De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
8 november 2019 |
7 december 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019090080 |
Gegevens van de aanvrager: |
Evi en Wim Vanhoutte - Bouchery met als adres Robijnstraat 10 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Karel Coggestraat zn |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 21sectie A nrs. 288W2 en 288K2 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een eengezinswoning in de rij lot 1 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 20/12/2019 - omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden (201916): opdelen van een terrein in 2 loten voor woningbouw.
Vergunde/vergund geachte toestand
- braakliggend terrein.
Huidige toestand
- braakliggend terrein.
Gewenste toestand
- het bouwen van een eengezinswoning op lot 1;
- woning bestaat uit 2 bouwlagen onder een zadeldak dat achteraan doorloopt tot bovenaan de gelijkvloerse verdieping;
- met een bouwdiepte van 12.05 meter;
- de nokhoogte bedraagt 10.45 meter.
Inhoud van de aanvraag
- eengezinswoning met 4 slaapkamers;
- de woning wordt gebouwd op 5,00 meter van de rooilijn;
- de gevel wordt afgewerkt met:
- er wordt een septische put, een regenwater- en een infiltratieput geplaats.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Fluvius System Operator |
29 oktober 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
29 oktober 2019 |
19 november 2019 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
29 oktober 2019 |
4 november 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
29 oktober 2019 |
12 november 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 9/14 De Veldekens, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 31 oktober 1989. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone a voor eengezinswoningen.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) en bijzondere plannen van aanleg (BPA) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt in de verkaveling OVV/S14/, goedgekeurd op 20 december 2019, meer bepaald in lot(en) 1 en 1.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgende punten:
- ALGEMEENGELDIGE VOORSCHRIFTEN:
- ZONE A VOOR WONINGEN:
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op volgende punten:
- 2.1.3 BOUWVOLUME:
- 2.1.4 VERSCHIJNINGSVORM:
- 3.2 VERHARDEN:
- 3.3 AFSLUITINGEN:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
de leefruimtes dienen een minimale vrije hoogte te hebben van 2,60 meter. Op de eerste en zolderverdieping bedraagt dit slechts 2,50 meter;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aangehaalde afwijkingen op zowel de ‘bouwcode’ als het ‘bijzonder plan van aanleg’ en ‘de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden’ vormen op zich reeds voldoende grond om de aanvraag te weigeren.
De aanpassingen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de verordende voorschriften hebben dusdanig grote impact op het ontwerp dat deze niet in voorwaarden opgenomen kunnen worden.
Functionele inpasbaarheid
Het perceel is gelegen in woongebied. De omgeving van de Karel Coggestraat wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door eengezinswoningen. Het voorzien van een bijkomende eengezinswoning is dus aanvaardbaar.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Deze zijde van de Karel Coggestraat wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door een uniforme rij van eengezinswoningen met 2 bouwlagen met bijkomend een zadeldak (met helling 45° en 9 meter diepte). Op de hoek met de Frans Beckersstraat bevinden zich 2 gebouwen met 3 bouwlagen onder een plat dak.
De omgevingsvergunning voor het verkavelen van dit perceel (OMV_2019098725) voorziet een profiel dat maximaal aansluit bij de eenheidsbebouwing:
- voortuinstrook met een diepte van 5 meter;
- gelijkvloerse bouwdiepte tot 13 meter;
- eerste verdieping met bouwdiepte tot 9 meter;
- zadeldak met helling van 45° en diepte tot 9 meter.
De aanvraag betreft een eengezinswoning die vooraan met 2 bouwlagen en een schuin dak aansluit bij het profiel van de links aanpalende woning. Achteraan wordt het schuine dak doorgetrokken over de eerste verdieping. Het schuine dak wordt voorzien tot een bouwdiepte van 12 meter.
Ten opzichte van de bebouwing van de linkerbuur is deze afwijkende dakvorm aanvaardbaar. Bij de linkerbuur zou een uitbreiding van de eerste verdieping tot een bouwdiepte van 13 meter aanvaardbaar zijn, om dit niet te hypothekeren en omwille van een logische aansluiting wordt de scheidingsmuur hier over de volledige eerste verdieping doorgetrokken.
Er wordt tegen de rechter perceelgrens geen logische aansluiting voorzien. Het rechts aanpalende lot heeft volgens de ‘omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden’ (OMV_2019098725) een maximale bouwdiepte die 5 meter minder diep is. Het voorzien van de doorgetrokken daklaag achteraan veroorzaakt een hoge scheidingsmuur met een niet kenmerkende vorm. Hierdoor wordt de ideale daglichttoetreding van het rechts aanpalende perceel gehypothekeerd door een aansluiting van dan 3m50 in aansluiting met de tuin van lot 2. Dit is niet aanvaardbaar.
De leefruimtes op de verdiepingen en onder het schuine dak worden voorzien van een vrije hoogte van slechts 2,5 meter. Bijkomend zijn de glasvlakken van de dakramen van de grote slaapkamer ter hoogte van de daklaag kleiner dan 1,0 meter. De slaapkamers beschikken hierdoor over onvoldoende leefkwaliteit. Dit is niet aanvaardbaar.
Achteraan het perceel werd een tuinhuis voorzien dat zich op minder dan 1 meter van de perceelgrens bevind. Er werd onvoldoende informatie aangeleverd om deze constructie te beoordelen. Bij een eventuele vergunning wordt deze bebouwing op basis van voorliggende gegevens uitgesloten.
Visueel-vormelijke elementen
De voor- en achtergevel worden voorzien in een lichtgele gevelsteen met zwart aluminium buitenschrijnwerk en raamdorpels. Het dak wordt voorzien in rode, keramische dakpannen. Dit sluit aan bij de materialisatie van de eenheidsbebouwing in de straat. De carport wordt afgesloten door een zwarte plaatstalen poort en er wordt een zwarte, zinken dakgoot voorzien. De materialisatie wordt positief geadviseerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Rechts van de carport wordt de dragende scheidingsmuur op de perceelgrens onderbroken. Dit is niet aanvaardbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 De werkelijke parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
De carport beschikt slechts een diepte van 4 meter.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen: Er dienen voor dit project 5 overdekte, afsluitbare fietsenstallingen voorzien te worden. Deze werden niet ingetekend op de plannen. Indien een positieve beoordeling wordt dit in voorwaarden opgelegd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften, verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
27 september 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
29 oktober 2019 |
Start openbaar onderzoek |
8 november 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
7 december 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
8 februari 2020 |
Verslag GOA |
20 januari 2020 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.