Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020060122 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Edwin De Ceukelaire met als adres Jan Denucéstraat 23 te 2030 Antwerpen en CVBA WOONHAVEN ANTWERPEN met als contactadres Jan Denucéstraat 23 te 2020 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | de heer Edwin De Ceukelaire met als adres Jan Denucéstraat 23 te 2030 Antwerpen en CVBA WOONHAVEN ANTWERPEN met als contactadres Jan Denucéstraat 23 te 2020 Antwerpen |
Ligging van het project: | Kielpark zonder nummer (zn) en 1-288 te 2020 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 9 sectie I nrs. 2083L, 2083K, 2083R, 2517N3, 2517E4, 2517M3, 2536H, 2537B5 en 2558A2 |
Inrichtingsnummer: | 20200513-0038 (Stookolietank noodstroomaggregaat parking) en 20200513-0033 (Warmtepompen + transfo 3 torens) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen van 3 bestaande Kielparktorens en vervangende nieuwbouw met elk 96 appartementen per toren, renoveren van 2 (half-)ondergrondse parkeergarages en exploiteren van warmtepompen, transformatoren en een noodstroomaggregaat |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 17/01/2020: welstandscommissie (WSC/2019/1633) voor nieuwbouw Kielparktorens;
- 03/03/2017: vergunning (20162670) voor de renovatie van twee ondergrondse parkeergarages;
- 29/04/2016: vergunning (20153378) voor het renoveren van 3 Kielparktorens van elk 96 appartementen.
Vergunde toestand
- de werken van de recente vergunning (vergund op 29 april 2016) zijn gestart eind 2017 maar stilgelegd in augustus 2018 volgens de beschrijvende nota van de aanvraag;
- functie:
- bouwvolume:
Huidige toestand
- de werken van de recente vergunning (vergund op 29 april 2016) zijn gestart eind 2017 maar stilgelegd in augustus 2018 volgens de beschrijvende nota van de aanvraag;
- vaststelling (ID: 302578) sociale woonwijk Jan De Voslei en omgeving als bouwkundig erfgoed;
- functie:
- bouwvolume:
Gewenste toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- renovatie van 2 (half-)ondergrondse parkeergarages.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van 3 bestaande Kielparktorens;
- bouwen van 3 torens met elk 96 appartementen per toren;
- renoveren van 2 (half-)ondergrondse parkeergarages.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
Het project omvat de exploitatie van de gebouwgebonden technische installatie (warmtepompen, transformatoren en een noodstroomaggregaat).
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
Inrichtingsnummer 20200513-0038 (Stookolietank noodstroomaggregaat parking) | ||
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 1.500,00 liter |
Inrichtingsnummer 20200513-0033 (Warmtepompen + transfo 3 torens) | ||
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 3 x 250,00 kVA |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW. | 1.350,00 kW |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 11 juni 2020 | 4 augustus 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 11 juni 2020 | 28 juli 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator | 11 juni 2020 | 30 juni 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie | 11 juni 2020 | 16 juni 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart | 11 juni 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) | 11 juni 2020 | 31 juli 2020 | Geen bezwaar |
PROXIMUS | 11 juni 2020 | 26 juni 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen | 11 juni 2020 | 6 juli 2020 |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 11 juni 2020 | 6 juli 2020 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen | 11 juni 2020 | 6 juli 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 11 juni 2020 | 6 juli 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie | 11 juni 2020 | 6 juli 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 11 juni 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers | 11 juni 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ ruimte (inzake grond- en pandendecreet) | 11 juni 2020 | 25 juni 2020 |
stadsontwikkeling/ ruimte (inzake SOK) | 11 juni 2020 | 11 juni 2020 |
stadsontwikkeling/ ruimte (NIET inzake SOK of grond- en pandendecreet) | 11 juni 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 3 mei 2020 (ID: 14602).
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag (sociale woningen).
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af op volgende artikels van de bouwcode:
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat geen functiewijziging. De functie van de woontorens als meergezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd wordt.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag beoogt het vervangen van de drie Kielparktorens die zich situeren aan de rand van het Kielpark en aan de rand van de ring. De bestaande torens worden volledig gesloopt en vervangen door 3 nieuwbouw volumes. De torens zijn identiek en bestaan elk uit 96 appartementen.
De volumes en inplanting zijn identiek aan de bestaande torens waardoor geoordeeld wordt dat de torens volumetrisch inpasbaar zijn in de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
Aanvankelijk werd er een vergunning verleend (20153378) voor de renovatie van de 3 torens.
