijnen alsook aan elk begin van een fietspadsegment dienen er richtingspijlen aangebracht te worden (met aangepaste fietspadmarkeringbreedte, geen autowegmarkeringbreedte).
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies te bezorgen aan de instantie die het advies gevraagd heeft. |