Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019112946 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
BVBA MARCEAU met als contactadres Grotesteenweg 55 te 2600 Berchem-Antwerpen |
Ligging van het project: |
Mastplein 1-27, 30-41, 43-54, 56-71, Kern 19-27 te 2610 Wilrijk-Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 43 sectie A nr. 227H |
Inrichtingsnummer: |
20190318-0110 (MARCEAU UITVAARTCENTRUM) |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
wijzigen van de functie van detailhandel naar diensten, het regulariseren van de reeds uitgevoerde werken en het exploiteren van een uitvaartcentrum |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 30/05/2001: vergunning (222#10175) voor lichtreclame;
- 14/09/1970: vergunning (222#2654) voor het oprichten van een appartementsgebouw (gebouw B).
Vergunde toestand
- de gelijkvloerse ruimte, toegankelijk via kern 21/22 doet dienst als handelsruimte;
- gevels:
Huidige toestand
- gevels:
Gewenste toestand
- intern wordt een laad-en loszone voorzien, een spreekruimte, een groetruimte en een spreekruimte met ontvangstbalie.
- gevels:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de functie van detailhandel naar diensten;
- regulariseren van voor- en achtergevel wijzigingen;
- uitvoeren van interne werken (niet constructief).
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat de exploitatie van een rouwcentrum.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
3.4.1°a) |
het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; |
0,003 m³/uur |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
11,00 kW |
35. |
rouwkamers. |
1 rouwkamer voor de bewaring van 5 lichamen |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
5 november 2019 |
4 december 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
5 november 2019 |
13 november 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
5 november 2019 |
12 november 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Voorliggende aanvraag wijkt af van artikel 18 van de verordening toegankelijkheid. Aangezien het hier gaat om een functiewijziging waarbij de verbouwingswerken zich beperken tot het renoveren van de ruimte en het aanpassen van het buitenschrijnwerk kan een afwijking toegestaan worden. Er worden geen constructieve werken uitgevoerd aan het pand. Voor het aanpassen van het niveauverschil van 5 cm naar 2 cm, of het voorzien van een interne helling zijn aanpassingswerken nodig die niet in verhouding zijn met het onderwerp van de aanvraag.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat een functiewijziging naar diensten. De functie is in harmonie met de kenmerkende functies in de straat. Een funerarium past binnen een winkelgebied als dienst. De specifieke milieutechnische elementen zijn beperkt in omvang zodat zij geen hinder opleveren voor de omgeving. De voertuigen kunnen inpandig laden/lossen zodat ook de nodige discretie in acht genomen wordt.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De werken situeren zich binnen het bestaande volume. De gelijkvloerse verdieping wordt heringericht met een uitvaartcentrum. De toegang tot de bovengelegen wooneenheden blijft volledig afgesloten van de handelsruimte. Op de verdiepingen zijn er geen wijzigingen.
Er wordt geoordeeld dat de draagkracht van het perceel, noch de omgeving wordt overschreden.
Visueel-vormelijke elementen
De wijzigingen aan de voorgevel beperken zich tot het vernieuwen van het buitenschrijnwerk en het aanbrengen van nieuwe zaak-gebonden reclame. De gelijkvloerse winkelruimtes in de omgeving worden gekenmerkt door een verscheidenheid aan materialisatie en reclame in de huisstijl van de zaak. Binnen het winkelcentrum is buitenschrijnwerk in aluminium en pvc in verschillende kleuren aanwezig. Voorliggende aanvraag voorziet buitenschrijnwerk in zwart aluminium. Dit is aanvaardbaar omwille van het tijdloos karakter.
De reclame wordt voorzien in zwart aluminium over de volledige breedte van de winkelruimte, zowel aan de Kern als aan het Mastplein. Hierop wordt in witte letters ‘MARCEAU UITVAARTZORG’ aangebracht, in de huisstijl van het bedrijf en gelijkaardig aan de gevelreclame op andere locaties. Aan de zijde van de Kern is, volgens aangeleverd beeldmateriaal, een zonnewering aanwezig. De materialisatie is sober en sluit aan bij de nieuwe functie in de winkelruimte.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het uitvaartcentrum voorziet een inpandige plaats voor het laden en lossen van de lijkwagen. Omwille van deze inpandige plaats is er advies gevraagd aan de stedelijke dienst mobiliteit. Deze dienst geeft een gunstig advies omwille van de discretie die voorzien wordt. In voorwaarde zal opgenomen worden om deze plaats enkel te gebruiken in functie van het laden en lossen en niet als parkeerplaats.