De bestaande betonstructuur bleek echter na afbraak ongeschikt voor renovatie. Een gelijkaardige Y-vormige footprint, inplanting en verschijningsvorm, refererend aan het oorspronkelijke ontwerp van Smolderen, worden daarom gehanteerd.
De volumes staan op een sokkel, die via een gemeenschappelijke ruimte toegang verleent tot de centrale circulatieruimtes en ondergrondse fietsenstallingen en bergingen.
Het project werd voorgelegd aan de voormalige welstandscommissie.
Naar aanleiding van een eerste advies van de welstandscommissie werden er aanpassingen doorgevoerd aan het ontwerp. De gangen werden verbreed naar de woonkamer toe. De deur tot de woonkamer is in glas gedacht. Hierdoor wordt de circulatie ruimer en lichter wat de leefkwaliteit ten goede komt.
Verder is de commissie van mening dat de balkons best symmetrisch en gelijk kunnen uitgewerkt worden. Wat de materialisatie betreft vraagt de welstandscommissie het schrijnwerk van de inkomdeuren robuuster te detailleren en meer grandeur te geven.
Qua materialisatie wordt er gestreefd naar de oorspronkelijke gevelbehandeling, namelijk bekleding in beton, mozaïek voor de kolommen, bronskleurig aluminium buitenschrijnwerk, tegelwerk, borstwering in spijlenwerk, etcetera. De gevelbekleding tussen de bandramen wordt geaccentueerd als verwijzing naar de vroegere claustra.
Er wordt gekozen voor sandwichpanelen in prefabbeton, dat zeer dicht bij het origineel aanleunt qua kleur en textuur, met gedeeltelijk schijnvoegen en gedeeltelijk constructievoegen. Het nieuwe schrijnwerk wordt uitgevoerd in licht champagnekleurig geanodiseerd aluminium en gedeeltelijk in crèmekleurig gelakt staal, toon op toon met de gevelpanelen. Voor de verticale raampartijen is er gekozen voor donker brons, een kleur die terugkomt in de gemoffelde borstweringen van de terrassen.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er geoordeeld dat de visueel vormelijke verschijning van de torens gebeurt met respect voor de historische waarde en dat het voorliggend ontwerp bovendien voldoet aan de voorwaarden van de welstandscommissie.
Cultuurhistorische aspecten
De Kielparktorens maken deel uit van de sociale woonwijk Jan De Voslei en omgeving, die werd opgenomen op de bij ministerieel besluit van 14 maart 2019 vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Zowel in functie van de geplande renovatie als met het oog op de nu gevraagde sloop werd uitvoerig overleg gepleegd met de dienst Monumentenzorg. Er werd een CHE-rapport opgemaakt en voor de actuele bouwaanvraag werd ook een uitgebreide motivatienota voor de sloop bijgevoegd.
De aanvraag heeft betrekking op drie torengebouwen, in 1959-61 gebouwd naar ontwerp van Jos Smolderen en zijn assistent architect Hendrik Maes. Van 1959 tot 1967 is door de maatschappij De Goede Woning aan de Jan De Voslei en de Boomsesteenweg een volledig nieuwe wijk met residentieel karakter aangelegd. Dit project werd grotendeels geleid door architect Jos Smolderen (1889-1973). De hoge en middelhoge appartementsgebouwen, getypeerd door een basisconstructie van betonnen pijlers rondom een ingangspartij, zijn compacte vrijstaande blokken omgeven door een ruime groene zone die een maximum aan zon en lichtinval in de appartementen toelaat. De nieuwe wijk bezat een gemeenschappelijke thermische centrale, een bejaardencomplex, twee scholen, een handels- en ontspanningscentrum, bioscoop, toneelzaal, cultureel centrum, speel- en sportvelden, autostallingen en parkeerterreinen.
De drie torengebouwen hebben een Y-vormig grondplan en elk gebouw heeft een kelderverdieping, een verhoogde gelijkvloerse verdieping, 16 niveaus appartementen, een dakterras (niveau 17) en een klein technisch niveau (niveau 18). In de kelder bevinden zich de private bergingen voor de appartementen, een schuilkelder, ruimte voor de verwarming en technische ruimte. Het beeld van de gevel wordt hoofdzakelijk bepaald door de gevelpanelen, de claustra, de kolommen, de in- en uitpandige balkons en de glaspartijen. Zowel de gevelpanelen als de claustra zijn uitgevoerd in artificiële kwartsietsteen volgens het schokbeton procedé. De buitenwanden op de gelijkvloerse verdieping zijn betegeld en ook het dakvolume was afgewerkt met tegels. De raampartijen in de gevels zijn deels in staal en deels in aluminium.
