Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020121700 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Ben Michelet met als adres Drakenhoflaan 108 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: | Drakenhoflaan 108 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 32 sectie B nr. 812V |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 21/02/1983: vergunning (627#30439)) voor het voor het aanbouwen van een terras;
- 01/01/1955: vergunning (626#16685) voor het verbouwen van een woning;
- 01/01/1954: vergunning (626#16070) voor het oprichten van een woning.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie en bouwvolume:
- gevelafwerking voorgevel: buitenschrijnwerk in wit geschilderd hout.
Huidige toestand
- functie en bouwvolume:
- gevelafwerking voorgevel: buitenschrijnwerk in grijs aluminium.
Gewenste toestand
- functie en bouwvolume:
- gevelafwerking voorgevel: buitenschrijnwerk in grijs aluminium.
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van de gelijkvloerse verdieping tot een bouwdiepte van circa 15m;
- vergroten van het terras op de 1ste verdieping;
- ophogen van de scheidingsmuren;
- interne constructieve wijzigingen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het betreft een eengezinswoning in gesloten bebouwing. De woning bestaat uit drie bouwlagen onder een plat dak en heeft in de bestaande toestand een bouwdiepte van ongeveer 13 m op de gelijkvloerse verdieping.
De aanvraag betreft het uitbreiden van deze gelijkvloerse verdieping tot een bouwdiepte van ongeveer 15 m.
Gelet op diepte van het perceel en de naastliggende percelen is een gelijkvloerse uitbreiding tot 15 m ruimtelijk aanvaardbaar. De uitbreiding vergroot de woonkwaliteit van de eengezinswoning en er wordt voldoende tuinzone behouden. De gevraagde bouwdiepte is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De bestaande voorgevel blijft ongewijzigd. De nieuwe achtergevel van de gelijkvloerse uitbreiding wordt afgewerkt met rode gevelsteen en grijs aluminium buitenschrijnwerk zoals in de reeds bestaande achtergevel.
Gelet op het feit dat deze delen niet zichtbaar zijn vanop het openbaar domein doordat ze aan de achterzijde gesitueerd zijn en de materialen in overeenstemming zijn met de stedelijke context, kan de gevelafwerking aanvaard worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Op de gelijkvloerse uitbreiding wordt een dakterras voorzien over de volledige diepte van de achterbouw met een buitentrap naar de tuin. De bijkomende bouwdiepte van ongeveer 2 m wordt voorzien van een scheidingsmuur op de linker- en rechterperceelgrens tot op een hoogte van 1,90 m boven de vloerpeil van het dakterras.
In dit kader werd ook een bezwaar ingediend dat als gegrond werd beschouwd. Hoewel het dakterras in overeenstemming is met artikel 678 tot 680 van het Burgerlijk Wetboek, dient deze binnen de kenmerkende bouwdiepte van ongeveer 13 m ter hoogte van de eerste verdieping gerealiseerd te worden. Als voorwaarde wordt opgelegd het dakterras te beperken tot een afstand van 13 m van de voorgevellijn. Het nieuw deel van de scheimuurwijziging ter hoogte van het dakterras en de buitentrap naar de tuin wordt uitgesloten uit de vergunning.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het dakterras ter hoogte van de eerste verdieping te beperken tot een afstand van 13 m van de voorgevellijn;
2. de scheimuren uit te voeren conform artikel 34 ‘stabiliteit en scheidingsmuren’ van de bouwcode;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
4. buitentrap;
5. het nieuw deel van de scheimuurwijziging ter hoogte van het dakterras, zoals in het rood aangeduid op de tekeningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 15 september 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 8 oktober 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 7 december 2020 |
Verslag GOA | 16 november 2020 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
2 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
1. Procedure:
Het bezwaar meldt dat er geen kennisgave van de aanvraag aangekleefd werd en dat de aanvrager beweert dat de buren op de hoogte zijn en akkoord gaan met de werken. Bijkomend wordt bezwaar ingediend tegen het ontbreken van noodzakelijke informatie en afmetingen.
Beoordeling:
Als onderdeel van de vergunningsprocedure werd dit dossier volledig verklaard. Hiermee wordt bevestigd dat de voorziene documenten volstaan voor een gepaste en gegronde beoordeling van dit dossier.
Verder is de aanvraag volgens de vereenvoudigde procedure verlopen. In deze procedure worden bij scheimuurwijzigingen de buren steeds aangeschreven, ook in het geval van toegevoegde documenten met een akkoord van de buren. In de vereenvoudigde procedure gebeurt geen aanplakking voor een openbaar onderzoek.
Het bezwaar is ongegrond.
2. Verlies aan wooncomfort:
Het bezwaar stelt dat de voorgestelde wijzigingen een belangrijk verlies betekenen van inval van natuurlijk daglicht.
Beoordeling:
De uitbreiding op het gelijkvloers tot 15 m is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar. Dit wordt besproken in de ‘toetsing van de goede ruimtelijke ordening’.
Ter hoogte van het dakterras wordt een scheidingsmuur tot op een hoogte van 1,90 m boven de vloerpeil van het dakterras voorzien. Hoewel het dakterras in overeenstemming is met artikel 678 tot 680 van het Burgerlijk Wetboek, dient deze binnen de kenmerkende bouwdiepte van ongeveer 13 m ter hoogte van de eerste verdieping gerealiseerd worden. Een verder uitbreiding van de scheidingsmuur op de eerste verdieping heeft impact op de zonlichtinval van de naastliggende panden.
Het bezwaar is gegrond.
3. Waardeverlies:
De realisatie van het project betekent een verlies aan waarde van de woning.
Beoordeling:
Het bezwaar is niet van stedenbouwkundige aard.
Het bezwaar is ongegrond.
4. Uitvoering van scheidingsmuur:
Er zijn bezorgdheden inzake de uitvoering van de scheidingsmuren. Hoe zal dit alles uitgevoerd worden zonder impact op het naastliggend gebouw? Het is ook onduidelijk hoe de scheidingsmuur eruit zal zien en uit welke materialen deze bestaat.
Beoordeling:
De bezorgdheden van de bezwaarindiener hebben betrekking op een uitvoeringstechnische aangelegenheid die los staat van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Dit betekent niet dat de bouwheer/aannemer zich kan ontzien van burgerrechtelijke plichten. De aanvrager is verplicht de werken uit te voeren zonder schade aan derden en volgens de regels van de kunst. Bijkomend dient de scheidingsmuur conform artikel 34 ‘stabiliteit en scheidingsmuren’ van de bouwcode uitgevoerd te worden.
Het bezwaar is ongegrond.
5. Isoleren:
De bezorgdheid wordt geuit dat de dakrand ondertussen al 0,15 m over de perceelgrens is uitgevoerd met het oog op toekomstige isolatie.
Beoordeling:
Op de plannen wordt geen isolatie weergegeven. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de bouwheer/aannemer zich te ontzien van burgerrechtelijke plichten.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het dakterras ter hoogte van de eerste verdieping te beperken tot een afstand van 13 m van de voorgevellijn;
2. de scheimuren uit te voeren conform artikel 34 ‘stabiliteit en scheidingsmuren’ van de bouwcode;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
4. buitentrap;
5. het nieuw deel van de scheimuurwijziging ter hoogte van het dakterras, zoals in het rood aangeduid op de tekeningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.