In de voorgevel aan Mastplein op het gelijkvloers wordt een roosterdeur voorzien met daarachter een technische installatie. Door deze plaatsing wordt de hinder voor de omwonenden of de gebruiken van de publieke ruimte niet maximaal beperkt. Bijgevolg zal worden opgelegd ook hier ‘nieuw buitenschrijnwerk - aluminium zwarte kleur’ te voorzien.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Detailhandel en diensten hebben eenzelfde parkeerbehoefteprofiel. Er is geen uitbreiding van de bruto vloeroppervlakte. Bijgevolg is er ook geen wijziging in de parkeerbehoefte. De werkelijke parkeerbehoefte is 0 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De inrichting is gevestigd op de gelijkvloerse verdieping van een appartementsgebouw gelegen aan het Mastplein te Wilrijk. De technische ruimte van het rouwcentrum is bereikbaar langs het Mastplein, het deel toegankelijk voor het publiek (winkelgedeelte, groetruimte, sanitair bezoekers, enzovoort) is bereikbaar langs de voetgangerszone van het shopping center De Kern.
De technische ruimte is bescheiden qua oppervlakte. De bestaande vitrine aan de zijde Mastplein zal worden vervangen door een 3-delig schuifraam wat toelaat wagens in de inpandige laadzone te stationeren zodat de los- en laadactiviteiten aan het zicht van voorbijgangers worden onttrokken. Dit is niet onbelangrijk omdat de inrichting is gelegen op een drukbezochte plaats en vlak naast de ingang van een appartementsgebouw. Deze zone zal van het verzorgingsgedeelte en de koelcel (geschikt voor maximaal 5 lichamen) worden afgescheiden door middel van een gordijn. Een capaciteit van 5 lichamen is overigens ruim gelet op de beperkte omvang van de verzorgingsruimte. Het aantal activiteiten in de los- en laadzone zal gemiddeld één per dag bedragen zodat de impact op de mobiliteit verwaarloosbaar wordt geacht. In de inrichting worden geen uitvaartplechtigheden georganiseerd, er is enkel een aparte groetruimte voorzien.
In de inrichting zal geen balseming plaatsvinden, de lichamen van de overledenen worden er enkel gewassen.
De airco-installaties zullen inpandig worden voorzien waardoor de kans op geluidsoverlast fel zal afnemen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. ter hoogte van de voorziene technische installatie ‘nieuw buitenschrijnwerk - aluminium zwarte kleur’ te voorzien;
Uitsluitingen
3. de laad- en losruimte als parkeerplaats;
4. de roosterdeur.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorgesteld de gevraagde vergunning te verlenen, uit het dossier blijkt dat aan de algemene en sectorale voorwaarden kan worden voldaan.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
3.4.1°a) |
het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; |
0,003 m³/uur |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
11,00 kW |
35. |
rouwkamers. |
1 rouwkamer voor de bewaring van 5 lichamen |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
16 oktober 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
5 november 2019 |
Start openbaar onderzoek |
14 november 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
13 december 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
18 februari 2020 |
Verslag GOA |
28 januari 2020 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael en Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
14 november 2019 |
13 december 2019 |
10 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
1. Inrichting van een uitvaartcentrum in een winkelcentrum: de bezwaarindieners geven aan dat ze tegen de inrichting van een koelingsruimte en tegen het bewaren van lijken zijn in een winkelcentrum met cafetaria’s en eetgelegenheden. De bezwaarindieners geven verder aan dat door de geplande activiteiten het woonkarakter gaat wijzigen. De bruisende kern zal wijzigen in een triestige kern.
Beoordeling:
Het klopt dat de ruimte in voorliggende aanvraag zich bevindt op een locatie waar verschillende horecazaken gevestigd zijn. Echter zijn er in de Kern en omliggende straten meerdere zaken gekend die ook vallen onder de functie ‘dienstverlening’. Een gezonde mix in verschillende functies is ook nodig om voor een gezonde situatie te zorgen. Een geheel van handel, horeca, diensten en een cultuurcentrum zorgt ervoor dat voor alle bezoekers van het centrum van Wilrijk een voldoende groot aanbod aanwezig is. Het aangevraagde uitvaartcentrum zorgt niet voor negatieve gevolgen voor de winkel-, woon- en leefkwaliteit van de buurt.
Het bezwaar is niet gegrond.
2. Koelingsruimte onder slaapkamer: de bezwaarindieners geven aan dat het een onaangenaam gevoel geeft te weten dat er onder de slaapkamer lijken liggen opgebaard.
