Terug
Gepubliceerd op 10/02/2020

2020_CBS_00786 - Omgevingsvergunning - OMV_2019090080. Karel Coggestraat zn. District Berchem - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 07/02/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Claude Marinower, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_00786 - Omgevingsvergunning - OMV_2019090080. Karel Coggestraat zn. District Berchem - Weigering 2020_CBS_00786 - Omgevingsvergunning - OMV_2019090080. Karel Coggestraat zn. District Berchem - Weigering

Motivering

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

8 november 2019

7 december 2019

0

0

0

0

 

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019090080

Gegevens van de aanvrager:

Evi en Wim Vanhoutte - Bouchery met als adres Robijnstraat 10 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Karel Coggestraat zn

Kadastrale gegevens:

afdeling 21sectie A nrs. 288W2 en 288K2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een eengezinswoning in de rij lot 1

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          20/12/2019 - omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden (201916): opdelen van een terrein in 2 loten voor woningbouw.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          braakliggend terrein.

Huidige toestand

-          braakliggend terrein.

Gewenste toestand

-          het bouwen van een eengezinswoning op lot 1;

-          woning bestaat uit 2 bouwlagen onder een zadeldak dat achteraan doorloopt tot bovenaan de gelijkvloerse verdieping;

-          met een bouwdiepte van 12.05 meter;

-          de nokhoogte bedraagt 10.45 meter.

Inhoud van de aanvraag

-          eengezinswoning met 4 slaapkamers;

-          de woning wordt gebouwd op 5,00 meter van de rooilijn;

-          de gevel wordt afgewerkt met:

  • een lichtgele gevelsteen;
  • zwart aluminium buitenschrijnwerk;
  • de autostaanplaats wordt afgesloten met een zwart plaatstalen poort;
  • het dak wordt afgewerkt met rode vlakke keramische dakpannen;

-          er wordt een septische put, een regenwater- en een infiltratieput geplaats.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Fluvius System Operator

29 oktober 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

29 oktober 2019

19 november 2019

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

29 oktober 2019

4 november 2019

stadsontwikkeling/ mobiliteit

29 oktober 2019

12 november 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 9/14 De Veldekens, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 31 oktober 1989. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone a voor eengezinswoningen.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) en bijzondere plannen van aanleg (BPA) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt in de verkaveling OVV/S14/, goedgekeurd op 20 december 2019, meer bepaald in lot(en) 1 en 1.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgende punten:

-          ALGEMEENGELDIGE VOORSCHRIFTEN:

  • 2. KROONLIJSTEN:
    b. Bij aaneengesloten gebouwen en kopgebouwen: Behalve de topgevels moeten alle vrijstaande gevels, die vanaf de openbare weg zichtbaar zijn en die niet op de perceelgrens zijn geplaatst, worden voorzien van een lijstgoot met een overstek van: · 0,50 meter aan de voorgevel van een hoofdgebouw. 
  • 5.ERFSCHEIDINGEN:
    b.1: Voortuinafsluiting haag 1m hoog i.p.v. muurtje 40cm hoog
  • 8.VELLEN VAN BOMEN:
    De ontbossing en het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor zover zulks noodzakelijk is met het oog op de oprichting van de gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen. Er wordt een boom geveld voor het aanleggen van een zwembad.

-          ZONE A VOOR WONINGEN:

  • 5. 1. b. Het zadeldak wordt voorzien op basis van 12 meter;
  • 6. In de achtertuin wordt een tuinhuis, terras en zwembad voorzien.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op volgende punten:

-          2.1.3 BOUWVOLUME:

  • Het zadeldak wordt voorzien op basis van 12 meter;
  • de bouwdiepte van de eerste verdieping wordt voorzien tot 12 meter;
  • het profiel van de woning valt niet binnen het maximaal op te richten profiel zoals weergegeven op de plannen.

-          2.1.4 VERSCHIJNINGSVORM:

  • Het zadeldak wordt voorzien tot een bouwdiepte van12 meter.

-          3.2 VERHARDEN:

  • De oprit naar de carport heeft een breedte van 3,85 meter.

-          3.3 AFSLUITINGEN:

  • De levende afsluiting in de voortuin is hoger dan de maximale hoogte van 1 meter.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht:
    een daklaag over twee verdiepingen is niet kenmerkend in de omgeving;
  • artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte:
    het schuin oplopende volume achteraan veroorzaakt een zeer hoge scheidingsmuur ten opzichte van de rechter perceelgrens. Zelfs indien het rechter perceel voorzien wordt volgens het maximale profiel (volgens de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden) zal de daglichttoetreding onaanvaardbaar gehinderd worden;
  • artikel 19 Tuinafsluitingen:
    de levende afsluiting in de voortuin is hoger dan de maximale hoogte van 1 meter;
  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

de leefruimtes dienen een minimale vrije hoogte te hebben van 2,60 meter. Op de eerste en zolderverdieping bedraagt dit slechts 2,50 meter;

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    de lichtdoorlatende oppervlakte van de opening moeten minimum van 1 vierkante meter bedragen.  De dakvlakvensters op de zolderverdieping halen geen minimum van 1 m². De dakvlakvensters vooraan bevinden zich niet tussen 1 en 2 meter boven het loopvlak;
  • artikel 27 Open ruimte:
    de oprit is breder dan 3 meter, bijkomend werd er op de oprit een autostalplaats voorzien;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    er werden geen fietsstalplaatsen voorzien op eigen terrein;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    de carport beschikt slechts over een diepte van 4 meter;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    de rechter scheidingsmuur wordt onderbroken ter hoogte van de carport.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aangehaalde afwijkingen op zowel de ‘bouwcode’ als het ‘bijzonder plan van aanleg’ en ‘de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden’ vormen op zich reeds voldoende grond om de aanvraag te weigeren.