Omwille van de erfgoedwaarde van dit ensemble van appartementsgebouwen werd oorspronkelijk voor een maximaal behoud geopteerd, waarbij vooral werd ingezet op het beeld van de gebouwen, meer bepaald op het behoud van vorm en volume, evenals het uitzicht van de gevels. Met respect voor het waardevol karakter van de torens werd door een goed onderbouwde voorstudie gezocht naar een herbestemming en inrichting die geen afbreuk zou doen aan de architecturale of cultuurhistorische waarde van de torens.
Tijdens de ontmantelingswerken van de eerste toren bleek de bouwfysische toestand van het betonskelet uitermate problematisch. De werken werden gestaakt en de toekomst van de drie torens werd opnieuw besproken. Uit materiaal-technisch onderzoek bleek duidelijk dat de bestaande draagstructuur onvoldoende sterk was om als basis voor de renovatie te dienen. Eerst werd gezocht naar mogelijkheden om de bestaande betonstructuur te versterken. Oplossingen met behoud van de structuur bleken zowel financieel als bouwtechnisch erg ingrijpend, zodat uiteindelijk de optie om te slopen naar voor werd geschoven. Gelet op de grote impact, c.q. onmogelijkheid, van het behoud ging de dienst Monumentenzorg akkoord met een volledige nieuwbouw. Bij de oorspronkelijk genomen opties zou een belangrijk deel van de erfgoedwaarde reeds verloren zijn gegaan en bijkomende ingrepen zouden die evolutie enkel nog vergroten. Omwille van juridisch-administratieve redenen zullen de nieuwe torens de footprint en het volume van de bestaande torens hernemen, waardoor het bestaande algemene beeld ook in de toekomst bewaard zal blijven. Ook voor de architecturale uitwerking vormden de oorspronkelijke torens een belangrijk uitgangspunt en tevens inspiratiebron.
De dienst Monumentenzorg betreurt tenslotte het verloren gaan van dit deel van de sociale woonwijk aan het Kielpark. Met de sloop van de torens verdwijnt opnieuw een stukje van de authentieke bebouwing op het Kiel, één van de belangrijkste clusters aan sociale woningbouw in Vlaanderen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Aangezien het een sociaal huisvestingsproject betreft, wordt de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen niet mee betrokken bij de beoordeling.
Elke woning kan echter als zelfstandige woonentiteit functioneren, de appartementen voldoen aan de minimale oppervlaktes en functionele bemeubelbaarheid conform de richtlijnen van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen. Bovendien zijn de woningen rolstoelbezoekbaar.
Er wordt wel opgemerkt dat de te behouden parking in strijd is met artikel 18 en artikel 27 van de gewestelijke verordening Toegankelijkheid. De parking is niet toegankelijk via een lift of helling en er werden geen aangepaste parkeerplaatsen voorzien.
Er werd advies gevraagd aan het Autonoom Gemeentebedrijf VESPA en Vastgoed. Zij verlenen een voorwaardelijk gunstig advies op deze omgevingsvergunning op voorwaarde dat Woonhaven verder afstemt met AG VESPA rond de overdracht van gronden en de daaraan verbonden transactiekosten.
Er werd advies gevraagd aan ASTRID-Veiligheidscommissie van Binnenlandse Zaken. Het advies is voorwaardelijk gunstig en stelt dat gezien de oppervlakte van beide parkings er in beide gevallen indoordekking aanwezig dient te zijn.
In de toelichtingsnota van de architect is er sprake van het rooien van 3 bomen, echter zijn deze niet opgenomen in de plannen. Hierdoor valt de kapvergunning buiten de omgevingsvergunning.
Het rooien van bomen zal in samenspraak met de stedelijke groendienst moeten worden overlegd.
Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone, nl. de Antwerpse binnenstad. Het projectgebied is groter dan 3.000 m² (circa 29.420 m²) en de ingreep in de bodem groter dan 1.000 m² (circa 12.506 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.
De archeologienota werd ingediend door het studiebureau Archeologie op 17 april 2020 en door het agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd op 3 mei 2020. Er is een correct verband tussen het projectgebied en de ingrepen die worden vermeld in de archeologienota en deze in de aanvraag. Het bijhorende programma van maatregelen adviseert een vrijgave, er dient met andere woorden geen verder vervolgonderzoek plaats te vinden. (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/14602).