Beoordeling:
Voorliggende aanvraag omvat het verbouwen van een winkelruimte en het wijzigen van de functie naar diensten. De interne inrichting van de ruimte om deze functioneel te maken als uitvaartcentrum is niet stedenbouwkundig.
In het kader van de evaluatie van bezwaren over ingedeelde activiteiten is het niet aan de orde om uit te maken wat bewoners of gebruikers van het appartementsgebouw en het winkelcentrum als aangenaam of onaangenaam ervaren. Hoe een persoon omgaat met de eindigheid van het leven is een bij uitstek erg persoonlijk en sterk uiteenlopend gegeven. Zonder deze gevoeligheden te willen negeren, moet worden vastgesteld dat de sectorale voorwaarden, vervat in de regelgeving, geen verbodsbepalingen bevatten die dergelijke inrichtingen dus uitsluiten op de huidige locatie. Uiteraard moet er steeds aan de algemene en sectorale voorwaarden worden voldaan, op straffe van schorsing of verval van de vergunning.
Het bezwaar is niet gegrond.
3. Geluidshinder: de bezwaarindieners geven aan dat de motor van de koelinstallatie hoorbaar zal zijn in de bovenliggende slaapkamers.
Beoordeling:
Het klopt dat in de voorgevel aan Mastplein op het gelijkvloers een roosterdeur wordt voorzien met daarachter een technische installatie. Het klopt dat door deze plaatsing de hinder voor de omwonenden of de gebruiken van de publieke ruimte niet maximaal beperkt wordt.
Het bezwaar is gegrond.
4. Waardevermindering van eigendom: de bezwaarindieners geven aan dat door de komst van een uitvaartcentrum de bovenliggende verdiepingen in waarde zullen minderen.
Beoordeling:
Het bezwaar is niet stedenbouwkundig van aard. Het is niet aan de vergunning verlenende overheid om een project te beoordelen op het effect van een eventuele waardevermindering van omliggende panden. Het bezwaar is louter hypothetisch en niet stedenbouwkundig van aard.
Het bezwaar is niet gegrond.
5. Lijken zichtbaar: de bezwaarindieners geven aan dat het binnen en buiten brengen van lijken nooit aan het oog van het winkelend publiek onttrokken kan worden.
Beoordeling:
Aangeleverde plannen tonen aan dat het mogelijk is om met een lijkwagen volledig inpandig te stationeren. Het in- en uitladen kan dus in alle discretie plaatsvinden. Door de specifieke ligging van de inrichting en de betrekkelijk kleine plaats die beschikbaar is, vereist dit wel een strikte discipline van de exploitant om te voldoen aan de sectorale voorwaarden.
Het bezwaar is niet gegrond.
6. Garageruimte voor wagen: de bezwaarindieners geven aan dat er nergens anders in het gebouw een garageruimte aanwezig is.
Beoordeling:
Aan de zijde van het Mastplein wordt buitenschrijnwerk voorzien dat volledig open kan zodat een lijkwagen binnen kan rijden. Deze ruimte wordt niet ingericht als inpandige garage, maar zal enkel gebruikt worden wanneer dit nodig is. Er wordt geen vergunning afgeleverd voor een inpandige garage.
Het bezwaar is niet gegrond.
7. Koelinstallatie: de bezwaarindieners geven aan dat volgens de Algemene Vergadering van de bewoners van het woongebouw een koelinstallatie niet toegestaan zal worden.
Beoordeling:
In beginsel mag de vergunningverlenende overheid geen rekening houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen van aanvragen tot Omgevingsvergunning. Anderzijds doet een Omgevingsvergunning deze rechten niet teniet en ontslaat de titularis van de vergunning niet om het nodige bouwrecht te bekomen. Indien zou blijken dat de aanvraag strijdig is met een contractuele verbintenis, dan blijft de vergunning onwerkzaam.
Het bezwaar is niet gegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. ter hoogte van de voorziene technische installatie ‘nieuw buitenschrijnwerk - aluminium zwarte kleur’ te voorzien;
Uitsluitingen
3. de laad- en losruimte als parkeerplaats;
4. de roosterdeur.
Brandweervoorwaarden
de voorwaarden uit het brandweerverslag met referentie BW/BO/2019/G.01193.WI.0002.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
3.4.1°a) |
het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; |
0,003 m³/uur |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
11,00 kW |
35. |
rouwkamers. |
1 rouwkamer voor de bewaring van 5 lichamen |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 7 februari 2020 voor onbepaalde duur.