 

De aanpassingen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de verordende voorschriften hebben dusdanig grote impact op het ontwerp  dat deze niet in voorwaarden opgenomen kunnen worden.

 

Functionele inpasbaarheid

Het perceel is gelegen in woongebied. De omgeving van de Karel Coggestraat wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door eengezinswoningen. Het voorzien van een bijkomende eengezinswoning is dus aanvaardbaar.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Deze zijde van de Karel Coggestraat wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door een uniforme rij van eengezinswoningen met 2 bouwlagen met bijkomend een zadeldak (met helling 45° en 9 meter diepte). Op de hoek met de Frans Beckersstraat bevinden zich 2 gebouwen met 3 bouwlagen onder een plat dak.

 

De omgevingsvergunning voor het verkavelen van dit perceel (OMV_2019098725) voorziet een profiel dat maximaal aansluit bij de eenheidsbebouwing:

-          voortuinstrook met een diepte van 5 meter;

-          gelijkvloerse bouwdiepte tot 13 meter;

-          eerste verdieping met bouwdiepte tot 9 meter;

-          zadeldak met helling van 45° en diepte tot 9 meter.

 

De aanvraag betreft een eengezinswoning die vooraan met 2 bouwlagen en een schuin dak aansluit bij het profiel van de links aanpalende woning. Achteraan wordt het schuine dak doorgetrokken over de eerste verdieping. Het schuine dak wordt voorzien tot een bouwdiepte van 12 meter.

 

Ten opzichte van de bebouwing van de linkerbuur is deze afwijkende dakvorm aanvaardbaar. Bij de linkerbuur zou een uitbreiding van de eerste verdieping tot een bouwdiepte van 13 meter aanvaardbaar zijn, om dit niet te hypothekeren en omwille van een logische aansluiting wordt de scheidingsmuur hier over de volledige eerste verdieping doorgetrokken.

 

Er wordt tegen de rechter perceelgrens geen logische aansluiting voorzien. Het rechts aanpalende lot heeft volgens de ‘omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden’ (OMV_2019098725) een maximale bouwdiepte die 5 meter minder diep is. Het voorzien van de doorgetrokken daklaag achteraan veroorzaakt een hoge scheidingsmuur met een niet kenmerkende vorm. Hierdoor wordt de ideale daglichttoetreding van het rechts aanpalende perceel gehypothekeerd door een aansluiting van dan 3m50 in aansluiting met de tuin van lot 2. Dit is niet aanvaardbaar.

 

De leefruimtes op de verdiepingen en onder het schuine dak worden voorzien van een vrije hoogte van slechts 2,5 meter. Bijkomend zijn de glasvlakken van de dakramen van de grote slaapkamer ter hoogte van de daklaag kleiner dan 1,0 meter. De slaapkamers beschikken hierdoor over onvoldoende leefkwaliteit. Dit is niet aanvaardbaar.

 

Achteraan het perceel werd een tuinhuis voorzien dat zich op minder dan 1 meter van de perceelgrens bevind. Er werd onvoldoende informatie aangeleverd om deze constructie te beoordelen. Bij een eventuele vergunning wordt deze bebouwing op basis van voorliggende gegevens uitgesloten.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voor- en achtergevel worden voorzien in een lichtgele gevelsteen met zwart aluminium buitenschrijnwerk en raamdorpels. Het dak wordt voorzien in rode, keramische dakpannen. Dit sluit aan bij de materialisatie van de eenheidsbebouwing in de straat. De carport wordt afgesloten door een zwarte plaatstalen poort en er wordt een zwarte, zinken dakgoot voorzien. De materialisatie wordt positief geadviseerd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Rechts van de carport wordt de dragende scheidingsmuur op de perceelgrens onderbroken. Dit is niet aanvaardbaar.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1

De werkelijke parkeerbehoefte is 1.

 

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.

 

De carport beschikt slechts een diepte van 4 meter.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

Dit is toereikend.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen: Er dienen voor dit project 5 overdekte, afsluitbare fietsenstallingen voorzien te worden. Deze werden niet ingetekend op de plannen. Indien een positieve beoordeling wordt dit in voorwaarden opgelegd.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften, verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

27 september 2019

Volledig- en ontvankelijk

29 oktober 2019

Start openbaar onderzoek

8 november 2019

Einde openbaar onderzoek

7 december 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

8 februari 2020

Verslag GOA

20 januari 2020

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.