Er werd advies gevraagd aan Waterlink. Het project kan worden aangesloten onder voorwaarden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 173 parkeerplaatsen.
De aanvraag betreft het slopen van 3 bestaande Kielparktorens en vervangende nieuwbouw met elk 96 appartementen per toren, renoveren van 2 (half) ondergrondse parkeergarages
De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuwbouwen van 3 torens met elk 96 appartementen.
Het gaat in het totaal om 288 sociale huurappartementen. Hiervoor is de norm 0,6 ppl/woning. Dat komt neer op 173 parkeerplaatsen.
De werkelijke parkeerbehoefte is 173.
|
De plannen voorzien in 274 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
De bestaande ondergrondse parkings worden gerenoveerd. In parking zuid zijn er 174 parkeerplaatsen en in parking noord 100 parkeerplaatsen. Dot komt in het totaal op 274 parkeerplaatsen wat ruim voldoende is.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 274.
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Ontsluiting/bereikbaarheid:
De parkings zijn te bereiken via Kielpark/Jan De Voslei.
Fietsvoorzieningen:
Voor de 3 torens met in het totaal 288 appartementen moeten er 864 fietsstalplaatsen voorzien worden:
- 96 appartementen met 1 slaapkamer = 96 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 192
- 96 appartementen met 2 slaapkamers = 96 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 288
- 96 appartementen met 3 slaapkamers = 96 x 4 (3 slaapkamers + 1 extra) = 384
Afgaand op de plannen: er worden in de kelder van elke toren 200 fietsstalplaatsen voorzien. Deze zijn te bereiken via een trap met fietsgoot. Dus voor de 3 torens samen zijn er 600 plaatsen.
In de nota staat dat er 40 plaatsen op het gelijkvloers voorzien worden maar het is niet duidelijk hoe die 40 plaatsen in de daarvoor voorziene ruimte passen omdat de plaatsen niet ingetekend werden.
In parking noord worden 37 fietsstalplaatsen voorzien. Deze zijn enkel te bereiken via de autohelling. Er moet een aparte afscheiding voorzien worden op de helling om de fietsers te beschermen.
In de bijgevoegde tabel van 10 juni 2020 staat dat er in elke toren 240 plaatsen voorzien worden met uitbreidingsmogelijkheden tot 340. Ook in parking zuid zouden er uitbreidingsmogelijkheden zijn met 114 fietsstalplaatsen. Maar deze cijfers vinden we niet terug op de plannen.
Op basis van de plannen tellen we dus 600 (torens) + 37 (parking noord) ondergrondse fietsstalplaatsen. Als er effectief 40 plaatsen op het gelijkvloers kunnen gestald worden per toren (niet duidelijk op de plannen) dan komen er nog eens 120 bij wat het totaal brengt op 757. Dat zijn er 107 te weinig
De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt sluiten wij ons aan bij het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit. De voorwaarden worden mee opgenomen in de vergunning.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Het project omvat de sloop van de “Kielparktorens” en de vervanging door nieuwbouw van de drie torens met elk 96 appartementen. De torens zijn identiek. De torengebouwen bevinden zich op de rand van het Kielpark, een park van 3,3 ha dat in 2008 is heraangelegd.
Oorspronkelijk was het de bedoeling de bestaande torens enkel te renoveren. Uit een betononderzoek uitgevoerd o.a. op de buitenkolommen en -balken, vloeren en binnenkolommen en -balken, blijkt dat de betonstructuur van de betrokken gebouwen problematisch is. Bijgevolg wordt ervoor geopteerd de torens af te breken en te vervangen door identieke gebouwen.
Milieutechnisch wordt het systeem voor luchtverversing en watervoorziening voor huishoudelijk gebruik (opwekking sanitair warm water en CV) door middel van warmtepompen voorzien. Het betreft 18 warmtepompunits per toren, gestald op de dakverdieping of op de 18de verdieping. Verder wordt er per toren (in de kelderverdieping) een transformator met een nominaal vermogen van 250 kVA voorzien. Hier dient het aangevraagde vermogen van 750 kVA herleid te worden naar 250 kVA aangezien de indeling als IIOA gebaseerd is op het individuele nominale vermogen.
Tenslotte wordt in het dossier weergegeven dat eveneens gebruik wordt gemaakt van een noodstroomaggregaat en een stookolietank. De opslag van brandstof gebonden aan een woonfunctie is indelinsplichtig onder de rubriek 17.3.2.1.1 (i.p.v. 6.4.1 zoals aangevraagd), vanaf een opslagcapaciteit van 5 ton. De waterinhoud van de stookolietank is beperkt tot 1.500 liter en is bijgevolg niet meldingsplichtig. Wat de stroomaggregaat betreft, gaan wij ervan uit dat het elektrisch vermogen van de stroomgroep beperkt is tot maximaal 300 kVA (en dus net onder de indelingsgrens blijft).
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. Woonhaven dient verder af te stemmen met AG VESPA rond de overdracht van gronden en de daaraan verbonden transactiekosten;
3. de voorwaarden uit het advies van Proximus strikt na te leven;
4. de voorwaarden uit het advies van Fluvius strikt na te leven;
5. de voorwaarden van Waterlink strikt na te leven;
6. voor beide parkings indoordekking te voorzien conform het advies van de Astrid-veiligheidscommissie;
7. per 10 autostalplaatsen dient er telkens één elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens;
8. er moeten in totaal 864 fietsstalplaatsen voorzien worden conform de afmetingen van artikel 29 van de bouwcode;
9. voor de fietsstalplaatsen in de parking moet er een fysieke afscheiding voorzien worden op de helling;
10. indien er gekozen wordt voor een dubbeldeksysteem om meer fietsstalplaatsen te kunnen voorzien dan kan dit enkel als minstens de helft van het aantal stalplaatsen gewone lage plaatsen blijven;
11. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
12. de aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).
Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4 m–mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten.
In de bemalingsstudie worden naast de zettingsberekeningen, debieten en fasen tenminste ook volgende aspecten beschreven en gemotiveerd:
- een beschrijving van de milderende ingrepen om het bemalingsdebiet zo laag mogelijk te houden (bv. berlinerwand, bentonietwand, secanspalen, …);
- grondwaterstanden voor en tijdens bemaling;
- invloedstraal van de bemaling (op plan);
- een risico-inschatting van het oppompen van verontreinigd grondwater;
- een beschrijving van de mogelijkheden van de retourbemaling (of alternatieven 1. lozen in oppervlaktewater 2. hemelwaterafvoer,…);
- indien geen retourbemaling mogelijk: grondige motivatie, een aanduiding van het lozingspunt, toelating van Aquafin bij lozing op riolering van > 10 m³/uur.
Lastvoorwaarden
13. De aanpassingen aan het openbaar domein zullen worden uitgevoerd via het retributiereglement “herstellingen openbare ruimte na werkzaamheden (vanaf 1 januari 2018)” en uitgevoerd onder begeleiding en toezicht van de stad. Alle noodzakelijke aanpassingen aan het openbaar domein zoals opgelegd in de voorwaarden en als gevolg van deze voorwaarden (boven- en ondergronds), zijn integraal ten laste van de aanvrager.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt een de algemene en sectorale bepalingen, wordt vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
Inrichtingsnummer 20200513-0038 (Stookolietank noodstroomaggregaat parking) | ||
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | Zonder voorwerp |
Inrichtingsnummer 20200513-0033 (Warmtepompen + transfo 3 torens) | ||
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 3 x 250,00 kVA |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW. | 1.350,00 kW |
Gefaseerde uitvoering vergunning
Er wordt voorgesteld het mogelijk te maken de vergunning in fasen uit te voeren. De fasen en de start van hun vervaltermijnen kunnen als volgt omschreven worden:
De vervaltermijnen voor deze fase gaan in 1 dag(en) volgend op de dag waarop de vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter krijgt.
De vervaltermijnen voor deze fase gaan in 29 maand(en) volgend op de dag waarop de vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter krijgt.
De vervaltermijnen voor deze fase gaan in 35 maand(en) volgend op de dag waarop de vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter krijgt.
De vervaltermijnen voor deze fase gaan in 64 maand(en) volgend op de dag waarop de vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter krijgt.
De vervaltermijnen voor deze fase gaan in 71 maand(en) volgend op de dag waarop de vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter krijgt.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 15 mei 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 11 juni 2020 |
Start 1e openbaar onderzoek | 19 juni 2020 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 2 juli 2020 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 2 juli 2020 |
Start laatste openbaar onderzoek | 10 juli 2020 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 8 augustus 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 23 november 2020 |
Verslag GOA | 10 september 2020 |
naam GOA | Gerd Cryns en Bieke Geypens |
Administratieve lus
Op de aanvraag wordt een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
Affiches start openbaar onderzoek werden te laat opgehangen.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd, om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
19 juni 2020 | 2 juli 2020* | 0 | 0 | 0 | 0 |
10 juli 2020 | 8 augustus 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
* Het openbaar onderzoek was korter dan de normale 30 dagen omdat het vroegtijdig is stopgezet.
Gefaseerde uitvoering vergunning
Er wordt voorgesteld het mogelijk te maken de vergunning in fasen uit te voeren. De fasen en de start van hun vervaltermijnen kunnen als volgt omschreven worden:
De vervaltermijnen voor deze fase gaan in 1 dag(en) volgend op de dag waarop de vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter krijgt.
De vervaltermijnen voor deze fase gaan in 29 maand(en) volgend op de dag waarop de vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter krijgt.
De vervaltermijnen voor deze fase gaan in 35 maand(en) volgend op de dag waarop de vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter krijgt.
De vervaltermijnen voor deze fase gaan in 64 maand(en) volgend op de dag waarop de vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter krijgt.
De vervaltermijnen voor deze fase gaan in 71 maand(en) volgend op de dag waarop de vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter krijgt.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. Woonhaven dient verder af te stemmen met AG VESPA rond de overdracht van gronden en de daaraan verbonden transactiekosten;
3. de voorwaarden uit het advies van Proximus strikt na te leven;
4. de voorwaarden uit het advies van Fluvius strikt na te leven;
5. de voorwaarden van Waterlink strikt na te leven;
6. voor beide parkings indoordekking te voorzien conform het advies van de Astrid-veiligheidscommissie;
7. per 10 autostalplaatsen dient er telkens één elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens;
8. er moeten in totaal 864 fietsstalplaatsen voorzien worden conform de afmetingen van artikel 29 van de bouwcode;
9. voor de fietsstalplaatsen in de parking moet er een fysieke afscheiding voorzien worden op de helling;
10. indien er gekozen wordt voor een dubbeldeksysteem om meer fietsstalplaatsen te kunnen voorzien dan kan dit enkel als minstens de helft van het aantal stalplaatsen gewone lage plaatsen blijven;
11. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
12. de aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).
Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4 m–mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten.
In de bemalingsstudie worden naast de zettingsberekeningen, debieten en fasen tenminste ook volgende aspecten beschreven en gemotiveerd:
- een beschrijving van de milderende ingrepen om het bemalingsdebiet zo laag mogelijk te houden (bv. berlinerwand, bentonietwand, secanspalen, …);
- grondwaterstanden voor en tijdens bemaling;
- invloedstraal van de bemaling (op plan);
- een risico-inschatting van het oppompen van verontreinigd grondwater;
- een beschrijving van de mogelijkheden van de retourbemaling (of alternatieven 1. lozen in oppervlaktewater 2. hemelwaterafvoer,…);
- indien geen retourbemaling mogelijk: grondige motivatie, een aanduiding van het lozingspunt, toelating van Aquafin bij lozing op riolering van > 10 m³/uur.
Lastvoorwaarden
13. De aanpassingen aan het openbaar domein zullen worden uitgevoerd via het retributiereglement “herstellingen openbare ruimte na werkzaamheden (vanaf 1 januari 2018)” en uitgevoerd onder begeleiding en toezicht van de stad. Alle noodzakelijke aanpassingen aan het openbaar domein zoals opgelegd in de voorwaarden en als gevolg van deze voorwaarden (boven- en ondergronds), zijn integraal ten laste van de aanvrager.
Brandweervoorwaarden
De brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/KC/2020/G.00525.A2.0010.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
Inrichtingsnummer 20200513-0033 (Warmtepompen + transfo 3 torens) | ||
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 3 x 250,00 kVA |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW. | 1.350,00 kW |
Gefaseerde uitvoering vergunning
Er wordt voorgesteld het mogelijk te maken de vergunning in fasen uit te voeren. De fasen en de start van hun vervaltermijnen kunnen als volgt omschreven worden:
De vervaltermijnen voor deze fase gaan in 1 dag(en) volgend op de dag waarop de vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter krijgt.
De vervaltermijnen voor deze fase gaan in 29 maand(en) volgend op de dag waarop de vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter krijgt.
De vervaltermijnen voor deze fase gaan in 35 maand(en) volgend op de dag waarop de vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter krijgt.
De vervaltermijnen voor deze fase gaan in 64 maand(en) volgend op de dag waarop de vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter krijgt.
De vervaltermijnen voor deze fase gaan in 71 maand(en) volgend op de dag waarop de vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter krijgt.
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 9 oktober 2020 voor onbepaalde duur.